Stichting “In Paradisum” heeft tot doel de bescherming en het behoud van de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de begraafplaatsen binnen de gemeente Nijmegen.
Voor u ligt alweer de derde editie van het Bulletin van In Paradisum. Iedereen die dit wilde, is inmiddels gevaccineerd en als gevolg daarvan wordt onze samenleving zo langzamerhand steeds meer opgestart. Dat kunt u ook merken als u dit bulletin leest: een aantal artikelen en verhalen zijn namelijk ingegeven door de rondleidingen die onze experts voor het eerst sinds lange tijd weer hebben gegeven op de begraafplaatsen, tijdens de afgelopen Open Monumentendagen. Ze hebben ervan genoten – en de bezoekers gelukkig ook!
We prijzen ons gelukkig met een nieuwe rondleider, Maaike, die tijdens de afgelopen Open Monumentendagen al rondleidingen verzorgde op de Daalseweg. Zoals u kunt lezen werd er tijdens de rondleidingen ook gevraagd naar “Dikke Selbach”. De vragensteller komt in dit bulletin zeker aan zijn trekken. Heeft u ook vragen over een specifieke begravene, of heeft u een verhaal over een graf te delen, schroom dan los van de rondleidingen niet om contact met ons op te nemen. Nieuwe verhalen over de Daalseweg zijn op dit moment met name welkom: Ons IP-bestuurslid Wim Desserjer is op dit moment bezig met de voorbereiding van een publicatie over de Daalseweg en u wordt van harte uitgenodigd om hem meer bijzondere verhalen over plekken en graven op de begraafplaats te sturen.
Voor nu wens ik u veel leesplezier.
Pepijn Oomen
Voorzitter In Paradisum
p.s. Ons bestuur is nog op zoek naar een secretaris. Komt u vrijblijvend een keer langs op een vergadering?
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl
Bekende Nijmegenaar: Emile Johannes Selbach Hij is geboren in Nijmegen op 29 juni 1886 en overleden op 9 december 1914. Tijdens zijn korte leven bekend als de gewichtigste hotelier van Europa. Voor de Tweede Wereld Oorlog zorgde een aantal personen voor leven in de brouwerij in de binnenstad van Nijmegen. Een van de bekende figuren was de kastelein van café Centrale aan de Lage Markt. Later opende deze Dikke Selbach Hotel-Café-Restaurant op het Valkhofplein aan de Voerweg. Hij liet zich graag als trekpleister bekijken waarbij hij voor op het terras van zijn hotel plaats nam op een versterkte stoel met zes poten.
Dikke Selbach woog meer dan 200 kg. Hij at enorme hoeveelheden in het openbaar als trekpleister voor gasten voor zijn hotel. In het krantenknipsel van de Tilburgse Courant van 28 november 1911 staat dat Selbach de 500 pond bereikt had. Er wordt verteld dat hij tijdens zijn ontbijt 124 kadetjes naar binnen werkte. Op 14 april 1913 trouwde Emile Selbach met de slanke serveerster Alberta Catherine van de Weijden.
Toen de Selbach stierf op 9 december 1914 werd zijn bed omgebouwd tot zijn doodskist. Zijn lichaam werd door verhuisbedrijf van Wezel in de holst van de nacht via het slaapkamerraam uit zijn slaapkamer op een meubelkar getakeld en naar de Daalseweg vervoerd. Hij ligt begraven op de rooms-Katholieke begraafplaats Daalseweg in Nijmegen. Het grafmonument is helaas geruimd. Ter markering ligt er nu een stenen zwerfkruis De Nijmegenaren maakte er zelfs een straatliedje over: Ien die nacht, ien die nacht, ien die nacht, hebben se Selbach nur ‘t kerkhof toegebracht. Ien ‘n waogen fan Fan Wesel aon de Waol, fien je dâ nou gin groot schandaol?
Vanwege zijn enorme afmeting kon Selbach niet in een normale doodskist worden gelegd. Een van de versies van het lied eindigt daarom ook op ‘Want de kist was kolossaal’.
Het volgende monument is van het echtpaar
Brinkhoff – Nillesen vak 22-14-11
Het bijzondere van dit monument is dat het kunstwerk (mozaïek) is gemaakt door kunstenaar Piet Gerrits. Wat de relatie tussen de fam. Brinkhoff en de kunstenaar Gerrits was, is helaas niet bekend.
De Nijmeegse kunstenaar Piet Gerrits (1878-1957), een begaafde en geïnspireerde tekenaar die gegrepen was door het leven in Palestina, was ontwerper, vormgever en decorateur van de Heilig Land Stichting. Zijn veelbewogen leven en zijn indrukwekkende werk staan in dit boek centraal.
Hij woonde na zijn opleiding tot bouwkundig tekenaar enkele jaren in Palestina, waar hij zeer onder de indruk raakte van land en volk. De inspiratie, de ervaring en de kennis die hij daar opdeed, kwam goed van pas toen hij na zijn terugkeer naar Nederland betrokken raakte bij de Heilig Land Stichting. Hij ontwierp voor de begraafplaats monumenten zoals de Kruiswegstaties, de Hof van Olijven, de Calvarieberg, het Heilig Graf, de Hemelvaartkapel en fraaie tuingraven. Voor het museumpark ontwierp hij het dorp Nazareth, de geboortegrot in Bethlehem en de Oosterse herberg. Hij decoreerde de Cenakelkerk met mozaïeken en muurschilderingen en richtte het Bijbels Museum in. Hoewel hij tegen het einde van de oorlog, toen Groesbeek in de gevechtslinie lag, door een granaat zijn linkerarm en zijn rechteroog verloor, werkte Gerrits tot aan zijn dood in 1957 voor de Heilig Land Stichting.
In ons vorige bulletin, juni 2021, heeft u over dit onderwerp deel 1 kunnen lezen. Deel 2 geeft u onderstaand een overzicht van de verdwenen straatnamen die een koppeling hebben met personen die op de Daalseweg zijn begraven.
Aalbersstraat => Roukensstraat
Wijk 04 – Altrade
Ligging: Verbindingsstraat tussen de Prins Bernhardstraat en de Groesbeeksedwarsweg.
Hij was van beroep huisschilder maar bekwaamde zich ook als aannemer. Hij bouwde de eerste woningen aan deze straat. Raadsbesluit 28-10-1911 => Roukensstraat.
Hij ligt begraven in de familiegrafkelder, locatie 14-01-03GK.
Buskensstraat => Trompstraat
Wijk 02 – Bottendaal
Ligging: Deze straat verbindt de Ruyterstraat met de Dr. Jan Berendsstraat.
Gerardus Buskens.
(* Bergharen 07-08-1853 – † Nijmegen 15-07-1933).
Van beroep aannemer, bouwde de eerste woningen aan deze straat. Raadsbesluit 27-03-1909
=> Trompstraat.
Hij ligt begraven in de familiegrafkelder, locatie 02-01-04GK.
De Swartstraat => Vlaamsegas.
Wijk 01 – Stadscentrum
Ligging: Verbindt de Molenstraat met de Tweede Walstraat.
Petrus Paulus Johannes de Swart.
(* Nijmegen 29-06-1862 – † Nijmegen 04-10-1934).
Hij was koopman van beroep en ook herbergier en had eigendommen aan een doodlopend, in 1929 door afbraak van de hieraan gelegen huizen vervallen gedeelte van de gas, De Swartstraat genoemd. Raadsbesluit 09-07-1924 => Vlaamschegas.
Hij ligt begraven op graflocatie 06-07-12.
Dr. Banningstraat => verdwenen.
Wijk 12 – Goffert
Ligging: Bij vernieuwing van de Kolpingbuurt is de openbare ruimte met de naam Dr. Banningstraat verdwenen. Raadsbesluit 27-11-2019 => intrekking.
Hij was van huis uit timmerman en vestigde zich met zijn gezin in 1887 in Nijmegen. Tot omstreeks 1910 was hij koffiehuishouder van Hotel-Café “De Burchpoort” (hoek Hoogstraat) waar hij zich als ondernemer met allerlei zaken bezighield. In 1894 kreeg hij voor het eerst vergunning voor de bouw van arbeiderswoningen op deze plek. Al snel werd zijn naam verbonden aan deze straat.
Raadsbesluit 14-06-1913 => Palmstraat.
Hij ligt begraven op graflocatie 22-14-13.
Tweede van Hezewijkstraat => Azaleastraat => Oude Azaleastraat
Wijk 21 – Wolfskuil
Ligging: Loopt evenwijdig aan de Palmstraat, verbinding tussen Floraweg en Graafseweg.
Gerardus Wilhelmus van Hezewijk.
(* Heumen 27-10-1850 – † Nijmegen 17-01-1935)
Hij was van huis uit timmerman en vestigde zich met zijn gezin in 1887 in Nijmegen. Tot omstreeks 1910 was hij koffiehuishouder van Hotel-Café “De Burchpoort” (hoek Hoogstraat) waar hij zich als ondernemer met allerlei zaken bezighield. Een tweede bouwproject van een aantal woningen.
Raadsbesluit 15-10-1935 => Azaleastraat en RB 16-09-2009 => Oude Azaleastraat.
Hij ligt begraven op graflocatie 22-14-13.
Van Benthemstraat => Bronsgeeststraat
Wijk 20 – Biezen
Ligging: Verbindt de Biezenstraat met de Weurtseweg.
Lambertus Hermanus van Benthem.
(* Lobith 18-09-1852 – † Nijmegen 01-11-1924)
Hij was aannemer en bouwde rond 1901 als eerste aan deze straat twee onder- en bovenwoningen.
Raadsbesluit 28-10-1911 => Bronsgeeststraat.
Hij ligt begraven op graflocatie 21-08-01.
Van der Waardenstraat => Beijensstraat
Wijk 04 – Altrade
Ligging: Loopt van de Daalsedwarsweg naar de Daalseweg.
Wijnandus Johannes Hermanus van der Waarden.
(* Nijmegen 05-11-1860 – † Nijmegen 25-09-1930)
Bouwkundige en wethouder. Bouwde de eerste huizen in deze straat in 1898.
Raadsbesluit 19-10-1912 => Beijensstraat.
Hij ligt begraven in de familiegrafkelder, locatie 14-01-04GK.
Van Drielstraat => Evertsenstraat
Wijk 02 – Bottendaal
Ligging: Loopt van de Doctor Jan Berendsstraat naar de Sint Stephanusstraat.
Theodorus Johannes van Driel.
(* Herwen en Aerdt 30-06-1855 – † Nijmegen 04-08-1915)
Timmerman en aannemer, bouwde de eerste woningen aan deze straat.
Raadsbesluit 27-03-1909 => Evertsenstraat.
Hij ligt begraven op graflocatie 26-01-05.
Van Kempenstraat => Postdwarsweg
Wijk 06 – Hengstdal
Ligging: Loopt van de Dommer van Poldersveldtweg naar de Elzenstraat.
Gerardus van Kempen.
(* Nijmegen 24-11-1852 – † Nijmegen 26-02-1930)
Hij was landbouwer en woonde in de Dommer van Poldersveldtweg nummer 325. Hij had ook eigendommen op deze plek. Misschien daarom de verwijzing naar deze straat.
Raadsbesluit 05-03-1904 => Postdwarsweg
Hij ligt begraven op graflocatie 12-05-11.
Van Rosendaelstraat => Hugo de Grootstraat
Wijk 05 – Hunnerberg
Ligging: loopt van de Barbarossastraat naar de Berg en Dalseweg.
Het gedeelte tussen de Jan van Goyenstraat en de Berg en Dalseweg heette tot 1955 de van Rosendaelstraat, deze straat was ook zijn eigendom. Geen grap, maar gebeurd, in 1896 werd één van de bewoners zijn huis uitgezet. Toen de helpers van de Deurwaarder de boedel op straat hadden gezet werd door de heer van Rosendael protest aangetekend dat hij de boedel niet op zijn bezitting duldde. Hij had gelijk.
Hij droeg haar aan de gemeente over onder meer onder de voorwaarde, dat zij tenminste 25 jaar na de overdracht in 1900 zijn naam officieel zal behouden.
Tante Jet, die door een val in haar jeugd erg gehandicapt was, bewoog zich met haar stok en zwaar leunend op de arm van tante Annie heel langzaam over de begraafplaats. Ik kreeg daardoor alle tijd de prachtige monumenten te bewonderen.
Op 10 februari 1926 overleed boven zijn slagerij aan de Ziekerstraat 8 volkomen plotseling op 65-jarige leeftijd de heer Wilhelmus Johannus Geertsen. Wim Geertsen was vader van een groot gezin. Twee van zijn dochters, Annie en Jet Geertsen, waren als vroegere overburen van mijn grootouders Zuidgeest-Wolf, die tot het bombardement op Ziekerstraat 7-9 woonden, bevriend met onze familie. Na de dood van mijn grootouders in 1956 en 1958 raakten zij bevriend met mijn ouders en ze werden voor mij “tante Annie en tante Jet Geertsen” van de Lange Koningstraat 21. Door deze vriendschap heb ik hen de rest van hun leven (ze stierven beiden in 1995) gekend. Graag vertel ik iets over hun betrokkenheid met de begraafplaats aan de Daalseweg.
In mijn vroege jeugd was kerkhofbezoek bij veel oudere Nijmegenaren een wekelijks ritueel. Ook op de begraafplaats aan de Daalseweg was het zondags een komen en gaan van mensen, die ’s morgens na de H. Mis of ’s middags na de theevisite een bezoek brachten aan dierbare overledenen. Ook ik ontkwam tijdens de wekelijkse logeerpartijen bij mijn grootouders niet aan dit kerkhofbezoek, waarvoor de belangstelling bij mij blijkbaar al vroeg aanwezig was.
In vak 1 bezochten we het graf van Maria Geertsen-Selbach (*11-06-1860), de eerste vrouw van vader Wim Geertsen. Ze overleed op 13-11-1893 “in het kraambed”, 33 jaar oud. Haar jongste dochtertje Betsy overleed achttien dagen later en werd in het graf van haar moeder bijgezet. Het hoge grafmonument verkeert nog altijd in een redelijke staat.
Daarna moesten we de begraafplaats oversteken naar vak 21, waar de ouders van tante Annie en tante Jet vrijwel tegen de muur hun laatste rustplaats hadden.
Op 08-05-1895 was vader Geertsen hertrouwd met Elisabeth Matthea Selbach (*30-10-1871), die hem nog meer kinderen schonk. Zij werd de moeder van tante Annie (*05-07-1903) en van tante Jet (*24-12-1904).
Na de dood van hun ouders op resp. 10-02-1926 en 11-05-1945 bezochten de zussen trouw de hardstenen graftombe van hun ouders. Eind jaren tachtig begon de dekplaat van deze tombe, tot grote ergernis van vooral tante Jet, ineens scheuren te vertonen en begin jaren negentig barstte de plaat. Zo wilde tante Jet na haar dood het graf van haar ouders niet achterlaten en van haar pensioen als onderwijzeres op de school van de zusters JMJ aan de Oude Stadsgracht begon ze te sparen. In 1995, toen ze al ernstig ziek was, bestelde ze een nieuwe dekplaat. Het werd een race tegen de klok. De steenhouwer zette alles op alles en op vrijdag 31 maart 1995 werd de oude grafplaat vervangen.
De neef uit Best kwam met een fototoestel en toen hij de foto in hun flat op Marialaan 235 aan tante Jet liet zien, knikte ze tevreden. Ze kon nu rustig dood gaan. Het graf van haar ouders bleef keurig achter. Twee dagen later, op 2 april 1995, sloot ze voorgoed haar ogen. Ze is 90 jaar geworden.
Tante Annie, die levenslang met haar zus had samengewoond, overleed ruim negen maanden later op 23 december 1995. Zij werd 92 jaar. Nog altijd denk ik met veel warmte aan de twee “tantes” terug.
Bij het keldergraf van kapitein Herman Leonard de Villeneuve (1811 – 1873)
Herman Leonard de Villeneuve werd geboren in Amsterdam.
Zijn broer Volkert Willem de Villeneuve deed dienst in het Regiment Huzaren, hij was kapitein. Het was in de tijd dat Nederlanders verplicht onderdeel uitmaakten van het Franse leger. Volkert vocht in Frankrijk, Denemarken en Rusland. In 1812 werd hij gevangen genomen en ondergebracht in het Russisch-Duitse Legioen, dat tegen Napoleon streed. Later werd Volkert door koning Willem I onderscheiden met de Militaire Willemsorde, 4e klasse.
Herman Leonard de Villeneuve trad net als zijn broer in dienst van het leger en belandde in Suriname. Toen Suriname in 1815 definitief onder Nederlands gezag kwam, werd ter verdediging van de kolonie het regiment West-Indische Jagers opgericht. Dat bestond uit een bataljon Artillerie en
twee bataljons Jagers. De bataljons maakten gewoon deel uit van de koninklijke landmacht, de Jagers waren opgeleid in Nederland en ook net zo gekleed en uitgerust. In 1821 werden de twee Jagersbataljons samen gevoegd tot één en aangeduid met Bataljon Nr. 27. Men benoemde Herman Leonard de Villeneuve tot 2e luitenant van dat bataljon. Daarmee leidde hij een bataljon, bestaande uit zeven compagnieën. Omstreeks 1830 bracht men de omvang terug tot drie compagnieën.[i] Ook Herman Leonard werd door koning Willem I onderscheiden. Voor twaalf jaar trouwe dienst kreeg hij in 1837 de ‘bronzen medaille’. Een op zich kleine medaille, ter grootte van een € 2-munt, met aan de voorzijde de gekroonde letter ‘W’ en aan de achterkant het rijkswapen met de Nederlandse leeuw. Op 3 december 1840 berichtte de Nieuwe Surinaamsche Courant over de ondertrouw van 2e luitenant Bataljon Jagers Nr. 27, Herman Leonard de Villeneuve met Martha Georgina Susanna Serres in Paramaribo. Martha was afkomstig uit Rees, een kleine Duitse stad, niet heel ver van Nijmegen gelegen. Het schijnt dat Martha’s zus, Catharina Louise Serres, getrouwd was met Herman’s broer Volkert Willem. De zusjes Serres waren dus getrouwd met de broertjes De Villeneuve.[ii]
Net als zijn broer werd Herman Leonard benoemd tot kapitein der infanterie. In de zomer van 1859 keerden Martha en Herman samen terug naar Nederland. Net als veel welgestelden en officieren die in de Oost of de West hadden gediend, zochten zij de landelijke rust op in het bosrijke oosten van
Detail: Bijlage 2 Staatsbegroting 1870, IXde Hoofdstuk, Nominatieve staat der verleende pensioenen aan gewezen officieren der kolonie Suriname en aan hunne weduwen.
Nederland. Zij vestigden zich in Hees. Het pensioen dat Herman ontving bedroeg ᶂ 1.200,- dat nu een waarde vertegenwoordigt van minstens € 35.000.
In 1873 overleed Herman, 62 jaar oud, in Hees. Hij werd begraven op het kerkhof aan de Dorpsstraat. Zijn graf, nummer 12, is gemakkelijk te traceren. Kijkend vanaf het trottoir naar de twee grote oude taxusbomen, ligt zijn graf schuin rechts voor de rechter taxusboom. Zijn vrouw Martha overleed een maand later en werd bij haar man bijgezet. Wie ook nog in dat graf begraven werd, was een heel goede vriendin van Martha en Herman uit hun Surinaamse tijd. Dat was Jane Furlong Williams, die Paramaribo verliet na de dood van haar man, naar Nijmegen reisde en in huis bij de familie De Villeneuve ging wonen.[iii] Zij overleed in hetzelfde jaar als Herman en Martha en heeft samen met hen een laatste rustplaats gevonden aan de Dorpsstraat.
Wim Desserjer
[i] J. Karbaat, ‘De militaire geschiedenis’ Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap, 1960, p. 380.
[ii] J. van Gruijthuisen, ‘Graven in Neerbosch, aflevering 5’, in: De Gelderlander, 2 oktober 2013.
[iii] W. Desserjer & P. van Schaijk, ‘Herstel en herwaardering van de begraafplaats aan de Dorpsstraat in Neerbosch, Nijmegen’, Stichting In Paradisum, 2018, p. 35.
Voor de oude monumentale begraafplaats aan de Daalseweg vind je opmerkelijk veel grafmonumenten waar de informatie met losse bronzen letters/cijfers wordt verduidelijkt. Brons, een legering van koper en tin, een tijdloze vorm en een keuze voor langdurig gebruik zonder aantasting van verweer. Bevestiging: aan de achterzijde van het brons worden pennetjes bevestigd welke door middel van boorgaatjes in de steen met twee componentenlijm worden vastgezet.
Onverslijtbaar, dat wel, maar juist door weersinvloed en vandalisme zie je toch op deze grafzerken steeds minder letters en cijfers en een toename van dit materiaal op jaarmarkten e.d.
Tijdrovende klussen lijken vaak te verzanden, maar toch zijn een paar mensen nu bezig om te legpuzzelen met een kleine honderd letters en cijfers die in de afgelopen jaren op de Daalseweg zijn gevonden. En met succes, een groot aantal letters kunnen weer worden teruggeplaatst op de juiste zerk.
Indrukken van de open monumentendagen 11 en 12 september 2021.
Dorpsstraat in Neerbosch, kerk met bijbehorende begraafplaats, een plek om te koesteren, een oase van rust. In die sfeer en met dank aan de eigenaar van de kerk voor de openstelling van dit prachtige rijksmonument, mochten wij op 11 september circa 45 mensen begroeten en rondleiden. Tevreden gezichten, vele verhalen, wederzijdse informatie, alles kreeg een plek.
Begraafplaats Daalseweg:
Zaterdag:
Het is 2 november a.s. 25 jaar geleden (de begraafplaats was in 1995 na een lange sluiting weer voor nieuwe begravingen opengesteld en de “Werkgroep ‘t (te) behouden kerkhof” was overgegaan in de “Stichting In Paradisum”) dat Christ Doorakkers me vroeg op Allerzielen 1996 een rondleiding over de begraafplaats aan de Daalseweg te verzorgen. Voor groepen op “Open Monumentendag” gaf ik al rondleidingen vanaf 12 september 1992, maar nu de begraafplaats weer in gebruik was genomen én nu in 1996 Allerzielen op een zaterdag viel, wilde Christ een extra impuls geven aan de bekendheid van deze historische plaats. Er verscheen in weekblad “De Brug” een groot artikel “De geschiedenis van de stad ligt op het kerkhof”. De belangstelling op die zaterdag was ongekend. Enorm veel mensen, die na de jarenlange sluiting weer eens een kijkje op de begraafplaats van hun voorouders wilden nemen, stroomden samen op het voorplein en het middenpad. Christ en ik stonden perplex. Dit konden we niet aan en ik vroeg buurtbewoners na ongeveer twee uur terug te komen. Dan zou ik nóg een keer over de begraafplaats lopen.
De rondleidingen vonden elk jaar plaats op de 22e februari, de dag van het bombardement op Nijmegen, op “Open Monumentendag” en na enige tijd ook op de laatste zondagen van de maanden mei, juni en juli.
Marianne Straten nam dan cultuur en symboliek van de monumenten voor haar rekening en ik beperkte me tot de historie en “verhalen achter het graf”, die ik al vanaf 1968 verzameld had. Rondleidingen van Marianne zijn na haar dood op 26 augustus 2017 overgenomen door Bert Eggelaar.
Samen met Bert stond ik op de “Open Monumentendag” op 11 september jl., vol verwachting op bezoek te wachten.
Om 13.00 uur kwamen er twee mensen. Een dame was zeer geïnteresseerd in symboliek en dat was het terrein van Bert. Een heer vroeg of ik misschien wist waar Emile Selbach, de in Nijmegen heel bekende “dikke Selbach”, begraven lag, want daar deed hij onderzoek naar.
Wandelend naar het graf van Selbach (vak 37, rij 6, graf 1) vertelde hij ook, dat hij door zijn onderzoeken ook bijzonder geïnteresseerd was in de “Zusters Auxiliatricen van de Zielen in het Vagevuur”, in Nijmegen beter bekend onder de naam “Zusters van Hallo”.
Emile Selbach, die hotelhouder was van het hotel-café-restaurant Valkhof aan het begin van de Voerweg, noemde zich met zijn ruim 250 kg. de “gewichtigste hotelier van Europa”. Uit alle windstreken kwamen mensen naar zijn hotel-restaurant om te zien hoe hij publiekelijk enorme hoeveelheden eten naar binnen werkte.
Heel vaak vragen oudere Nijmegenaren nog naar het graf van de Dikke Selbach, die al op 12 september 1914, 28 jaar oud, is overleden, maar die nog altijd tot de verbeelding van velen spreekt, omdat hij met zijn enorme gewicht niet in een kist paste en om die reden in zijn dichtgetimmerde houten ledikant op de begraafplaats aan de Daalseweg begraven is.
Dit verhaal hoorde ik ook in de jaren negentig van Jo Ahlrichs, onze vrijwilliger van het eerste uur, die tientallen jaren elke zaterdag naar de begraafplaats kwam om het graf van zijn vader Martin Ahlrichs te verzorgen. Deze Martin Ahlrichs, die op 28 november 1938, pas 48 jaar oud, overleed, ligt namelijk precies vóór het graf van Emile Selbach en Jo Ahlrichs kon zich het monument van Selbach nog goed herinneren.
Het graf van Selbach heeft al tientallen jaren geen monument meer. In de jaren negentig, toen een groep studenten in het kader van een verhalenfestival bij het graf van Selbach hun verhaal wilde vertellen, is er ter herkenning het stenen kruis van een afgebroken monument op het graf gelegd. Dat kruis is nooit meer weggehaald.
Nadat de bezoeker enkele foto’s had gemaakt, bracht ik hem tot zijn grote verrassing naar de grafkelder van de “Zusters van Hallo“, rechts achter het priestergraf. Het opmerkelijke van dit graf is, dat op het monument zowel aan de voor- als aan de achterzijde namen gebeiteld staan. De zuinigheid van deze zusters is zelfs na hun dood nog merkbaar op het monument.
Teruglopend naar de hoofdingang werd ik benaderd door een mevrouw, die meer wilde weten over het keldergraf van de indertijd bekende arts dr. Robert Bahlmann in vak 7. Deze
Robert Bahlmann, groot voorvechter voor het behoud van de oude begraafplaats aan de Daalseweg, staat alleen met zijn moeder Friederike E.B. Armand op de steen gebeiteld. Niemand weet waarom de namen van zijn vrouw Julia E.M.B. Bahlmann-Verhoeven en van hun dochter Beatrix Bahlmann nooit vermeld zijn. Toch weet ik zeker, dat zij er ook begraven liggen. De bijzetting van mevrouw Bahlmann-Verhoeven heb ik zelf bijgewoond. Na de dood van haar man heeft zij zich met dezelfde bevlogenheid en inzet voor het behoud van deze begraafplaats ingezet. Dochter Beatrix overleed op 30 augustus 2017. Door Corona vond deze bijzetting in besloten kring plaats, maar ik heb zelf de geopende grafkelder gezien. Er liggen dus vier mensen begraven.
Tenslotte werd ik aangesproken door een mevrouw, die zeer enthousiast was over de oude graven, die haar deden denken aan de oude begraafplaats aan de Gronauseweg in haar geboorteplaats Enschede. Ook daar liggen oorlogsslachtoffers, o.m. van het Amerikaanse bombardement van 10 oktober 1943, waarbij 151 doden te betreuren vielen.
Het toeval wilde, dat ik die begraafplaats ken. Mijn oom Jacques Janssen en zijn vrouw Riek Janssen-Verhoeven liggen er begraven. Ik kon niet nalaten haar mijn herinneringen aan hun grafmonument te vertellen.
Mijn oom, al op 19 maart 1974 op 65 jarige leeftijd overleden, had mijn vader, smid van beroep, gevraagd of hij zijn grafkruis wilde maken. Met al zijn liefde en vakmanschap schiep mijn vader een anderhalve meter hoog smeedijzeren kruis en goot er een enorme betonnen spits toelopende voet omheen. Zijn oudste broer verdiende een onverwoestbaar monument.
In de zomer van 1974 vroeg mijn vader of ik hem wilde helpen het bijna niet te tillen kruis naar Enschede te brengen. Op de brug bij Emmerik kregen we een lekke band. Het kruis, dat op de reserveband lag, werd uit de auto getild en terwijl mijn vader de band verwisselde, stond ik, om de lak niet te beschadigen, als een missionaris met dat enorme kruis langs de weg.
Als voorlichter van de Blindenbibliotheek Le Sage ten Broek kwam ik tot mijn pensioen in 2004 regelmatig in Enschede, waar wij een “Studio Gesproken Boek” hadden en waar ook een grote groep vrijwilligers actief was. Regelmatig wandelen ik dan even over deze oude begraafplaats. Sinds 1980 is de begraafplaats gesloten. Alleen bijzettingen in bestaande graven mogen nog plaats vinden.
In februari 2020, toen ik voor de crematie van mijn nicht Franca Janssen naar Enschede ben geweest, heb ik het graf van mijn oom en tante nog bezocht. Het kruis staat er nog steeds.
Ik kijk met veel plezier terug op mijn rondleidingen op Open Monumentendag 2021. Ondanks de coronamaatregelen werden het toch rondleidingen om niet gauw te vergeten.
Bart Janssen.
Zondag: Onze nieuwe aanwinst, Maaike heeft de eerste bezoekers onder haar hoede genomen, en deze mensen ingewijd in de kennis van de symboliek die ruim voorhanden is op het kerkhof.
Denk aan de diverse soorten engelen, afbeeldingen van st. Jacobsschelpen op de zuiltjes rondom een graf, die verwijzen naar de pelgrimsroute naar Santiago.
De tweede rondleiding van die dag hadden we beduidend meer mensen, met een brede belangstelling, die rondleiding hebben we met twee mensen gedaan.
Alles bij elkaar een tevreden terugblik op een mooie en zonnige zondag, met enthousiaste bezoekers. Na bijna 2 jaar pauze door Covid een bijzonder weekend.
Begraafplaats Stenenkruisstraat: Het was een prachtige nazomerdag waardoor veel nieuwsgierigen het zich niet lieten ontnemen om eens meer te weten te komen over dat mysterieuze parkje in het centrum van Nijmegen. Wel, tijdens de drukbezochte rondleidingen werd veel geheimzinnigheid ontsluierd. Een kleine veertig bezoekers hoorden wat er zich hier in de loop van de jaren heeft afgespeeld: hoe de Tsaar van Rusland heeft staan wenen (een tsaar mag niet huilen) aan het graf van schaakvriend, waarom er vooral platte dekstenen liggen, waarom hier zoveel militairen en militaire artsen zijn bijgezet.
Kortom, genieten van prachtig weer, boeiende informatie en een interessant historisch monument met een indrukwekkende bomenpracht! Een stuk of dertig andere geïnteresseerden maakten van deze gelegenheid gebruik om hier te wandelen, te genieten van de sfeer en zelf op ontdekking te gaan, namen te ontcijferen, te zoeken naar bekende straatnamen. Vooral mensen uit de buurt of die al eens een rondleiding hadden gevolgd grepen hun kans nu het hek open stond. Een aantal zou volgend jaar terugkomen.
Rubriek “U vraagt en wij zoeken antwoord”
Een lezer vroeg ons – via de website – hoe het zit met de houten kruisen op de begraafplaats Daalseweg. Er zijn oude en nieuwe, afwijkend van de stenen grafbedekkingen. Behoren die bij een religieuze groepering, een groep die het gebruik van natuursteen afwijst of mensen met een geldprobleem?
Het antwoord is helaas niet zo romantisch. We moeten even terug in de tijd toen de voorganger van In Paradisum, begin jaren zeventig, opnieuw de slachtoffers van het Bombardement (22 februari 1944) ging herdenken bleek dat er grafbedekkingen van slachtoffers waren verdwenen. Onze voorgangers hebben toen besloten de graflocaties herkenbaar te maken door het plaatsen van een kruis. Omdat de middelen ook toen beperkt waren werd er gekozen voor eenvoudig vurenhout.
Het zal u duidelijk zijn dat de levensduur dan beperkt is zodat In Paradisum al een paar jaar bezig met het vervangen. Met medewerking van Wanco (Doe het zelf), de “Werkplaats West” en enkele bestuursleden worden de verrotte exemplaren vervangen door nieuwe hardhouten kruisen die langer meegaan. De eerste nieuwe kruisen zijn al voor Corona geplaatst door Burgemeester Bruls`en de heer Korsten van de SBN (eigenaar van de begraafplaats). Een nieuwe serie staat al klaar om in februari 2022 geplaatst te worden.
Overigens, een aantal jaren geleden, heeft de Gemeente Nijmegen – op initiatief van In Paradisum – met de Nijmeegse begraafplaatsen een convenant gesloten waardoor graven van oorlogsslachtoffers niet meer geruimd zullen worden.
Heeft u een vraag of wilt u weten hoe iets zit? Gebruik dan het contactformulier op onze website.
De Nijmeegse stichting In Paradisum roept belangstellenden op om zich aan te sluiten bij de Vrienden van Daalseweg. Het eerste doel van de Vrienden van Daalseweg is de publicatie van een boek over de geschiedenis van begraafplaats Daalseweg.
Stichting In Paradisum zoekt donateurs die de publicatie ervan mogelijk maken.
Het boek ‘Daalsweg’ voert de lezer langs vele graven en grafkelders. Niet alleen bekende grafmonumenten, zoals dat van de familie Veerkamp of Louis Sévèke, krijgen de aandacht, ook veel minder bekende maar prachtige graven en interessante mensen worden belicht.
Maar, nog belangrijker is dat het boek de oorsprong en geschiedenis van ‘Daalseweg’ vertelt. Voor het eerst in het bestaan van Daalseweg verschijnt er een publicatie over haar boeiende, soms onstuimige geschiedenis.
Voor eenieder, geïnteresseerd in de geschiedenis van Nijmegen in het algemeen of in de begraafplaats aan de Daalseweg in het bijzonder, is dit boek een absolute must.
Aansluiten bij Vrienden van Daalseweg kan door het storten van € 35,- of meer. Het geeft u recht op één presentexemplaar van het boek over Daalseweg, dat in 2022 uitkomt. Het bedrag van € 35,- of meer kan worden overgemaakt op bankrekeningnummer NL86ABNA0475424336 van Stichting In Paradisum met vermelding ‘Vrienden Daalseweg’ én uw (e-mail)adres, zodat In Paradisum u persoonlijk kan uitnodigen voor de boekpresentatie.
Stichting In Paradisum dankt u voor uw bijdrage aan Vrienden van Daalseweg.
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg.Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2021.
Stichting In Paradisum
Stichting In Paradisum Kerkstraat 60 6543 KL Nijmegen t 06 1797 1197 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl