De ontkenning van slachtofferschap; 22 februari 2013

Edo Fennema, bestuurslid van stichting In Paradisum, hield vrijdag 22 februari 2013 deze voordracht bij monument De Schommel, ter herdenking van het bombardement op Nijmegen precies 69 jaar geleden.

Wij houden de herdenking van het bombardement nu al twintig jaar. En elke keer is het anders. Van zeer heftig winterweer tot een mooie voorjaarsdag. Dinsdag 22 februari 1944 leek voor Nijmegen een aardige voorjaarsdag te worden. Niemand kon voorzien dat die dag de meest destructieve uit haar geschiedenis zou zijn. En niemand wist gelukkig dat die dag het begin was van een ellendige ontwikkeling voor Nijmegen en haar omgeving, zeker tot en met eind 1945. Het bombardement rukte hart en ziel uit de stad. Zeker 650 Nijmeegse burgers verloren hun leven.

Operatie Market Garden rondom Nijmegen, september 1944, was een heftige, korte oorlog, die in een groot debacle eindigde. Met daardoor een lange stagnatie van de oorlog in West-Europa. Gevolgd door voortgaande Duitse represailles, en aanvallen op de Engelsen en Amerikanen in onze stad. Met vele brandstichtingen en kleinere bombardementen van september t/m december 1944. Vanaf 7 februari 1945 trok de grootste armada en navenante oorlog langs- en door Nijmegen en door haar achterland. Operatie Veritable, om Duitsland open te breken, en de Russen tegemoet te treden.

Na die periode moesten we inzien dat 500 Joodse medeburgers omgekomen waren in de Duitse kampen. Alles bij elkaar opgeteld, kan men stellen dat Nijmegen met 3000 burgerslachtoffers de grootste oorlogsinvalide was geworden van de Nederlanden. Ik denk dat zij daarna in een verdwaasde toestand verkeerde, een groot infarct, en niet bij machte was zich op te richten en te laten horen. Zij had haar eigen ziel verloren. Dat gaf een trage ontwikkeling na de oorlog. We zijn nu bijna 70 jaar verder. Hoe hebben we het gedaan? Beter laat dan nooit, de stad is geleidelijk in een wederopbouw geraakt. We zijn nu één grote bouwput. Deze week kopte de Gelderlander poëtisch: ‘In de bouwput van Plein 1944 zijn de contouren van de toekomst zichtbaar’.

Op 2 december 2012 ontviel ons Alphons Brinkhuis, op 78-jarige leeftijd. Hij heeft enorm veel betekend voor het proces van Nijmegen. Hij heeft het geopend. We zijn hem zeer erkentelijk. In 1984 publiceerde hij zijn grote onderzoek in een boek ‘De Fatale aanval. Opzet of vergissing?’ Er zijn geen andere mensen geweest die zo gedreven onderzoek hebben gedaan naar de Amerikaanse bombardementen op 22-02-1944 in Nederland. Dat kwam omdat hij als tienjarige jongen lotgenoot werd van het bombardement op Enschede. Op volwassen leeftijd ging hij naar Nijmegen. Dat was geen toeval. Feitelijk was hij geshockeerd door de afwezigheid van oorlogsbewustheid en haar gevolgen. Hij droeg zijn boek op aan ‘hen die het overleefden, en hen die er nooit van hoorden’. Zeer indrukwekkend heeft hij zijn onderzoek beschreven. De conclusie was eigenlijk dat de bombardementen op Deventer, Enschede, Arnhem en Nijmegen een resultante waren van de bevrijdingsoorlog. Hij noemde dat ‘vergissing’ – achteraf. Joost Rosendaal heeft het misschien mooier omschreven: “Het was geen vergissing, maar er ging die dag wel veel fout, en veel zat tegen, zoals dat in een oorlog kan gebeuren.” Boven het overlijdensbericht van Alphons Brinkhuis staat “That’s Life”. Boven de titel ‘De Fatale aanval’ had kunnen staan “That’s War”.

In mijn beleving is het meest tergende de collectieve onderdrukking van de waarheid na de oorlogsepisode van Nijmegen. Het ontkennen van haar gigantisch slachtofferschap, als consequentie van haar strategische ligging. Nijmegen was te passief, maar in het overige deel van Nederland hebben ze een blinde vlek gehad of willen hebben. Dat was zeer spijtig en heeft bijgedragen aan een stagnatie in haar ontwikkeling. Wij zijn heel erg blij met de jaarlijkse Amerikaanse vertegenwoordiging sedert 2006. Als ook met de aanwezigheid van de buurtgemeenten rondom Nijmegen, evenals met de aanwezigheid van Duitse Gemeenten en de Duitse overheid.

En het werk gaat voort. Maar de afwezigheid alle jaren van de Nederlandse overheid doet pijn. Als uitzondering noem ik Minister Donner in 2009. De houding van de Nederlandse overheid is nog niet anders dan tijdens en na de oorlog. Maar het werk gaat voort. Bart Janssen is volop bezig met zijn nieuwe boek over alle Nijmeegse oorlogsslachtoffers, voor zover te achterhalen.

Ik hoop ten zeerste dat in het krachtenspel van heden, Nijmegen de plaats wordt voor een Nationaal Oorlogsmuseum. De Vasimlocatie, in de buurt van de Oversteek, wordt daarvoor genoemd. We hopen, dat onze nieuwe Burgemeester, Hubert Bruls, de Haagse Poort weet open te breken met zijn diplomatie en charme in deze benauwde tijd . Een museum draagt bij aan Overdracht. Marjan van Steen werkt aan de overdracht voor- en door kinderen, o.m. hier op deze plek, tussen de kastanjebomen, die de oorlog, de vernieuwing en de bloedingsziekte overleefd hebben.

En het werk gaat voort. Onze stichting In Paradisum heeft in vak 36 van het Daalseweg kerkhof houten kruisjes geplaatst met namen van alle bombardementsslachtoffers aldaar begraven. Gaat U er vanmiddag na de Herdenking, die om 13.15 uur begint, kijken. Het is zeer indrukwekkend.