Stenenkruisstraat

StenenkruisstraatAlgemene Begraafplaats aan de Stenenkruisstraat 1811 -1905

Geschiedenis
Na de inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Franse keizerrijk in 1810 kwam er een verbod op begraven binnen de stadsmuren en in kerkgebouwen en kloosters. Op grond van dit verbod besloot het stadsbestuur op 13 november 1810 een algemene begraafplaats aan te leggen buiten de Hertogsteegpoort, aan de latere Stenenkruisstraat. Dit terrein behoorde tot de vestinggronden die in 1808 door Lodewijk Napoleon aan de stad geschonken waren. Op 20 mei 1811 vond de eerste begrafenis plaats. Kort daarna werd de begraafplaats opgesplitst. Er waren van noord naar zuid een rooms-katholiek, twee hervormde en een joods gedeelte. Van de huidige Wedren tot de Fort Kijk in de Potstraat.
In 1814 werden de vestinggronden weer rijkseigendom, maar de kerkgenootschappen mochten hun doden blijven begraven op de algemene begraafplaats. Het joodse gedeelte werd niet meer gebruikt, omdat er vanaf 1814 weer begraven mocht worden op de joodse begraafplaats bij de Mariënburg. De Vestingwet in 1874 betekende voor Nijmegen dat zij zich van haar stadswallen en -muren mocht ontdoen. Nijmegen kwam in het bezit van de oude vestinggronden waardoor de oppervlakte van de gemeente fors toenam. Na de sloop van de vestingmuren werden vooral in het zuiden en oosten van de oude stad nieuwe woningen gebouwd.
Ook de katholieke en hervormde geloofsgemeenschappen vertrokken (in 1885 resp. 1897) naar hun eigen nieuwe begraafplaatsen. Omdat de Algemene Begraafplaats steeds meer binnen de bebouwing kwam te liggen, besloot het gemeentebestuur deze per 1 januari 1905 te sluiten. In 1925 werd besloten het rooms-katholieke gedeelte van de begraafplaats te ontruimen en als wandelpark in te richten: het Julianapark. Een jaar later werd ook het zuidelijk deel van de hervormde begraafplaats geruimd en bij het park getrokken. Het resterende middengedeelte werd omheind met een ijzeren hekwerk.
De kern van het bewaarde gedeelte wordt gevormd door een opvallend vlak grafveld met 179, 5 m diepe, grafkelders. Daarnaast zijn er nog 408 zandgraven. De bijzettingen zijn de overledenen uit de bestuurlijke bovenlaag en uit andere toonaangevende families. Vaak zijn er straten naar hen genoemd, namen van: burgemeesters, wethouders, ministers en een premier. Ook 27 leden van (Europese) adel, waaronder een prins en 55 militairen, deels van het KNIL zijn hier bijgezet, 6 militairen waren drager van de Willemsorde.
In 1962 veranderde de naam van het deel van de Stenenkruisstraat dat aan de begraafplaats grensde in de Prins Bernhardstraat. De Coehoornstraat werd verbonden met de Prins Bernhardstraat. De begraafplaats wordt beheerd door de gemeente Nijmegen.

Begraafregisters
De registers van de begraafplaats aan de Stenenkruisstraat zijn verloren gegaan. Van de periode 1829-1869 zijn wel registers van de eigenaren van de graven op de begraafplaats bewaard gebleven (Regionaal Archief Nijmegen, Nederlands Hervormde Gemeente Nijmegen stad en land 1591-1994, inv.nrs. 539-540). Ook is een register bewaard gebleven waarop de eigenaren van de grafkelders op de begraafplaats staan vermeld (Regionaal Archief Nijmegen, Secretarie Gemeente Nijmegen 1946-1984, inv.nr. 1245).

Open dagen en rondleidingen
Stichting In Paradisum stelt deze unieke begraafplaats elke laatste zondag van de maanden mei, juni, juli en augustus van 12.00-16.00 open voor het publiek, en daarnaast op de Open Monumentendagen.

Foto’s