Stichting “In Paradisum” heeft tot doel de bescherming en het behoud van de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de begraafplaatsen binnen de gemeente Nijmegen.
De zomervakantie is nog net niet voorbij terwijl ik dit schrijf, maar de regen tikt al weer op mijn raam. Zachtjes, gelukkig geen noodweer. En toch is het heel goed om te weten dat de beheerder van de begraafplaats Daalseweg de oude beuken heeft laten voorzien van beschermende jutewindsels. Want ook bomen zijn gevoelig voor zon en kunnen verbranden. We hopen dat deze actie de bomen in de toekomst zal beschermen.
In dit bulletin is er aandacht voor de natuur op de begraafplaats Stenenkruisstraat. Alex de Meijer doet een boekje open over de 30 monumentale bomen, de planten en “beestjes”. Ook over de vrijwilligers van In Paradisum die daar elke maand actief zijn en verschillende ideeën ontwikkeld hebben om de natuur te bevorderen.
Steeds weer vinden mensen met hulp van In Paradisum graven van familieleden terug waarvan zij dachten dat die al lang verloren of geruimd waren. Broer en zus Vergeer hebben hun zoektocht beschreven in een zeer persoonlijk stuk.
Andere zoektochten hebben een open einde, zoals blijkt uit het verhaal van de familie Stokes, waarover Bert Eggelaar en Wim Desserjer schrijven.
Peter van Schaijk staat in deze editie stil bij het korte leven van een van de oprichters van de cricketclub Quick, Barend Ambrosius. Hij was slechts 17 jaar toen hij overleed aan de gevolgen van de Russische griep. Hij werd begraven op de Stenenkruisstraat.
Ook wordt er aandacht besteed aan de twee graven die buiten de omheining van de begraafplaats Stenenkruisstraat, links van het Athlonepad, tussen de struiken liggen.
Tot slot wil ik u nog wijzen op het mooie gedicht van Maria van Raak en de activiteiten van In Paradisum op de Open Monumentendagen 14 en 15 september 2024.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
rondleidingen op de begraafplaatsen ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’, op een aantal vaste momenten en op de Open Monumentendagen;
onderhoudsactiviteiten op een aantal vaste momenten en tijdens NLdoet;
informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
organisatie en inzet bij de jaarlijkse herdenking van de slachtoffers op 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website.
Even voorstellen: wij zijn Henny en Doortje Vergeer, geen stel maar broer en zus.
In september 2023 met de monumentendag waren wij aanwezig bij een rondleiding door Bart Janssen over de begraafplaats aan de Daalseweg. Op een zeker moment hield Bart stil bij een oude platliggende grafsteen en hij zei, hier ligt begraven Petrus Johannes Hannessen, die steenhouwer was en zijn bedrijf had aan de Daalseweg. Mijn broer en ik keken elkaar verbaasd aan en zeiden meteen tegen Bart: dat is de oudere broer van onze opa, een oom van onze moeder. Wij wisten niet dat het graf nog steeds bestond, we dachten dat het al lang weg was.
Toen is het balletje gaan rollen, want eerst kwam Bart Janssen met informatie en een foto van onze oudoom Petrus Johannes Hannessen. Daarna kwam Wim Desserjer met informatie over de vele familieleden Hannessen en ook Bert Eggelaar kwam folders brengen, en zo kwam er steeds meer boven water. Uiteindelijk hebben de een afspraak gemaakt om samen met Bert Eggelaar, Wim Desserjer en Peter van Schaijk en wij zelf natuurlijk, te gaan kijken of er nog meer graven te vinden zouden zijn van de familie Hannessen. Dat bleek het geval te zijn, want het graf van de oudere zus van onze moeder was er ook nog steeds en waarschijnlijk ook het graf van een neef van moeder, maar deze steen was niet meer te lezen.
Wij vinden het jammer dat onze moeder dit niet meer heeft kunnen meemaken, want zij is overleden op 23-12-2023 op 98-jarige leeftijd. Altijd heeft zij gedacht dat deze graven jaren geleden al geruimd waren, maar we hadden haar er gewoon mee naartoe kunnen nemen.
Maar onze dank gaat uit naar Bart, Bert, Wim en Peter die zoveel moeite voor ons gedaan hebben. Met al het speurwerk en het op papier zetten.
Het is 1928. Op 7 januari van dat jaar werd Hugh Jefferson Stokes na de uitvaartdienst in de Maria Geboortekerk begraven op begraafplaats Daalseweg in vak 6, graf 14. Drie dagen eerder was hij aan de gevolgen van tuberculose overleden. Hij en zijn gezin woonden destijds in de Rembrandtstraat, nummer 5.
Stokes, geboren op 27 november 1881 in Londen, woonde al sinds 1900 in Nijmegen. Hij werkte als leraar Engels op een school in Arnhem. Daar leerde hij ook zijn vrouw kennen. Zij trouwden in Londen en kregen vier kinderen: Edith, Ralph, Hugh Josph en Elisabeth. Helaas overleed Ralph op tweejarige leeftijd.
In 1916 moest Hugh Jefferson dienen als militair in Noord-Frankrijk. Mevrouw Stokes en kinderen bleven in Nijmegen aan de St. Annadwarsstraat 7 wonen, tegenwoordig is dat Archipelstraat 109. In de loopgravenoorlog raakte Hugh gewond aan zijn knie.
Pas in oktober 1919 keerde hij weer terug naar Nijmegen. Hij hervatte zijn werk als leraar Engels en als kantoorklerk bij de fabriek van Jurgens. Hij en zijn gezin woonden toen in de Van Nispenstraat 210-212, maar verhuisden in december 1927 naar de Rembrandtstraat. Daar heeft hij helaas slechts enkele weken kunnen wonen.
In 1998 was er een vrijwilliger bij In Paradisum – Arno Nikkelen – die welhaast zijn levenswerk ervan maakte om uit te zoeken wie Hugh Stokes eigenlijk was. Hij correspondeerde met nabestaanden en maakte reizen naar Londen. Waarom eigenlijk? Zijn briefwisseling met het Standesambt Archiv in Mannheim verschaft een antwoord. Het blijkt dat Arno op zoek was naar familieverwantschap. Arno schreef: “In 1996 habe Ich angefangen meinem Familienstammbaum nach zu ziehen. Dabei habe Ich heraus gefunden das dazu auch eine Englische Abzweigung gehörte, die aber völlig aus die Niederlande verschwunden ist. Manche habe Ich in England wieder aufgefunden, aber die Suche in das Archiv von Nimwegen hat ausgewiesen das ein Familienmitglied (Edith Frida Katharina Stokes, geb. Nimwegen 11 Oktober 1909) an dem 17er Juni 1930 nach Mannheim ist abgereisst. Von da ist meine Suche in eine Sackgasse geraten ….“.
Of Arno de stamboom compleet heeft kunnen maken, is onbekend. Hij overleed in 2008, slechts 43 jaar oud en hij is ook begraven op Daalseweg. Het maakt het graf van Hugh Jefferson Stokes én dat van Arno Nikkelen wel heel bijzonder.
Minder lommerrijk dan begraafplaats Daalseweg, is ook begraafplaats Stenenkruisstraat het beleven waard. Het betreft het niet geruimde, protestante deel van de eerste begraafplaats buiten de stadsomwalling, met o.a. een groot veld met keldergraven. De gemeente is eigenaar en heeft de begraafplaats gesloten voor publiek. In 2010 heeft een renovatie plaatsgevonden van de keldergraven, daarna is In Paradisum erbij betrokken geraakt. In 2012 sloot zij een overeenkomst met de gemeente. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het onderhoud. In Paradisum verzorgt rondleidingen en mag het werkgebouwtje gebruiken als kleine expositie- en opslagruimte voor haar vrijwillig onderhoud op begraafplaats Daalseweg. Het onderhoud door de gemeente is vrij minimaal, daarom voert In Paradisum ook hier extra onderhoud uit. O.a. om beschadiging van de grafmonumenten door ingroeiende planten te voorkomen en om ze bereikbaar en leesbaar te houden.
De natuur op de Stenenkruisstraat is niet spectaculair, maar toch de moeite waard. Een dertigtal bomen staat op de gemeentelijke lijst van monumentale bomen, waaronder een aantal van vóór 1900: es en treures, treurbeuk, gewone esdoorn en noorse esdoorn, taxus, een oude laan met acht witte paardenkastanjes, en uiteraard dé beuk met de ingegroeide grafsteen. Aan zijn stamvoet inmiddels ook enkele dikrandtonderzwammen, geen bedreiging op korte termijn. De bomen en struiken bieden onderdak aan merel, houtduif, bonte specht en appelvink.
De schrale bodem is begroeid met grassen als gladde witbol, glanshaver en struisgras en kruiden als sint janskruid, dagkoekoeksbloem, oranje havikskruid, muursla, geel nagelkruid, bosaardbei en het vrij zeldzame rapunzelklokje (2e foto). Vlinders, zweefvliegen, bijen en kevers (3e foto: penseelkever) vinden voedsel in de bloemen van het uitbundig bloeiende jakobskruiskruid. Op het vijfvingerkruid zijn de gallen te vinden van de zilverschoonbolletjesgalwesp.
In een halfopen grafkelder groeit heel fraai het muurleeuwenbekje. Vóór de verstevigingsoperatie waren veel meer grafkelders half open, waarin ook de tongvaren groeide. De steenmarter én een zwerver vonden in de kelders onderdak. De afgelopen jaren zijn de grafkelders steeds meer overgroeid geraakt door wilde wingerd, andere grafmonumenten zijn begroeid met klimop. Ook is er veel opslag van jonge boompjes, met name esdoorns, tussen of zelfs in de grafmonumenten. Hoe mooi dat ook is, dit kan tot schade leiden na het verder ingroeien in spleten en scheuren. En veel grafmonumenten zijn niet meer leesbaar.
In Paradisum is daarom dit jaar begonnen met het wat structureler uitvoeren van vrijwillige beheerklussen en met het werven van vrijwilligers daarvoor. Tegelijk is zij het overleg met de gemeente – de eigenaar – aangegaan over het beheer van de begraafplaats. Daarbij heeft In Paradisum ook ideeën ingebracht om de natuur te bevorderen:
Maaisel afvoeren en stukjes niet maaien
Er wordt drie keer per jaar gemaaid. Dat is nodig om het terrein begaanbaar te houden bij rondleidingen. Om verruiging van de vegetatie te voorkomen wordt het maaisel vooraan na enige tijd afgevoerd door de DAR. De rest harken wij bij elkaar en verzamelen we op enkele hopen. Om altijd bloeiende kruiden te behouden – goed voor insecten én om te laten zien bij rondleidingen – zal In Paradisum voortaan voor het maaien wat gebiedjes met piketpaaltjes markeren. Dat kunnen we doen doordat wij steeds direct in contact treden met de DAR over de maaimomenten, o.a. afgestemd op onze rondleidingen en de dagen van ons vrijwillige beheerwerk.
Soortenrijkdom vergroten
Bij goed beheer zullen zich op enig moment nieuwe soorten vestigen, maar niet elke soort verspreid zich even makkelijk. Daarom kan het verstandig zijn om sommige soorten kruiden uit te zaaien (of zadenrijk maaisel uit te strooien) en enkele struiken bij te planten. Het moeten wel inheemse soorten zijn die hier ook thuishoren. Daarmee wordt ook het voedselaanbod voor en de diversiteit aan insecten uitgebreid. Denk bijvoorbeeld aan enkele struiken als sporkehout of Gelderse roos. Langs de Prins Bernhardstraat heeft de gemeente een kleine heg met haagbeuk laten aanbrengen, ook zijn twee nieuwe lindebomen geplant.
Broedhopen en hout
Dit jaar is In Paradisum begonnen met een deel van de afgevallen takken en bladeren en het maaisel te verzamelen in enkele ‘broedhopen’. Bij het verplaatsen van zo’n hoop troffen we een familie egeltjes aan, die vinden blijkbaar genoeg slakken, spinnen, kevers en regenwormen op de begraafplaats.
Het hout van afgelopen jaren gesneuvelde bomen, en grote dode takken, wordt tot nu steeds afgevoerd. Eén dode stam is blijven staan, dat biedt kansen voor de natuur. In de toekomst kan een deel van het hout (verzaagd) wellicht een plekje krijgen op de begraafplaats.
Insectenhotel of bijenburcht
Een idee dat In Paradisum overweegt: een groot insectenhotel. De stadsecoloog waarmee we dit bespraken opperde een bijenburcht of insectenmuur, maar daarvoor moet gegraven worden en een wal worden opgeworpen. Daar is op deze begraafplaats niet echt ruimte voor. Voor een insectenhotel is echter een prima plek, veilig achter het hek aan de zuidzijde van de begraafplaats. Het is dan beleefbaar vanuit het Julianapark en ontvangt voldoende zon, hetgeen een voorwaarde is. Als voorbeeld geldt het grote insectenhotel van de Heemtuin Malden: eerst is het frame gemaakt, daarna zijn delen gevuld met houtblokken (waarin gaten van verschillende diktes zijn geboord), stro of riet, bamboe en aan de onderzijde ook leem. Stichting In Paradisum kan dit uitvoeren samen met vrijwilligers en mensen uit de buurt. Het contact met de buurt wordt binnenkort gelegd.
Op de Open Monumentendagen, 14 en 15 september 2024 zijn er speciale rondleidingen om 13:00 uur en 14:30 uur.
Begraafplaats Stenenkruisstraat Tijdens de Open Monumentendagen, 14 en 15 september 2024 is de begraafplaats van 11:00 – 17:00 toegankelijk. Rondleidingen worden gegeven om 11.30 uur en om 14.30 uur en voorts op verzoek van bezoekers ook op andere momenten.
Daarnaast is er nog een bijzondere ervaring op te doen. Op zaterdag 14 september 21.00 uur is er een speciale avondrondleiding op de begraafplaats Stenenkruisstraat (Julianapark). Dit extra programmadeel, naast de normale openstelling overdag op 14 en 15 september, zet de bezoeker als het ware een stap terug in de tijd, naar de eerste jaren van deze begraafplaats. De protestantse bestuurlijke bovenlaag in Nijmegen maakte destijds bezwaar tegen de toen gebruikelijke rooms-katholieke begraafcultuur. Hun overledenen werden in een soort processie naar de begraafplaats gebracht, met voorgangers en misdienaars in liturgische gewaden, kaarsen, kruisbeelden, wierook en wijwater. Dit stond in schril contrast tot de gebruikelijke sobere protestantse wijze van begraven. Al snel werd er besloten om het bijzetten in de rooms-katholieke sfeer slechts toe te staan tussen zonsondergang en zonsopgang.
We bezoeken dit keer de begraafplaats bij het invallen van de duisternis. Onder de monumentale bomen is het al snel donker, maar dichterbij komend, blijkt dat het grafveld verlicht wordt door fakkels zodat u deze begraafplaats op een heel andere manier kunt ervaren. Monumenten en verhalen krijgen onder deze omstandigheden bijzondere accenten.
De introductie en rondleiding zijn vanzelfsprekend aangepast. Niet aan te raden voor bezoekers die niet goed ter been zijn want de bodem is ongelijk en er zijn geen paden op deze begraafplaats. Breng voor de zekerheid een eigen zaklamp mee. Duur van het programma ongeveer een uur, gratis entree maar een vrijwillige (cash) bijdrage is welkom, reserveren is niet noodzakelijk. Verzamelen bij het gebouwtje Prins Bernhardstraat/Athlonepad.
Begraafplaats Dorpsstraat Neerbosch Op het kerkhof naast het “Witte Kerkje” aan de Dorpsstraat te Neerbosch zijn een decennium geleden door vrijwilligers 48 graflocaties aan de oppervlakte gebracht. In de periode mei tot en met augustus 2017 werd dit kerkhof vakkundig gerestaureerd. Op zaterdag 14 september 2024, tijdens Open Monumentendag, is er van 11:00 uur tot 17:00 uur iemand aanwezig die u nader kan informeren.
In het Reünistenblad van 2014, verdeeld over de nummers juli, oktober en december, heb ik een artikel gepubliceerd over de oprichters van Quick(N) op 10 april 1888. Het ging om zes jongens die toen de stap zetten naar de oprichting van een cricketclub, een toen populaire sport.
De oudste van deze jongens was Barend Ambrosius, captain van het elftal, 14 jaar oud, woonachtig in Nijmegen en geboren in Heerewaarden.
Barend is op zeer jonge leeftijd, 3 jaar na de oprichting van Quick, overleden. Mijn zoektocht naar zijn graf bleef steken op “zeer waarschijnlijk” bijgezet in het graf van zijn vader die in 1882 overleed in Heerewaarden en ook daar werd begraven.
Het zoeken naar Barends graf heeft mij altijd bezig gehouden en daar is nu door een wonderlijke toevalstreffer een eind aan gekomen.
Barend werd dus in 1873 geboren in het dorp Heerewaarden, waar toen ongeveer 500 mensen woonden. Het ligt op een unieke locatie in de Bommelerwaard, op een smalle strook land tussen de Waal en de Maas. Beide rivieren kunnen elkaar hier bijna aanraken. Met zoveel water in de buurt is het geen wonder dat dit dorp van oudsher een vissersdorp was met twee veerverbindingen, één naar Varik en één naar Kessel en Lith.
Naast deze bedrijvigheid floreerde ook de fabricatie van bakstenen. Het dorp telde maar liefst 4 steenfabrieken en ook de vader van Barend, Arnold, is door zijn familie meegezogen in deze beroepstak. Eerst als steenbakker, later opgewerkt tot directeur van een eigen steenfabriek in dit dorp.
Het veer naar Varik bracht voor Arnold ook de grote liefde, Bernarda Formijne. Zo voer hij vaak heen en weer. (Ik denk aan het liedje van taalvirtuoos Drs. P. “Heen en weer, heen en weer, heen en weer”.) In 1865 ging hij weer heen, maar nu naar de Hervormde kerk voor zijn belangrijke moment om daarna samen verder stappen te zetten naar een mooie toekomst. Hij was 22 jaar, zij 23 jaar.
In het gezin werden vier kinderen geboren, twee dochters en twee zonen waarvan Barend de jongste was. We zitten dan in het jaar 1873 en vader moet alle zeilen bijzetten om zijn vrouw en de vier kinderen een goede plaats te geven in de dorpse gemeenschap. Werken in de steenfabriek was loodzwaar en ook Arnold had het niet gemakkelijk. Hard werken, broze gezondheid, vaak ziekelijk en dan plotseling ernstig, langdurig ziek met een dramatisch overlijden in 1882, op slechts 40-jarige leeftijd. Droefenis alom. Zijn vrouw werd op 41-jarige leeftijd weduwe met vier opgroeiende kinderen, de oudste 16 jaar en de jongste 8 jaar. Eén jaar na dit grote verdriet neemt zij een kloek besluit om met haar kinderen 40 kilometer verderop in de grote stad Nijmegen een ander bestaan op te bouwen. Zeker speelt hier verantwoordelijkheid voor haar kinderen mee, voor onderwijs, vriendschap, bestaanszekerheid e.d. en dat zou in het dorp Heerewaarden nauwelijks mogelijk zijn geweest. Hun woonadres in Nijmegen werd St. Annalaan 16, thans St. Annastraat 37a.
De steenfabriek van haar man bleef na zijn overlijden wel in bezit van zijn vrouw Bernarda. Dat was haar inkomstenbron en zij bleef betrokken bij de aanstelling van mensen die het werk van haar overleden man voortzetten. Verder bezat zij nog een tweetal percelen bouwgrond en een stukje bos waaruit ook inkomsten voortvloeiden.
Voor de puberende Barend was dit het Walhalla aan de Waal, een nieuwe school, veel vrienden en hij was heel sportief. Zo kwam hij in aanraking met de cricketsport, de club Gelria die speelde op de Wedren, een exercitieterrein dat op zondag werd omgedoopt tot cricketveld.
De vriendengroep van Barend was toch op een bepaald moment niet content met deze organisatie, vooral het strenge reglement viel niet in goeden aarde en zij besloten daarom zelf een cricketclub op te richten.
De nieuwe club werd door de zes knapen officieel op 10 april 1888 openbaar gemaakt met als naam QUICK.
Bij dit alles hadden zij natuurlijk steun en administratieve hulp nodig en die kregen zij van dominee Feenstra van de Doopsgezinde Gemeente Nijmegen. Diens zoon Piet behoorde ook tot de oprichters van QUICK.
Voor Barend was het allemaal van korte duur. Slechts drie jaar heeft hij kunnen genieten van de sportactiviteiten met zijn vrienden. Hij was de captain van het elftal, was de belangrijke schakel in het Nijmeegse sportgevoel, maakte veel sportvrienden en regelde regelmatig extra wedstrijden om een hoger niveau te halen.
Barend was slechts 17 jaar oud toen hij op 23 juli 1891 in Nijmegen overleed. In die tijd heerste er een dodelijke epidemie, Russische griep. Mogelijk dat deze griep hem fataal is geworden. Registratie van de doodsoorzaak was toen nog niet aan de orde, dat kwam pas 2 jaar later.
Ik kom nu terug op mijn eerder aangehaalde “toevalstreffer”, want bij mijn betrokkenheid voor behoud van monumentale begraafplaatsen in Nijmegen kwam ik onlangs bij de hernieuwde registratie van de grafzerken op de begraafplaats Stenenkruisstraat het zandgraf tegen van Barend Ambrosius, locatie rij 03, nummer 209.
Van deze begraafplaats is alleen het protestantse deel nog intact.
Over de voortgang van de familie kan nog worden gezegd dat 1 jaar na zijn overlijden zijn zus Huiberta is getrouwd met Cornelis Wegener Sleeswijk, ze zijn in Elst (Gld) gaan wonen, dat zijn broer Willem in 1894 vertrekt naar Nederlands Oost-Indië en aldaar is getrouwd, dat zijn andere zus ongehuwd bleef en samen met moeder Bernarda in 1920 naar Elst verhuisde. Moeder is 85 jaar geworden.
Vanuit de Athlonestraat richting het Julianapark steek je de van Gentstraat over en betreed je het Athlonepad. Juist op dit punt, links, half verscholen in het struikgewas liggen twee grafmonumenten, ver buiten de omheining van de rechts gelegen begraafplaats. Deze twee stille grafmonumenten, één in de vorm van een tombe en de ander een opstaande tekstplaat ondersteund door een steen, verdienen duiding en begrip in de historische context van het huidige Julianapark. De hier getoonde foto is gemaakt één week na de sluiting van de Vierdaagse 2024 waarbij dit park volledig opgaat in feest en Vierdaagsegedrang. Maar toch blijft dan de gladiool op deze tombe, op drie kanten vastgezet met schilderstape, een uiting van gevoel en respect voor de zielsrust van de vrouw die hier begraven ligt.
Aan het begin van de 19de eeuw werd op deze plek, buiten de toenmalige vestingmuren, de eerste begraafplaats aangelegd. Protestanten, katholieken en joden kregen ieder een eigen deel toegewezen. Rond 1900 was de begraafplaats vol en op 1 januari 1905 werd tot sluiting besloten. Twee grote gedeelten werden geruimd en ingericht als park. Alleen het middenstuk, waar de mensen liggen uit de protestantse Nijmeegse samenleving in de 19de eeuw, werd met rust gelaten.
Ik kom weer terug op de twee “stille” grafmonumenten. Op de plaats van het tombegraf rust Johanna Maria Millar, gehuwd met Frederik Willem Berg. Zij is in Nijmegen overleden op 21 januari 1896, religie Nederlands Hervormd.
In het tweede graf ligt majoor der infanterie Jean Marie Boombergen, gehuwd met Jacoba André de la Porte. Hij was ook van Nederlands Hervormde huize en overleed te Nijmegen op 8 april 1897.
De overlijdensdata van Johanna en Jean liggen net vóór de definitieve sluiting van de begraafplaats. Majoor Jean heeft nog een link met de naast gelegen begraafplaats omdat hier in 1876 zijn overleden dochtertje Marie Pauline en één jaar later zijn vrouw Jacoba werden begraven.
Alles overziend lijkt mij dat rond 1880/1890 het protestantse deel van deze begraafplaats is uitgebreid met een klein deel lopend langs de van Gentstraat richting Wedren. Hoe groot en waarom niet meer grafmonumenten zichtbaar zijn, blijft voor mij een vraag.
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinierochtenden en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties en het geven van rondleidingen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage voor donateurs van de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2024.
Stichting In Paradisum Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl