1. Voorwoord

Alle lezers en donateurs een gelukkig nieuwjaar gewenst! Bestuur en vrijwilligers van In Paradisum zullen ook in 2024 ervoor zorgen dat onze monumentale begraafplaatsen de aandacht krijgen die zij verdienen, met grote en kleine publicaties, rondleidingen, klein onderhoud, lezingen en herdenkingen.

In dit Bulletin leest u dat de restauratie van het herinneringskapelletje voor de omgekomen kinderen en zusters van de Montessorischool is afgerond. Dit met dank aan financiële en praktische steun van velen. Wim Desserjer heeft de geschiedenis van dit bijzonder grafmonument opgeschreven.

In 2024 is het 80 jaar geleden dat de kinderen en met hen vele Nijmegenaren overleden door het bombardement van 22 februari 1944. Zoals elk jaar zullen wij ook dit jaar op begraafplaats Daalseweg de slachtoffers herdenken die daar begraven zijn. De gemeente organiseert een herdenking bij het monument De Schommel. Over deze en andere evenementen rondom de herdenking vindt u t.z.t. meer informatie in de lokale kranten, op onze website en de website van de gemeente Nijmegen. Helaas zult u geen persoonlijke uitnodiging meer ontvangen. De privacywetgeving is voor de gemeente Nijmegen aanleiding om de verzending van uitnodigingen per briefpost stop te zetten.

Ook in dit Bulletin weer een gedicht, deze keer van de hand van Gerard Kessels. Poëzie-liefhebbers kunnen overigens sinds de plechtige opening op 1 oktober 2023 elke dag terecht op begraafplaats Daalseweg. Bij een Poëziekastje kunnen zij gedichten beluisteren.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vluchtten in oktober 1914 bijna één miljoen Belgen naar Nederland. In Nijmegen werden zo’n duizend mensen opgevangen waarvan de meesten in de infanteriekazerne aan de Groesbeekseweg. In deze beginperiode zijn er in Nijmegen 26 zeer jonge Belgische kinderen overleden waarvan 25 begraven zijn op de begraafplaats Daalseweg. Peter van Schaijk heeft hierover een artikel geschreven met een oproep voor een namenmonument.

Een triest verhaal is dat over Jan Jurgens. Deze telg uit het Osse fabrikantengeslacht was een zeer vermogend man met een prachtige maatschappelijke carrière. Maar deze eindigt na beschuldiging van bankfraude in 1925 in de gevangenis. Jan Jurgens overlijdt voordat hij in beroep kan gaan tegen zijn veroordeling. Ook hij ligt begraven op de Daalseweg.

Afgelopen najaar waren er drie bijeenkomsten met de eigenaar van de begraafplaats, vertegenwoordigers van de gemeente, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Stichting In Paradisum. Doel ervan was input te leveren voor een op te stellen instandhoudingsplan voor begraafplaats Daalseweg. Het waren vruchtbare bijeenkomsten waar verschillende mogelijkheden tegen elkaar zijn afgewogen, bijvoorbeeld: restauratie van grafmonumenten of consolidatie, paden laten vergrassen of begaanbaar houden, wel of geen tweede ingang, eenvoudig herstel of restauratie van toegangspoort, hek en muur? Nog niet alle knopen zijn doorgehakt. Een gemeenschappelijke visie voor de begraafplaats is als volgt omschreven: een open en “levende” begraafplaats die behouden en in gebruik blijft; waar de (katholieke) karakteristiek herkenbaar blijft, met behoud van monumentaal groen en waar de (oorlogs)geschiedenis zichtbaar beleefd wordt. Ook werd de overweging meegegeven dat een eenmalige investering op korte termijn betekent dat over ± 20 jaar weer dezelfde precaire situatie als nu zal ontstaan, zeker wat betreft het groenonderhoud. Bureau Funeralia (René ten Dam) zal een en ander nader uitwerken tot een plan dat vervolgens aan de wethouders gepresenteerd zal worden. De middelen vinden om het plan uit te voeren, zal de nodige creativiteit en vooral politieke wil vragen. Wij houden u op de hoogte.

De beste wensen voor 2024!

Agnes Lewe, voorzitter

2. Donateurs gezocht

Beste ontvanger van ons bulletin.

Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.

Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:

  • Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
  • Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
  • Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
  • Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
  • Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.

Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.

Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.

Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website

3. De geschiedenis van een bijzonder grafmonument

Dat grafmonument op begraafplaats Daalseweg is een klein bakstenen kapelletje, oorspronkelijk voorzien van een pannendak, met op de nok een metalen kruis. De buitenmuren van het kapelletje dragen twee wit-natuurstenen plaquettes. Daarop zijn de datum “22 FEBR. 1944” en de namen en geboortedata van dertig bombardementsslachtoffers aangebracht. Dit monument is opgericht ter nagedachtenis aan de acht zusters van de Sociëteit Jezus Maria Josef (JMJ) en 22 van de 24 kleuters die omkwamen bij het bombardement op Nijmegen, in 2024 80 jaar geleden.

Toen, in de 3e week van februari 1944, lanceerden de geallieerden Operation Argument. Honderden bommenwerpers vlogen naar Duitsland om daar de vliegtuigindustrie te vernietigen. Maar slechte weersomstandigheden dwongen tot wijziging van het plan. Veel vliegtuigen moesten omkeren en op de terugweg zoeken naar gelegenheidsdoelen. Zo ook een van de Amerikaanse eskaders die het Nijmeegse spoorweggebied tot gelegenheidsdoel koos. Maar helaas speelden gebrekkige strategische informatie over Nijmegen en onderlinge technische communicatieproblemen een uiteindelijk verwoestende rol. Behalve het spoorwegemplacement bombardeerde men ook de binnenstad van Nijmegen. Er vielen meer dan 800 doden, allen burgers.

De Montessorikleuterschool en het klooster St. Louis, gelegen aan de Lange Burchtstraat, werden geheel verwoest. Op de voormalige speelplaats van die school staat sinds 2000 het monument De Schommel ter nagedachtenis aan alle slachtoffers van dat verschrikkelijke bombardement.

Begraafplaats Daalseweg, 3 maart 1944 (RAN)

Tien dagen na het bombardement, op vrijdag 3 maart, vond op begraafplaats Daalseweg de begrafenis van de slachtoffers uit de kleuterschool en het klooster plaats. Bijgaande foto toont de eerste dragers met twee kinderkisten, waarin twee geïdentificeerde kleuters, die in Beek en op kerkhof Groenestraat begraven zouden worden. Vervolgens acht dragers die twee grote kisten droegen, een met de stoffelijke resten van de zusters en een voor de 22 kinderen.

Het kapelletje op de begraafplaats dateert van 1947. Het initiatief voor de bouw van dit grafmonument kwam van de Sociëteit JMJ en enkele ouders van de omgekomen kinderen. Onder hen de heer Anton van Kalmthout, orgel- en pianohandelaar, die twee zoontjes van 4 respectievelijk 5 jaar door het bombardement verloor. Samen met de zusters benaderde hij in 1946 vele nabestaanden om bij te dragen aan een gedenk-kapelletje. Alle giften, het betrof vele honderden guldens, werden gestort op het speciale spaarbankboekje van de heer Van Kalmthout. Wat de bouw van het kapelletje toen gekost heeft en welke aannemer het in 1947 bouwde, is (nog) onbekend. Anton van Kalmthout gaf kunstenaar Joan Collette opdracht om een passend kunstwerk te ontwerpen voor in het kapelletje. Joan Collette, die zich in 1927 in Nijmegen had gevestigd, werd als kunstenaar vooral geïnspireerd door Jan Toorop en door de vroeg-christelijke en Byzantijnse kunst. Collette maakte een tekening waarop een Christusfiguur is te zien die twee kinderen, zijnde engeltjes, opneemt uit een inferno van ontplofte en brandende gebouwen. Naast Collettes tekening wordt het kapelletje gesierd door vele bloemen, plantjes en lichtjes. Ook krantenknipsels, foto’s en een gedicht dragen bij aan deze waardige gedenkplek. Dat gedicht kwam pas jaren later in het kapelletje te hangen. Het is van Jan Leijten, een goede vriend van Van Kalmthouts oudste dochter en haar man. Leijten was rechtsgeleerde, maar schreef ook literatuur en poëzie. Zijn gedicht heet De morgen van 22 februari en is opgedragen aan Antons oudste dochter en haar man.

Joan Collette, tekening
Ad Deum Qui Laetificat Juventutem Meam (aan God die mijn jeugd gelukkig maakt),
Nijmegen 22 februari 1944

In 1976 was het kapelletje toe aan herstelwerk, ditmaal geheel bekostigd door de zusters van de Sociëteit JMJ. Vermoedelijk is het toen vermolmde en verweerde pannendak vervangen door een dak met shingles (bitumen leien). Een officiële herdenking van 22 februari 1944 heeft toen niet plaatsgevonden, want de begraafplaats was van 1948 tot 1994 gesloten.

18 jaar later, in 1994, organiseerde stichting In Paradisum, op de pas heropende begraafplaats Daalseweg, de eerste officiële herdenking van het bombardement op Nijmegen. Het kapelletje verkeerde echter in slechte staat en moest opnieuw opgeknapt worden. Samen met de zusters JMJ schakelde de oudste dochter van Anton van Kalmthout het Natuursteenbedrijf Godschalk in. Vele ontbrekende bronzen letters werden toen bijgemaakt en opnieuw op de natuurstenen plaquettes aangebracht. Ook kreeg het kapelletje een schoonmaakbeurt en een laag grind rondom. De binnenkant werd geverfd en de bitumen tegels op het dak werden beter vastgemaakt. Godschalks rekening voor dit alles bedroeg ruim ƒ 2000,- en kon mede worden betaald met het plotseling boven water komen van Van Kalmthouts spaarbankboekje uit 1976. De Bondsspaarbank had Antons zoon, die als executeur-testamentair met de nalatenschap van zijn ouders belast was, aan het bestaan van het boekje herinnerd. De spaarrekening bevatte vanaf 1976 nog stortingen en, niet te vergeten, de rentes over een periode van bijna twintig jaar. Langgeleden was de spaarrekening door Anton van Kalmthout geopend “voor het grafmonument van de zusters en kinderen getroffen bij het bombardement van 22-2-1944 van de school L. Burchtstraat te Nijmegen”. Zo geschiedde in 1994, net als in 1947.

Bij de inspectie van grafmonumenten van begraafplaats Daalseweg door Monumentenwacht Gelderland in 2022 bleek dat het dak van het kapelletje er erg slecht aan toe was. Stichting In Paradisum bekeek de haalbaarheid van een herstel. Mede dankzij een ruimhartige bijdrage van de Sociëteit JMJ en een sympathieke statiegeldactie door de naburige Albert Heijn kon het dak in 2023 geheel vernieuwd worden. Twee Nijmeegse bedrijven, te weten meubelmakerij Kopshout en Kersten Montagetechniek, hebben het grafkapelletje op begraafplaats Daalseweg weer in ere hersteld. Eind augustus 2023 bespraken de timmerlieden en de dakdekker de aanpak. In oktober werd het oude kapotte dak behoedzaam verwijderd door vrijwilligers van hobbycentrum De Nonnendaal, opdat de houten binnenkant van het kapelletje intact bleef. Enkele weken later kreeg het kapelletje een compleet nieuw dak. Een verfbeurt van de binnenzijde en het aanbrengen van enkele ontbrekende letters, door vrijwilligers van In Paradisum, zal het herstel afronden.

Alle nabestaanden en de stichting In Paradisum zijn genoemde ondernemers en de Nonnendaal-medewerkers dankbaar voor het uitstekende vakmanschap, hun inzet – deels als sponsoring – en het prachtige resultaat. Het nieuwe dak bestaat uit robinia-hardhout, bedekt met bitumen leien, stijlvol afgewerkt met zinken randen en een ronde nok. Ook Collettes tekening en het gedicht van Leijten hangen weer op hun plaats. Samen met andere memorabilia, bloemetjes en lichtjes ziet het er weer mooi en waardig uit. Op 22 februari 2024, bij de 80e herdenking van de bombardementsslachtoffers van 22 februari 1944, zal het kapelletje op begraafplaats Daalseweg centraal staan.

Wim Desserjer
Met medewerking van Maaike Oostvogel en Marianne Raemakers-van Kalmthout

4. Gedicht

toegangspoort

de kerkhofmuur voorbij begint het brosse pad,

waarover nu al honderdachtendertig jaar

de doden aan hun laatste aardse reis beginnen

langs nu tot monumenten uitgegroeide beuken,

een haag van zomerzacht en koel gebladerte,

van winterhard en hemeltergend takkenspel,

van drieëndertig bomen: een toevalligheid

of wrange golgothaanse symboliek?

ze staan daar recht en rond geworteld in de aarde

en reiken naar de leegte, naar oneindigheid,

‘daar steeg een boom, o reine overstijging’.

o draag mij eens over dat zanderige pad en langs

die wachters, die mij nu al helpen te vergaan

en op te gaan in dat wat nameloos moet blijven.

Gerard Kessels.

5. Tijd voor een namenmonument!

26 gevluchte kinderen anoniem overleden
Niemand in Nijmegen wist ervan

In 2015 verdronk de Syrische peuter Aylan op het strand van Lesbos. Hij was met zijn ouders op de vlucht voor de burgeroorlog in zijn vaderland. Aylan werd symbool voor (onze omgang met) de vluchtelingencrisis en gaf een gezicht aan de talloze naamloze kinderen die de vlucht niet overleefden.

Honderd jaar eerder, in 1914, aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, stierven in Nijmegen 26 vluchtelingenkinderen, zonder dat er een haan naar kraaide. Niemand die hier weet van had (artsen, gezondheidsambtenaren, journalisten) trok aan de bel. Blijkbaar was hun dood het vermelden niet waard. Deze Belgische kinderen waren te onbelangrijk en zijn in de anonimiteit verdwenen.

Ze zijn begraven op Begraafplaats Daalseweg, in het achterste deel dat voor arme overledenen bestemd was (vak 40). In de jaren zestig is dat gedeelte geruimd en daarmee ook de laatste herinnering aan de in Nijmegen overleden Belgische vluchtelingenkinderen.

In een tijd dat slachtoffers van oorlogsgeweld zoveel mogelijk een naam en een verhaal krijgen, wil ik als vrijwilliger ook deze kinderen recht doen en de mogelijkheden bekijken om op deze begraafplaats voor hen een namenmonument op te richten.

De geschiedenis
In oktober 1914 vluchtten een miljoen Belgen naar Nederland. Uit angst voor het geweld van de Duitse legers die hun vaderland vermorzelden, trokken ze massaal de grens over. De meerderheid van hen keerde na een paar weken terug naar België; anderen vonden in ons land een veilig heenkomen. Ook in Nijmegen.

Hier hebben zo’n duizend Belgen, vooral Vlamingen, een half jaar of langer gebivakkeerd. De helft van hen gold als ‘armlastig’. Vaak waren ze niet echt arm, maar ‘praktisch geschoold’: arbeiders, kleine boeren, winkeliers met hun gezinnen. Zij werden ondergebracht in twee leegstaande kazernes. Na aankomst in oktober in de Infanteriekazerne aan de Groesbeekseweg; in december in de Waalkazerne in de Benedenstad. Omdat de Infanteriekazerne nog geen tien jaar oud was, gold ze met haar ruime, lichte kamers als een gezond onderkomen.

Ingang infanteriekazerne rond 1905

Maar voor de Belgische kinderen was niets minder waar. Doordat honderden mensen dicht op elkaar leefden, vielen ze ten prooi aan besmettelijke ziekten als mazelen en kinkhoest. Een deel van de kinderen overleefde het niet. De artsen die de dood vaststelden, noteerden vooral longziekten als oorzaak, maar ook stuipen en ingewandsstoornissen.

Hoewel de vluchtelingen geïsoleerd leefden, was het ook weer niet zo dat hun bestaan onopgemerkt bleef. Een journalist van De Gelderlander bezocht hun verblijf op 22 november 1914: ‘Een drietal kleine kinderen zijn hier gestorven. Overigens maken de menschen het goed…’ Dat hij nonchalant over de dood van drie kinderen heenstapte, kan ermee te maken hebben dat de kindersterfte (in het eerste levensjaar) destijds circa tien procent bedroeg. Dan is de dood van drie kinderen niet uitzonderlijk.

Maar in feite waren er in de drie weken sinds 30 oktober acht kinderen overleden. En dat is wel uitzonderlijk.

Zinsnede uit artikel in PGNC van 14 oktober 1914

De plaatselijke Gezondheidscommissie, die vinger aan de pols van de Nijmeegse gezondheidstoestand hield, signaleerde in haar jaarverslag wel een ‘aanmerkelijke kindersterfte onder de talrijke kinderen’ en adviseerde hygiënische maatregelen te nemen. Maar dat was mosterd na de maaltijd, want toen het jaarverslag verscheen, waren de in de kazernes gehuisveste Belgische vluchtelingen allang naar een woonoord op de Ginkelse heide bij Ede verhuisd.

Omdat we niet weten hoeveel kinderen er onder de Belgische vluchtelingen in de kazerne waren, is het percentage kindersterfte niet vast te stellen. Wel kunnen we het aantal overleden kinderen vergelijken met het Nijmeegse aantal. Van oktober 1914 tot en met januari 1915 stierven 26 vluchtelingenkinderen in de leeftijd van 0 tot en met 6 jaar (op een bevolking van 700) en 34 autochtone Nijmeegse kinderen (op 60.000 inwoners). De sterfte was dus bijna honderd keer zo hoog.

Behalve een weinig alarmerend zinnetje in de krant hoorde de Nijmeegse bevolking niets over de dramatische sterftecijfers in de kazerne. We kunnen alleen maar gissen waarom er niet meer aandacht was, al past deze stilte wel in een patroon. In Nijmegen zijn precies nul foto’s van Belgische vluchtelingen genomen – een aantal dat schril afsteekt tegen de tientallen die er in Arnhem en de honderden die in de grote steden zijn genomen.

Dat deze gegevens toch boven tafel zijn gekomen, is te danken aan het onderzoek dat historicus Rob Wolf heeft gedaan in de vluchtelingenregisters die de gemeente Nijmegen tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft bijgehouden, en in de overlijdensbriefjes die artsen opstelden. (In opdracht van de rijksoverheid wel te verstaan.)

Behalve een Joods jongetje zijn alle 26 kinderen begraven op de katholieke begraafplaats aan de Daalseweg. Aan de hand van de verloven tot begraving heb ik kunnen vaststellen dat deze kinderen zijn begraven in vak 40, een vak dat rond 1965 is geruimd.

Verlof Tot Begraving van Hendrik Victor Welters

Bijna niets herinnert nu nog aan het verblijf van deze Belgische vluchtelingen in Nijmegen. Het beeldhouwwerk dat ze in 1919 uit dankbaarheid aan Nijmegen schonken en dat in de hal van het stadhuis hing, is in de Tweede Wereldoorlog verwoest.

Dit maakt mijn pleidooi om de kinderen een naam te geven – als een plek van herdenken en herinneren aan deze tijd – des te relevanter. Ik hoop met dit artikel reacties te krijgen van nabestaanden of organisaties die zich bezig houden met het door mij verwoorde drama.

naamvoornamengeb plaats (B)geb datumoverl datumleeftijdgesl
AbensJanTurnhout18-feb-191325-nov-191421 mndM
BaetenFlorentijn BonaventuurDuffel17-feb-191024-nov-19144 jaarM
BaetenLodewijkDuffel27-feb-191312-dec-191421 mndM
BaetenAnna CatharinaDuffel17-sep-190813-dec-19146 jaarV
BaetenEduard FransDuffel30-okt-191119-dec-19143 jaarM
BaetenAlberta MariaDuffel11-sep-19141-feb-19154 mndV
Becq, op deCharlotta AlphonsineLier31-jul-19125-nov-19142 jaarV
BoxyMarcalijne AdèleAntwerpen20-feb-191118-dec-19143 jaarV
BudtsJosephus AugustinusItegem28-apr-19121-dec-19142 jaarM
CambréJoannes Amandus Florimondus EmiliusGrobbendonk28-okt-19126-nov-19142 jaarM
CockxGeeraardAntwerpen13-mei-191420-dec-19147 mndM
DirixFranciscus JosephusBonheiden7-dec-191327-nov-191411 mndM
Dooren, vanCarolus LivinusTurnhout9-aug-191227-nov-19142 jaarM
Eijken, vanMaria JuliaBooischot8-dec-191324-dec-191412 mndV
GasemansStephania JulietteBooischot12-feb-191220-dec-19142 jaarV
KoerversChristina MariaAntwerpen22-mei-191416-dec-19146 mndV
KusseneersRosaliaLier3-jul-191330-okt-19141 jaarV
Laeter, deAugustus GustavusBorgerhout4-mei-191419-nov-19146 mndM
LauwersJozefina Augusta RachelBoom12-jul-191010-nov-19144 jaarV
SchroijensMaria Seraphina BerthaDuffel10-okt-191012-nov-19144 jaarV
SchroijensJozef LodewijkDuffel26-mei-191312-nov-191417 mndM
TruppersIda Joanna HortensiaHoutvenne5-okt-191230-nov-19142 jaarV
VerrijdtAlphonsSint-Kathelijne-Waver8-mrt-19125-nov-19142 jaarM
Wel, deCarolinaAntwerpen14-apr-19139-jan-191520 mndV
WeltersHendrik VictorHeist-op-den-Berg1-apr-19145-dec-19148 mndM
GreenJozefBorgerhout28-mei-191323-nov-191417 mndM
Joods jongetje vermoedelijk begraven op het Joodse kerkhof in Nijmegen

Peter van Schaijk.

Bronnen:

  • Regionaal Archief Nijmegen
  • Verloven tot begraving
  • Website www.wiewaswie.nl
  • Hierover verschenen artikelen van historicus Rob Wolf in de Nijmeegse katern van de historische vereniging Numaga, jrg. 30 nr.3 juni 2016 en in jrg. 35 nr.2 april 2021.
  • Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant
  • De Gelderlander

6. Johannes Gerardus (Jan) Jurgens (1868-1925)

De familie Jurgens was een van de belangrijkste fabrikantenfamilies in Oss. Vele familieleden verhuisden rond de eeuwwisseling met hun gezinnen van Oss naar Nijmegen waar zij een mooiere omgeving, meer cultuur en betere scholen voor hun kinderen vonden. De eerste die naar Nijmegen kwam was een van de zonen van margarinefabrikant Arnold Jurgens, Johannes Gerardus Jurgens (1868), roepnaam Jan. En omdat er in de grote familie wel meer mannen met de naam Jan waren kreeg hij de bijnaam “Jan van de bank”.

Want dat is de reden dat hij zich in mei 1898 in Nijmegen vestigt: hij wordt mede beherend vennoot van de Maas- en Waalsche Bank, opgericht in 1891 door de gebroeders Kneppers. De zaken gaan een tijd lang heel goed. Jan koopt in 1898 het eerste automobiel van de Nijmeegse autopionier M.V. Artnijs en wordt later ook vennoot van diens Automobiel Import Maatschappij N.V.1 De bank laat een prachtig pand bouwen aan de Molenstraat (nu kledingzaak Hoogenboom) en Jan verhuist van zijn eerste adres op de St. Annastraat 19b naar een mooie villa aan de Nassausingel 5 (op de plek waar nu de schouwburg staat). Hij is ook politiek actief: van 1904 tot 1922 is hij lid van Provinciale Staten van Gelderland.

Benz Vélo (1899)

In de loop der tijd verhuizen meer familieleden naar Nijmegen waaronder Jans vader Arnold (Nol), zijn oom Anton en zijn neef Frans. Arnold betrekt een villa aan het Keizer Karelplein 11 (nu Rabobank), Anton laat op de stuwwal de villa Belvoir bouwen, in de volksmond “botervloot” genoemd, en voor Frans ontwerpt architect Estourgie het kasteel Heyendaal. Neef Rudolf Jurgens, die in Goch de Duitse dependance van de margarinefabriek runt, vestigt zich eveneens in Nijmegen.

De Maas- en Waalsche Bank Kneppers & Co. overleeft de Eerste Wereldoorlog. Haar commissarissen zijn vooraanstaande burgers van Nijmegen: P. T. H. M. Dobbelman, fabrikant en Eerste Kamerlid, F. M. A. van Schaeck Mathon, burgemeester van Nijmegen en jonkheer V. M. van Rijckevorssel van Kessel. Maar in het begin van de jaren 1920 ontstaan er problemen, zo als bij vele andere grotere en kleinere banken in Nederland. Op 8 december wordt bijvoorbeeld de Hanzebank in Den Bosch, de bank voor de katholieke middenstand, failliet verklaard. “De honger naar groei had vele banken roekeloos gemaakt” schrijft L. Petram2, en dat gold ook voor de bank van Jurgens en Kneppers.

Jan Jurgens (1918)

Op 11 juni 1924 verspreidt de Maas- en Waalsche Bank het volgende bericht: “Tot ons zeer groot leedwezen zijn wij verplicht u het volgende mee te deelen: Door een samenloop van ongunstige omstandigheden, ook het door de kwaadsprekende geruchten in Januari j.l. verminderde vertrouwen, waardoor ons een betrekkelijk aanzienlijk kapitaal aan bedrijfsmiddelen werd onttrokken, is een toestand ontstaan, die het ons onmogelijk maakt, ons bedrijf voort te zetten. Pogingen om onze belangen met die van een grootbank te verbinden [de Amsterdamsche Bank, A.L], leidden nog niet tot het gewenschte resultaat. Wij zijn dus genoodzaakt geworden surséance van betaling aan te vragen. Wij koesteren de hoop, dat bij een voorzichtige en niet gewelddadige liquidatie, onze crediteuren geen schade zullen lijden. Wij vertrouwen, dat u er van overtuigd zult zijn, dat wij dezen stap niet dan na zeer rijp beraad en gedwongen door de uiterste noodzaak hebben gedaan”. 3

Het mag niet baten. Op 29 januari 1925 worden de bank en de twee vennoten, Joseph Kneppers en Jan Jurgens failliet verklaard. Het pand op de Molenstraat wordt verkocht aan de Amsterdamsche Bank. Na onderzoek van de boekhouding wordt op 7 februari 1925 Jan Jurgens gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis in Arnhem “op vermoedens van malversaties”.

Over het proces tegen Jurgens doen zowel de PNGC als de Gelderlander uitvoerig verslag. Hoewel er geen namen worden genoemd maar slechts voorletters is het volstrekt helder om wie het gaat. Volgens het verslag ontkent Jurgens niet maar hamert hij erop de beste bedoelingen te hebben gehad. Eigenlijk heeft hij geen verstand van boekhouden, zegt hij, en daardoor was hem de impact van zijn handelen niet helder. Kneppers legt desgevraagd alle schuld bij Jurgens, verwijzend naar zijn handicap (hij is zeer slechthorend). Ook de commissarissen die als getuigen worden gehoord, wassen hun handen in onschuld. Volgens Jurgens’ advocaat wordt hij tot zondebok gemaakt en hadden met name de commissarissen eerder moeten ingrijpen.

Uiteindelijk wordt Jan Jurgens op 10 juni 1925 veroordeeld tot één jaar gevangenis (geëist was twee jaar) met aftrek van preventieve hechtenis. Zowel hij als de aanklager gaan in hoger beroep. Dit zou dienen op 24 september 1925, maar zo ver komt het niet meer. Vlak na zijn veroordeling wordt Jan Jurgens van de gevangenis overgebracht naar een ziekenhuis in Arnhem waar hij op 8 september overlijdt aan de gevolgen van een operatie. Hij wordt begraven in het familiegraf op Daalseweg bij zijn vader en moeder: familiegraf Jurgens Daalseweg, locatie 25-01-05.

Agnes Lewe

1 Nijmeegs Katern, jg. 8, nr. 3, juni 1994, p. 8 vlg.

2 L. Petram, De Bankencrisis van 1923, p. 251.

3 De Telegraaf. gezien op: https://www.noviomagus.nl/Gastredactie/Aandelen/cwdata/kneppers.html

7. Onthulling poëziekastje op begraafplaats Daalseweg.

Zondagmiddag 1 oktober 2023 werd op begraafplaats Daalseweg een poëziekastje onthuld. Met een druk op enkele knoppen kan in alle rust naar een gedicht worden geluisterd. Er is keuze uit een tiental gedichten van oude en nieuwe, bekende dichters én van dichters uit de buurt. Daarnaast is een bundel gedichten te lezen van Liesbeth Ulijn.

Het poëziekastje is een initiatief van het in Nijmegen gevestigde Poëziecentrum Nederland en werd door hen aangeboden aan In Paradisum. Ze schreven ons in de uitnodiging: “De begraafplaats (…) wordt steeds meer een levendig park, waar niet alleen mensen hun dierbare overledenen bezoeken maar waar zij ook genieten van de natuur, de prachtige bomen en de serene sfeer. Al enige jaren voelen de dichters van Oost zich ertoe aangetrokken. Ze luisteren die poëtische plek graag op, zoals met een kleine ceremonie op Allerzielen of met gedichten voor het bulletin van In Paradisum. Dichters zijn vaak een brug geweest tussen de levenden en de doden. Een poëziekastje, met woorden van troost en met woorden die wellicht uitdrukken wat niet te zeggen valt, kan er mogelijk toe bijdragen dat deze begraafplaats nog meer wordt opgenomen in het dagelijkse leven van de wijk en een pleisterplek blijft voor levenden en doden.”

8. Herdenking van het bombardement op Nijmegen 22 februari 1944

Op donderdag 22 februari is het tachtig jaar geleden dat het bombardement op Nijmegen plaatsvond. Op diverse plekken wordt het bombardement herdacht.   

Programma

Stevenskerk
–  12.00 uur Dienst in de Stevenskerk
–  12.45 uur Stille tocht naar de Schommel, monument achter het Stadhuis

De Schommel
–  vanaf 13.00 uur Verzamelen bij de Schommel
Toespraken van onder meer Burgemeester Bruls
Muzikale omlijsting door Philharmonie Nijmegen
–  13.28 uur Twee minuten stilte, klokkenluiden
–  13.30 uur Muziek en activiteiten leerlingen Montessori
–  14.00 uur Kranslegging

Begraafplaats Daalseweg
–  vanaf 13.00 uur Verzamelen op Begraafplaats Daalseweg
–  13.15 uur Welkomstwoord door Willem Reijnders (In Paradisum)
Muzikale bijdrage door Duo Messingh
–  13.28 uur Twee minuten stilte, klokkenluiden
–  13.30 uur Overweging
–  13.35 uur Rondgang langs graven bombardementsslachtoffers

Lutherse Kerk
Na afloop van de plechtigheid op Begraafplaats Daalseweg is er de mogelijkheid om in de Lutherse Kerk bijeen te komen voor een kop soep en koffie.

9. Herdenking Begrafenis bombardementsslachtoffers Graafseweg 26 februari

Op maandag 26 februari wordt op de Begraafplaats Graafseweg de officiële begrafenis van 26 februari 1944 herdacht.

Programma:

11.15 uur: ontvangst in Bibliotheek Muntweg

11.45 uur: Presentatie door Bart Janssen over de begrafenis op 26 februari 1944

12.15 uur: Wandeling naar Begraafplaats Graafseweg. Hier volgt een optreden van zangkoor Karolus Magnus, bloemen leggen bij het monument en een rondgang langs graven bombardementsslachtoffers.

Houd de berichtgeving in de Gelderlander, De Brug en andere media in de gaten voor exacte tijden en nadere invulling van het programma!

10. Colofon

‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting,
het verschijnt maximaal driemaal per jaar.

De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.

De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.

Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en “verloven tot begraving” verwerkt.

De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.

De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2024.

Stichting In Paradisum
Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen
T 06-48820433
e stichtinginparadisum@kpnmail.nl
www.stichtinginparadisum.nl

1. Voorwoord

Dit is al weer het derde bulletin van 2023. We kunnen ondanks het soms te natte en soms te warme weer terugkijken op een mooie zomer met goed bezochte rondleidingen. Interessant was ons werkbezoek bij werkgroep begraafplaatsen Tiel. Zie het verslag hierover verderop in het Bulletin.

De gesprekken tussen de gemeente en de beheerder over de begraafplaats Daalseweg vorderen. Er wordt een instandhoudingplan opgesteld waarvoor een externe adviseur is aangetrokken. In het najaar vinden drie bijeenkomsten plaats over de toekomstvisie en mogelijke scenario’s waaraan ook In Paradisum zal deelnemen. We houden u op de hoogte.

In dit bulletin leest u ook dat Stichting In Paradisum vóór de 70e herdenking van het bombardement van 22-02-1944 het kapelletje wil opknappen dat herinnert aan de omgekomen kinderen van de Montessorischool en de zusters van het klooster Saint Louis. We zijn in gesprek met verschillende bedrijven hierover. Onder meer via een doneeractie bij de flessenautomaat van Albert Heijn op de Daalseweg hopen we een deel van de nodige middelen de verkrijgen. Maar dat is helaas niet voldoende. Daarom de oproep steun het herstel door een donatie op de rekening van Stichting In Paradisum NL86 ABNA 0475 424336, met vermelding ‘restauratie kapelletje Daalseweg’.

Zoals altijd kunt u verhalen lezen over mensen die begraven zijn op een van de drie begraafplaatsen waar onze Stichting zich over ontfermt. We beginnen het verhaal van Peter van Schaijk over de adellijke familie Van Rijckevorsel van Kessel uit ’s-Hertogenbosch. Franciscus Johannes Josephus van Rijckevorsel van Kessel vestigt zich aan het begin van de 19e eeuw in Nijmegen. Een kleinzoon bouwt het huis dat Nijmegenaren tot op de dag van vandaag “het slotje van de baron” noemen. De grafkelder van de familie Van Rijckevorsel van Kessel bevindt zich op de Daalseweg want de familie was katholiek.

Luitenant-kolonel Louis Witte Eechout (1810-1899)heeft in zijn lange leven vele onderscheidingen ontvangen waaronder de Militaire Willemsorde voor zijn inzet bij de Tiendaagse Veldtocht en het Metalen Kruis voor zijn verrichtingen tijdens de Belgische opstand. Na vele omzwervingen vestigt hij zich 1880 in Nijmegen waar zijn dochter en kleindochter wonen met hun gezinnen. Zijn schoonzoon overlijdt in 1884 en wordt begraven op de Stenenkruisstraat. Niet veel later overlijden ook twee achterkleinkinderen, die bij hun grootvader worden bijgezet. Als laatste overlijdt Louis Witte Eechout, 89 jaar oud en ook hij wordt in het graf van drie generaties bijgezet. Peter van Schaijk heeft dit verhaal opgetekend.

Wim Desserjer schrijft over Wilhelm Godfried Stoltenhoff (1777-1858). Hij was directeur van de militair hospitalen in Nijmegen en wat dat werk inhield kunt u lezen in dit bulletin. Hij is als lid van de Nederlands Hervormde gemeente begraven in Neerbosch.

We sluiten af met een aanvulling op het verhaal van het vorige bulletin over de begraafplaats Daalseweg als schuilplaats van een mortiereenheid in september 1944, geschreven door Wim Desserjer met medewerking van Antoine van Rijsbergen en Bert Eggelaar. Beeldmateriaal maakt het artikel extra interessant.

Ik wen u veel leesplezier

Agnes Lewe

2. Donateurs gezocht

Beste ontvanger van ons bulletin.

Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.

Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:

  • Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
  • Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
  • Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
  • Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
  • Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.

Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.

Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.

Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl

3. Grafkelder van Rijckevorsel van Kessel (24-01b-10)

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De dikgedrukte personen zijn bijgezet in deze grafkelder.

Deze fraaie grafkelder staat op naam van

Franciscus Johannes Josephus van Rijckevorsel van Kessel, geboren te ’s-Hertogenbosch op 30-08-1818 en overleden te Nijmegen op 07-05-1894, zoon van Augustinus Theodorus van Rijckevorsel van Kessel en Everarda Francisca Halfwassenaar van Onsenoort. Beroep, ontvanger der directe belastingen in Nijmegen.

Hij trouwt op 15-02-1848 te Veghel met

Therese Engelique Constance Victorine de Kuijper, geboren te Veghel op 27-12-1818, overleden Nijmegen 13-02-1898, dochter van Josephus Franciscus de Kuijper en Maria Theresia Philippina Dubbelens.

Bij zijn overlijden woonde het gezin in de Betouwstraat 26.

Uit dit huwelijk geboren:

  1. Eugene Ferdinand Maria van Rijckevorsel van Kessel (zie hieronder)
  2. L.H.M. van Rijckevorsel van Kessel (04-04-1850 / 20-06-1921)
  3. V.M. van Rijkevorsel van Kessel (16-01-1854 / 12-12-1927) gehuwd met A.M. Bonnike (18-08-1854 / 28-11-1949)
  4. E.M. van Rijckevorsel van Kessel (05-04-1855 / 12-04-1855)
  5. A.E.M. van Rijckevorsel van Kessel (24-06-1857 / 18-02-1901) gehuwd met M.A.M. van Nispen tot Pannerden (13-11-1857 / 13-03-1933)
  1. Eugene Ferdinand Maria van Rijckevorsel van Kessel, geboren op 17-12-1848 te Ravenstein, overleden op 61 jarige leeftijd, 07-03-1910 te Nijmegen, zoon van Franciscus Joannes Josephus van Rijckevorsel van Kessel en Theresia Angelique Constance Victorine de Kuijper.

Op 24-05-1877 trouwt hij te Zutphen met

Louisa Maria Carolina van Nispen tot Pannerden, 24 jaar, geboren 12-01-1853 te Twello(Voorst), overleden te Nijmegen op 18-04-1927, dochter van Frans Xavier Jacob van Nispen tot Pannerden, statenlid, en Aleida Catharina Maria Ernestina van der Heijden.

Eugene is van 1876 tot 1883 burgemeester geweest van Stratum.

Op 2 april 1883 verleed hij zijn eerste akte als notaris op de nieuwe standplaats te Nijmegen.

De jonkheer had in geen enkel openbaar lichaam zitting, maar was een algemeen bekende en geziene figuur in Nijmegen, zo meldde De Gelderlander eens.

Van Rijckevorsel van Kessel maakte zijn laatste akte op 30 januari 1909 op. Het kantoor werd overgenomen door E.M.A. de Bruijn. Op 7 maart 1910 overleed de jonkheer op 61-jarige leeftijd na een langdurige ziekte.

Hij vestigde zijn kantoor tijdelijk op een bovenverdieping van Broerstraat 10. Later verhuisde hij naar de Oude Stadsgracht: in 1887 op nummer 17, in de periode 1892-1899 op nummer 53. Vanaf 1901 is zijn naam vermeld op Nassausingel 2. In 1908 liet hij in Neerbosch een groot landhuis bouwen, tegenwoordig bekend als ‘Het Slotje’. Zijn kantoor bleef aan de Nassausingel gevestigd.

De kinderen uit dit huwelijk:

  1. Frans Constant Marie van Rijckevorsel van Kessel, geboren Stratum 31-05-1878, overleden Neerbosch 04-10-1912
  2. Maria Francisca Christina Ernestina van Rijckevorsel van Kessel, geboren Stratum 27-11-1879, overleden Nijmegen 20-11-1901
  3. Hubertina Louisa Maria van Rijckevorsel van Kessel, geboren Stratum 02-11-1881, overleden Hillegersberg 08-04-1968. Huwelijk Nijmegen 29-11-1905 met Alexander Eppo van Voorst tot Voorst.
  4. Anna Henriette Canisia Maria van Rijckevorsel van Kessel, geboren Nijmegen 27-04-1884, overleden aldaar op 21-09-1885
  5. Eugène Thomas Victor Marie van Rijckevorsel van Kessel, geboren Nijmegen 15-09-1885, gerechtsgriffier, huwelijk Nijmegen op 26-11-1919 met Maria Cornelia Huberta Josepha van Rijckevorsel van Kessel, 36 jaar, geboren Oisterwijk 30-10-1883, dochter van Victor Marie van Rijckevorsel van Kessel en Aloijsia Maria Bonnike.
  6. Aloijsius Alphons Marie van Rijckevorsel van Kessel, geboren Nijmegen 06-11-1886, overleden Neerbosch 11-12-1917
  7. Mathilde Henriette Louisa Maria van Rijckevorsel van Kessel, geboren Nijmegen 02-06-1888, overleden Nijmegen 25-11-1963. Huwelijk Ubbergen 31-05-1910 met Franciscus Carolus Antonius Maria van Lamsweerde.

VILLA “Het Slotje” uit 1907-1908.

Het pand bevindt zich in het stadsdeel Nijmegen-West, en is gesitueerd aan de oostzijde van de Neerbosscheweg nabij de kruising met de Energieweg. In de oorspronkelijke situatie bestonden beide wegen niet, en lag het pand midden op een groot landgoed tussen de dorpen Neerbosch en Hees.

Foto Peter van Schaijk

Van architectuurhistorische waarde als typologisch goed en herkenbaar voorbeeld van een aanzienlijk buitenverblijf uit het begin van de twintigste eeuw. Het pand valt op door het eigenzinnige ontwerp in overgangsarchitectuur, in combinatie met veel bouwelementen die aan een kasteel refereren. Het materiaalgebruik is rijk en bijzonder. Het interieur van met name de begane grond is grotendeels intact. Het pand is van bijzonder belang voor het oeuvre van architect W. Hoffmann. – Van stedenbouwkundige waarde vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling van het dorp, en later de stadswijk Neerbosch. De villa herinnert aan het voormalige landgoed bij Neerbosch en is in de huidige situatie markant gesitueerd voor met name de gemotoriseerde passant. De villa vormt een bijzonder markeringspunt aan de stadsrand van Nijmegen.

Menige rijke Nijmeegse familie liet vanaf de 17de eeuw een buitenverblijf bouwen in het landelijke Neerbosch. Een van die buitenverblijven was landgoed Hoogerhuizen. Het goed, dat bijzonder mooie tuinen had, was al menigmaal van eigenaar veranderd toen het in 1856 werd gekocht door jonkheer T. van Rijckevorsel. Hij liet het oude landhuis, dat in de volksmond ‘t Slotje werd genoemd, rond 1870 slopen. Aangezien zijn woonhuis op het aangrenzende landgoed ‘De Witte Poort’ aan de Dennenstraat stond, voegde hij beide landgoederen samen.

In 1906 kwam het landgoed Hoogerhuizen in handen van de notaris jonkheer Eugène van Rijckevorsel van Kessel. Twee jaar later liet hij hierop het bovenstaande buitenhuis bouwen. Het op een sprookjeskasteel lijkende gebouw werd ontworpen door de Nijmeegse architect Willem Hoffmann en draagt de toepasselijke naam ”t Slotje’. ‘t Slotje bleef tot in 1973 eigendom van de familie. Korte tijd heeft er een kindertehuis in gezeten, nu is het een hotel-restaurant.

Het landhuis is in eclectische stijl gebouwd. Het heeft met zijn kantelen en torentjes de uitstraling van een kasteel. Maar wel van een eigentijds kasteel, want er werden allerlei vrij nieuwe elementen in het gebouw verwerkt. Zo zijn de muren geheel opgebouwd uit glazuurde bakstenen en hardsteen, wat kenmerkend is voor de Jugendstil. Verder is de verscheidenheid aan venstervormen zeer opvallend.

In de loop der jaren werd veel van het bosrijke landgoed afgesnoept. Allereerst door de bouw van het Dominicuscollege in de jaren ’20 en later, in de jaren ’60, door de bouw van de woonwijk Neerbosch-Oost. Vanaf de jaren ’70 was het helemaal met de rust rondom ‘t Slotje gedaan: de Neerbosscheweg werd toen vlak voor het landhuis aangelegd.

Peter van Schaijk

Bronnen:
www.wiewaswie.nl
www.nijmeegsglorie.nl
www.regionaalarchiefnijmegen.nl

4. Wagtho, Marius en Witte Eechout, een bijzonder verhaal.

Cornelis Wagtho, geboren op 25-09-1829 te Tholen en overleden in Nijmegen op 03-04-1884, zoon van Krijn Wagtho en Cornelia Sara van Adrichem. Hij trouwde op 11-06-1863 te ’s-Hertogenbosch met Maria Louisa Augusta Witte Eechout, geboren op 19-10-1835 te Utrecht, overleden in Tholen op 23-02-1896, 60 jaar oud en was de dochter van Louis Appolinus Eechout en Hendrica Gerarda Ras. Zij woonde als weduwe in de Smetiusstraat nummer 4 en verhuisde in 1892 naar Tholen.

Cornelis begon zijn loopbaan als adjunct-ingenieur bij de exploitatie bij de Nederlandse Rijnspoorweg in november 1860 en als ingenieur werd hij in 1875 door de toenmalige minister van oorlog benoemd bij de uitvoering van de vestingwet.

Maria Cornelia Wagtho was één van de kinderen die uit dit huwelijk werd geboren te Utrecht op 21-04-1864 en overleden in Den Haag op 17-10-1924. Zij trouwde op 29-10-1884 in Nijmegen met de koopman in granen Jan Lodewijk Marius, geboren in Hengelo(O) op 27-01-1852, zoon van Christiaan Gerhard Frederik Marius en Johanna Hofker.

Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren in Nijmegen waarvan twee kinderen met dezelfde doopnamen die kort na elkaar zijn overleden.

Christiaan Gerardus Frederik Marius, geboren 27-02-1886 en overleden op 01-03-1886 en Christiaan Gerardus Frederik Marius, geboren 15-03-1887 en overleden op 08-04-1887. Zij woonden in Nijmegen aan de Nassausingel nummer 4 en na het faillissement van Jan verhuisde het gezin in september 1893 naar Kralingen en twee jaar later vertrokken naar ’s-Gravenhage.

Louis Appolinus (Witte) Eechout, geboren op 09-03-1810 in ’s-Gravenhage en overleden te Nijmegen op 01-09-1899, 89 jaar oud. Hij was de zoon van de militiecommissaris Louis August Johannes Eechout en Hendrina Maria Witte. Hij trouwde in Utrecht op 06-11-1834 met Hendrika Gerarda Ras, gedoopt op 17-04-1797 te Utrecht en aldaar overleden op 09-01-1880, 82 jaar oud, dochter van Hendrik Gerrit Ras en Adriana Minjon.

Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren, dochter Maria L.A., in de eerste alinea hierboven al omschreven, en een zoon Hendrik Geerard Adriaan Appolinus (Witte) Eechout, geboren in Utrecht op 29-11-1837 en overleden te Vught op 18-12-1920, 83 jaar oud en gehuwd met Henriette Valeria Christina van Wesele-Scholten.

Na het overlijden van zijn vrouw is Louis op 1 mei 1880 naar Nijmegen gekomen, adres Stikke Hezelstraat nummer 23.

De geslachtsnaam van Louis was Eechout en rond 1858 heeft hij een verzoek ingediend om de naam Witte, de geslachtsnaam van zijn moeder, bij Eechout te voegen, aldus Witte Eechout. Dit verzoek werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 18 maart 1859.

Louis ambieerde een militaire loopbaan, nam dienst in het Nederlandse leger en vocht in de rang van 2de luitenant mee tijdens de Belgische Opstand. Hij commandeerde vanaf 26 juni 1830 de Compagnie van de Vrijwillige Jagers der Utrechtse Hogeschool. Tijdens de gevechten bij Sluis in Vlaanderen raakte hij gewond, op die dag trachtte de vijand de linie in de omgeving van Aardenburg te doorbreken. Er brak een hevige strijd uit en de manschappen wisten na drie vijandelijke aanvallen deze te winnen ten koste van twintig doden en gewonden.

Louis verkreeg bij Koninklijk Besluit van 4 september 1831 de Militaire Willemsorde voor zijn verrichtingen tijdens de Tiendaagse Veldtocht (een episode binnen de Belgische Opstand). Met name zijn doortastend handelen was er debet aan dat hij de stelling aan de Inzegras (West-Capelle) van vijanden wist te ontdoen.

In zijn latere loopbaan werd hij in 1832 bevorderd tot 1ste luitenant bij de Negende Afdeling Infanterie en werd hij in 1850 overgeplaatst bij het Koloniaal Werfdepot. In 1853 volgde de bevordering tot kapitein 3de klasse en 4 jaar later uiteindelijk benoemd tot kapitein 1ste klasse bij het Zesde Regiment Infanterie in het garnizoen te Geertruidenberg. Hij werd overgeplaatst bij het Eerste Bataljon, Vijfde Regiment Infanterie en in 1860 bevorderd tot majoor en tot commandant van het bataljon. Een jaar later verkreeg hij het onderscheidingsteken voor langdurige dienst als officier en drager van het Metalen Kruis, ook wel bekend als het Hasseltse Kruis ingesteld op 12 september 1831 en uitgereikt aan allen, die aan de krijgsverrichtingen in de jaren 1830 en 1831 hebben deelgenomen.

Aanstelling tot lid van de Militieraad Noord-Brabant in Eindhoven volgde in 1864 en op 8 mei 1865 verkreeg hij eervol ontslag uit de militaire dienst. In 1881 bevorderde men hem als eerbewijs tot luitenant-kolonel.

Louis werd begin september 1899 bijgezet in het graf van zijn schoonzoon en twee achterkleinkinderen in rij 13 grafnummer 157 op de begraafplaats Stenenkruisstraat in Nijmegen.

Peter van Schaijk.

Bronnen:
– www.nederlandsekrijgsmacht.nl/index.php/nieuws/1764-witte-eechout-louis-appolinus-witte-2
– Delpher.nl
– Wiewaswie.nl

5. Wilhelm Godfried Stoltenhoff

Op de begraafplaats aan de Dorpsstraat in Neerbosch zijn interessante personen begraven. Interessant omdat hun leven en werk een stukje van de Nijmeegse geschiedenis inkleurt en concretiseert. Een van die personen is Wilhelm Godfried Stoltenhoff die op Tweede Kerstdag in 1777 in Nijmegen ter wereld kwam. Jarenlang was hij werkzaam als directeur van de militaire hospitalen in Nijmegen. Die hospitalen behoorden bij de vijf kazernes die Nijmegen begin 19e eeuw telde. Dat waren de Mariënburgkazerne, Bethlehemkazerne, Valkhofkazerne, Burchtstraatkazerne en de Waal- of Havenkazerne (zie foto). Opmerkelijk is dat er destijds wel voor soldaten een hospitaal beschikbaar was, maar voor de Nijmeegse burgers (nog) niet. Een burgerhospitaal kwam er pas in 1832, nadat de gemeenteraad daartoe al in 1824 had besloten.

Foto binnenplaats Waalkazerne, 1903 (www.legerplaats.nl/nijmegen)

Een van de militaire hospitalen was enige tijd gehuisvest in het Arsenaal (zie foto), behorende bij de Mariënburgkazerne. Over de werkzaamheden die hospitaaldirecteur Stoltenhoff uitvoerde, is geen persoonlijke documentatie beschikbaar. Maar men mag aannemen dat Stoltenhoff goede zorg droeg voor het personeel in de hospitalen. Zodat bijvoorbeeld de ‘medicinae doctor’ zijn dagelijkse ochtendvisite kon lopen, samen met de ‘regimentschirurgijn’ die vanwege overdracht of ontslag van soldaten daarbij verplicht aanwezig moest zijn. Een chirurgijn, zijn werk komt voort uit dat van een barbier, had de soms moeilijke taak (in het hospitaal) en gevaarlijke taak (in oorlogsgebied) om optimaal voor de gezondheid van zijn regiment te zorgen. Hij was degene die hulp bood bij botbreuken en andere verwondingen waar bloed soms rijkelijk vloeide. Iin tegenstelling tot de ‘medicinae doctor ‘ had hij geen geneeskunde gestudeerd. In de Nijmeegse hospitalen vereiste hygiëne natuurlijk ook de nodige aandacht van Stoltenhoff. Het reinigen en vegen van de ziekenzaal diende altijd voorafgaand aan de visite van de doctor en de chirurgijn te gebeuren. Tegelijkertijd werd dan meestal ook iets aan de kwalijke geuren in het hospitaal gedaan door middel van het branden van jeneverbessen of door ‘uitwaazeming van azijn’.

Foto van het Arsenaal, Mariënburgkapel, kruitmagazijn en Joodse begraafplaats, 1880 (RAN)

Wilhelm Stoltenhoff trouwde in 1802 met Aletta Petronella van Brincken. Samen kregen ze vijf kinderen. Dat hij iemand-met-aanzien was, blijkt bovendien uit het gegeven dat hij tot Ouderling was benoemd van de Nederlands hervormden in het Schependom Neerbosch, Hatert en Hees.

Overlijdensbericht (Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant, 15 september 1858)

Op 81 jarige leeftijd overleed Stoltenhoff. Op de zerk van zijn graf ontbreken versieringen, overigens geheel conform Nederlands hervormd gebruik. Slechts zijn naam, geboorte- en overlijdensdatum, door de steenhouwer ‘en haute’ aangebracht, zijn nog haarscherp op de zerk te lezen.

Wim Desserjer

Bronnen:
Och Lieve Tijd. Twintig eeuwen Nijmegen en de Nijmegenaren. Boekhandel Kloosterman en Uitgeverij Waanders, Zwolle, 1986, p. 287
-www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/burger-cholera-ziekenhuis
-Nederlands Militair Geneeskundig Tijdschrift, jrg. 34, nr. 5, 2021
-www.vestingmaastricht.nl/een-eerste-hospitaal
Herstel en herwaardering van de begraafplaats aan de Dorpsstraat in Neerbosch, W. Desserjer & P. van Schaijk, Stichting In Paradisum, Nijmegen, 2018

6. Het verhaal van private Charlie Johnson op Daalseweg

In het vorige IP-Bulletin (jrg. 32, nr. 2, 2023) schreven wij over oorlogsschade uit WOII op begraafplaats Daalseweg en de aanwezigheid van militairen aldaar. In het onderstaande artikel zoomen we in op het verblijf van de Amerikaanse mortiereenheid op deze ongewone locatie, inclusief enkele unieke foto’s.

’s Avonds laat, 5 juni 1944, landde private Charlie Johnson van het 505e Parachute Infanterie Regiment in Normandië. Johnson behoorde bij de mortiereenheid (Headquarters 2nd Battalion) die zich een dag later tijdens hevige gevechten nabij St. Mère Eglise in dapperheid en effectiviteit onderscheidde.

Na 6 weken keerde het regiment met Johnson terug naar Engeland, voor even, maar lang genoeg voor Charlie Johnson om met zijn geliefde Joyce te trouwen.

Eind augustus 1944 landde hij en zijn eenheid opnieuw in bezet Europa, ditmaal in het kader van operatie Market Garden in Nederland. Mortiereenheden, zoals die van Johnson, boden cruciale ondersteuning bij de opmars van de geallieerden. De mortiereenheid van Johnson ondersteunde de manschappen van het 505e Regiment die de Nijmeegse brug moesten veroveren. Dat deed de eenheid door de gehele nacht van de 19e september bijna onafgebroken granaten af te vuren. Vanaf hun ongewone en apart gekozen locatie: begraafplaats Daalseweg. Haar hogere ligging t.o.v. de benedenstad en beschutting door weelderig groen speelden mee in deze strategische keuze.

Van zijn FO (forward observer) in de benedenstad ontving Johnson aanwijzingen via een veldtelefoon. Het team van Johnson stelde daarop hun mortier in, zodat de FO ‘granaat voor granaat’ Johnson naar vijandelijke doelen kon leiden, zoals het gevaarlijke Duitse 88mm-kanon bij de Nijmeegse brug. De FO’s melding “Charlie, Charlie, ya got’em” moedigde de eenheid op de begraafplaats nog meer aan. Ondanks de roodgloeiende loop werd enthousiast en zo snel als kon het mortier herladen. Johnson besefte dat de manschappen bij de brug dat nodig hadden; hij wilde ze niet in de steek laten. Zijn mortier, “it was a bastard in the graveyard”, vernietigde de Duitse weerstand en had een groot aandeel in de verovering van een intacte Waalbrug. Hoewel goed beschut op Daalseweg kreeg de mortiereenheid te maken met Duits tegenvuur. Granaten ontploften op pas gedolven graven, hetgeen onprettige geur en zicht voor Johnson en de zijnen opleverde, terwijl marmeren brokstukken hen om de oren vlogen.

Op 20 september vertrok de mortiereenheid van Daalseweg. Johnson vertelde nog dat Slim Jim (generaal Gavin’s bijnaam) hen had bezocht en complimenteerde met “the best damn mortar crew in the whole damn army”. Elk lid van de eenheid kreeg een Bronzen Ster voor hun inzet bij de Nijmeegse brug.

Charlie Johnson verdiende later, hij was inmiddels korporaal, tijdens de Slag om de Ardennen zijn derde Bronzen Ster. In juni 1945 werd de door de oorlog geharde veteraan Johnson eervol uit het leger ontslagen. Echter, hij trad opnieuw in dienst als sergeant bij de 82nd Airborne Division, tot 1955.

Wim Desserjer

Met medewerking van Antoine van Rijsbergen en Bert Eggelaar

Bron: persoonlijke communicatie d.d. 23-6-2023, Team 82nd Airborne Division in World War II, inzake Daalseweg september 1

7. Uitwisseling bestuur met werkgroep begraafplaatsen Tiel

Op 4 juni jl. vetrokken we om 11.00 uur met de Waalboog bus naar Tiel.

Mede door een weg omleiding waren we rond 11.00 uur op de parkeerplaats bij het station in Tiel.

Vandaar naar het kerkhof gewandeld, waar we door een zeer enthousiaste gids ontvangen en rondgeleid werden. Koffie drinken op het terras, de verschillen in beleid van de begraafplaats “ter navolging” en de Daalseweg waren duidelijk.

In Paradisum doet voor de Daalseweg alleen de PR, in Tiel hebben ze van de gemeente een budget voor het onderhoud.

Wij hebben te maken met een tussenpersoon ( eigenaar) t.w. de SBN, in Tiel vallen ze direct onder de gemeente.

De diverse vrijwilligers komen minimaal 2 x per week een ochtend naar de begraafplaats om de werkzaamheden te verrichten.

Men spreekt in Tiel niet over restaureren, maar over herstellen.

Ook worden er geen zaken opgegraven, maar wordt de vegetatie verwijderd.

De naam van Leo Blok kwam met enige regelmaat voorbij.

Na de koffie vervolge men de rondleiding op de begraafplaats en daarna op het joodse kerkhof.

Ook hier een stormvloed van wetenswaardigheden, een overweldigend verhaal.

Na het bezoek aan de joodse begraafplaats weer naar de bus en naar huis, waar we om 16.00 uur weer in Nijmegen aankwamen.

Bert Eggelaar – Wim Desserjer

8. Statiegeld donatie-actie

Momenteel is een statiegeldactie gaande bij Albert Heijn aan de Daalseweg (zie ook de poster op hun flessenautomaat). Stichting In Paradisum tracht zo, ook langs deze weg, voldoende financiën te vergaren voor de noodzakelijke restauratie van het kapelletje op begraafplaats Daalseweg. Via de donatieknop op het statiegeldapparaat kan men de restauratie financieel ondersteunen. Het kapelletje herinnert aan de bij het bombardement van 22 februari 1944 omgekomen kleuters en zusters van de Montessorischool, die toen in het centrum van de stad gelegen was. Onder het kapelletje zijn 20 kleuters en 8 zusters van de Sociëteit J.M.J., die het kleuteronderwijs verzorgden, begraven.

De restauratie zal ruim vóór 22 februari 2024 plaatsvinden, want dan herdenken wij in Nijmegen het verschrikkelijke bombardement dat 80 jaar geleden veel leed, pijn en verdriet veroorzaakte.

Ook als u geen lege flessen of blikjes inlevert bij Albert Heijn, kunt u een donatie doen op de rekening van Stichting In Paradisum NL86 ABNA 0475 424336, met vermelding ‘restauratie kapelletje Daalseweg’. Wij zijn u zeer dankbaar.

Het kapelletje herinnert aan de omgekomen kinderen van de Montessorischool en de zusters van het klooster Saint Louis. School en klooster werden op 22 februari 1944 door het bombardement op Nijmegen verwoest. De kleuterschool stond in het centrum van Nijmegen, op de plaats waar zich nu het monument De Schommel bevindt.

9. Colofon

‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting,
het verschijnt maximaal driemaal per jaar.

De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.

De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.

Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.

De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.

De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2023.

Stichting In Paradisum
Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen
T 06-48820433
e stichtinginparadisum@kpnmail.nl
www.stichtinginparadisum.nl

1. Voorwoord

Beste lezers van het Bulletin,

Voor u ligt het tweede Bulletin van het jaar 2023. Bij afwezigheid van onze voorzitter mag ik het voorwoord schrijven. Inmiddels zo’n anderhalf jaar secretaris, viel ik vorig jaar met de neus in de boter: de laatste hand werd gelegd aan het boek over begraafplaats Daalseweg. Een prachtig cadeau, 50 jaar na de oprichting van onze stichting. Hebt u interesse in het boek, wees dan snel, want we zijn bijna door de oplage heen. Meer info vindt u hier.

Inmiddels heeft het overleg tussen de gemeente, de beheerder (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed resultaat opgeleverd. Er zijn goede vooruitzichten voor de restauratie van de verzwakte muur en van grafmonumenten. We zullen u de komende tijd op de hoogte houden van de vorderingen, en de rol die ook onze stichting daarin gaat spelen.

In dit Bulletin vindt u diverse verhalen over deze begraafplaats. Zo is daar een overzicht van de bijzettingen – een twintigtal – in 2022, maar ook de achtergrond bij het graf uit 1904 van Maria Luermans. Na het overlijden van haar echtgenoot vond zij een bestaan als herbergierster in de Swaonegas (tegenwoordig Piersonstraat), in die tijd “berucht om haar asociale bewoners” – in het volgende Bulletin komen we terug op een gevolg van die term in de Tweede Wereldoorlog. Déze keer schrijft Bert Eggelaar over de sporen van beschietingen in die oorlog. Sporen van inslagen van kogels en granaatscherven zijn op talloze grafmonumenten te vinden, met name uit enkele septemberdagen in 1944, toen hier een Amerikaanse mortiereenheid was ingegraven. Bart Janssen beschrijft het verhaal van Addy, die bij het bombardement van 22 februari 1944 haar broertje Jopie verloor.

Agnes Lewe schreef een artikel over Mr. Wijnand Gijsbertus de Knokke van der Meulen, begraven op begraafplaats Stenenkruisstraat. Eén van de welgestelden die vanuit het dorpse Oss in onze stad kwam studeren, en er ook terugkeerde na een loopbaan bij de rechtbank in Goes. Hij was o.a. betrokken bij de oprichting in 1885 van de eerste Nederlandse wielrenbaan, op de plek waar nu de Vereeniging staat.

Tenslotte vindt u in dit Bulletin een gedicht van Gerard Kessels, een verslag van de NLdoet-dag op 11 maart jl. en het excursieprogramma voor dit jaar.

Ik wens u veel leesplezier.

Alex de Meijer

2. Donateurs gezocht

Beste ontvanger van ons bulletin,

Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.

Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:

  • Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
  • Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
  • Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
  • Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
  • Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.

Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.

Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.

Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website.

3. Graf DAA 09-02-23: M. Pellen-Luurmans (Documenten/Genealogie algemeen)

Genealogische details

Henricus LORMANS (LUERMANS), wever, hospitaalkok, leijendekkersknecht, ziekenoppasser, hospitaalbediende, geboren op 12 juni 1799 te Nijmegen, gedoopt op 12 juni 1799 te Nijmegen (Augustijnenkerk), peter en meter: Henricus Joannis Hasselo en Hendrina Bukers, overleden op 23 januari 1873 te Nijmegen op 73-jarige leeftijd, zoon van Hermannus (Hermanus) LUERMANS (LEURMANS, LORMANS), meester leijendekker, wever, en Hermina HASSELOO (ASSELOO).

Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 5 maart 1829 te Nijmegen met Maria Geertrudis HOOGBOOM (HOOGENBOOM), 27 jaar oud, dienstmaagd, geboren op 25 juni 1801 te Nijmegen, gedoopt op 26 juni 1801 te Nijmegen, statie der augustijnen, peter en meter: Joannes Willemse en Margarita Stappers), overleden op 14 november 1874 te Nijmegen op 73-jarige leeftijd, dochter van Leonardus Christianus (Linderus) (Lindert) HOGENBOOM (HOOGENBOOM), metselaarsknecht, en Johanna WILHEMSEN (WILHEMSE, WILLEMSE).

Kinderen uit dit huwelijk:

4. Maria LUERMANS, dienstmeid, herbergierster, geboren op 11 januari 1833 te Nijmegen, overleden op 26 maart 1904 aldaar op 71-jarige leeftijd.

Gehuwd op 34-jarige leeftijd op 24 april 1867 te Utrecht (getuigen: Cornelis van Gelderen, conciërge, 45 jaar, Cornelis Martinus van Giessen, 75 jaar, Jan Smit Tjabing, 59 jaar en Willem Leendert van der Gulden, stadsbode, 50 jaar). Echtgenoot is Rut PELLEN (Rutgerus), 40 jaar oud, militair (mineur), kampwachter, gepensioneerd korporaal der mineurs, geboren op 20 december 1826 te Vuren (thans gemeente West-Betuwe), overleden op 31 juli 1877 te Soesterberg (gemeente Soest) wijk D, nummer 66 op 50-jarige leeftijd. Zoon van Dirk PELLEN, arbeider, en Josina van den BERG.

Maria LUERMANS en Dirk PELLEN

Maria en Rut trouwden met toestemming van den Kolonel Kommandant van het batallion Mineurs en Sappeurs. Nadat Rut overleden was, ging Maria terug naar Nijmegen waar zij een bestaan vond als herbergierster in de Zwanengas (tegenwoordig Piersonstraat) op nummer 46. Tot haar dood in 1903 bleef zij hier wonen. Een erg deftige straat was het niet. De Nijmeegse historicus Dr. Jan Brinkhoff schreef over de Zwanengas: “Berucht om haar asociale bewoners was de Swaonegas (….). Destijds was de naam alleen al spreekwoordelijk voor de hevigste graad van pauperisme, verwaarlozing en vervuiling. Een degelijke huismoeder kon haar zoon, die op straat gestreupt had en met de gevolgen van dien huiswaarts keerde, niet dieper vernederen dan door tegen hem uit te varen in termen als deze: Jong, wa sie je d’r uut; je liekent er wel eentje uut de Swaonegas.1

Maria werd na haar overlijden begraven op het kerkhof op de Daalseweg, vak 09, rij 2, graf 23. Haar graf bestaat nog steeds.

Frans en Ans Savelkouls.

De Zwanengas waar Maria Luermans een herberg dreef. Opname uit circa 1900. (Foto RAN).

1 Dr. J. Brinkhoff, Nijmeegs Taalschoon (Artikel in Numaga, Tijdschrift gewijd aan heden en verleden van Nijmegen en omgeving, jaargang XI, nr. 4, november 1964)

4. Bijzettingen op de begraafplaats Daalseweg in 2022

Verdrietig om het gemis maar dankbaar voor de goede herinnering. Zo gedenken wij hen die in deze periode zijn begraven op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.

Franciscus Eijkhout, geb. 14-9-1928 te Nijmegen, overl. 17-2-2022 te Lent. Graf 10-10-25.

Maria Charlotte Reuser, geb. 6-12-1948, overl. 10-1-2017. Asbusbijzetting in familiekelder. Graf 25-1A-04.

Maria Nijland-van der Mars, geb. 8-9-1915, overl. 12-6-1998. Asbus bijgezet in familiekelder van der Mars. Graf 7-01-10.

Ann van Driel-van der Mars, geb. 6-7-1921, overl. 27-9-2021. Asbus bijgezet in familiekelder van der Mars. Graf 7-01-10.

Maria Elisabeth Alexandrina Johanna van de Sande-Meijs, geb. 8-9-1942 te Arnhem, overl. 3-4-2022 te Nijmegen. Graf 14-05-07.

Maria Antoinette Hopman-Broeks, geb. 7-9-1931 te Nijmegen, overl. 17-4-2022 te Nijmegen. Bijzetting in graf dochter en echtgenoot. Graf 9-01-14.

Geertruida Margretha de Grood-Daniëls geb. 2-1-1950 te Aalten, overl. 28-1-2022 te Nijmegen. Asbusbijzetting in graf echtgenoot. Graf 2-01-03.

Joseph Johannes Ruiter, geb. 31-7-1928 te Amsterdam, overl. 27-4-2022 te Nijmegen. Bijgezet in graf echtgenote. Graf 35-06-19.

Johannes Matthijs Willemse, geb. 3-4-1935 te Nijmegen, overl. 14-5-2022 te Beek. Graf 14-02-03.

Esther Mols, geb. 4-3-1970, overl. 8-2-2022. Asbusbijzetting. Graf 4-07-04.

Hans P.R. Reintjes, geb. 3-9-1939 te Nijmegen, overl. 27-5-2022 te Nijmegen. Asbus bijgezet in graf familie Reintjes-Boumans. Graf 14-01-01.

Christina Wilhelmina de Boer-van den Berg, geb. 16-11-1925 te Rotterdam, overl. 26-6-2022 te Wijchen. Bijzetting bij haar echtgenoot. Graf 3-03-15.

Gerhard Erwin Seiler, geb. 8-4-1938 te Landsberg Duitsland, overl. 10-7-2022 te Delfzijl. Bijzetting in graf echtgenote. Graf 3-02-06.

Antonia Cornelia Maria Cobussen-van der Burgt, geb. 24-3-1929 te Overasselt, overl. 26-8-2022 te Grave. Bijzetting in graf echtgenoot. Graf 3-01-13.

Beatrix Maria Margaretha Henrica Backus, geb. 9-11-1947 te Venlo, overl. 1-9-2022 te Beek. Graf 31-02-01.

Maria Gertruida Margaretha Engelen-Versteege, geb. 14-7-1938 te Nijmegen, overl. 4-9-2022 te Nijmegen. Bijzetting in graf echtgenoot. Graf 9-05-23.

Carolus Ignatius Edmundus Jansen, geb. 31-1-1933 te Groningen, overl. 14-9-2022 te Nijmegen. Graf 38-2-23.

Anna Elisabeth Maria Mulder, geb. 23-6-1951 te Amsterdam, overl. 5-11-2022 te Amsterdam. Bijzetting in graf moeder. Graf 9-02-27.

Maria Liduina Bernardina Overmeer, geb. 31-1-1958 te Nijmegen, overl. 22-12-2022 te Nijmegen. Graf 5A-03-17.

Stojan Kostadinov, geb. 8-5-1941 te Grad, Joegoslavië, overl. 31-12-2022 te Nijmegen. Graf 10-05-14.

Peter van Schaijk in samenwerking met de stichting begraafplaatsen Nijmegen.

5. Zichtbare sporen van WOII op begraafplaats Daalseweg

Natuurlijk, begraafplaats Daalseweg is getekend door WOII. Met respect denken wij dan aan de vele graven van oorlogsslachtoffers. Al deze slachtoffers, zoals die van het Amerikaanse ‘gelegenheids-bombardement’ op 22 februari 1944, zijn vermeld op het namenmonument dat zich vlak achter de ingang van de begraafplaats bevindt. Ook de slachtoffers die om welke reden destijds geen zichtbaar grafteken kregen of dat niet meer hebben, worden daarin genoemd met de locatie waar ze begraven zijn.

Maar WOII liet nog andere sporen na. Ongeveer zeven maanden na het verschrikkelijke bombardement op Nijmegen installeerden Amerikaanse militairen zich midden op de begraafplaats, nabij vak 14.

Het ging om een mortiereenheid onder commando van luitenant John L. Cooper. Op 19 en 20 september 1944 verbleven zij op deze aparte plek, tussen de graven, om de Duitse stellingen op amper een kilometer afstand, in de benedenstad, met mortieren te bestoken. Het strategische doel was het behoud van de Waalbrug. Deze moest onbeschadigd worden veroverd ten behoeve van de geallieerde opmars.

En daar heeft die eenheid fors aan bijgedragen. In de 24 uur die ze op Daalseweg verbleven, werden 1650 mortieren afgevuurd; bijna 70 projectielen per uur! Voor een indruk van deze vuurkracht spreekt het Amerikaanse onderschrift onder foto 1 voor zich.

Foto 1: “From the cemetery high above the town our mortarman dropped destruction into the German held
city below” (RAN)

Volgens de Amerikanen was Daalseweg vóór die 19e september al ‘badly mauled’, maar de aanwezigheid van een mortiereenheid liet ook vele sporen na. Hun positie bleef natuurlijk niet onopgemerkt, zodat Duits tegenvuur de begraafplaats raakte. De eenheid was goed ingegraven, zoals rechts onder in de foto goed te zien is. Slechts een soldaat raakte gewond.

De grafmonumenten bleven echter onbeschermd en vele monumenten raakten vooral door granaatinslagen beschadigd. Bijna 80 jaar later zijn deze sporen uit WOII nog duidelijk te zien. Zoals in vak 19 op het monumentale grafmonument van scheepsmagnaat Gus Smulders (foto 2).

De levensgrote bronzen vrouwenfiguur op zijn granieten art nouveau grafmonument bevat duidelijk waar te nemen gaten, inslagen van granaatscherven. Ook op het grote granieten kruis met Smulders bronzen portret zijn inslagen goed te zien. Helemaal vooraan, in vak 1, werd de hardstenen stèle van het graf van Hendrina Maas, dochter van een timmerman uit Groesbeek, op verschillende plekken beschadigd (foto 3). Op de bakstenen achterkant (foto 4) van het graf van architect G.A. van den Boogaard en zijn vrouw A. Tilleman in vak 3 is de inslag ook goed waarneembaar. Lopend over de begraafplaats valt duidelijk te constateren dat veel schade zich op de noordoostelijke kant van de grafmonumenten bevindt, veroorzaakt door inslagen vanuit het noordoosten, de richting van waaruit het Duitse tegenvuur afkomstig was. Foto 5 toont de beschadiging op de hardstenen stèle waarop de namen staan van Antonius van Eeuwijk en zijn vrouw Johanna de Graaf (vak 1). Vanaf het trottoir kan men door de spijlen van het hek hun graf goed zien.

Ook het bijzondere zandstenen graf (zie foto 6) van Willem Randag, directeur van de Anton Jurgens Margarinefabrieken, naar model van een klassieke sarcofaag, werd op meerdere plaatsen geraakt door granaatscherven. En de mooie, uit 1898 daterende twee meter hoge stèle van het graf van moeder Anna Catharina Jacobs en haar dochter Anna Maria (foto 7) werd door granaatscherven aan de voor- en achterkant beschadigd.

Hoewel de Waalbrug op 20 september in handen van de geallieerden kwam, probeerden de Duitsers toch nog uit alle macht de brug te beschadigen. Onder meer door de inzet van bommen, afgevuurd uit de richting van de Ooypolder en haar achterland. Op 26 september liep de begraafplaats, als gevolg van een afzwaaier, zware schade op. Het was op de dag dat zuster Alphonsus van Rijckevorsel van Kessel overleed en wegens ‘bevrijdingsgevechten’ niet op Daalseweg begraven kon worden. Voorlopig vond zij haar rustplaats in de kloostertuin van haar orde, de Zusters van Hallo. Later bij het herbegraven van zuster Alphonsus bleek dat de zustergrafkelder een voltreffer had gekregen. De deksteen lag meters van het graf en de kelder moest met stangen en balken gestut worden. Met veel moeite kon de kist in de half ingestorte ruimte een plek op de balken krijgen.

De bominslag op die late septemberdag in 1944 bracht veel schade toe aan de begraafplaats, met name aan de zuidoostelijke kant. Er schijnt daarna ook veel (op)geruimd te zijn.

Bert Eggelaar
Met medewerking van Antoine van Rijsbergen en Wim Desserjer

bronnen:
John Christie, Mortarmen Kept Nijmegen Bridge Open, in: Warweek, 2 december 1944
Sara Albers, Toen en Nu: begraafplaats Daalseweg, in: Wijkkrant Nijmegen-Oost, oktober 2002
Bart Janssen, De zustergraven, in: Bulletin In Paradisum, Nijmegen, 14 november 2016

6. Gedicht door Gerard Kessels

In ons bulletin verschijnt telkens een gedicht gemaakt door iemand uit het dichterscollectief Nijmegen-Oost.
Dit keer van Gerard Kessels.

Gebroken kruis

Decimeterdik het groen en grijs

helling van verval zo`n twintig graden

onopvallend tussen al diezelfde paden

zij het niet dat op de zerk het kruis

breekbaar blijkbaar, in zes stukken steen

openbrak en nu als scheefgenageld lijden

lijkt te vierendelen door de tijd –

almaar verder valt het hart uiteen.

Als een spiegeling van daar beneden

waar ondanks de veelvoud aan gebeden

botten en de nagels van de kist

door de jaren vraatvocht zijn vergaan

traag buiten de tijd komen te staan

elke heugenis voorgoed gewist.

7. Het verhaal van Addy

door Bart Janssen

Al vele jaren organiseert Martijn Vermeulen vanuit het 4 en 5 mei comité Nijmegen een Juniorsymposium voor 80 á 100 leerlingen van de hogere klassen van scholen uit Druten en Nijmegen in Cultureel Centrum LUX aan Mariënburg. Deze leerlingen worden een dagdelen geïnformeerd over de oorlogsgebeurtenissen in Nijmegen.

Eén onderdeel is elk jaar mijn interview met Addy Hendriks-Gerrits, die op 22 februari 1944 bij het Amerikaanse bombardement haar broertje Jopie verloor, maar die zelf als door een wonder aan de vlammen ontkwam. Jopie was een van de 24 kleuters uit de Montessori-kleuterklas aan de Burchtstraat, die door de bommen verwoest werd. Elk jaar is het muisstil in de zaal als ik Addy met mijn PowerPointpresentatie mag interviewen. Haar dramatische herinneringen wil ik graag in ons bulletin vastleggen.

De ouders van Addy, Jo en Dina Gerrits-Giezenaar, waren in 1943 met hun vijf kinderen van de Smetiusstraat naar de Stikke Hezelstraat verhuisd, waar hun atelier voor dames- en kinderkleding met herenkleding kon worden uitgebreid. Als naaisters werden Truus van Caem en Diny Zonnenberg aangenomen. Zij maakten kleding van hoge kwaliteit. Dat werd ook gauw bij de Duitsers bekend. Op zekere dag kwam een hoge Duitse officier in de winkel. Hij wilde zich een maatuniform laten aanmeten. Dina Gerrits wist zich in voorzichtige bewoordingen onder zijn “bevel” uit te werken, maar het werd haar niet in dank afgenomen. Vanaf dat moment merkte zij, dat haar zaak door de Duitsers in de gaten werd gehouden.

Per 21 februari 1944 besloten Truus van Caem en Diny Zonnenberg hun geluk te beproeven bij Haspels, het gerenommeerde modemagazijn op de Burchtstraat en zij namen afscheid van de familie Gerrits. Vooral Jopie vond het afscheid moeilijk. Hij kon het goed vinden met Truus en Diny en zong zelfs af en toe een liedje voor hen.

Op 22 februari waren Addy en Jopie als gebruikelijk met hun lunchtrommeltje weer naar de kleuterschool in de Burchtstraat gelopen. Addy had van haar oma een mooi snoertje met kralen gekregen en dat wilde ze graag aan haar klasgenootjes laten zien, maar de zuster zei, dat ze het snoertje aan de kapstok moest hangen en dat ze het dan onder lunchtijd mocht laten zien. Ze kon haast niet wachten en om kwart over een, toen het luchtalarm van kwart over twaalf werd opgeheven, liet ze Jopie, die zo treuzelde met zijn eten, alleen en liep naar de kapstok. Daar brak de hel los. De bommen vielen en het klaslokaal veranderde in een vlammenzee. In de gang bij de kapstok was de voordeur enigszins naar binnen geklapt en de tengere zuster Beretty, die buiten vóór de deur stond, riep de kinderen naar de deur te komen. Zo lukte het haar zes kinderen uit de oprukkende vuurzee te trekken. Voor 24 kinderen was geen redding meer mogelijk en ook Jopie kwam in de vlammen om.

In de Stikke Hezelstraat, waar de getroffen St. Stevenstoren een aantal huizen had verwoest, was ook het atelier van Gerrits geraakt en de woning was onbewoonbaar geworden. Jo Gerrits had nog kans gezien een aantal naaimachines bij bevriende buren onder te brengen. Daarna was hij hulp gaan verlenen bij kantoorboekhandel en drukkerij Richelle, tegenover hem. Daar hoorde hij, dat de kleuterschool van Jopie ook geraakt was en hij haastte zich naar de Burchtstraat. Eén grote vlammenzee maakte elke reddingsactie onmogelijk. Wanhopig van verdriet moest hij toezien hoe de school van Addy en Jopie een hel was geworden. Die vreselijke boodschap moest hij aan zijn vrouw Dina gaan overbrengen. Hij wist niet dat Addy inmiddels gered was en in een café was ondergebracht. De zes geredde kinderen moesten daar tegen hun zin een slok brandewijn naar binnen werken. De hulpverleners dachten dat ze daardoor wat rustiger zouden worden.

Pas laat in de avond konden Addy en haar vader herenigd worden, maar het verdriet om Jopie was er niet minder om.

Enkele dagen na het bombardement ging het gerucht, dat de Duitsers ondanks het verdriet en de verwoestingen van de afgelopen dagen op zoek waren naar “de man van Dina Gerrits”, die geweigerd had een uniform voor de Duitse officier te maken. Diezelfde dag besloten Jo en Dina Gerrits met hun kinderen naar familie in Babberich te vluchten. Daar hoorden zij, dat de massabegrafenis van de omgekomen kinderen op 6 maart op de begraafplaats aan de Daalseweg zou plaats vinden. De familie wist hen er echter van te overtuigen niet samen maar de begrafenis te gaan. Regelmatig werden treinen beschoten en als zij beiden zouden omkomen, hadden de kinderen geen ouders meer. Jo besloot daarom alleen te gaan.

Door de vele malen, dat de trein moest stoppen, kwam hij te laat in Nijmegen aan. Hij haastte zich met zijn bloemstuk naar de Daalseweg en zag daar dat de begrafenis al was afgelopen. Mevrouw Leenders, die zelf twee kinderen was verloren, liep met hem terug om het graf te wijzen. Totaal gebroken na de inspannende reis legde hij het bloemstuk, dat hij uit Zevenaar had meegebracht, voor het diepe graf, waarin de twee kisten met de stoffelijke resten van de acht omgekomen zusters en van 22 van de 24 kinderen waren neergelaten. Twee kinderen, die nog geïdentificeerd konden worden, werden elders begraven.

Pas vele maanden later, toen het gezin weer naar Nijmegen was gekomen, kon Dina Gerrits het graf van haar zoontje bezoeken. Naast het graf zag zij het grafmonument van de personeelsleden van Haspels en tot haar schrik las ze de gebeitelde namen van Truus van Caem en van Diny Zonnenberg, die daags voor het bombardement uit haar atelier waren vertrokken om bij Haspels te gaan werken.

Jo Gerrits overleed op 13 juli 2001. Hij werd op zijn uitdrukkelijk verzoek naast het grafkapelletje in vak 22 begraven. Zijn vrouw Dina Gerrits-Giezenaar werd na haar overlijden op 3 januari 2005 in het graf bijgezet.

8. Mr. Wijnand Gijsbertus de Knokke van der Meulen (*16 januari 1813 te Oss)

Rond 1900 verhuizen verschillende rijke, soms steenrijke Osse ondernemers naar Nijmegen. De mooie, bosrijke omgeving (zij hielden van de jacht!) en de betere opleidingen voor hun kinderen waren twee belangrijke redenen. Anton Jurgens, de margarinefabrikant, woonde in Villa Belvoir, die door de Nijmegenaren promt “de botervloot” werd genoemd. Zijn broer Frans liet Huize Heijendaal (“het kasteeltje”) bouwen. Anderen, zoals de families Hartog en Van den Bergh kochten statige huizen in de stad. Een oom van Anton, Arnold Jurgens, is begraven op de Daalseweg. Over hem en directeur Randag een andere keer meer.

Foto gemeentearchief Goes

Dit stuk gaat over een andere Ossenaar: Mr. Wijnand Gijsbertus de Knokke van der Meulen. Hij is geboren op 16 januari 1813 als oudste zoon van Gijsbertus Hermanus de Knokke van der Meulen, notaris en burgemeester van Oss van 1821 tot 1843. Anders dan de lange achternaam doet vermoeden is hij niet van adel. Vader Gijsbertus heet eigenlijk “slechts” van der Meulen. De naam van zijn moeder is De Knokke. En terwijl hij op ambtelijke documenten tekent met “Van der Meulen” gebruikt hij in het maatschappelijk verkeer graag beide namen. In het dorpse Oss komt dat heel chique over. Zijn drie zoons gebruiken allemaal de lange vorm en zo is een nieuwe achternaam geboren. Wellicht dat hun vader die naamsverandering ook op enig moment heeft vastgelegd. Hij was immers burgemeester…

Wijnand studeert rechten. In 1834 schrijft zijn vader hem in in het militieregister. Hierdoor weten we dat hij 1 el, 7 palmen, 1 duim en 7 strepen lang is. Hij heeft een lang gezicht, een rond voorhoofd, lichtblauwe ogen, een spitse neus, gewone mond en een ronde kin; zijn haren en wenkbrauwen zijn bruin en hij heeft verder geen bijzondere kenmerken. Volgens het register woont hij op dat moment als student in Elburg. Omdat zijn jongere broer Gijsbert Hermanus voor een militaire loopbaan kiest worden hij en zijn jongste broer Jacob vrijgesteld.

Wijnand kiest voor een loopbaan bij justitie. In 1848 is Substituut Officier van Justitie in Goes (Zeeland). Hij trouwt daar met de twaalf jaar jongere Sara Petronella Lenshoek en wordt daarmee onderdeel van de elite van Goes. Zij is een dochter van Hendrik Lenshoek, heer van Zwake, kantonrechter en lid van Provinciale Staten van Zeeland. Hendriks broer Egbert is notaris en burgemeester. Zijn dochter is getrouwd met een doctor in de medicijnen, zijn zoon is advocaat in Goes.

Samen met zijn echtgenote woont Wijnand op de Ganzenpoortstraat in het centrum van Goes. Hij neemt ook deel aan het maatschappelijke leven. Zo is hij betrokken bij het Comité van Volkslezingen en bij het Comité voor Volksvermaken, dat in 1867 wordt opgericht door vertegenwoordigers van de bovenlaag van Goes. De Goesche Courant van 8 februari 1867 schrijft daarover: “Verdient deze zaak ondersteuning reeds daarom, dat zij de gelegenheid zal openen tot eenige ontspanning voor die standen der maatschappij, voor wie schier alles ontoegankelijk is, wat voor de meer bevoorregten genot oplevert. Wij wenschen de algemeene medewerking vooral, omdat wij daarin het middel zien, om tegemoet te komen aan de vaak geuite klagt, dat ons volk meestal aan die vermakelijkheden zich overgeeft, die of ongepast of voor de zedelijkheid verderfelijk zijn”.

Wijnand eindigt zijn loopbaan als President van de Arrondissement Rechtbank te Goes. Hij vestigt zich vervolgens op 5 mei 1871 als particulier op de Korte Burgstraat, C448, tegenover het stadhuis (later Burchtstraat 24). Dat huis koopt hij van Conrad van Erpers Rooyaards (rentenier). Hij woont er met zijn echtgenote, Sara Petronella Lenshoek, en een dienstbode. Zijn (vermoedelijk) inkomen in 1883 bedraagt 7.000 tot 9.999 gulden. Hij valt daarmee in de 9e klasse, ver verwijderd van de rijkste Nijmegenaar van dat jaar, Arend Noorduijn, die in de 17e klasse voor een vermogen van 40.000 tot 44.999 gulden wordt aangeslagen. (PGNC 10/4/1883)

Samen met andere notabelen waaronder Jan Ivens en Arend Noorduijn neemt hij deel aan de in 1884 opgerichte Maatschappij tot exploitatie van een Vélocipède Baan N.V. Dit was de eerste wielerbaan van Nederland. De vélocipède is een trapfiets met groot voorwiel en klein achterwiel. “De initiatiefnemers hadden 15.000 gulden nodig om de eerste wielerbaan van het land aan te leggen – in onze tijd te vergelijken met bijna twee ton in euro’s. Binnen een half jaar was dit geld bij elkaar vergaard. De baan kwam langs de Groesbeekseweg naast De Vereeniging, waar al een paardenrenbaan lag. De baan was 333 meter lang en met vier puinsoorten ingestampt. De bochten waren een halve meter opgehoogd.”

De ANWB organiseert in augustus van 1885 voor het eerst een bondswedstrijd op de baan in Nijmegen. “Maar de baan bleek ronduit slecht: het oppervlak liet los en er waren steeds meer valpartijen. De baan was te haastig aangelegd. In de bochten brokkelden de vier lagen boerengrauwpuin, hardgrauwpuin, klinkerpuin en fijn klinkerpuin af. Tot overmaat van ramp was de winter van 1890/1891 uitzonderlijk streng en mogelijk vroor de baan toen definitief tot schroot. Door alle barsten in het puin was er niet veilig meer op de Nijmeegse baan te fietsen. Een half jaar later ging de baan in een openbare veiling: de opbrengst was precies één gulden!” (https://nijmegen-oost.nl/uitgelicht/extreem-oost-de-eerste-wielerbaan-van-nederland)

Wijnand heeft dit debakel niet meer meegemaakt. Hij overlijdt op 7 december 1886. Na zijn dood verhuist Sara Lenshoek naar familie in Ede waar zij in 1899 overlijdt. Zij liggen begraven op de begraafplaats aan de Stenenkruisstraat in Nijmegen, rij 01, grafnummer 149.

Agnes Lewe.

9. Terugblik herdenking 22 februari 1944

Behoefte aan intieme herdenking blijft

Op 22 februari 1944 werd de Nijmeegse binnenstad verwoest door tientallen bommen uit Amerikaanse vliegtuigen. Bij deze grootste ramp uit de Nijmeegse geschiedenis vielen bijna achthonderd doden. Het is dan ook hartverwarmend dat de slachtoffers van dit bombardement bijna tachtig jaar later nog steeds massaal worden herdacht. Dat gebeurde woensdag 22 februari jongstleden zoals gebruikelijk op twee plekken in de stad: bij het monument De Schommel en op de Begraafplaats Daalseweg.

De officiële herdenking bij De Schommel trok een paar honderd mensen. Er waren toespraken van Burgemeester Bruls en een vertegenwoordiger van de Amerikaanse ambassade. Een voordrachtskunstenaar gaf een eigen, originele invulling aan het herdenken. Helaas was er geen vertegenwoordiging van de Nederlandse regering. De blazerssectie van Philharmonie Nijmegen tekende voor de stemmige muziek en kinderen van de Montessori-scholen droegen gedichten voor. Waarna de kranslegging volgde. Namens In Paradisum plaatsten Oda Fennema en Jeroen van Zuylen een bloemstuk.

Kranslegging bij monument 'de schommel'

Een intiemere, meer informele herdenking vond plaats op de Begraafplaats Daalseweg. Daar verzamelden zich zo’n vijftig mensen. In zijn welkomstwoord ging Willem Reijnders (St. In Paradisum) in op de verwarring die ontstond direct na het bombardement. Door het gebrek aan communicatiemiddelen leefden velen in een ondraaglijke onzekerheid over het lot van hun dierbaren. Wat is er met hen gebeurd? Zijn ze veilig?

Na het indrukwekkende luiden van de klokken en de twee minuten stilte volgden rondleidingen langs graven van bombardementsslachtoffers. Ook werd even stilgestaan bij het monument voor de vier Nijmegenaren die omkwamen bij de ontploffing op 8 juni 1948 in de Diogenesbunker in Schaarsbergen. Daar lag ‘geallieerde’ munitie opgeslagen en bij het verplaatsen daarvan ging het mis. Omdat dit na de oorlog is gebeurd, vallen deze oorlogsslachtoffers bij elke herdenking tussen wal en schip.

De middag werd muzikaal omlijst door sfeervolle bijdragen van Duo Messingh en afgesloten in de Lutherse Kerk waar vrijwilligers zorgden voor koffie en een heerlijke kop soep.

10. Terugblik NL DOET dag op de begraafplaats Daalseweg zaterdag 11 maart j.l.

Het Oranje Fonds organiseerde op 15 en 16 maart jongsleden, samen met duizenden sociaalmaatschappelijke organisaties in het land, NLDOET; de grootste vrijwilligersactie van Nederland.

Even het vrijwilligerswerk in de spotlights en de uitnodiging aan iedereen om een dagje het verschil te maken en ertoe te doen.

Zo ook voor onze stichting een goed moment om op zaterdag 15 maart hiermee aan de slag te gaan. Een tiental vrijwilligers hadden zich hiervoor aangemeld en togen met frisse moed en veel animo de begraafplaats op. Na een korte uitleg werd groepsgewijs begonnen met het voornamelijk onkruidvrij maken van grafzerken. Een hele klus omdat juist deze oude monumentale begraafplaats vele “onzichtbare” zerken herbergt.

Een fijne groep, veel werk gedaan, terugkijkend met grote voldoening, dat was de eindconclusie op het samenzijn in het plaatselijke café onder het genot van een drankje en appeltaart.

Los van deze NLDOET ochtend werd ook geopperd vaker een dergelijke actie te organiseren. Wij als stichting gaan hiermee aan de slag.

11. Rondleidingen 2023

Begraafplaats Daalseweg
Rondleidingen op zondagen 28 mei, 25 juni en 30 juli 2023.
Verzamelen bij de poort van de begraafplaats.
Om 14:00 uur door Bert Eggelaar met aandacht voor symboliek, vormgeving, kunst en kunstnijverheid.
Om 15:00 uur door Bart Janssen, aandacht voor graven met een bijzonder verhaal.

Op de Open Monumentendagen, 9 en 10 september 2023 zijn er speciale rondleidingen om 13:00 uur en 14:30 uur.

Begraafplaats Stenenkruisstraat
Rondleidingen op zondagen 28 mei, 25 juni en 30 juli 2023 om 12:00 uur
Verzamelen bij het gebouwtje hoek Prins Bernardstraat en Athelonepad.

Op de Open Monumentendagen, 9 en 10 september 2023 is de begraafplaats van 11:00 – 17:00 toegankelijk. Rondleidingen worden gegeven om 11.30 uur en om 14.30 uur en voorts op verzoek van bezoekers ook op andere momenten.

Begraafplaats Dorpsstraat Neerbosch
Op het kerkhof naast het “Witte Kerkje” aan de Dorpsstraat te Neerbosch zijn in de afgelopen jaren door vrijwilligers 48 graflocaties aan de oppervlakte gebracht. In de periode mei tot en met augustus 2017 werd dit kerkhof vakkundig gerestaureerd.
Op zaterdag 9 september 2023, tijdens Open Monumentendag, is er van 11:00 uur tot 17:00 uur iemand aanwezig die u nader kan informeren.

12. Colofon

‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting,
het verschijnt maximaal driemaal per jaar.

De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.

De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.

Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.

De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.

De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2023.

Stichting In Paradisum
Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen
T 06-48820433
e stichtinginparadisum@kpnmail.nl
www.stichtinginparadisum.nl

1. Voorwoord

Beste lezers van het Bulletin,

Voor u ligt het eerste Bulletin van het jaar 2023. In de afgelopen maanden heb ik als nieuwe voorzitter heel veel dingen voor het eerst gedaan of meegemaakt. De eerste bestuursvergadering. De Open Monumentendag, waarbij we met de gids en de bezoekers moesten schuilen in onze werkschuur op de Stenenkruisstraat omdat het keihard begon te regenen. Een schouw met de beheerder, gemeenteambtenaren, de Monumentenwacht en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed op de Daalseweg.

Dit laatste is hopelijk het begin van een traject dat zal leiden tot restauratie van de verzwakte muur en van grafmonumenten. De trouwe Bulletin-lezer weet, dat In Paradisum zich inzet voor het behoud van de monumentale begraafplaatsen, maar zelf niet over de middelen beschikt om wezenlijk bij te dragen in de kosten van onderhoud. Wij willen daarover wel meedenken en kunnen er misschien een rol in spelen. In andere steden zijn donoren gevonden voor het behoud van bijzondere grafmonumenten, of betalen begunstigers de grafrechten voor lang geleden overledenen. Uiteraard zullen de gemeente en wellicht de Provincie gevraagd worden om voor dit belangrijke erfgoed geld vrij te maken. Dat deden zij eerder voor de Stenenkruisstraat en de Dorpstraat in Neerbosch – nu de Daalseweg nog.

In dit Bulletin vind u de verslagen van twee bijzondere gebeurtenissen:

  • Het plaatsen van kruisen op graven van oorlogsslachtoffers had in de coronatijd stil gelegen. In oktober 2022 werd het afgerond met ondersteuning van een groep veteranen. Beter dan de meeste mensen die jonger zijn dan 75 weten zij wat oorlog is en hun plechtige eregroet maakte dat voelbaar.
  • De mensen van “dichterbijoost”, de poëzie-pagina van de wijkkrant, organiseerden op Allerzielen een indrukwekkende bijeenkomst op de Daalseweg waarbij mooie gedichten werden voorgedragen.

En zoals altijd ook in dit Bulletin weer verhalen over bijzondere mensen. Waarom een Joods jongetje tijdens de oorlog op het rooms-katholieke kerkhof begraven mocht worden heeft Peter van Schaijk uitgezocht. En Bart Janssen vertelt hoe een kleindochter met de hulp van In Paradisum het graf van haar oma vindt, die zij nooit had gekend.

Ik wens alle lezers een goed jaar 2023.

Agnes Lewe

2. Beste ontvanger van ons bulletin

Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.

Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:

  • Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
  • Activiteiten realiseren rond NLdoet en Open Monumentendagen;
  • Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocaties of genealogische bronnen;
  • Organisatie en inzet bij de jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
  • Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op het terrein van funerair erfgoed.

Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.

Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.

Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: Ja ik word donateur! | In Paradisum (stichtinginparadisum.nl).

3. De verbazing op het gezicht

Op 24 juni jl. werd in de Lutherse Kerk het prachtige boek “Begraafplaats Daalseweg – Hier liggen de getelden, steen aan steen” van Wim Desserjer gepresenteerd.

Als dank voor de financiële bijdragen van “Vrienden van de Daalseweg” en andere donateurs, die deze publicatie mogelijk maakten, organiseerde In Paradisum op zondag 25 september jl. extra rondleidingen over de begraafplaats Daalseweg. Deze drie rondleidingen waren om 11.00, 13.00 en 15.00 uur. De verzorging van de laatste rondleiding had ik op me genomen.

Na twee wachtende bezoekers reed om even voor 15.00 uur een auto het voorplein op. De kordate 89-jarige mevrouw Janssen uit Malden stapte uit. Door een recente heupoperatie had zij voor alle zekerheid de rollator meegenomen. Ze vroeg om nog even op haar drie dochters en kleindochter te wachten, want die waren onderweg en waren ook zeer geïnteresseerd.

Al direct na het begin van de rondwandeling vertelde mevrouw Janssen dat ze op de Daalseweg tegenover de begraafplaats was geboren en daar lang had gewoond.

Ze kende er veel mensen; ook mijn oom en tante Han en Stien Hoytink-Janssen, die vanaf 1933 op de hoek Daalseweg/Hobbemastraat een banketbakkerij dreven, had ze goed gekend. Hun enige dochter Ineke was bevriend met Gargie Thijssen, die op Daalseweg 243 woonde. Ze herinnerde zich de granaatinslag op 18 september 1944, die het leven kostte aan Piet Thijssen, de vader van Gargie. Een vreselijk drama, want door diezelfde granaatinslag bleek ook de inwonende oma van Gargie op haar kamer op de eerste verdieping te zijn omgekomen. Het graf van de vader van Gargie op de begraafplaats Daalseweg was in de loop der jaren geruimd.

Daarop vertelde ze, dat ze vele jaren geleden op zoek was gegaan naar het graf van haar oma Antonia Arens-Hendriks, die in 1918, pas 68 jaar oud, was overleden en ook op de begraafplaats Daalseweg was begraven. Eénmaal had haar vader haar meegenomen om het graf van zijn moeder te bezoeken. Pas tientallen jaren daarna had zij pogingen gedaan om het graf terug te vinden, maar ze had het nooit meer kunnen vinden. Ze nam aan dat het al lang geruimd was.

Bij rondleidingen neem ik altijd een map met namen mee en ik beloofde haar na de rondleiding even in de map te kijken. Ze had er weinig vertrouwen in, want ja, een graf dat meer dan 100 jaar oud is…..

In de map las ik even later “Antonia Arens-Hendriks” in vak 37, rij 9 graf 12. Het graf was er dus nog en in de hoogste versnelling ging de rollator over het middenpad naar vak 37. In rij 9 begon het tellen: 1, 2, 3,……12. Met een afgebroken tak werden de bladeren opzij geschoven en daar verscheen in bronzen letters de naam “Arens”. De verbazing op het gezicht van mevrouw Janssen zal ik niet gauw vergeten.

Antonia Arens-Hendriks

Haar oma, die ze nooit had gekend, had in de Regulierstraat gewoond. Daar had ze een water- en vuurwinkeltje. Voor een paar centen konden buurtbewoners bij haar warm water of gloeiende kooltjes voor de kachel of de stoof kopen. Tegenwoordig kent niemand dat meer, maar begin vorige eeuw was het heel gewoon.

Haar oma had zeven kinderen gehad. Drie waren vroeg overleden, maar de oudste, Hendrik Arens, de man van haar peettante, bleek tot haar verbazing ook in het graf te liggen.

De vier zoons van Antonia: Antoon, Hendrik, Piet en Thé

Mevrouw Janssen was heel blij dat ze naar de rondleiding was gekomen, want anders had ze nooit meer geweten, dat het grafmonument nog bestond.

Bart Janssen

4. Allerzielen, herinneringen, troost, verdriet en rust

In het licht van de herfst bezoeken talloze mensen op de kerkhoven de graven van hun geliefden.

Allerzielen, 2 november 2022, scheen het licht van de herfst op de begraafplaats aan de Daalseweg. Een initiatief van “Dichter Bij Oost”, een gedichtenrubriek in de Wijkkrant Oost die ook probeert in te gaan op wat er leeft en speelt in deze wijk. Ongeveer vijftig mensen verzamelden zich bij de toegangspoort en na een korte toelichting vertrok het gezelschap via het hoofdpad richting het centrale punt. Het weer werkte mee, schemerig, geluiden van wegvluchtende vogels, hier en daar oplichtende grafmonumenten van eerdere bezoekers, een tapijt van bladeren die door vele voetstappen werden beroerd en waarvan het geluid hoorbaar werd verstrooid door de serene rust die door iedereen in acht werd genomen. Bij de hoofdpoort werd een passend gedicht voorgedragen en onder de klanken van de saxofonist werd nu het tweede gedicht uitgesproken bij de grafkelder van het RK Weeshuis. En zo trok men verder door het hoofdpad, omzoomd door de majestueuze beuken, uitkomend op het centrale punt bij het in ere herstelde Christusbeeld. Hier werd een lied ten gehore gebracht.

Herhaling volgde telkens na ongeveer vijftig passen, lopend via de hoofdwegen weer richting de poort. Daar werd ingetogen en met een woord van dank afscheid van iedereen genomen. Een prachtig initiatief en dank aan de mensen die dit georganiseerd hebben.

Peter van Schaijk

5. Een kort Nijmeegs verblijf met een triest einde

Emanuel Abraham de Raaij, geboren te Haarlem op 08-04-1908, overleden op 22-10-1965 te Zandvoort, zoon van Abraham Emanuel de Raaij, van beroep fabrikant van wolvullingen en Sippora Veerman.

Woonachtig in Amsterdam, trouwde hij op 3 oktober 1933 te ’s-Gravenhage met de 19-jarige Hanna Elga Kats, woonachtig in ’s-Gravenhage en geboren te Frankfurt am Main (D) op 31-10-1913 en overleden in Wageningen in februari 1973, dochter van Israel Kats, handelaar in chemicaliën en Rosa Elsa Liffgens.

Kinderen geboren uit dit huwelijk:

  1. Albert Emile de Raaij, geboren te Leiden op 03-08-1934 en overleden in Nijmegen op 11-11-1942, 8 jaar oud.
  2. Elsy Simone Anneke de Raaij, geboren te Amsterdam op 14-10-1939.
  3. Robert Ivan de Raaij, geboren te Amsterdam op 05-06-1947.
Een foto van jonge Albert de Raaij
Een foto van jonge Albert de Raaij

Voorgeschiedenis

Hanna en Emanuel zijn liberaal Joods getrouwd. Hanna had Joodse voorouders die hoofdzakelijk in Duitsland hebben gewoond. Het waren veehandelaren en Asjkenazische Joden, ook wel asjkenaziem of Hoogduitse joden genoemd. Deze joden waren afkomstig uit Midden- en Oost-Europa en hebben zich vanaf het begin van de zeventiende eeuw in de Nederlanden gevestigd. De term Hoogduits verwijst naar de taal die in hun oorspronkelijke woongebied gesproken werd. Dat was één van de componenten van het Jiddisj, de spreektaal van de Asjkenazische joden bij hun komst in Nederland.

Hanna is in 1914 als enig kind met haar ouders in Nederland gaan wonen, Scheveningen als woonplaats.

Emanuel had ook Joodse voorouders, eveneens Asjkenazische Joden en vóór 1700 afkomstig uit Polen. De overgrootvader, grootvader en vader van Emanuel zijn rijk geworden met een lompensorteerbedrijf, eerst in Haarlem en later in Amsterdam. Emanuel had na 1930 een eigen bedrijf in o.a. Leiderdorp en Amsterdam, met ca. 30-50 personeelsleden.

Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog

Direct na de geboorte van Albert Emile, in 1934, komt Hertha Rzapek als gouvernante in het gezin. Zij komt uit Sudetenland, rond 1933 een deel van Tsjecho-Slowakije dat in meerderheid bewoond wordt door Duitstaligen.

Deze periode komt vader Emanuel voor zijn werk regelmatig in Duitsland en ziet tot zijn verbijstering een toenemende haat tegen Joden. Deze Jodenhaat krijgt zijn hoogtepunt bij de zogenaamde Kristallnacht van 1938, een pogrom tegen alles wat Joods is in Duitsland. Hij trekt zijn conclusies en stelt zijn ouders voor om met het gezin naar Amerika te vertrekken. Maar zijn vader is van mening dat Nederland, net als in de Eerste Wereldoorlog, neutraal zal blijven en er geen dreiging is. Emanuel blijft dan ook maar hij regelt, buiten zijn ouders om, wel alvast een onderduikadres voor zijn gezin en gouvernante.

Dan volgt al snel de Duitse bezetting van Nederland en rond 1942 krijgt vader de uitnodiging om lid te worden van de “Joodse Raad” in Amsterdam. Hij weigert.

Ook rond deze tijd, het gezin woont dan in Amsterdam-Noord, krijgt vader ’s avonds een telefoontje van een onbekende man die zegt dat ze ogenblikkelijk weg moeten omdat het hele gezin de volgende dag zal worden opgehaald. Ze vluchten die nacht vanuit hun woning naar het afgesproken onderduikadres. Het telefoontje blijkt juist, een razzia volgt en hun huis wordt leeggeroofd, inclusief een paar kostbare schilderijen van Jozef Israels, antiek, dure spullen etc.

Er volgen nog zeker vier onderduikadressen en uiteindelijk komt het gezin terecht bij katholieke boeren in Amsterdam-Noord aan de Kanaaldijk van het Noordhollandsch Kanaal.

Er blijft echter een dreiging, zodat vader toch op zoek gaat naar een ander onderduikadres, maar nu voor de gouvernante en hun kinderen Albert en Elsy. Er gloort hoop en Nijmegen komt in beeld. Ze komen terecht op een onderduikadres in de hoerenbuurt dichtbij de Waal, waar is niet bekend.

Op dit adres wordt Albert begin november 1942 ernstig ziek. Hij wordt opgenomen in het protestantse Wilhelminaziekenhuis in Nijmegen waar hij op 11 november 1942 overlijdt, volgens de overlijdensverklaring aan difterie.

Een Joods jongetje, niet ingeschreven in Nijmegen, overleden onder Duitse bezetting die alert is op alle bewegingen met overal luisterend oren…, hoe nu verder met het regelen van de begrafenis?

Hertha, de gouvernante, is van katholieken huize en heeft de middelen om deze klus goed af te sluiten. Zij neemt contact op met de directeur van de begraafplaats aan de Daalseweg, de heer Klopper, en krijgt het voor elkaar dat hij de aangifte van het overlijden van Albert doet én dat de gemeenteambtenaar vervolgens het verlof tot begraven uitschrijft voor de RK begraafplaats aan de Daalseweg. Vrijdag 13 november 1942 wordt Albert hier begraven in vak 22, rij 10, nummer 1, 1ste klasse aardgraf. Het graf is november 2022 nog aanwezig, wel in slechte staat.

Albert staat ook vermeld op het Joods Monument, een online monument voor de meer dan 104.000 mensen die in Nederland als Joden werden vervolgd en de Holocaust niet overleefden. Deze omschrijving omvat ook personen die op een natuurlijke manier in Nederland zijn overleden. 

Hertha begrijpt dat ze nu zo snel mogelijk de stad moet verlaten en krijgt een nieuw onderduikadres in Middelbeers(NB). Zij wordt met Els opgevangen in het huis van mevrouw Truus Smulders-Beliën, de vrouw van burgemeester Jan Smulders. Jan Smulders is dan al opgepakt door de Duitsers omdat hij weigerde een lijst van inwoners te maken die in aanmerking komen voor de Arbeidseinsatz. Jan wordt in 1945 tijdens een transport naar Dachau doodgeschoten.

Na de oorlog

Truus wordt later de eerste vrouwelijke burgemeester van Oost-, West- en Middelbeers, 1946-1966. Haar band met de familie de Raaij blijft hecht. Hertha en Els en haar ouders overleven de oorlog en gaan in Amsterdam, in de Titiaanstraat wonen. Mede dankzij de hulp van de ouders krijgt Hertha de Nederlandse nationaliteit.

Op 5 juni 1947 wordt Robert in Amsterdam geboren en vader Emanuel bouwt al snel weer een bedrijf op in Amsterdam, 400-450 personeelsleden, hoofdkantoor Fa. Emiel de Raaij, Herengracht 440 en bedrijf Damrak.

Dan breekt rond 1950 de oorlog uit in Korea en vader denkt één keer oorlog en niet weer, dus besluit hij zijn zaak te verkopen en vertrekt met het gezin en Hertha naar Amerika. Via Brazilië komt het gezin met Robert in 1962 weer terug naar Nederland. Hertha is inmiddels vertrokken naar een ander gezin in Duitsland en Els is getrouwd.

De Tweede Wereldoorlog heeft binnen de hier beschreven families veel leed en verdriet betekend. Familiebanden zijn wreed doorgesneden. Veel blijft voor altijd onbekend en veel blijft nog een zoektocht. Ruim zestig directe De Raaij’s en Kats’ zijn vermoord of vergast en blijven bij de nabestaanden als een herinnering achter. Een trieste werkelijkheid.

Peter van Schaijk

Bronnen:
a. de geschreven aantekeningen van broer Ivan, 2021
b. www.wiewaswie.nl
c. www.joodsmonument.nl

.

6. Vervolg Project ‘Herstel Houten Kruisen Daalseweg’

De aankondiging van dit project heeft u al kunnen lezen in ons vorige Bulletin 3-2022. Op zaterdag 24 september 2022 heeft onze stichting in goed overleg met de eigenaar van de begraafplaats Daalseweg, de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen, een tiental nieuwe kruisen geplaatst van slachtoffers van het bombardement op 22 februari 1944 waarvan geen grafmonument meer aanwezig was. Voor het vervaardigen van de kruisen hebben wij de hulp ingeroepen van de Hobbywerkplaats Oost. Zij hadden al eerder een dergelijke opdracht uitstekend uitgevoerd.

Op deze druilige zaterdagochtend waren, naast een aantal genodigden, ook aanwezig burgemeester Bruls en een delegatie van oud-militairen die onder meer in Libanon en voormalig Joegoslavië gediend hebben. Het contact met deze veteranen kwam bij toeval tot stand via de manager van de naastgelegen AH-supermarkt, wiens broer als veteraan vaak deelneemt aan de Sunset March.

Het startpunt voor deze plechtigheid, muzikaal omlijst door Duo Messingh, was het centraal gelegen kruisbeeld. Van daar uit werden de graflocaties bezocht voor het plaatsen van de kruisen.

De rol van de veteranen was een bijzondere. Op gepaste wijze werden de kruisen geplaatst en klonk er een eresaluut met een stiltepauze, waarna bij de kruisen een bloemetje met een kaars werd geplaatst. Verder werd bij elk geplaatst kruis een voorleesmoment gekozen uit het boek van In Paradisum-lid Bart Janssen “De pijn die blijft” (2005).

De laatste klanken van het lied “We’ll meet again” van Vera Lynn waren een geslaagde afsluiting van dit project, waarbij tien oorlogsslachtoffers weer een naam hebben gekregen en een herdenkingsplek.

Peter van Schaijk

7. 22 februari 2023 – Herdenking van het bombardement op Nijmegen 22 februari 1944

Op woensdag 22 februari zal het bombardement op Nijmegen worden herdacht. Voor het eerst sinds 2019 zal dit weer mét publiek zijn.

Programma

Stevenskerk

  • 12.00 uur Dienst in de Stevenskerk
  • 12.45 uur Stille tocht naar de Schommel, monument achter het Stadhuis

De Schommel

  • vanaf 13.00 uur Verzamelen bij de Schommel
    Toespraken van onder meer Burgemeester Bruls
    Muzikale omlijsting (ensemble nog niet bekend).
  • 13.28 uur Twee minuten stilte
  • 13.30 uur Muziek en activiteit leerlingen Montessori
  • 14.00 uur Kranslegging

Begraafplaats Daalseweg

  • vanaf 13.00 uur Verzamelen op Begraafplaats Daalseweg
  • 13.15 uur Welkomstwoord door Willem Reijnders (In Paradisum)
    Muzikale bijdrage door Duo Messingh
  • 13.28 uur Twee minuten stilte, klokkenluiden
  • 13.30 uur Overweging
  • 13.35 uur Rondgang langs graven bombardementsslachtoffers

Lutherse Kerk

Na afloop van de plechtigheid op Begraafplaats Daalseweg is er waarschijnlijk de mogelijkheid om in de Lutherse Kerk bijeen te komen voor een kop soep en koffie (nog niet zeker).

Jeroen van Zuylen

8. Colofon

‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting,
het verschijnt maximaal driemaal per jaar.

De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.

De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.

Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.

De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.

De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2023.

Stichting In Paradisum
Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen
T 06-48820433
e stichtinginparadisum@kpnmail.nl
www.stichtinginparadisum.nl

1. Voorwoord

Beste lezers van het Bulletin,

Voor u ligt alweer de derde editie van het Bulletin van In Paradisum van 2022. We kijken hierin terug op zeer succesvolle maanden van onze stichting. Dankzij de noeste inspanning van schrijver Wim Desserjer, maar ook een groot deel van ons bestuur en onze actieve leden, konden we op 24 juni jl. het eerste exemplaar van het uitmuntende boek over begraafplaats Daalseweg “Hier liggen de getelden, steen aan steen…” aanbieden aan burgemeester Hubert Bruls en aan Joost Meertens van de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen. Het boek is unaniem enthousiast ontvangen. In dit bulletin leest u een sfeerverslag van de avond alsook een groot aantal recensies.

Maar ook na het verschijnen van het boek is er voldoende te vertellen over de graven op de Daalseweg. Zo waren er in 1944-1945 ook oorlogsdoden te betreuren onder de voetballers van Quick 1888. Op 3 mei jl. is voor hen een gedenksteen onthuld: reden voor Peter van Schaijk om stil te staan bij de Quick-voetballers die begraven zijn op de Daalseweg.

Maar we blikken niet enkel terug, ook de komende maand staat voldoende te gebeuren. U kunt met de Open Monumentendagen worden rondgeleid door onze rondleiders op de begraafplaatsen Daalseweg, Stenenkruisstraat en Neerbosch. En op 24 september zullen nieuwe houten kruisen op de Daalseweg worden geplaatst ter herinnering aan oorlogsdoden. U leest hier verderop in het Bulletin meer over.

Kortom, de stichting In Paradisum is – het klinkt contradictoir gegeven de funeraire context – vitaal als nooit tevoren. Het is dan ook met een gerust hart dat ik het voorzitterschap in de komende maand zal overdragen aan cultuurhistorica, oud-gemeenteraadslid en Statenlid Agnes Leeuwe. De afgelopen vier jaar heb ik met veel plezier de Stichting voorgezeten en vertegenwoordigd maar nu is het – ook omdat ik inmiddels verhuisd ben naar Wijchen en aldaar gemeenteraadslid geworden ben – tijd om dit stokje over te dragen. Ik dank u allen hartelijk voor uw belangstelling en goede bijdragen.

Ik wens u veel leesplezier.

Pepijn Oomen
Voorzitter In Paradisum

2. Beste ontvanger van ons bulletin.

Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.

Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:

  • Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
  • Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
  • Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
  • Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
  • Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.

Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.

Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.

Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl

3. Stilstaan bij de veertien leden van Quick 1888 die door oorlogsgeweld in de Tweede wereldoorlog zijn omgekomen

Op 3 mei 2022 werd op het sportcomplex van Quick 1888 aan de Dennenstraat in Nijmegen een gedenksteen onthuld met de namen van veertien leden die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.

Een late stap, dat wel, maar wel met een lange voorgeschiedenis die ook deze stap kan verklaren. Allereerst het gegeven dat het clubarchief tijdens de Duitse bezetting volledig werd vernietigd, maar dat de belangrijke Quickblaadjes van vóór en na de oorlog wel bewaard zijn gebleven. Een tweede belangrijke bron was natuurlijk de KNVB waar de ledenadministratie werd bijgehouden en waar ook direct na de oorlog, rond 1949, een overzicht werd gepubliceerd met de namen van de oorlogsslachtoffers. Helaas zonder koppeling met de betreffende vereniging.

Initiatiefnemer Peter van Schaijk, zelf oud Quick-lid en bestuurslid van stichting in paradisum heeft rond 2016 contact gezocht met sportjournalist en historicus Jurryt van de Vooren. De hieruit voortvloeiende contacten en de samenwerking met de KNVB heeft er toe geleid dat nu wel deze koppeling kon worden gemaakt en zodoende ook de namen van de Quick-leden een gezicht kregen.

Op de begraafplaats Daalseweg zijn drie van deze Quick-leden begraven. De graflocaties zijn bekend en ook de grafmonumenten zijn in redelijke staat.

Een oude zwart-wit foto van A Brouwer
Adrianus (André) Brouwer

Adrianus (André) Brouwer werd geboren op 31-08-1919 in Nijmegen en overleed op 22-02-1944. Hij was de zoon van Adrianus Brouwer sr. en Anna Gerrits. Hij was één van een tweeling(broer Peter) en nog een zus Maria die bij zijn geboorte 15 jaar oud was. Zij trouwde in 1932 met Thedoor van Vuurden.

Vader André was rioolwerker en zijn moeder runde een groentewinkel aan de Zeigelbaan nummer 72.

Summiere gegevens opgehaald uit de jaargangen van de Quickblaadjes: mei 1936 een verslag van een beslissingswedstrijd van de A-junioren tegen Elistha dat rechtsbuiten Brouwer de 1-0 achterstand om zette in een 2-1 voorsprong en zo het kampioenschap behaalde. Juli 1936 vermeld dat hij over de gehele competitie 10 doelpunten maakte als midvoor.

André trouwde op 29-10-1940 met de 20-jarige Elisabeth Christina Elbers, dochter van de schilder Chris en Maria Theunissen. Hij had aan de Zeigelbaan de groentewinkel van zijn in oktober 1940 overleden moeder voortgezet. Vader Brouwer sr. verhuisde toen met zijn zoon Peter naar de Daalseweg. Het huwelijk van André jr. liep snel uit op een echtscheiding. Zijn woonhuis kreeg op 22 februari 1944 een voltreffer en André is daarbij omgekomen, samen met zijn vriendin Riet Wannet. André’s stoffelijke resten zijn pas weken later teruggevonden en hij is pas op 18 maart 1944 begraven op de Daalseweg, vak 08-01-18.

Een zwart-wit foto van het graf van Jo Schippers
Het graf van Jo Schippers

Johannes Antonius (Jo, bijnaam ’t Schippertje) Schippers werd geboren op 08-10-1918 in Nijmegen en overleed op 26-09-1944. Hij was de zoon van Antonius Gerardus Schippers en Jacoba Petronella Peters. Het gezin woonde in de Waterstraat nummer 214.

Jo was in de oorlogstijd controleur van de Crisis Controle Dienst(CCD), een Nederlandse overheidsdienst die gedurende de Duitse bezetting onder meer de taak had om de wijdverbreide zwarte handel te bestrijden.

Gegevens uit de Quickblaadjes: Jo was een neef van Jo Schippers, voorzitter van Quick, en heeft een tijdje in het eerste elftal gespeeld samen met o.a. Han Engelsman. Verder geen gegevens kunnen vinden.

Jo was verloofd met H.G. Verhoogt en tijdens de uitoefening van zijn dienst is hij op 26 september 1944 bij een granaatinslag op de Sint Annastraat ter hoogte van het viaduct tegenover, waar vroeger de garage Van den Bosch en Jansen was gevestigd, dodelijk getroffen.

Hij werd begraven op de begraafplaats aan de Graafseweg en op 21-06-1945 bijgezet in het graf van zijn vader op de Daalseweg vak 05-08-03. Gelijktijdig en vanuit dezelfde situatie, werd ook zijn neefje O.A.J. de Bruijn, 8 maanden oud, overleden op 25-11-1944 en zoon van J.H.Th. de Bruijn en Th.H. Schippers, hier bijgezet.

Een sepia foto van Johannes Witjes
Jan Witjes

Johannes Paulus Wilhelmus (Jan) Witjes werd geboren op 25-11-1923 te Nijmegen en overleed op 02-10-1944. Hij was de zoon van Paulus Johannes Witjes en Adriana Bernts. Jan woonde met zijn zussen Liza en Paula aan de Grote Markt 23, waar zijn ouders het bekende café-restaurant De Oude Laeckenhal dreven.

De enige vermelding in het Quickblaadje is van mei 1943 waarin hij over is naar werkend lid senioren.

Op 2 oktober 1944 wilde Jan naar de kruising van de Burchtstraat met de Broerstraat. Hij wilde kijken naar hoe een bulldozer het door het bombardement van 22 februari verwoeste hoekpand ging opruimen. Moeder vond het maar niks, het was onrustig in de lucht en er klonken regelmatig granaatinslagen. Onderweg naar genoemde kruising is hij getroffen. Hij probeerde nog naar huis te lopen, hij had een grote buikwond. Toen enkele mannen hem de kelder van het restaurant indroegen was hij al overleden.

Pas op 16-03-1945 is hij bijgezet in het graf van zijn grootouders Witjes-Driessen in vak 06-07-06 op de Daalseweg.


Peter van Schaijk
01-08-2022.

Bronnen:
www.oorlogsdodennijmegen.nl
Quickblaadjes archief Quick 1888
www.wiewaswie.nl

4. Verslag van de boekpresentatie van het boek over Daalseweg

Een kleurenfoto van wim Desserjer in 3/4 profiel
Auteur Wim Desserjer

“.. Hier liggen de getelden, steen aan steen…” Presentatie van het zojuist verschenen boek van Wim Desserjer, d.d. 24 juni 2022.

De leiding van de avond lag in handen van Rob Jaspers, voormalig hoofdredacteur van “de Gelderlander”, ten overstaan van vrienden en belanghebbenden van Begraafplaats Daalseweg, en bestuurders en deelgenoten in het tot stand houden van deze begraafplaats.

De bijeenkomst was verlichtend en feestelijk, en dat in de Lutherse kerk van Ds. Perla Akerboom, waar menige, serieuze en plechtige en minder plechtige bijeenkomsten van de Stichting in Paradisum in de loop der jaren hebben plaatsgevonden, ook jaarlijks op 22-02 vanaf 1994, na elke bombardementsherdenking.

“Ik zal bij U zijn al de dagen”. staat levensgroot in goud op een steunboog frontaal in de kerk. Het past goed bij het boek van Wim, dat vanaf nu een vaste documentatie en getuigenis zal zijn, voor het eerst sedert het 137 jarig bestaan van de begraafplaats sedert de inwijding door deken J. Broekmeyer op 24 juni 1885. “Ik zal bij U zijn al de dagen”, komt voort uit Mattheus 28. En wie dat spannende troostrijke laatste hoofdstuk naleest, komt tot de conclusie, dat dood en leven met elkaar verbonden zijn, en dat belangen, recht en onrecht, en geld rondom – het graf en begrafenis- van alle tijden zijn.

Het is een grootse prestatie, het boek van Wim, dat alle belanghebbenden tevredenheid en rust, en veel informatie brengt, en Wim zelf voelt zich zo trots als een Pauw. Het is zeker een grote gouden Kroon op zijn levensinzet. Wim Desserjer hecht belang aan verbinding van volken en culturen, gezien zijn werk en studies en aspiraties in het leven. De Begraafplaats ligt aan zijn achtertuin, en is een bron van verbinding van maatschappelijke en menselijke culturen in het Nijmeegse.

Na een inleiding brengt hij dank uit aan velen. Vooral aan Peter van Schaijk en Bart Janssen, van de Stichting In Paradisum (STIPA), die hem veel inspiratie en kennis meegaven over de begraafplaats. Maar ook aan Loes Heiligers en Roos Biemans, die hem sterk met de redactie hebben geholpen en zeker ook aan Sjoerd de Vos, steun en toeverlaat, die zeer veel heeft betekend voor de lay-out en tekst en afbeeldingen vormgeving. En ook stelt Wim, daarbij , dat de Stichting In Paradisum een belangrijk vehikel in de totstandkoming is geweest. Ook veel dank gaat naar de eenparige bestuursgroep van de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen (SBN), Franc Korsten en Jacques Trum, de laatste die schitterende foto’s kan maken, en Franc die zich een betrokken bestuurder weet, zij hebben veel lief en leed en spanning gedeeld met de ontwikkelingen vanaf 1988. Zij worden deze avond vertegenwoordigd door Joost Meertens, vaste en trouwe medewerker van de SBN.

Een foto van het moment dat Wim Desserjer het eerste exemplaar van zijn boek over Begraafplaats Daalseweg overhandigt aan burgemeester Bruls van Nijmegen.
De overhandiging van het boek aan de burgemeester

Sedert 2010, sedert zijn komst bij de Stichting In Paradisum werkte Wim eerst aan de oude geschiedenis van de Begraafplaats, maar eigenlijk sedert 2018 is hij volledig aan de slag gegaan met een ruime opzet. Het is een compleet boek, met de oude en nieuwe geschiedenis, Funeraire Expressie, stijlen en symboliek, steenhouwers en kunstenaars, en Flora en Fauna op de Daalseweg. En..een ” Funerair Gastenboek “. Een begrip door Wim zelf bedacht in samenspraak met zijn broer. Het suggereert poëtisch de verbintenis tussen dood en leven en passanten, zoals bij een groot hotel in allerlei tijdsepisoden. Ongeveer honderd overledenen, bekende en minder bekende, …gasten… van de Begraafplaats worden daar beschreven, met verschillende-, ook dramatische- ,kleurrijke verhalen en afbeeldingen. Heel boeiend en inspirerend voor de rijkheid van de stad Nijmegen in al haar geledingen, en mensen. Niet te vergeten de tweede wereldoorlog en 22 februari 1944. Dus vroeger, en ook burgers van nu.

Een hele eer en een verrassing was, dat John Vaessen en een delegatie uit Roermond die avond aanwezig waren, een eerste boekexemplaar ontvingen en een feestelijke voordracht hielden. John Vaessen en de zijnen hebben te Roermond de uiterst goed onderhouden Begraafplaats; “D’n Ajen Kirkhof , Graven en Grafkelders” beschreven in een schitterend boek, al jaren eerder, en dat heeft als voorbeeld gediend voor Wim, om het ook zó te willen vormgeven. Wim is opgegroeid te Roermond en grootouders van hem zijn op de Ajen Kirkhof begraven. Natuurlijk was het een grote eer, eerste boek- exemplaren uit te reiken aan burgemeester Hubert Bruls, Sjoerd de Vos en aan Joost Meertens van de SBN. Hubert Bruls feliciteerde ook de STIPA voor haar jarenlange inzet bij de bewogen geschiedenis van de Begraafplaats, waar zéér veel belangen en polemieken hebben gespeeld. Pepijn Oomen voorzitter van de STIPA bedankte ook alle steungevers, bij de geboorte van deze monumentale uitgave. Joost Meertens dankte voor de vruchtbare samenwerking tussen de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen en de STIPA.

Het was 24 juni verlichtend en feestelijk nogmaals, omdat door het boek van Wim Desserjer een meerwaarde erkenning en status is ontstaan voor vroeger, en nu, en later van de Begraafplaats Daalseweg. Waarbij hopelijk krachten naar voren komen voor gebruik en behoud in de toekomst.

“ Wim,……met zo’n belangrijk en goed, en mooi boek, kun je thuiskomen!!”

Edo Fennema, bestuurslid STIPA en haar voorgangers.

5. Reacties op het verschijnen van het boek over begraafplaats Daalseweg

Wim Desserjer

Over Begraafplaats Daalseweg. “…hier liggen de getelden, steen aan steen …”.

“Met Begraafplaats Daalseweg heeft Wim Desserjer een prachtig en respectvol document geschreven voor u als lezer en voor alle nabestaanden als een blijvende herinnering. Aan u als lezer kan ik alleen maar zeggen: ”Lees het als een boek; bewaar het als een naslagwerk”.

Franc Korsten, bestuurder Stichting Begraafplaatsen Nijmegen
(Voorwoord, Begraafplaats Daalseweg, p. 9)


“… Blij werd ik afgelopen maand van de nieuwe boeken over de kerkhoven Rustoord en Daalseweg. Ze brengen oude herinneringen naar boven aan bijzondere én gewone mensen […]. Dankzij het boek over Daalseweg snap ik bovendien eindelijk meer van de symboliek van de grafkunst …”.

Rob Jaspers, columnist De Gelderlander
(’T PLEIN, De Gelderlander, 8 juli 2022)


“In Paradisum presenteert een prachtig boek over begraafplaats Daalseweg. Wij willen als bestuur en vrijwilligers van de Stichting Oude Kerkhof uit Roermond auteur Wim Desserjer en Stichting In Paradisum van harte feliciteren met het resultaat en zijn verheugd dat wij ooit als voorbeeld en inspiratie hebben gediend”.

Coen in het Panhuis, voorzitter Stichting Oude Kerkhof Roermond
(artikel, 7 juli 2022, https://www.oudekerkhofroermond.nl)


“ … over de uitgave. Die is in één woord geweldig. Een prijs waardig. Zelden heb ik zo´n fraai verzorgd boek gezien. De opmaak is bijzonder smaakvol, mooie letter, elegante bladzijdenummering, het geheel grafisch een lust voor het oog. Ook de welverzorgde noten zijn voorbeeldig in het boek opge-nomen. De afdrukkwaliteit van de vele foto´s en illustraties is werkelijk verbluffend, mede dankzij het goed gekozen papier. Ook in boeken die veel duurder zijn, vind je maar zelden deze kwaliteit”.

Ger Desserjer, Nijmegen
(mailbericht, 5 juli 2022)


“Als ouders van Yara zijn wij niet de eersten om je te feliciteren en complimenteren met het prachtige boek over Daalseweg. Vrijdagavond kwam het daar niet van. Graag sluiten wij ons aan bij de lovende woorden van Rob Jaspers. Voor ons als nabestaanden is het speciaal dat het verhaal van Yara en ook haar grafmonument een plaats hebben gevonden tussen de overige ‘gasten’ en wetenswaardigheden. Zeer bedankt voor je grote inzet en het waardevolle resultaat”.

Peter Fest, Nijmegen
(mailbericht, 25 juni 2022)


“… ik heb het boek over de begraafplaats Daalsche Weg ontvangen en  spreek mijn grote waardering uit. Prachtig beschreven, historisch van top kwaliteit, compleet in al zijn details.  Met prachtig beeld materiaal. Kortom  een meesterwerk . Mijn dank ervoor”.

Drs. W.A.M. De Bruijn, Apeldoorn
(mailbericht, 9 juli 2022)


“Wat fijn om er gisteravond bij geweest te zijn, ik vond het echt een mooie boekpresentatie, ook met humor en al, een fijne sfeer. Maar helemaal prachtig is het boek”.

Sari Koppens, Nijmegen
(mailbericht, 25 juni 2022)


“Gisteren kocht ik in het antiquariaat van Eugène Jeurissen in Beek het prachtige boek over de begraafplaats aan de Daalseweg. Ik wil u alleen maar even laten weten dat ik er heel blij mee ben. Prachtige informatie en goed bij elkaar gebracht. Nogmaals complimenten voor het boek”.

Prof. Dr. Peter Nissen, Nijmegen
(mailbericht, 9 juli 2022)


“Ik vind het een eer om als burgemeester van Nijmegen het voorwoord te schrijven in het eerste boek dat gaat over de geschiedenis en schoonheid van de begraafplaats Daalseweg. […] Na het lezen van dit boek kijkt u echt anders naar deze bijzondere begraafplaats midden in Nijmegen-Oost. Zo komen de geschiedenis en de boeiende verhalen voor u tot leven […]. Ik feliciteer Stichting In Paradisum en de ‘Vrienden van Daalseweg’ met deze mooie uitgave en zie het als een kroon op uw jarenlange inzet en ijver voor het behoud van de begraafplaats Daalseweg”.

Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen
(Voorwoord, Begraafplaats Daalseweg, p. 8)


“Van harte gefeliciteerd met de uitgave van het boek Begraafplaats Daalseweg. Het is een goed gedocumenteerd werk en de uitvoering met onder andere foto’s en overzichten ziet er zeer verzorgd uit”.

Zr. Laetitia Aarnink, regionaal overste Zusters JMJ, Den Bosch
(brief, 7 juli 2022)


van Rob Jaspers, De Gelderlander, 9 juli 2022

Ik dwaal graag over begraafplaatsen. Ik let dan op de namen op de grafstenen, let op leeftijden, data van overlijden. Probeer me voor stellen wat er gebeurd is als je plots reeksen graven met doden uit een bepaalde periode treft.

Op de militaire eregrafvelden word ik stil als ik op de leeftijden let van de gesneuvelde militairen. De omvang van die grafvelden zorgt telkens voor een confrontatie. Zeker nu weer met die waanzinnige vernietigende Russische oorlog in Oekraïne.

Het is mooi dat op steeds meer plekken vrijwilligers, vaak ook, jongeren, die gesneuvelde militairen een gezicht en verhaal geven.

Op oudere begraafplaatsen verrast de natuur rond de graven me vaak. Begraafpark Heilig Land Stichting is wat het groen betreft helemaal bijzonder. Is sinds 2004 zelfs een Rijksmonument.

Blij werd ik afgelopen maand van de nieuwe boeken over de kerkhoven Rustoord en Daalseweg. Ze brengen oude herinneringen naar boven over bijzondere én gewone mensen die ooit in Nijmegen woonden en werkten. Opvallend trouwens dat velen op deze eeuwige rustplaatsen oorspronkelijk van elders kwamen, maar uiteindelijk een grote verbondenheid kregen met Nijmegen.

In het boek over de Daalseweg wordt ook stilgestaan bij de acties die in de jaren negentig gevoerd werden voor behoud van dit kerkhof. Ooit betitelde de gemeente deze begraafplaats ‘als een storend element in de wijk’. Er moesten hier woningen komen. Gelukkig is dit voorkomen. Het is een rustplek met bijzondere geschiedenislessen over onder meer de pijn van het februaribombardement in 1944 en de frontstadperiode. De namen van ondernemers hier vertellen weer het verhaal van Nijmegen als industrie- en winkelstad. Je wordt ook verrast door de vele kunstenaars die hier liggen. Dankzij het boek snap ik bovendien eindelijk meer van de symboliek van de grafkunst.

Het boek Begraafplaats Daalseweg “…Hier liggen degetelden, steen aan steen…” is te koop in de boekhandel of via stichtinginparadisum@kpnmail.nl.


van Peter Nissen, 13 juli 2022

VAN DE SCHOONHEID EN DE TROOST (816)

“Op 28 mei (aflevering 770) vertelde ik enthousiast over het boek van Peter Altena en Peter de Beukelaer over de in oorsprong protestantse begraafplaats Rustoord in Nijmegen, geopend in 1897. Twaalf jaar eerder, in 1885, was de katholieke begraafplaats aan de Daalseweg, ook in Nijmegen-Oost, in gebruik genomen. Ook over die historische begraafplaats is zojuist een prachtig boek verschenen. Het is van de hand van Wim Desserjer, geboren in Roermond en (net als ik) oud-leerling van het onvolprezen Bisschoppelijk College in die stad. Na een loopbaan in het onderwijs, het ontwikkelingswerk, het onderzoek en het advieswerk, onder meer bij het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen van de Nijmeegse universiteit, werd hij na zijn pensioen in 2010 vrijwilliger bij de stichting In Paradisum, die zich inzet voor het behoud van historische begraafplaatsen.

De vrucht van dat vrijwilligerswerk is het kloeke boek over de begraafplaats, met een mooie, aan een gedicht van Chris J. van Geel ontleende ondertitel: ‘Begraafplaats Daalseweg. Hier liggen de getelden, steen aan steen…’. Het boek heeft een heel andere opzet dan dat over Rustoord. Terwijl de beide Peters in dat boek aan de hand van 65 foto’s van graven iets vertellen over evenveel begravenen (eigenlijk iets meer, want soms liggen er meer mensen in één graf), biedt Wim Desserjer een omvattend overzicht van de aanleg en de geschiedenis van de begraafplaats, van de stijlen van grafmonumenten en ornamenten en zelfs van de flora en fauna op de begraafplaats, en dan – hoofdmoot van het boek – in chronologische volgorde de levensgeschiedenis van ruim negentig mannen en vrouwen en hun graven, plus nog enkele groepsgraven van priesters, zusters, broeders en paters.

De begraafplaats aan de Daalseweg was immers, zoals gezegd, het rooms-katholieke kerkhof van Nijmegen. Tot 1885 begroeven de katholieken hun doden op de gemeentelijke begraafplaats aan de Stenenkruisstraat. Maar niet alleen dreigde daar plaatsgebrek te ontstaan, ook kregen de katholieken in die tijd van confessionele segregatie behoefte aan een eigen begraafplaats. De eerste begrafenis, op 22 juni 1885, was meteen al een bijzondere: die van Alphonsje Buhrs, het driejarig zoontje van een Amsterdamse notaris, in Nijmegen overleden en begraven onder een sokkel van gestapelde rotsblokken met daarboven een gebeeldhouwd boomstammenkruis. Na Alphonsje volgden er nog velen, mannen en vrouwen, eenvoudige mensen en hooggeplaatsten, rijken en armen, kunstenaars en arbeiders, en het is zoals de auteur in de inleiding zegt: ‘Elk graf vertelt een uniek verhaal.’ Die verhalen vertelt Wim Desserjer op een boeiende wijze. Zij vormen een neerslag van de emancipatie van de katholieken in Nijmegen, dat tot het begin van de twintigste eeuw nog door een protestantse elite werd gedomineerd. Wij horen over katholieke ondernemers en middenstanders, kunstenaars en journalisten, hoteleigenaars en onderwijzers, bankdirecteuren en banketbakkers, uitgevers en chocoladefabrikanten, zoeaven en componisten, militairen en operazangers, schoenmakers en ambtenaren, caféhouders en krakers, en ook over enkele hoogleraren van de bijna honderdjarige universiteit.

Achter in het boek staat een plattegrond van de begraafplaats met de nummers van de vakken. Die maakt het mogelijk om de graven, voorzien van een nummercode, terug te vinden. Bij mijn komende bezoeken aan de begraafplaats gaat het boek van Wim Desserjer in de rugzak mee. En dan ga ik ze groeten: de dichter Gerard Bruning, de kunstenaar Henri Leeuw junior en zijn broer Oscar, de letterkundige en pleitbezorger voor katholieke wetenschappers Maarten (Tinus) Poelhekke, de kunstenaar Ted Felen, en vele vele anderen”.

6. Project ‘Herstel Houten Kruisen Daalseweg’

Stichting In Paradisum
Bert Eggelaar
Peter van Schaijk
Wim Desserjer

Beknopt overzicht

1994

Op begraafplaats Daalseweg zijn ruim 300 slachtoffers van het bombardement op Nijmegen dd. 22 februari 1944 begraven. Niet elk slachtoffer kreeg destijds een eigen grafmonument.

In 1994 heeft het bestuur van de stichting In Paradisum -in goed overleg met de stichting Begraafplaatsen Nijmegen (SBN)- besloten om het eigen graf van vijftien bombardements-slachtoffers, waarvan geen monument (meer) aanwezig was, te voorzien van een houten kruis. Aldus werd zichtbaar gemaakt wie op die plaats begraven was en werd herdenken concreter. De Hobbywerkplaats achter het NS-station vervaardigde de kruisen.

volgnummerliggingnaamgeboortedatum
101-02-01OUDVORST, A.28-06-34
201-02-06POL, G.J. v.d.07-03-1932
308-01-12BEEK, A.A. van23-10-13
408-01-19MALLO, M.02-07-31
508-01-22BLOEMBERG, J.M.12-09-83
608-01-28KLAASSEN, J.H.26-11-02
708-01-28KLAASSEN-REINDERS, M.23-05-02
808-02-18BEEK, G.H. van28-04-22
908-02-25GOOSSENS, W.Chr.31-03-99
1008-02-26MEGEN, A. van08-10-79
1112-05-08 nr.9DIJK, W. van30-10-18
1213-05-09ENGELENBURG, B.J.J. van30-07-29
1335-03-20BAAL, M.B. van07-01-05
1435-03-21CUPPENS, H.L.12-04-93
1535-03-26VERGEER, J.18-01-98
uit: Bart Janssen ‘Bombardementsslachtoffers zonder monument’, Nijmegen, 14 juni 1995

2019

25 jaar later zijn bijna al deze 15 houten kruisen geheel of gedeeltelijk vergaan. Opnieuw vroeg de stichting In Paradisum de hulp in van de Hobbywerkplaats om de kruisen te herstellen danwel te vernieuwen.

Op de NL DOET-dag in maart 2019 werden de eerste drie kruisen herplaatst door burgemeester Bruls, wethouder Vergunst en SBN-bestuurder Korsten.

2022

Onder meer door naleving van coronamaatregelen konden de overige 10 kruisen nog niet geplaatst worden. Stichting In Paradisum is zeer verheugd dat een aantal leden van het team Veteranen Sunset March bij het plaatsen van laatste kruisen wil meehelpen.

Het zal een bijzondere gebeurtenis zijn die op gepaste wijze aandacht zal krijgen. Het betreft de graven van onderstaande personen. Van een enkeling kan wellicht nog een nabestaande worden verwittigd en uitgenodigd. Het voornemen is erop gericht om deze kruisen op zaterdag 24 september aanstaande te gaan plaatsen.

locatie 01-02-01
André van Oudvorst zat op school in de Hertogstraat waar zijn vader onderwijzer was. Wachtend bij de tramhalte op het Kelfkensbos werd hij door een bomscherf in zijn hoofd getroffen en overleed ter plaatse. Zijn vader vond hem kort daarop en terwijl hij hulp ging halen werd het lichaam meegenomen.  Zijn ouders hebben het lichaam niet meer gezien en ook niet geïdentificeerd.

locatie 01-02-06
Gerrie van de Pol was de zoon van vader (onbekend) en Geertruida van de Pol. Hij was leerling van de Josephschool, Kelfkensbos. Over zijn locatie tijdens het bombardement is niets bekend.

locatie 08-01-12
Ad van Beek was de zoon van Antonius A.A. van Beek en Gerarda Baltessen. Hij trouwde met Johanna Phoelich en werd vader van een kind. Hij werkte bij de Deutsche Feldpost in het pand van Vroom en Dreesmann. Hij is onderweg naar zijn werk omgekomen.

 locatie 08-01-19
Marietje Mallo zat op school in de Doddendaal in de klas van zuster Johanna. Tijdens het luchtalarm zaten de leerlingen in de kelder en mochten daarna naar huis. Marietje bleef met drie vriendinnen achter om zuster Johanna te helpen. Kort erop ging zij met een vriendinnetje naar huis richting Zeigelbaan. Beide meisjes zijn onderweg door het bombardement omgekomen.

locatie 08-01-22
Anna Bloemberg, dochter van Hendrikus W. Bloemberg en Anna Maria Wegh, was huishoudster van de heer H.W.Sepmeijer. Zij is  tegelijkertijd met haar werkgever omgekomen in het huis aan Krayenhofflaan 128, bij het vallen van de laatste bommen in Nijmegen op 22 februari ’44.

locatie 12-05-08/9
Mientje van Dijk was hulp in de huishouding  in het gezin Van Lent-van Summeren in de Kroonstraat 25. Zij is daar met moeder Van Lent-van Summeren, haar vijf kinderen, haar zus en haar zwager, Piet en Wil Geurts-van Summeren, omgekomen. Mientje kon worden geïdentificeerd tussen het puin aan de hand van een medaille uit Lourdes die zij altijd droeg.

locatie 13-05-08/09
Breunis woonde met zijn moeder Wilhelmina Johanna Antonia van Engelenburg bij zijn oma aan de Parkdwarsstraat. Zijn vader was niet bekend, maar was in Duitsland tewerkgesteld, naar men zei. Breunis was buiten aan het knikkeren toen de bommen vielen. Hij raakte zwaar gewond en is kort daarop overleden.

locatie 35-03-20
Maria was de dochter van Gerardus Johannes Alowisius van Baal en Maria Bregitta Vendel. Ze is samen met haar zus Hendrika getroffen door de bominslag in de Molenstraatkerk op 22 februari 1944. Haar naam en die van haar zus  staan vermeld op de plaquette in deze Petrus Canisiuskerk.

locatie 35-03-21
Henricus Cuppens woonde met zijn vrouw Maria M. Giesbers en zes kinderen aan de Berg en Dalseweg waar hij een aannemersbedrijfje dreef. Daarnaast werkte hij als doodgraver en aanzegger – binnen de parochie van St.-Stephanus –  bij een begrafenisonderneming. Op 22 februari was hij gekleed in doodgraversuniform onderweg naar enige adressen waar hij een overlijden moest aanzeggen. In de tram op het station is hij bij het bombardement omgekomen.

locatie 35-03-29
Jan Vergeer was de zoon van Willem Vergeer en Theodora Fest.  Hij was getrouwd met Maria W.Gerritsen en had drie kinderen. Hij was trambestuurder van tram nr. 25, op tramlijn 1. Deze tram stond tijdens het bombardement van 22 februari 1944 op het Stationsplein en werd door de bommen getroffen. Jan Vergeer overleed ter plaatse.

Foto’s en beschrijvingen; uit Bart Janssen De pijn die blijft, Nijmegen, 2005.

7. Willy en Marietje Rademakers

Gedicht ontvangen via oproep van dichterbijoost of Poëziecentrum.

Geheel volgens de wrede wetten van het leed
Bedelven brommende eskaders des doods
de onnozele kinderen onder het puin

Een open toekomst, het beloofde fortuin
Worden sinister, macaber en groots 
Bedekt door een stenen bruidskleed

Maar blijf hun namen voluit noemen
Schrijf over de cijfers die als stille getuigen
Van hun te korte leven alsnog zijn gekerfd

Op hun anonieme graf. De verloren tijd erft
Hun glimlach, hun spelen en hun juichen
Om de merels, de lente en het bijenzoemen

Thieu van Ingen.

Thieu van Ingen.

8. RN7 artikel over de rondleiding van Bert Eggelaar

Geschreven door Michiel van Heijst, hoofdredacteur van RN7 de publieke omroep voor het Rijk van Nijmegen.
19 juni 2022 14:08

Het is een dodenakker, maar ook een levend kerkhof.”

Begraafplaats Daalseweg. Foto: RN7

NIJMEGEN – Midden in de stad, ingeklemd tussen huizen, drukke wegen, en een grote supermarkt, stappen we een oase van rust in. We zijn op de bijna 140 jaar oude begraafplaats aan de Daalseweg, samen met Bert Eggelaar, die er als vrijwilliger rondleidingen geeft. “Ik heb vaak mensen in de rondleiding die er al tig keer langs zijn gelopen, maar nog nooit erop,” vertelt hij.

Loop een rondje met Bert Eggelaar over de begraafplaats, en de prachtige verhalen vliegen je om de oren. Hij weet zo veel, dat hij zijn rondleidingen met gemak aan zijn publiek aanpast. Elke rondleiding is dus uniek. Met sommige plaatsen heeft hij zelf net wat meer, zoals met het monumentje voor de kleine Corrie uit Wijchen, die slechts een jaar leefde (1922-1923). Het is een gedetailleerd beeldje, dat volgens Eggelaar veel mensen aangrijpt. Hij waarschuwt zijn bezoekers daar soms ook voor. “Vooral jonge ouders hebben het er wel eens moeilijk mee.”

Eggelaar geeft zijn rondleidingen namens Stichting In Paradisum, die als doel heeft de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. Bijna elke dag loopt Eggelaar, die twee straten verderop woont, wel een rondje over de begraafplaats, ook als hij geen rondleiding geeft. Hij houdt van de plek: “Het is een begraafplaats, maar ook een begraafpark. Een oase in de stad.” Misschien schrikt het mensen af dat het hier als vanzelfsprekend over de dood gaat? “Ondanks dat het een dodenakker is, is het een levend kerkhof. Er worden nog steeds mensen begraven.”

In voortbestaan bedreigd

Het voortbestaan van de begraafplaats stond meermaals ter discussie, voor het eerst in 1940. De begraafplaats was ingesloten door bebouwing, en uitbreiding was niet meer mogelijk. Toch bleef de deze tijdens de Tweede Wereldoorlog in gebruik. Meer dan 300 slachtoffers van het bombardement op Nijmegen van 22 februari 1944 vonden hier hun laatste rustplaats. De ‘oase in de stad’ kwam de oorlog niet ongeschonden door. Eggelaar laat de kogelgaten in één van de monumenten zien. Het gaat om het monument van de familie Smulders. “Die had een rederij, en heeft onder andere materialen vervoerd voor de aanleg van het Suez kanaal,” vertelt Eggelaar.

Uiteindelijk werd de begraafplaats in 1948 alsnog gesloten, en een groot deel van de graven geruimd. Bijna een halve eeuw later, in 1995, kwam renovatie en opnieuw gebruik.

Bekende doden

Er liggen ook bekende mensen begraven aan de Daalseweg. Zo is er een familiegraf van de familie Vroom en Dreesman, oprichters van het voormalige warenhuis. Ook de in 1995 vermoorde activist Louis Sévèke ligt hier. Eggelaar wijst ons ook nog op het graf van de familie Van Woerkom. “De eigenaars van de eerste echte Nederlandse supermarkt, in 1946 aan de Molenstraat.” Het gaat om het pand waar nu overigens nog steeds een supermarkt zit, maar dan onder de naam Coop.

Eggelaar weet nog niet of hij ook zelf hier begraven wil worden. “Maar áls ik zou willen liggen, dan onder één van die grote dikke beukenbomen.”

Graf en gedenkbankje van Louis Sévèke. Foto: RN7

De video hierover is te zien via de link: https://www.youtube.com/watch?v=1Yj1Xde6Pnw.

9. Bronzen Letters

Vanaf het moment, rond 1994, dat wij als stichting zijn begonnen met het inventariseren van alle grafmonumenten op de Daalseweg, werden er ook regelmatig “zwerfletters/ cijfers/ speciale tekens” gevonden, meestal in brons, aluminium of roestvrij staal in vele soorten en maten.

Een foto van diverse bronzen letters die op alfabetische volgorde gesorteerd liggen op een witte achtergrond.

Een kist vol, ongeveer honderd stuks. Een jaartje terug besloot een klein werkgroepje toch hiermee aan de slag te gaan. Een helse klus, eerst alles in een sorteerbak rangschikken op grootte en dan met de bak de begraafplaats op en per vak gaan zoeken naar de grafmonumenten met ontbrekend metaalwerk. De 15-jarige Tobias wilde ook wel meehelpen en dat bleek een gouden greep. Hij slaagde er snel in vele combinaties adequaat te koppelen aan de lege plekken.

Wat er overblijft na deze zoektocht, na het vergelijken, na de belangrijke administratieve duiding, waren een stuk of 25 zakjes gevuld met metaal.

Steenhouwerij van Leeuwe gaf ons raad en ook mochten wij gebruik maken van een, speciaal voor dit werk, bestemd lijmpistool gevuld twee componentenlijm.

We zijn vol goede moed zaterdag 20 augustus jongsleden aan de slag gegaan en hebben zo de door ons aangemerkte monumenten kunnen behandelen.

Namens Bert Eggelaar, Wim Desserjer, Peter van Schaijk en zijn kleinzoon Tobias van Schaijk.

10. Open Monumentendag Nijmegen

Op 10 en 11 september 2022 bent u van harte welkom in Nijmegen.

Meer dan 50 monumenten zijn te bezoeken in de oudste stad van Nederland. Er zijn tal van rondleidingen, lezingen en exposities. Ook onze stichting is weer present op onderstaande begraafplaatsen.

Begraafplaats Dorpsstraat

za 11:00-17:00 | reserveren niet nodig | rolstoeltoegankelijk

Doorlopend rondleidingen met extra aandacht voor duurzaamheid.

Het kerkhof bij het witte kerkje sloot in 1890 zijn poorten, omdat daar sinds de opening van de Algemene Begraafplaats aan de Graafseweg in 1881 geen overledenen meer werden begraven. Op de kleine begraafplaats zijn nog 30 grafstenen aanwezig.

Begraafplaats Stenenkruisstraat

za 11:00-17:00 | zo 11:00-17:00 | reserveren niet nodig | niet rolstoeltoegankelijk

Rondleiding om 13u en 14.30u met extra aandacht voor het thema duurzaamheid

Deze begraafplaats buiten de stadspoorten was groter dan tegenwoordig en kende oorspronkelijk een protestants, katholiek en Joods deel. Bekende Nijmegenaren zoals Quack, Noorduyn en In de Betouw zijn hier begraven.

R.K. Begraafplaats Daalseweg

za 11:00-17:00 | zo 11:00-17:00 | reserveren niet nodig | rolstoeltoegankelijk

Open inloop zonder reserveringen.

Rondleiding om 13u en 14.30u met extra aandacht voor het thema duurzaamheid, start bij grote toegangspoort            

Stadsarchitect J.J.Weve ontwierp deze ommuurde begraafplaats in de vorm van een padenkruis. Aan de met rode beuken beplante hoofdpaden staan de grafmonumenten van belangrijke Nijmeegse families als Dreesmann, Terwindt en Dobbelmann en van plaatselijke kunstenaars als C.A.P. Ivens, H. en O. Leeuw en J.J. Weve zelf.

11. Colofon

‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.

De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.

De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.

Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.

De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.

De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2022.

Stichting In Paradisum
Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen
T 06-48820433
e stichtinginparadisum@kpnmail.nl
www.stichtinginparadisum.nl

1. Voorwoord voorzitter

Beste lezers van het Bulletin,

Het overkomt me niet vaak dat bij de lezing van een aflevering van Het Bulletin van In Paradisum het water me in de mond loopt, maar bij deze tweede editie van 2022 is het gebeurd. Dat is te danken aan het artikel van Peter van Schaijk over de familie Van den Dungen, van de Chocoladefabriek aan de Groenestraat. Neemt u bij dit artikel een lekker stukje chocola voor de optimale ervaring.

Maar ook de artikelen over docent Ubachs en redacteur Van der Lans zijn zeer de moeite van het lezen waard. Ze doen je verlangen naar het boek van Wim Desserjer, waarin tal van andere verhalen over de op de Daalseweg begraven Nijmegenaren te vinden zijn. In dit Bulletin leest u ook daarover goed nieuws: dit boek komt eind juni uit. Het is nog mogelijk om in de voorverkoop uw exemplaar te bestellen!

Meer verheugend nieuws: In Paradisum zal in de komende zomerperiode – nu de Coronapandemie voorlopig (en hopelijk voorgoed?) achter ons ligt – zoals voorheen gebruikelijk weer rondleidingen over de begraafplaatsen Stenenkruisstraat en Daalseweg verzorgen en ook met de Open Monumentendagen laten we ons niet onbetuigd. Kortom, het bestuur is weer druk als vanouds. Gelukkig is het bestuur met de komst van Alex de Meijer als secretaris weer voltallig. Alex, van harte welkom!

Ten slotte wijs ik u graag op de tentoonstelling “Vrede, vrijheid en een onsje geluk” in de Molenpoortpassage, waaraan ook In Paradisum bijgedragen heeft. Want in deze roerige tijden in het oosten van ons Europa is het goed om ook stil te staan bij het verleden. Wat de Oekraïners nu overkomt, wijkt niet af van wat ons nog niet eens zo lang geleden is overkomen. Om Van Randwijk te citeren: “Zoek niet de doden, zoek de levenden. Zoek daar waar dit volk woont en werkt. Zie hoe wijd zijn land is, hoe hoog zijn hemel, hoe dichtbij het ruisen van de geweldige zee. In deze gewesten zijn vrede en vrijheid groot geworden. Zij zijn de vruchten van geestelijke zuiverheid, eerlijk denken, naastenliefde en geloof. Bedenk, dat hetgeen gisteren bedreigd werd, heden en morgen opnieuw in gevaar kan verkeren. Bescherm het en wees waakzaam.”

Voor nu wens ik u veel leesplezier.

Pepijn Oomen
Voorzitter In Paradisum

2. Over In Paradisum

Beste ontvanger van ons bulletin.

Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.

Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:

  • Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
  • Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
  • Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
  • Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
  • Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.

Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.

Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.

Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl

3. Groenestraat, Nijmegen, chocolade : de geur van heerlijkheid

Het begint allemaal bij Johannes (Jan) van den Dungen die op 19 maart 1814 werd geboren in ’s-Hertogenbosch, overleden in Nijmegen op 15-12-1885, en op 2 mei 1844 in ’s-Hertogenbosch trouwt(RK) met Anna Maria Goëtte, geboren op 21 mei 1821 in ’s-Hertogenbosch en overleden in Nijmegen op 03-01-1898. Hij is van beroep koekenbakker en zij verhuizen direct na hun huwelijk naar Nijmegen, Smidstraat nummer 443 en daar begon hij zijn bakkerij en had in zijn winkel ook het alleenrecht voor de verkoop van allerlei theesoorten die hij verkreeg van de firma Jan van Rees en zoon te Zwolle. Zijn zoon Eduard zette de koekbakkerij enige tijd voort in de Lange Hezelstraat.

Een kinderrijk gezin, negen jongens en vier meisjes waarvan er drie jong zijn overleden.

Een goed RK gezin en gezien het feit dat Jan en Anna vrij direct na de opening van de begraafplaats Daalseweg zijn overleden, mag ik aannemen dat zij ook daar zijn begraven, echter geen bewijs hiervan kunnen vinden.

De andere zoon, Johannes Antonius, geboren op 15 maart 1845, overleden op 10-07-1914 te Beek, richtte in 1866 een koekbakkerij op aan de Broerstraat 44. Als koek- en banketbakker trouwt hij op 01-09-1869 in Utrecht met de 20-jarige Elisabeth Cornelia van Bunnik, geboren op 25-12-1848 te Utrecht, overleden op 13-09-1918 te Nijmegen (zij was woonachtig in Ubbergen), dochter van Paulus van Bunnik en Johanna Cornelia van Meeningen.

In de Gelderlander van 20-02-1867 wordt zijn winkel voor het eerst gemeld in een advertentie waarin hij, evenals zijn vader, theesoorten aanbied van eerder genoemde firma, adres: Broerstraat nummer 44. Het bovenpand wordt hun woonadres.

Ook hier is sprake van een kinderrijk gezin, vijf jongens en vier meisjes met een droeve nasleep dat hiervan vijf kinderen jong zijn overleden.

In een advertentie van november 1868 wordt zijn winkel aangeprezen als verkooppunt voor de voortreffelijke chocoladen, gemaakt van zuivere cacao en suiker, door het huis Franz Stollwerck te Keulen. Ook de apotheker Geerligs wordt een tweede verkooppunt en dit heeft alles te maken met het feit dat deze firma de stoom-chocoladen sterk aanbeveelt voor “zwakken, patiënten en herstellenden”.

Op dit adres richtte hij rond 1869 ook een banketbakkerij op en werd in 1871 de eerste machines geplaatst, wat later werd gezien als het startpunt van de fabriek. Een grote fabrieksruimte kwam in 1889 gereed en door verdere uitbreidingen groeide het bedrijf tot aan de Scheidemakersgas door.

Hun eerste zoon Paulus Johannes Joseph Antonius(Paul) van den Dungen, geboren op 21-04-1871 in Nijmegen en aldaar overleden op 15-05-1922.

Hij was chocoladefabrikant en trouwde op 17 mei 1898 te Nijmegen met Henriette Victoria Geertruida van den Bogaard, geboren te Nijmegen op 02-11-1872 en aldaar overleden op 27-06-1916, slechts 43 jaar oud, dochter van Hermanus Hendrikus van den Bogaard en Victoria Josepha Huberta van Aernsbergen.

De kinderen uit dit huwelijk (voor zover bekend):

  1. Jan Victor Antoon van den Dungen, Nijmegen 01-12-1900, directeur van een N.V.. huwelijk op 01-06-1931 te Valburg met de 29-jarige Theodora Elisabeth Maria van Woerkom.
  2. Herman Antonius van den Dungen, Nijmegen 26-04-1902 en aldaar op dezelfde dag overleden.
  3. Herman Antonius van den Dungen, Nijmegen 09-04-1903 en aldaar 1 dag later overleden.
  4. Herman Antonius Maria van den Dungen, Nijmegen 06-05-1904, van beroep mijn-ingenieur trouwde hij in Nijmegen op 14-02-1930 met Maria Johanna Antonia Tulleners, 25 jaar.
  5. Victoria Maria Antonia van den Dungen, Nijmegen 13-08-1905 en aldaar overleden op 17-02-1925, 19 jaar oud.
  6. Helena Elisabeth Antonia Johanna van den Dungen, Nijmegen 25-12-1907, huwelijk Nijmegen op 29-12-1941 met de 32-jarige employé Petrus Norbertus Justinus Maria van Riel.
  7. Paul Johan Antoon van den Dungen, Nijmegen 19-07-1909 en aldaar overleden op 12-10-1910, 14 maanden oud.
  8. Paul Johan Antoon van den Dungen, Nijmegen 30-04-1911 en aldaar overleden op 17-02-1912, 9 maanden oud.
  9. Henricus Victor Antonius van den Dungen, Nijmegen omstreeks 1914. Radiotechnicus, huwelijk Nijmegen 19-08-1940 met de 23-jarige Ida Adriana Everdina Smits.
  10. NN van den Dungen, meisje, levenloos geboren te Nijmegen op 28-02-1916

Na het overlijden van zijn vrouw trouwde Paul op 11-10-1917 te Ubbergen(2) met Johanna Gerardina Catharina Gunst, 39 jaar, geboren te Haarlem op 20-06-1878, overleden te Nijmegen op 11-06-1952, 73 jaar oud, dochter van Gerard Bernard Gunst en Julia Johanna Duppen. Onbekend is of er nog kinderen uit dit huwelijk zijn geboren.

Paul werd al snel betrokken bij al deze ontwikkelingen rond het bedrijf van zijn vader. Hij bouwde het koekbakkersbedrijf van zijn vader uit in de realisatie van een tweede winkel aan de Fransestraat 23 en een chocoladefabriek gelegen aan de Groenestraat in Nijmegen. Dit alles speelde in het jaar van zijn overlijden.

De vennootschap onder firma “Chocolaadfabriek J.A. van den Dungen” werd in 1921, met koninklijke bewilliging, omgezet in een naamloze vennootschap “Cacao- en Chocolaadfabrieken J.A. van den Dungen”. In hetzelfde jaar begon onder leiding van directeur P.N.M. Stuyt (Piet) de bouw van een chocoladefabriek aan de Groenestraat in Nijmegen, schuin tegenover de Guido Gezellestraat. Rond 1930 werd de naam gewijzigd in Van Dungen, nadat de banketbakkerij al in de jaren ’20 deze naam had aangenomen. Het bedrijf telde rond 1930 ongeveer 200 medewerkers. De beginperiode van de Tweede Wereldoorlog werd mondjesmaat productie geleverd en in 1943 werd zelfs op last van de Duitse bezetting de fabricage volledig gestaakt. Na de oorlog brak er gelukkig een bloeiende periode aan, vooral te danken aan de export naar Amerika.

Afhankelijk uit welke hoek de wind waaide, wees de geur van chocolade je de weg naar de fabriek van Van Dungen.

Van de vele soorten chocoladeproducten werden enkele zeer bekend. Hiertoe behoorden de Jamaicaanse rumbonen met op de verpakking de welbekende afbeelding van een Jamaicaan, lopend naast zijn volgepakte ezel.

Een ander bekend product was de Mekka-reep die overal goed werden verkocht. In deze 50-gram zware tabletten van melkchocolade met daarin hazelnoten en rozijnen verwerkt. Ze waren verpakt in de wel bekende blauwe wikkels met gouden letters. Men kon de wikkels sparen en bij inlevering van 6 stuks kreeg je 1 mekka gratis.

Na het overlijden van Piet Stuyt in 1972 werd het bedrijf verkocht aan Kwatta en ging de volledige productie over naar Breda. De Gemeente kocht in 1977 het terrein en werd de fabriek gesloopt voor de realisering van 76 woningen.

Kwatta kwam ook rond 1975 in zwaar weer terecht en werd uiteindelijk een aantal keren ingelijfd door Belgische bedrijven en kwam in 1996 wederom in handen van het Nederlands bedrijf CSM, in 2001 werd het merk Kwatta verkocht aan het Amerikaanse concern Heinz.

De herinnering aan deze tijd leeft nu nog voort in de welbekende doos van Van Dungen’s Jamaica rumbonen. Ik kocht ze vorige maand bij Trekpleister, hoe gek kan het gaan, en ze smaken nog eender ook. Een dun laagje chocolade, daaronder een harde container van suiker en binnenin de bruinige vloeistof, 2,7% alcohol is te lezen bij de productinformatie en ze worden gemaakt bij Cloetta Holland B.V. te Oosterhout(NB).

Paul van den Dungen, zijn eerste vrouw Henriëtte van den Bogaard en hun dochter Victoria werden te ruste gelegd op de begraafplaats Daalseweg, eerste klasse aardgraf voor drie personen in vak 26, rij 3 grafnummer 10. Helaas is het grafmonument geruimd.

Peter van Schaijk, 01-02-2022.

Bronnen:
huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl
wiewaswie.nl
noviomagus.nl
wikipedia.org
RAN Nijmegen

4. Gedicht: Graf vak 2

Wie heeft de stenen daar verlegd
het kruis zijn vleugels aangemeten?
Het wit dat niet is aangevreten
markeert een plek waar niets meer hecht.

Verstild is daar de tijd, versteend
de jaren. De cijfers dragen
een verhaal dat mij doet vragen:
Ligt hier een kind waaraan de ouder zich versleet?

Als lagen zij te dromen
hun namen samen zacht in steen.
Het dichte mos zal hen begroeien
en door de tijd gaan ze vervloeien.

Het familiegraf maakt alles één
daar in de Daalse Hof onder de bomen.

Maria van Raak

5. Alfons Ubachs, docent wiskunde, streng maar menselijk

Op 9 december 1959 overleed in Maastricht de heer Alphonse Johannes Gerardus Ubachs. Alfons Ubachs was op 8 februari 1896 in het Limburgse Meersen geboren.

Na de Openbare Normaalschool in Maastricht doorliep hij daar ook de Kweekschool.

Hij trouwde met Cornelia Anna Maria Hoenings. Het echtpaar kreeg zes kinderen: Jeanne, Rudy, Wiets, Wim, Wiesje en Peus.

Als oud-leerling van de Openbare Normaalschool had Alfons in die tijd weinig kans op een goede baan in het katholieke Maastricht en in 1923 besloot hij met zijn vrouw naar Nijmegen te verhuizen. Daar werd hij op de Ambachtsschool als docent in het vak wiskunde aangenomen. Eerst gingen zij wonen in de Barbarossastraat en in 1932 betrokken zij een woning in de Pater Brugmanstraat, waar hun huisnummer door een herindeling tweemaal gewijzigd werd.

Alfons Ubachs stond bekend als een vooruitstrevend leraar. Als een van de eerste leraren organiseerde hij schoolvoetbal en trok hij er regelmatig met de leerlingen op uit. Dat was in die tijd heel bijzonder.

Na zijn dagtaak op de Ambachtsschool gaf hij ook les op de avondschool en zelf in het weekend schroomde hij niet om les te geven. Zijn leerlingen beschreven hem als streng, maar menselijk. Naast zijn werk in het onderwijs was hij ook voorzitter van de vakbond St. Bernardus, speciaal voor docenten in het nijverheidsonderwijs.

Gedurende de oorlog was hij actief voor het illegale blad Christofoor. Na de oorlog werd hij lid van de NVB (Nederlandse Volks Beweging), die later zou overgaan in de Partij van de Arbeid.

De laatste jaren van zijn werkzame leven was Alfons Ubachs Inspecteur van het Lager Onderwijs. Het is niet bekend wanneer het echtpaar naar de Bieslanderweg in Maastricht verhuisde. Daar overleed hij op 9 december 1959. Hij werd bijgezet in het graf van zijn dochter Jeanne op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.

Deze Jeanne, de oudste dochter, was op 26 november 1945 aan longontsteking overleden. Als kind was zij door een val van de trap ernstig gehandicapt geraakt. Zij was pas 22 jaar, toen zij overleed. Zij werd begraven in vak 28, rij 6, graf 5. Haar vader Alfons is in dat graf bijgezet. Zijn echtgenote Cornelia Hoenings, die op 23 november 1973 op 79-jarige leeftijd overleed, mocht hier niet meer worden bijgezet, omdat de begraafplaats aan de Daalseweg als gesloten werd beschouwd. Zij ligt op “Jonkerbos” begraven.

6. Helm de Laat: veiling van een collectie

“Gedreven, soms verbeten, voorvechter van homo/lesbische emancipatie & queer art”, zo omschrijft Ludoviek zijn goede vriend. “Boekenliefhebber en -verslinder, pas later kwam de kunst. Hij woonde tussen duizenden boeken en veel kunst, de kunstcollectie van ruim 200 werken wordt geveild.”

Opbrengst

“Wat we met de opbrengst gaan doen? We willen precies twee jaar na zijn begrafenis aan de Daalseweg een grafmonument met sculptuur onthullen, gemaakt naar voorbeeld van een object uit zijn collectie. Dezelfde kunstenaar zal het op grafformaat opnieuw maken”, vervolgt Frans Stam. “Het andere deel van de opbrengst gaat naar het Roze Huis. Mocht er nog meer geld beschikbaar zijn dan zal dat aan Queer art en emancipatie besteed worden, via de stichting Quast, die Helm opgericht heeft om queer art te promoten. Maar we vinden het belangrijker dat de kunstwerken op een goede plek terecht komen dan dat we geld in de la krijgen, daarom zal al het werk betaalbaar aangeboden worden.”

(bron: de brug, Nijmegen, foto’s Bert Eggelaar)

De ligging van het graf van Helm de Laat: vak 8 rij 3 graf 1
Het ornament haaks op het graf, voorstellende een boek van glas.

7. J.R. van der Lans, redacteur van De Gelderlander

Bij binnenkomst op de begraafplaats valt meteen het grote grafmonument aan de rechterhand op. Het is het grafmonument van J.R. van der Lans, redacteur van de Gelderlander, vak 3, rij 1, graf 1.

Bij een nadere beschouwing valt de merkwaardige graftekst op het staande deel van de zerk op, dit is niet de opsomming van geboorte en sterfdatum, maar het zijn de titels van de boeken waarmee hij het meeste succes heeft gehad. Op de liggende zerk staan de gegevens van de personen die hier begraven liggen. De vogel bovenaan op het staande deel, evenals het portret van de redacteur zijn gemaakt van een koperlegering, t.w. brons. Deze legering heeft de eigenaardige eigenschap om de groei van algen en mos tegen te gaan, waardoor de tekst nog steeds uitstekend leefbaar blijft. Destijds was dat gegeven puur toeval….

In de Republiek (1568-1795) bestonden al kranten, maar de eerste krant met zowel (inter)nationaal als plaatselijk nieuws in Nijmegen verscheen pas in 1814: de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant (PGNC). Deze was van protestantse huize. Een eerste katholieke krant verscheen vanaf 1843: De Batavier. Na twee jaar verdween deze weer.

Simon Langendam richtte in mei 1848 de katholieke krant De Gelderlander op. In de drukkerij Langendam en Co, onderaan de Grotestraat, gingen de kranten een halve eeuw lang ter perse. Redacteur J.R. van der Lans stelde eind 19de eeuw voor om van De Gelderlander een naamloze vennootschap te maken om meer investeerders te trekken. (bron: Wikipedia)

Joannes Romboldus van der Lans (1855-1928)
Van der Lans werd in 1855 geboren te ‘s-Gravenhage. Aanvankelijk was hij onderwijzer maar in 1879 ging hij in de journalistiek en werkte bij de Katholieke Illustratie en Het Huisgezin. Van 1898 tot 1919 was hij hoofdredacteur van De Gelderlander.
Van der Lans heeft veel historische romans en novellen geschreven.

( bron: Katholiek Documentatie Centrum, foto Bert Eggelaar)

8. Nieuws en wetenswaardigheden

Groot onderhoud Begraafplaats Daalseweg

Wie nu langs de Begraafplaats Daalseweg fietst, gelooft zijn ogen niet. De hele bomenrij achter het hek langs de straatkant is verdwenen! En wie totaal geen idee had wat zich achter die coniferenhaag bevond, zal verwonderd uitroepen: Jee! Ik wist niet dat hier zo’n monumentaal kerkhof lag!  

Op maandag 24 januari zijn in opdracht van beheerder SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) alle coniferen langs het hek gerooid. Dat was nodig omdat de meeste dood waren en bruin uitgeslagen als gevolg van de extreem droge zomers van afgelopen jaren. Met groot materieel werden de aan de voet doorgezaagde bomen over het hek getild, direct in de versnipperaar geduwd en vermalen tot houtsnippers.

Een foto van houtsnippers
Houtsnippers bij de begraafplaats

Het gevolg is een ongekende metamorfose waar je misschien even aan moet wennen. Je hebt vanaf de straat nu vrij zicht op de soms meer dan honderd jaar oude grafmonumenten die tot nu toe verborgen lagen achter de bomen. Bijkomend voordeel is dat door de ontstane zichtlijnen de sociale veiligheid op de begraafplaats is toegenomen.Ook verder op de begraafplaats is flink gesnoeid. Met name rechts achterin zijn heel wat bomen gerooid. Onder de gerooide bomen een aantal grote beuken die waren aangetast door de voor beuken dodelijke reuzenzwam. Verder zijn er bomen gerooid die door hun fysieke staat bij stormweer zouden kunnen omgaan. Dit op basis van de bevindingen van een onafhankelijk team van deskundigen. Onderhoud was dus hard nodig, vooral als het gaat om dode of zieke bomen. Toch rijst de vraag of er niet meer bomen gespaard hadden kunnen blijven. De Begraafplaats Daalseweg is immers de groene long van Nijmegen-Oost met haar rijke flora en fauna. Er zal in elk geval herplanting plaatsvinden, maar wat en wanneer is nog niet bekend. 

Jeroen van Zuylen, 30-01-2022.


Kruisbeeld en kunstwerk.

Sinds vrijdag 18 maart jl. staat het monumentale kruisbeeld weer op zijn centrale plek op de begraafplaats aan de Daalseweg. Het 19e eeuwse kruisbeeld raakte twee jaar geleden zwaar beschadigd toen het van zijn sokkel werd geduwd bij een onhandige manoeuvre van een hoogwerker.

Hersteld kruisbeeld op begraafplaats Daalseweg

Het gietijzeren Christusbeeld en het houten kruis werden vervolgens vakkundig gerestaureerd. De fel witte kleur van het beeld is even wennen, maar de Nederlandse weersomstandigheden zullen zeker zijn natuurlijke uitstraling weer teruggeven.

Ook het beschadigde grafmonument van Ted Felen, een schitterend glas-in-lood kunstwerk door Ted zelf vervaardigd, staat weer fier en fraai gerestaureerd op zijn plaats.

Het prachtig herstelde grafmonument van Ted Felen

Ravage op oude begraafplaats Stenenkruisstraat

Op de begraafplaats Stenenkruisstraat in het Julianapark is op maandagmorgen 31 januari rond zes uur in de ochtend een stokoude boom omgewaaid.

De buurt schrok wakker, een hels kabaal en een enorme ravage was het gevolg. In zijn val heeft hij meerdere bomen meegenomen en een aantal loodzware grafzerken van hun plaats getild. Ook zijn er opstaande grafmonumenten gesneuveld.

Éen van de zware takken kwam terecht op het hekwerk dat zwaar werd beschadigd.

De omgevallen boom en hekwerk

Ruim twee weken later, 19 februari, weer een zware storm en weer werden een paar bomen geveld en werd aan de voorzijde een deel van het hekwerk ernstig beschadigd.

Snel en adequaat werd gewerkt om de hoeveelheid hout weg te werken. En met succes. De andere klussen, herstel hekwerk en grafzerken moeten nog een plek krijgen.


Rondleidingen 2022:

Zondag 26 juni:

12.00 uur : begraafplaats Stenenkruisstraat

14.00 uur: begraafplaats Daalseweg, vooral symboliek en ornamenten 15.00 uur: begraafplaats Daalseweg, grafmonumenten met een verhaal

Zondag 31 juli:

12.00 uur: begraafplaats Stenenkruisstraat

14.00 uur: begraafplaats Daalseweg, vooral symboliek en ornamenten

15.00 uur: begraafplaats Daalseweg, grafmonumenten met een verhaal

Open Monumentendagen 2022.

Zaterdag 10 september geopend :

11.00 – 17.00 uur: Witte kerkje Neerbosch, informatie en rondleidingen op verzoek

11.00 – 17.00 uur: begraafplaats Stenenkruisstraat, rondleidingen 12.00 en 14.00 uur en op verzoek

11.00 – 17.00 uur : begraafplaats Daalseweg, rondleidingen 13.00 en 14.00 uur

Zondag 11 september geopend :

11.00 – 17.00 uur: begraafplaats Stenenkruisstraat, rondleidingen 12.00 en 14.00 uur en op verzoek

11.00 – 17.00 uur: begraafplaats Daalseweg, rondleidingen 13.00 en 14.30 uur

Aanvullende informatie via onze website www.stichtinginparadisum.nl

Begraafplaats Daalseweg, Daalseweg 207, 6521 GJ Nijmegen. Voor rondleiding verzamelen bij de poort aan de ingang. Oorspronkelijk de eerste R.K. begraafplaats in Nijmegen, karakteristiek voor de katholieke emancipatie. Ook zijn hier 300 slachtoffers van het bombardement van 22 februari 1944 en ongeveer 100 andere oorlogsslachtoffers bijgezet.

Voormalige begraafplaats aan de Steenenkruisstraat, Pr. Bernhardstraat 15, 6521 AS Nijmegen (Julianapark). Voor rondleidingen verzamelen bij het aldaar staande gebouwtje

Hier is vooral de Nijmeegse bestuurlijke bovenlaag bijgezet.

Voormalige begraafplaats bij het witte kerkje, Dorpsstraat 112, 6544 AG Nijmegen (Neerbosch). Kerkje dateert uit de 14de eeuw, ernaast ligt een recent gerestaureerde, bescheiden, idyllische begraafplaats met vooral 19de eeuwse graven.


Tentoonstelling “Vrede, vrijheid en een onsje geluk 2.0”

De reeds eerder opgezette tentoonstelling Vrede, Vrijheid en een Onsje Geluk over persoonlijke vrede en vrijheid werd goed bezocht. Deze tentoonstelling, opgezet door Stichting KUS, was ingericht vóórdat Oekraïne werd binnengevallen. Het thema kreeg daardoor een andere laag. De organisatoren hebben daarom besloten de tentoonstelling voor driekwart om te bouwen en veel aandacht te geven aan de oorlog in Oekraïne en de Nijmeegse situatie in de Tweede Wereldoorlog.

Wat in Oekraïne gebeurt raakt iedereen, maar zeker ook Nijmegenaren, die zich herinneren hoe in de Tweede Wereldoorlog hun stad werd gebombardeerd. In de vernieuwde tentoonstelling Vrede, Vrijheid en een Onsje Geluk 2.0 is er aandacht voor de situatie in Oekraïne en ons verleden en heden.

De Stichting Wederopbouwstad Nijmegen laat het gebombardeerde centrum van Nijmegen zien en hoe het daarna opgebouwd werd. De Oorlogsdodenwerkgroep van het 4 en 5 mei comité toont panelen over onder andere het Joodse protest tegen anti-Joodse maatregelen in Nijmegen en de april-mei-staking in Nijmegen.

Er is aandacht voor rabbi Salomons die meer dan tweehonderd Joodse mensen, vooral kinderen redde en voor hoe mensen met een beperking in oorlogen extra de dupe zijn. De Sunset March eert de gesneuvelde bevrijders en onze stichting  In Paradisum toont de plekken waar veel van de oorlogsdoden liggen. Nijmegen Stad van Compassie laat zien waar Nijmegen voor staat.

Stichting KUS is een vrijwilligersorganisatie die kunstvormen inzet om mensen en groepen met elkaar te verbinden.

Tentoonstellingsruimte: Molenpoort Passage 106 in Nijmegen – eerste verdieping (naast Big Bazar)
April, mei, juni 2022 – woensdag tot en met zaterdag – 12.00 tot 17.00 uur


Boek over begraafplaats Daalseweg

In het hart van de Nijmeegse wijk Oost ligt de monumentale begraafplaats Daalseweg, ingewijd in 1885, sfeervol, romantisch en mystiek.

Ruim dertigduizend mensen liggen hier begraven, hier wordt je teruggeworpen in de tijd en wandel je door een stuk Nijmeegse geschiedenis, waarbij elk graf z’n eigen verhaal vertelt.

Daar kun je een boek over schrijven! En dat is precies wat Wim Desserjer heeft gedaan. Wim heeft een brede cultuurhistorische interesse en dat is zeker van pas gekomen in dit boek. Zo kwam hij terecht bij onze stichting in paradisum en werd het hem snel duidelijk dat deze begraafplaats, deze ligging, deze indeling en dit stenen archief een ware schatkamer vormt om dit aan het papier toe te vertrouwen.

Naast een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van deze begraafplaats, voert Wim de lezer langs prachtige graven. In chronologische volgorde beschrijft hij de levens van tientallen Nijmegenaren, daarbij komen mensen uit elk tijdvak aan bod. Maar bekend of niet, ieder krijgt maximaal één bladzijde.

Ook is er aandacht voor de oorlogsslachtoffers. Op deze begraafplaats liggen ruim driehonderd van de bijna achthonderd slachtoffers van het bombardement van 22 februari 1944.

De schrijver haalde veel gegevens uit diverse archieven waaronder dat van de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen, de beheerder van deze begraafplaats. Ook kreeg hij vele interessante reacties van mensen die reageerden op oproepen in plaatselijke kranten en via pamfletten aan het hek van de begraafplaats.

Met dit boek levert Wim een wezenlijke bijdrage aan de geschiedschrijving van Nijmegen-Oost. Het boek verschijnt eind juni.

9. Colofon

‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting,
het verschijnt maximaal driemaal per jaar.

De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.

De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.

Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.

De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.

De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2022.

Stichting In Paradisum

Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen
T 06-48820433
e stichtinginparadisum@kpnmail.nl
www.stichtinginparadisum.nl

1. Voorwoord voorzitter

Beste lezers van het Bulletin,

Voor u ligt de eerste editie van het Bulletin van In Paradisum van 2022. Vanaf deze plaats wensen alle actieve leden en bestuursleden van In Paradisum u dan ook een voorspoedig en bovenal gezond jaar. De samenleving opent langzaam weer en hopelijk gaat dat goed met de combinatie van de mildere Omikron-variant en de intussen aan vrijwel iedereen uitgedeelde boosterprik. Helaas is het nog net te vroeg voor een gezamenlijk samenzijn bij de Schommel of op de begraafplaats Daalseweg: de herinneringsplechtigheden van 22 februari aanstaande zullen – zoals ook het vorig jaar – online plaatsvinden. Wij hopen dat de rondleidingen in het voorjaar en in de zomer wel weer doorgang kunnen vinden.

Voorlopig ligt ter compensatie dit Bulletin voor met enkele interessante verhalen over diverse graven op de Daalseweg. Zo heeft Peter van Schaijk de graftombe van de familie Canta aangegrepen om de familiegeschiedenis van de familie en hun relatie tot Nijmegen uit de doeken te doen. Marijke Poos licht de levensloop van één van de weesmeisjes toe die in de grafkelder van het Katholieke Weeshuis ligt. Maar In Paradisum bestudeert ook andere historische begraafplaatsen in Nijmegen. Laat u het gedicht van Gerard Kessels over de Steenenkruis goed smaken. Daarnaast wordt de levensloop van Gevers Deijnoot op de begraafplaats Neerbosch door Wim Desserjer verteld.

Op 2 november 2021, Allerzielen, vond er een herdenkingsbijeenkomst plaats op de Daalseweg, gelardeerd met poëzie. Een mooi initiatief, dat wat ons betreft jaarlijks herhaald mag worden. Een verslag hiervan treft u ook aan in het Bulletin.

Ik wens u veel leesplezier.

Pepijn Oomen

Voorzitter In Paradisum

2. Beste ontvanger van ons bulletin

Beste ontvanger van ons bulletin,

Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:

  • Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
  • Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
  • Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
  • Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
  • Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.

Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.

Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.

Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl

3. Gebroeders Canta, ondernemers in galanterieën

Arnoldus Henricus Canta werd op 20 maart 1863 geboren te Rotterdam, woonhuis aan de Oost Cingel. Zijn vader, Johannes Antonius Canta was kunstschilder en getrouwd met Maria Agnes Neugebaur. Zij overleed op 10-03-1859 slechts 47 jaar oud. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren waarvan vier kinderen zeer jong zijn overleden.

Hij hertrouwde op 01-05-1862 in Rotterdam met Wilhelmina Verborg. Arnoldus was het eerste van vier kinderen die uit dit tweede huwelijk werden geboren.

Zijn vader was kunstschilder en behoorde tot de kleine groep Hollandse genreschilders van de vroege 19e eeuw. Hij koos vooral huiselijke taferelen en landschappen met moeders en spelende kinderen en portretten. Hij werkte vrijwel zijn hele leven in Rotterdam. Vooral zijn religieuze schilderkunst, met name in de H. Laurentiuskerk en de H. Rosaliakerk muntte uit van vakmanschap en van zijn godsdienstzin.

Het is in dit verband wel opmerkelijk dat hij in 1861 het portret van de Nijmeegse familie Bahlmann schilderde, gemaakt voor hun woning ‘Het Geldersch Hof’, vader, moeder en hun drie dochters en vier zonen. In 1954 schonk mevrouw Sträter uit Tilburg dit grote familieportret aan de gemeente Nijmegen. Het heeft achtereenvolgens in het stadhuis en in het Arsenaal gehangen; tegenwoordig is het te bezichtigen in museum ‘Het Valkhof’.

Hij overleed in Rotterdam op 10-04-1888, 72 jaar oud.

De eerste kennismaking van de Canta’s met Nijmegen vond dus plaats in 1861, wel een kortdurend tijdelijk verblijf van vader Canta, maar uitmondend in een vestiging aldaar op 25 oktober 1888 toen zijn zonen Arnoldus Henricus Canta en Antonius Wilhelmus Albertus zich, vanuit Rotterdam, lieten inschrijven in Nijmegen met als woonadres Markt 36, winkeliers in galanterieën. Door hernummering in 1890 Groote Markt 2.

Het zou niet ondenkbaar zijn dat de familie Bahlmann hier ook een rol in heeft gespeeld.
Eerder dat jaar, op 6 augustus 1888, werd bij notaris van Wijngaarden de acte gepasseerd tussen beide broers aangaande een vennootschap onder de firmanaam “Gebr. A. CANTA”, tot het uitoefenen van handel in kantoor-, schrijf- en teekenbehoeften. De vennootschap werd aangegaan voor 5 jaar en 5 maanden.

Juist in deze periode werd er in Nijmegen flink gebouwd, de stad had te maken met een grote uitbreiding, die, zo was het verwachtingspatroon, ten koste zou gaan van de binnenstad. Maar naar mate de tijd vorderde, bleek dit toch niet het geval te zijn. In de hoofdstraten ziet men vormen van vooruitgang, ieder doet zijn best zijn bestaande magazijnen te verbeteren en er worden weer nieuwe magazijnen geopend. Zo ook de avond van 15 augustus 1888 als het nieuwe magazijn aan de Groote Markt nummer 2 wordt geopend door de heren Gebr. A. Canta. De winkel is ruim voorzien van kantoor- schrijf- en teekenbehoeften, fantaisie-postpapier, lederwerken, en luxe-artikelen, Japansche en Chineesche voorwerpen, faintasie (sic!)-meubelen, Makart-bouquetten, reis- en toiletbenoodigdheden, croquet- en cricketspelen, terra-cottavoorwerpen ter beschildering, cristoleum en glitterineschilderen. Photografie albums in lijsten. Photografie standaards in doozen, collectie cabinet- en visite photografieën enz. enz. Goed uitgestald en aanlokkelijk om te kopen.

Voor St. Nicolaasfeest 1890, geeft de Gelderlander op 30-11-1890 een indruk hoe de winkels hierop hebben ingespeeld. Citaat : “Verderop bij de Gebr. Canta staat van ’s morgens tot ’s avonds het huis vol kopers. Talrijke eenvoudige, praktische en sierlijke zaken zijn er uitgestald, ook op de bovenzaal, waar men een grote keuze fantasiemeubeltjes vindt”.

In dit kader is het nog vermeldingswaard dat bij een grote fototentoonstelling in Groningen juni 1894 de heer Aertsnijs met zijn foto’s bekroond werd, vervaardigd op het door de firma Gebr. A. Canta in de handel gebrachte fototoestel Excelsior.

De zaken lopen goed en dat resulteerde in een grote verbouwing en vergroting van de winkel annex magazijn. De heropening vond plaats op 27 juni 1897 en gelet op de grote belangstelling hebben de gebroeders Canta een nieuw bewijs geleverd van goede smaak en ondernemingsgeest.

De onderhandse akte van 16-12-1897 verleden voor notaris van Wijngaarden werd overeengekomen dat de vennootschap alleen en uitsluitend zal verblijven bij Antonius Wilhelmus Albertus Canta. Wel werd vastgelegd dat bij het opnemen van gelden of het verstrekken daarvan en het aangaan van borgtochten de handtekening van beide vennoten is vereist.

Dan volgt nog een bijzonder moment, want op 3 december 1900 wordt de vennootschap tussen beide broers onder genoemde firma ontbonden terwijl de zaak door A.H. Canta op dezelfde voet en voor eigen rekening onder gemelde firma voortgezet, akte verleden voor notaris Courbois.

Het jaar 1903 zal ingaan als het jaar van de waarheid, alles op alles gezet om het niet te laten gebeuren, vindt toch plaats. A.H. Canta wordt failliet verklaard handelend onder de firma Gebr. A. Canta, uitspraak 13 augustus 1903 rechtbank Arnhem. De curator Mr. W. Bijlert bericht op 31 juli 1904 dat het faillissement is geëindigd.

Hoe ging het verder met deze beide ondernemende broers. Een stukje familiegeschiedenis die niet mag ontbreken.

Arnoldus Henricus Canta werd dus op 20-03-1863 geboren in Rotterdam en overleed op 08-04-1953 te Nijmegen, 90 jaar oud. Hij trouwde op 30 september 1891 in ’s-Gravenhage met Margaretha Maria Elizabeth Meijer, geboren op 28-10-1862 te Kralingen en overleden in Nijmegen op 21-03-1922. Zij was de dochter van Simon Abram Meijer en Aletta Dorothea Leusen.

Kinderen uit dit huwelijk:

  1. Johannes Wilhelmus Canta, 11-07-1892 Nijmegen, aldaar overleden op 28-08-1946, koopman, trouwt op 25-11-1929 te Nijmegen met Catharina Maria Johanna van Woerkom, 30 jaar geboren te Nijmegen op 12-09-1899, overleden aldaar op 06-12-1956, dochter van Gerardus Johannes Theodorus van Woerkom, koopman en Catharina Aloysia Jansen.
  2. Adeline Martha Canta, 08-10-1893 Nijmegen. Huwelijk Amsterdam op 30-11-1916 met de 27 jarige procuratiehouder Maximiliaan Paul Schnurpfeil, geboren in Jägerndorf(Oostenrijk), zoon van Max Schnurpfeil, ingenieur en Paula Bannert.
  3. (Paulina) Josephina Maria Canta, 09-11-1894 Amsterdam, overleden Eindhoven op 05-02-1964
  4. Antoinetta Maria Canta, 09-04-1896 Amsterdam
  5. Jacobus Johannes Canta, 25-04-1897 Amsterdam, bureauchef van beroep, trouwt te ’s-Hertogenbosch op 10-01-1927 met de 22 jarige Johanna Paulina Maria Verhoeckx, geboren in Utrecht en dochter van Paulus Josephus Maria Verhoeckx en Anna Maria van den Heuvel.
  6. Petrus Franciscus Canta, 03-07-1898 Amsterdam, overleden Nijmegen 14-08-1899.
  7. Petrus Franciscus Canta, 31-10-1899 Nijmegen, fabrikant, huwelijk te Bergen op Zoom op 31-05-1937 met Cornelia Martha Maria Antonia Asselbergs, 33 jaar, geboren Bergen op Zoom, dochter van Antonius Johannes Josephus Aloijsius Asselbergs en Cornelia Maria Gerberdina van Loon.
  8. Lambertus Antonius Canta, 21-03-1901 Nijmegen (zie verder).

Zijn andere broer en medevennoot was dus Antonius Wilhelmus Albertus Canta, geboren in Rotterdam op 31-08-1864. Huwelijk Amsterdam op 12-07-1894 met de 21 jarige Antoinette Leonarde Josephine Schnidermeijer, overleden 18-12-1954 te Ouder-Amstel, dochter van Anton Schnidermeijer en Maria Johanna van Brinkestein.

Kinderen uit dit huwelijk:

  1. Johannes Antonius Canta, 19-05-1895 te Nijmegen
  2. Marianne Antonia Maria Canta, 14-10-1896 te Nijmegen
  3. Arnold Marie Canta, 25-01-1899 te Nijmegen
  4. Alfred Antoon Canta, 06-12-1900 te Nijmegen, overleden 09-01-1926 te Tandjong Kassau, Afd. Batoe Bahra (Oostkust Sumatra).

Op 10 mei 1901 verlaat het gezin Nijmegen en vestigen zich in Watergraafsmeer. Hier werden nog drie kinderen geboren:

  1. Willem Charles Paul Canta, 13-08-1902, vertreter, huwelijk 19-02-1942 te Frankfurt am Main(D) met Hedwig Anna Elisabeth Blum, privatsekretärin, geboren te Strassburg 23-07-1905.
  2. Johanna Petronella Antonia Canta, 03-08-1906
  3. Antonius Gerardus Jacobus Canta, 09-09-1909

De oudste broer, Arnold, blijft met zijn gezin in Nijmegen wonen. Eerst nog in de bovenwoning van het magazijn aan de Groote Markt nummer 2 en dan volgen er nog heel wat verhuizingen via Batavierenweg 73, Floraweg 69, Sint Annastraat 243 en als laatste woning aan de Kraijenhofflaan nummer 28.

Op dit adres overlijdt op 21 maart 1922 zijn vrouw op de leeftijd van bijna 60 jaar en wordt begraven op de begraafplaats Daalseweg, 1ste klasse huurgraf in vak 16-09-06. Het verlof tot begraving spreekt van een huurgraf, een tijdelijke rustplaats en dat klopt ook, want op 26 oktober 1926 wordt zij overgebracht naar een eigen aardgraf voor 4 personen, toen nog genoemd als grafnummer 78 en later vak 29-06-03.

De eerste bijzetting in dit graf vond plaats in 1946 toen hun oudste zoon Jan, “na een geduldig gedragen lijden” in het St. Canisius ziekenhuis overleed. Zeven jaar later overlijdt Arnold op 90 jarige leeftijd en wordt hier te ruste gelegd en in 1956 was de laatste bijzetting van de echtgenote van Jan. Het zijn de hierboven genoemde, groen gearceerde en onderstreepte, familieleden.

Het grafmonument wat op dit aardgraf is geplaatst verdiend een nadere toelichting. Het is gemaakt in de vorm van een graftombe, in klassieke stijl uitgevoerd, met een zeer fraaie licht gebogen dekplaat en met een sierlijke afgrenzing voor het bloemperkje. Aan de voorzijde, rechts onderaan, staat geschreven: E SALU A BRUXELLES.

Nijmegen kende toch rond de tijd dat dit monument is gemaakt vele gerenommeerde steenhouwers en het blijft daarom toch verrassend dat deze familie koos voor een Belgisch product en voor zover wij weten uniek voor deze begraafplaats.

Ernest Salu is namelijk de naam van drie Brusselse beeldhouwers gespecialiseerd in grafsculptuur. Een familiezaak die ruim een eeuw heeft bestaan, van 1872 tot 1984. Drie generaties Ernest Salu I, II en III. Er was juist in die tijd veel vraag naar funeraire kunst en Salu besloot in 1872 een terrein te kopen bij de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken(B) naast de begraafplaats en hier bouwde hij zijn atelier. Dit atelier is momenteel uitgegroeid tot een volwaardig museum voor grafkunst.

Deze familiegeschiedenis krijgt nog op een andere graflocatie een vervolg.

De jongste zoon van het echtpaar Canta-Meijer, Lambertus Antonius Canta, geboren in Nijmegen op 21-03-1901, overleden aldaar op 25-10-1943, fabrikant, huwelijk Nijmegen op 18-01-1930 met Alida Maria Hennequin, 27 jaar, geboren op 08-01-1903 te Voorburg, overleden Nijmegen 05-03-1981, dochter van Arthur Constant Hennequin en Alida Maria van Kesteren.

Uit de overlijdensadvertentie blijkt dat het gezin 3 kinderen heeft, Marietje, Lambertje en Maria Jacoba. Het woonadres is Sumatraplein 27-29.

Op 28 oktober wordt hij begraven op de Daalseweg, 1ste klasse vak 22-09-07, een aardgraf voor 2 personen.

Na het overlijden van haar man trouwt Alida op 14-11-1944 te Nijmegen, H. Antonius van Paduakerk, met Hendrick Frans Jansen.

Alida wordt in 1981 bijgezet bij haar eerste man.

Peter van Schaijk.

Bronnen:
website kunsthandel Simonis&Buunk.
Necrologie in de Maasbode van 13-04-1888.
Regionaal Archief Nijmegen
Website wiewaswie.
De Gelderlander en de Prov. Geld. Nijm. Courant
Wikipedia.

4. Steenenkruis

Een strak zwart hek van Mulders uit Bergharen
en eeuwenoude kromgetrokken bomen
omzomen gras dat zijn verleden wil bewaren
door hier en daar een steen te laten dromen
 
van negentiende eeuw en Steenenkruis,
toen katholieken, protestanten, joden,
apart en toch tezamen bodem boden,
hun doden eerden met een laatste thuis.
 
Nu raast Prins Bernhard langs en Juliana sport,
de stad heeft haast en appt haar eigen sferen,
vervluchtigt, kiest voor ongegrond cremeren.
 
O, even met mijn hoofd tussen de spijlen
en tussen droom en daad een poos verwijlen
bij hen wier dood ook ooit de mijne wordt.
 
 
Gerard Kessels

5. Gevers Deijnoot in Den Haag én Neerbosch

Een zeer bekende straat in Den Haag draagt de naam Gevers Deijnoot.

Een grafzerk in Nijmegen ook! En wel in de wijk Neerbosch, waar de naam vermeld wordt van Pieter Marie Eduard Gevers Deijnoot, afkomstig uit Rotterdam en begraven in Nijmegen. Dat laatste om precies te zijn in 1860 op de algemene begraafplaats achter het witte kerkje aan de Dorpsstraat in Neerbosch. Deze oude, thans gesloten, begraafplaats werd in 2017 gerestaureerd.

Vanaf de Dorpsstraat gezien: 6e rij, rechts op de hoek (W.S. van de Graaf)

Het graf van Pieter Gevers Deijnoot ligt in het leisteengruis gedeelte. Op de foto wijst een pijl de locatie aan. Overigens: Pieter had een neef, te weten jonkheer François Gevers Deijnoot, en die was wethouder in Den Haag. Vandaar diens naam voor een weg, voor een plein en ook nog een straat in Den Haag!

Naar onze Nijmeegse Pieter is geen straat of plein genoemd. Hij trouwde in 1845 in Utrecht met Maria Clavant. Zij gingen daarna in Nijmegen wonen. Pieter had daartoe een boerderij tot landhuis laten verbouwen. Het huis maakte deel uit van het landgoed Heydepark, toen nog gelegen in de onontgonnen heidevelden van Hatert. Pas in 1952 werd Heydepark onderdeel van het Goffertpark.

Landhuis Heydepark (Hylke Roodenburg)

Vanaf omstreeks 1848 woonde en werkte Pieter Gevers Deijnoot onafgebroken op Heydepark. Hij was zowel fysicus en als botanicus. Als botanicus behaalde hij naam en faam met diverse publicaties. Heel bekend zijn de werken over de Utrechtse en Nijmeegse flora, respectievelijk de ‘Flora Rheno-Trajectina, seu enumeratio plantarum Trajecti ad Rhenum sponte crescentium’ en de ‘Flora Noviomagensis, sive enumeratio plantarum circa Noviomagum sponte crescentium’ Hij inventariseerde namen en groeiplaatsen van alle in het wild voorkomende planten in en om de stad Nijmegen. Weurt en Ubbergen waren daarbij inbegrepen. Voor het boek ‘Flora Noviomagensis’ werkte Pieter veel samen met de Nijmeegse apotheker Theodorus Abeleven. Het schijnt dat men de ‘Flora Noviomagensis’, 163 pagina’s met 1085 plantennamen, nog kan kopen. Weliswaar in een Portugese editie, als paperback, voor ’n paar tientjes. Maar met een beetje handigheid kan men al die Nijmeegse planten door Pieter Gevers Deijnoot opgetekend ook raadplegen via internet.

Wim Desserjer

Bronnen
-Peter van Schaijk, Grafgegevens Pieter Marie Eduard Gevers Deijnoot, Stichting In Paradisum, Nijmegen
-Rob Essers, Straatnamenregister gemeente Nijmegen 1860-2021, in: https://gaypnt.home.xs4all.nl

6. Bijzettingen op de begraafplaats Daalseweg in 2021

Verdrietig om het gemis maar dankbaar voor de goede herinnering. Zo gedenken wij hen die in deze periode zijn begraven op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.

Hendricus Johannes Jacobus Fisscher, geb. 17-4-1953 te Venlo, overl. 6-2-2021 te Nijmegen. Bijgezet in het graf naast zijn ouders. Graf 10-05-12

Jaap Huibert Jan Hardeman, geb. 10-8-1943 te ‘s-Gravenhage, overl. 4-2-2021 te Nijmegen. Graf 30-02-08.

G.J.C. Brinkhoff, geb. 11-4-1932, overl. 3-1-2021. As bijgezet in familiegraf. Graf 35-02-01.

Thomas Maria Asberg, geb. 11-12-1933 te ‘s-Hertogenbosch, overl. 11-4-2021 te Berg en Dal. Graf 10-02-30.

Marcellinus Antonius van Bronswijk, geb. 23-3-1955 te Nijmegen, overl. 16-4-2021 te Nijmegen. Graf 5A-01-05.

Jacqueline Anna Catharina Maria ten Horn, geb. 31-7-1933 te Nijmegen, overl. 13-4-2021 te Groesbeek. Bijzetting in familiegraf. Graf 23-03-06

Tinie van Zundert, geb. 23-1-1946, overl. 25-2-2021 te Nijmegen. Asbusbijzetting. Graf 4-07-19

Anita Hélène Christine van Teeseling, geb. 18-4-1945 te Nijmegen, overl. 21-5-2021 te Druten. Bijgezet in graf van haar moeder. Graf: 9-05-25.

Johanna Maria Stapper-van Geffen, geb. 15-7-1921 te Nijmegen, overl. 3-6-2021 te Lent. Bijgezet bij haar echtgenoot. Graf 10-01-27

Rudolf Petrus van Wezel, geb. 19-6-1946, overl. 21-5-2021. Asbus bijgezet in urnengraf bij partner Tinie van Zundert. Graf 4-07-19.

Maria Cornelia Petronella Wolf-van Rossum, geb. 15-11-1933 te Nijmegen, overl. 10-8-2021 te Nijmegen. Bijzetting bij haar echtgenoot. Graf 2-04-13

August Marie Jozef Hubert Leufkens, geb. 25-3-1949 te Heerlen, overl. 26-8-2021 te De Cocksdorp. Graf 5-05-03.

Ilse Elisabeth Maria Lugthart, geb. 21-9-1968 te Arnhem, overl. 25-8-2021 te Nijmegen. Graf 10-01-24.

Michel M.C.M. Haen, geb. 24-8-1951, overl. 6-9-2020. Asbus geplaatst in urnengraf 4-3-25.

Max E.H.M. van Wersch, geb. 1-8-1928, overl. 7-3-2021. Bijzetting as in graf moeder. Graf 17-05-04

Truus Rita Roelandt, geb. 19-6-1934 te Deventer, overl. 15-10-2021 te Nijmegen. Graf 6-6-28

Marinus Cornelis Knoope, geb. 21-2-1947 te Rotterdam, overl. 17-11-2021 te Nijmegen. Graf 5A-01-21.

M.C. (Riesje) Rosenberg, geb. 17-5-1962, overl. 24-5-2021. Asbus bijgezet in graf moeder Graf 5A-01-17.

Antonia Hendrika Wilhelmina van der Weerden-Heisen, geb. 26-9-1939 te Nijmegen, overl. 7-12-2021 te Beuningen. Graf 5A-02-01.

Ellen Smit, geb. 15-7-1978, overl. 10-11-2021. As bijgezet in urngraf 4-07-18.

Peter van Schaijk in samenwerking met de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen.

7. In het licht van de herfst

In het licht van de herfst bezoeken talloze mensen op de kerkhoven de graven van hun geliefden.
Allerzielen, 2 november 2021, scheen het licht van de herfst op de begraafplaats aan de Daalseweg. Een hernieuwd initiatief, nu van de “dichterbijoost” een dichtersrubriek in de wijkkrant-Oost die ook probeert in te gaan op wat er leeft en speelt in deze wijk. Rond vijf uur verzamelden zich ongeveer veertig mensen bij de toegangspoort en na een korte toelichting vertrok het gezelschap via het hoofdpad richting het centrale punt. Schemerig, druilerig, geluiden van wegvluchtende vogels, hier en daar oplichtende grafmonumenten van eerdere bezoekers, een bladerentapijt die door vele voetstappen werden beroerd en waarvan het geluid hoorbaar werd verstrooid door de serene rust die door iedereen in acht werd genomen.
Zo werd de eerste halte bereikt bij de grafkelder van het RK weeshuis en daar klonk voor het eerst passend koorgeluid van de zangers van het Oosterburenkoor en een heilzaam gedicht voorgedragen door één van de dichters uit de wijk. En zo trok men verder door het hoofdpad, omringd met de majestueuze beuken, uitkomend op het centrale punt en hier wederom een passend gedicht en koorgezang en een saxofonist die zijn klanken de vrije loop liet gaan over de zerken.


Herhaling volgde telkens na ongeveer vijftig passen en lopend via de hoofdwegen weer richting de poort waar ingetogen en met een woord van dank afscheid van iedereen werd genomen. Dit initiatief verdiend een vervolg en misschien wel meer.

Onderstaand gedicht werd uitgesproken ter nagedachtenis aan Ellen Boot, graf 09-05-17.

sneeuw

wit wordt witter
contour en kleur
krijgt zuiverheid
en meer accent
de kou is
niet alleen maar koud
ze loutert

ouder word ik
mooier, wijzer
langs een
ingewikkeld pad

die kansen heb jij
niet gehad
al had je zo veel
te ontvangen en
te geven

je steen is wit
en wijs en zacht
te vroeg versteend je leven
vergaan je stille kracht

ik streel je graf
zacht, even
staat het leven stil

dan ga ik verder,
langs mijn ongebaande pad

dag El
dag schat
dag allerliefste schat

Peter van Schaijk.

8. Cato Wienen, ‘weesmeisje’ in de familie Wienen

Marijke Poos
november 2021

Catharina Jacoba Geertruida Wienen, roepnaam Cato, is een dochter van Willem Hubertus Wienen en zijn eerste vrouw Johanna Marcelissen. Zij is geboren op 13 januari 1885 in Nijmegen.

In het Regionaal Archief in Nijmegen ontdek ik dat zij in juni 1898, 13 jaar oud, belandt in het ‘RC Arme Kinderen Weeshuis’. Dit weeshuis is gevestigd in de Doddendaal. De geschiedenis van dit meisje boeit mij. In het archief in Nijmegen liggen de door het weeshuis bijgehouden dagboeken. Cato is geen familielid in de directe lijn maar zij is wel een bloedverwant: de dochter van de broer van mijn overgrootmoeder aan vaders kant.

Waarom wordt zij opgenomen in een weeshuis? Haar vader is in 1893 nadat zijn café failliet ging, naar de Verenigde Staten vertrokken. 1) In 1899 duikt hij even op in Nederland in verband met een nalatenschap van zijn eerste schoonmoeder. In december van datzelfde jaar wordt hij als ‘afgeschreven’ vermeld in het Bevolkings Register van Nijmegen. Vanaf dat moment is hij verdwenen. Ik kan hem niet meer terug vinden in Nederlandse archieven.

Waarschijnlijk kan of wil de tweede echtgenote van Willem, Catharina Hegeman, haar stiefdochter niet langer in huis hebben. Hegeman heeft al een aantal kinderen. Misschien wordt het haar te zwaar. Cato is een kind van haar man Willem Wienen uit zijn eerste huwelijk. Catharina Hegeman weet niet of haar man nog leeft of overleden is. Er leven in 1898 nog maar twee kinderen van Willem uit zijn eerste huwelijk: zoon Theodorus en dochter Cato. De zoon Theodorus vertrekt op achtjarige leeftijd in 1900 naar Duisburg.2) Is zijn vader Willem naar Duisburg getrokken en daar een nieuw leven begonnen? Een achtjarig kind kan onmogelijk op eigen houtje naar Duitsland vertrekken. En waarom laat Willem dan zijn dochter niet overkomen? Het blijven vooralsnog vragen.

In de dagboeken van de weeshuisvader 3) vind ik aantekeningen over Cato, de dochter van Willem.
In december 1902 schrijft de weeshuisvader:
Cato Wienen reeds sedert een half jaar wegens een gezwollen (tuberculose) knie in behandeling bij Dr. Kolff; is sedert ruim een maand wegens lichaamszwakte bij Dr. v Hoek. Dr. v Hoek heeft haar Zondag 28 december voor de eerste maal aan huis heeft bezocht; Maandag 29 Dec. aan moeder gezegd dien avond de temperatuur op te nemen, was: 39.6.
De temperatuur wordt, zo zien we in het dagboek, opgenomen en genoteerd tot en met vrijdag 2 januari. Op 3 januari constateert de dokter tyfus. Dan schrijft de weeshuisvader:
Cato is tegen den middag in het RK Ziekenhuis opgenomen en aldaar in den nacht van Zo op Ma 5 Januari omstreeks 3 uur overleden. 7 Januari begraven.’ Dit is in 1903.
Verder schrijft de weeshuisvader: ‘…dat Mina Hendriks, die Cato had opgepast 6 Januari, klaagde over hoofdpijn en pijn in het lijf. Zij is sedert onder behandeling van Dr. Van Hoek. Zij is steeds zonder koorts. ’t Laat zich aanzien, dat het slechts ongesteldheid is.
De man is natuurlijk bang dat Mina dezelfde weg zal gaan als Cato.
Het meest ontroerende is het stukje over de nalatenschap van Cato. De weeshuisvader schrijft:
‘in het kastje van Cato Wienen c.q. in een taschje, een album, corset, paraplue, beeldje, prentjes en flaschjes. Nog nagelaten een gouden medaillon met portret van haar vader en haar moeder. Een zilveren ring, een kerkboek, een spaarbankboekje……f 11,89, een zakgeldboekje….f 2,69. Hoeveel te besteden aan intenties bidprentjes.

Het arme meisje sterft op 5 januari 1903, zonder bijzijn van haar familie, bijna achttien jaar oud. Alhoewel in haar overlijdensakte staat dat haar vader is overleden, is hiervan geen bewijs te vinden.
Cato wordt bijgezet in de grafkelder van het Katholieke Weeshuis, die er nog steeds is op de begraafplaats Daalseweg Nijmegen.

Aanvullingen en reacties zijn welkom op mijn e-mail adres mcgpoos@yahoo.com.

1. Bron: passagierslijst van het schip De Obdam.
2. Bron: bevolkingsregister Nijmegen
3. Bron: het archief van het Katholiek Weeshuis in het Regionaal Archief Nijmegen.

9. Nieuws en wetenswaardigheden.

Herdenking Bombardement zonder publiek

Op dinsdag 22 februari 2022 is het 78 jaar geleden dat Nijmegen werd getroffen door een verwoestend bombardement.

Vanwege corona vindt er dit jaar opnieuw geen publieke herdenking plaats. Ook is er geen publieke kranslegging. 

Dat geldt in elk geval voor de herdenking bij De Schommel, achter het stadhuis. Wel zal er net als vorig jaar een speciale herdenkingsuitzending zijn die via de tv-zender RN7 en via de website van de Gemeente Nijmegen te volgen zal zijn. Mochten de maatregelen het toelaten, dan is er mogelijk een kleine bijeenkomst op de Begraafplaats Daalseweg, georganiseerd door de Stichting In Paradisum. Uiteraard met inachtneming van de geldende coronaregels. We raden u aan de berichtgeving hierover te volgen in onze plaatselijke kranten (Brug, Gelderlander) en op de sociale media. 

Laten we hopen dat we vanaf volgend jaar de herdenkingen weer samen kunnen beleven. De herinnering aan deze zwarte dag in de geschiedenis van Nijmegen mag niet verloren gaan.  

Bahlmann & Co., een vergeten warenhuis.

Het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis presenteerde van 17 november tot en met 19 december 2021 de tentoonstelling “Bahlmann&Co. een vergeten warenhuis (1821-1933)”.

De oprichter, Bernhard Bahlmann, laat in 1839 de Nijmegenaren kennis maken met een totaal andere kijk op winkelen. Hij opende het eerste warenhuis in Nijmegen nadat hij al vier filialen elders in Nederland had opgericht. Hij had een speciale band met Nijmegen. Hij en zijn familie bewoonden in de zomermaanden het kleine landhuisje Het Geldersch Hof aan de Postweg en het beviel zo goed dat hij in 1855 besloot op deze plek, voor permanente bewoning, een villa te bouwen geïnspireerd door de Romeinse architectuur. Het bleef tot 1941 in het bezit van de familie Bahlmann.

Op de begraafplaats Daalseweg zijn twee grafkelders waar familieleden Bahlmann hun laatste rustplaats hebben gekregen. In grafkelder 24-06-05GK ligt de oprichter Bernhard met zijn vrouw, vier ongehuwde kinderen, Bernard, Frans, Jan en Maria en een achterkleinkind.

In de andere kelder, 07-01-04GK, ligt begraven de gescheiden echtgenote van Ignas Bahlmann(zoon van de oprichter) Frederika Armand, met haar zoon Robert Bahlmann en echtgenote en hun dochter Beatrix.

Wij hebben als stichting ook een bijdrage geleverd aan deze tentoonstelling.

Vernieuwd speelveld voor de jeugd.

Sinds een aantal jaren ligt er een speelveld op de hoek van de Daalseweg met de Daalsedwarsweg.

Dit terreintje is nog steeds ommuurd en geeft de oorspronkelijke grens aan van de voormalige tuin van het doodgravershuis van de begraafplaats Daalseweg. Dit huis is helaas rond 1972 geruimd. Het blijft toch bijzonder dat deze ommuring nog steeds in tact is gebleven en laten we hopen dat dit ook in de toekomst zo zal blijven. Het terrein was eigendom van de eigenaar van de begraafplaats en het aangrenzende terrein die toegang gaf tot de begraafplaats behoorde toe aan de gemeente. Voor beide partijen een logische ruil, toch?

Dat speelveldje lag er al een tijdje niet fraai bij, veel overlast en hoge begroeiing nodigde niet direct uit voor een gezellig kinderuitje. Buurtbewoners trokken bij de gemeente aan de bel toen bekend werd dat het speelveld in het Julianapark was vernieuwd. De gemeente haakte hierop en in overleg met de buurt hebben zij het speelveld opnieuw geëgaliseerd en nieuwe toestellen geplaatst waar kinderen van verschillende leeftijden gebruik van kunnen maken. Ook is het terrein direct aangepast waardoor de overlast minder is geworden. Dit alles is in november 2021 gerealiseerd.

10. Rubriek vraag & antwoord.

Vraag van Marijke Poos d.d. 15-11-2021:
Beste mensen,
Een aantal jaren geleden kon ik bij de personen in de database nog een familielid vinden die nu echter nergens meer wordt genoemd.
Het betreft C.J.G. Wienen, geboren 13 jan. 1885 te Nijmegen en overleden 5 jan. 1903 te Nijmegen. Dit meisje bevond zich in het Rooms Katholieke Weeshuis en is begraven in de grafkelder. Misschien kijk ik niet goed maar ik kan haar niet vinden op uw website.
Verder lees ik dat in het graf van het weeshuis 20 kinderen naamloos zijn begraven en één weeshuismoeder. Ik heb wel ‘n keer een overzicht van alle namen gezien waar mijn familielid ook bijstond. Staat dit nu ergens anders op uw website?

Verder staat er in de database genoemd dat Wilhelmus Hubertus Wienen op de begraafplaats is begraven (zonder datum). Dit klopt niet omdat alleen zijn tweede echtgenote, Catharina Hegeman, daar is begraven. Zijn naam staat wel op de grafsteen maar de man is niet in Nederland overleden en hier ook niet begraven.
Ik hoop van u te horen.
Met vriendelijke groet,
Marijke Poos
Amsterdam

Bericht antwoord 17-11-2021:
Het zou inderdaad goed kunnen dat je in het verleden wel de namen van alle bijzettingen in de weeskelder hebt kunnen lezen op onze website. Maar dat was toch een gelukstreffer. Want het is nog steeds mogelijk.
Je moet dan in het veld “personen zoeken in database” intypen : daa-07-kk-19.
Je ziet dan ook dat C.J.G. Wienen in deze kelder is bijgezet.
Natuurlijk moet het ook mogelijk zijn op naam deze gegevens te kunnen vinden. Maar, onze website is momenteel aan verbetering onderhevig, dus wij hopen hier tzt iets aan te kunnen doen. Ik weet niet waar jouw info vandaan komt dat de weeskinderen + moeder naamloos zijn begraven.
Graag hoor ik dit nog.
Verder klopt het dat de echtgenoot van C. Hegeman niet op de Daalseweg is begraven. Ik zal dit ook meenemen In ons mutatiebestand. Het grafmonument is rond 1993 geruimd. graflocatie: daa-08-03-25. Ik heb voor jou als bijlage nog de VTB toegevoegd van haar.
Met vriendelijke groet, Peter van Schaijk.

Reactie Marijke 22-11-2021:
Hartelijk dank voor je snelle antwoord.
Allereerst een antwoord op jouw vraag waar ik heb gelezen dat de weeskinderen naamloos zijn begraven.
Als ik op jullie huidige website kijk, zie ik het niet staan maar als ik op google intik ‘Priester- en zustergraf Daalseweg’ , kom ik op jullie website met een datum van 2016 waar een artikel staat van Bart Janssen waar hij vertelt over een rondleiding die hij gaf op de begraafplaats.
Ik heb de eerste twee alinea’s gekopieerd. Het betreft de tweede alinea. Ik plak het onderaan deze e-mail.
Ik denk echter ook nog aan iets anders. Ik heb een boek over mijn familie geschreven dat ik binnenkort voor mijn naaste familie laat drukken. Hierin heb ik een klein verhaal staan hoe ik Cato Wienen, het weesmeisje, op het spoor ben gekomen. Het is ongeveer één A4-tje. Dit meisje is géén familie van mij in de rechte lijn maar wel een bloedverwant, nl. een dochter van een broer van mijn overgrootmoeder. Ik kwam haar op het spoor in het archief van Nijmegen en heb vervolgens een groot deel van het archief van het katholieke weeshuis doorzocht. Mocht je dit interessant vinden, dan wil ik je dit wel sturen. 

Onderstaand de twee alinea’s die aan het begin van het artikel (17 febr 2016) stonden.
Geschreven door Bart Janssen.
Misschien bedoelt Janssen dat deze personen wel met naam bekend zijn maar dat deze namen niet op de grafsteen staan. Ik hoor het graag.

Bij vrijwel elke rondleiding, die de stichting In Paradisum elk jaar traditiegetrouw op 22 februari (bombardement), op de laatste zondagen van mei, juni en juli en op de “Open Monumentendag” organiseert, komt de vraag naar voren wat het verschil is tussen een zandgraf en een keldergraf. Een zandgraf spreekt voor zich. De kist zakt in de grond en wordt met zand toegedekt. Een keldergraf daarentegen is een open ruimte, waar de kist op een stang of in een nis wordt geplaatst. Keldergraven zijn sinds de ingebruikname van de begraafplaats in 1885 veelal langs het hoofdpad en langs de zijpaden links en rechts van het centrale kruis gesitueerd.
Veel bezoekers kijken verbaasd als ik bij de start van de rondleiding vertel, dat het keldergraf van de Katholieke Weeshuis dicht bij de ingang van de begraafplaats ruimte biedt aan grafkisten van twintig weeskinderen en van één weesmoeder, die er naamloos liggen begraven.

Reactie 22-11-2021:
Naamloos. Voor Bart Janssen is de betekenis hiervan duidelijk. Er worden geen namen op de zerk vermeld, maar ze zijn zeker bij ons bekend.

Wat betreft jouw stukje over het weeskind Cato Wienen zou ik dit graag willen plaatsen in ons bulletin.
Ik vermeld dan ook jouw naam en eventuele bronvermeldingen.
Is het een optie als ik jouw email adres op neem in de verzending van ons bulletin?
p.s.
Is inmiddels gerealiseerd. Het stukje is opgenomen in dit bulletin. Met Dank.
Peter.

Vraag van mevrouw R. van Leer 08-12-2021:

Corry Niesinkligt in hetzelfde graf als Maria Clara Gubbels-Koenen, moeder van Hendrik en Johannes Gubbels, en Johannes Gubbels, overleden in 1913, op hetzelfde kerkhof in vak 31, rij 1 nummer 3
Ik zoek nu de overlijdensdatum van Johannes Gubbels. In jullie bestand via internet kan ik Johannes Gubbels niet terugvinden. 
Misschien is nog niet alles ingevoerd en is hij te vinden in een kaartenbak. 
Ik zou het fijn vinden als jullie zijn overlijdensdatum kunnen mailen en eventueel zijn plaats van overlijden
Bij voorbaat hartelijk dank.

Antwoord 08-12-2021:
Johannes Gubbels is overleden op 09-03-1913 in ‘s-Gravenhage en bijgezet in het graf bij zijn moeder, Daalseweg vak 31-01-03.
Op onze website is dit graf anders genummerd, nl. 31-03-07.
Zijn moeder is in 1908 overleden.
Op deze graflocatie liggen dus 3 personen begraven, alleen de tekstplaat op dit graf geeft alleen het overlijden weer van Corry Niesink. Ik vermoed dat het oorspronkelijke grafmonument, na de begrafenis van Corry, 20 jaar later, is vervangen door deze grafsteen. In dit verband volgt tzt dus nog een correctie op onze website.
Ik heb de gegevens hiervan via het verlof tot begraving kunnen vinden en daar treft u bijgesloten een kopie van aan.
Het is voor ons wel interessant te weten wat de familierelatie is tussen Gubbels en Niesink.

Vervolg Mevr. R. van Leer 09-12-2021:
Cornelia Johanna Niesink was een halfzusje van Anna (Johanna Jacoba) van Leer. Hun beider moeder, Jacoba Johanna Gerards, trouwde, na het overlijden van haar man,  voor de 2e keer met Johannes Niesink in Utrecht. Daar is Cornelia een dochter  van.
Anna J.J. van Leer trouwde in 1913 met Hendrik Gubbels en in 1923 gingen Anna, Hendrik en Cornelia in Nijmegen wonen aan de Groesbeekseweg.
Hendrik en Johannes Gubbels waren van 1900-1912 eigenaren en hotelhouders van het toenmalige bekende Hotel-Café-Restaurant Métropôle aan Lange Burchtstraat 22.
Op 19-5-1935 sterft Cornelia en een maand later Hendrik op 24-6-1935.
Dat zij bijgelegd is in het graf van de familie Gubbels, komt waarschijnlijk omdat dit graf oorspronkelijk bedoeld was voor Clara, Johannes en Hendrik Gubbels.
Omdat Hendrik in 1913 trouwde met Anna J.J. van Leer moest er natuurlijk voor hen samen t.z.t. een graf komen. Daarom werd Cornelia in het graf van de familie Gubbels gelegd, denk ik.
Inderdaad staat alleen de naam van Cornelia op het grafmonument. Ik kom er nog geregeld en zie met lede ogen hoe verwaarloosd het graf is. Heel jammer.
Dat van Anna en Hendrik Gubbels-van Leer, dat in vak 22, 1e rij, graf 9 ligt, ziet er een stuk beter uit.

11. Vrienden van Daalseweg

De Nijmeegse stichting In Paradisum roept belangstellenden op om zich aan te sluiten bij de Vrienden van Daalseweg. Het eerste doel van de Vrienden van Daalseweg is de publicatie van een boek over de geschiedenis van begraafplaats Daalseweg.

Stichting In Paradisum zoekt donateurs die de publicatie ervan mogelijk maken.

Het boek ‘Daalsweg’ voert de lezer langs vele graven en grafkelders. Niet alleen bekende grafmonumenten, zoals dat van de familie Veerkamp of Louis Sévèke, krijgen de aandacht, ook veel minder bekende maar prachtige graven en interessante mensen worden belicht.

Maar, nog belangrijker is dat het boek de oorsprong en geschiedenis van ‘Daalseweg’ vertelt. Voor het eerst in het bestaan van Daalseweg verschijnt er een publicatie over haar boeiende, soms onstuimige geschiedenis.

Voor eenieder, geïnteresseerd in de geschiedenis van Nijmegen in het algemeen of in de begraafplaats aan de Daalseweg in het bijzonder, is dit boek een absolute must.

Aansluiten bij Vrienden van Daalseweg kan door het storten van € 35,- of meer. Het geeft u recht op één presentexemplaar van het boek over Daalseweg, dat in 2022 uitkomt. Het bedrag van € 35,- of meer kan worden overgemaakt op bankrekeningnummer NL86ABNA0475424336 van Stichting In Paradisum met vermelding ‘Vrienden Daalseweg’ én uw (e-mail)adres, zodat In Paradisum u persoonlijk kan uitnodigen voor de boekpresentatie.

Stichting In Paradisum dankt u voor uw bijdrage aan Vrienden van Daalseweg.

12. Colofon

‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting,
het verschijnt maximaal driemaal per jaar.

De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.

De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.

Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg.Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.

De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.

De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2022.

Stichting In Paradisum

Stichting In Paradisum
Madoerastraat 22
6524 LH Nijmegen
T 024 3230858
e stichtinginparadisum@kpnmail.nl
www.stichtinginparadisum.nl