4. Een markante lege plek in vak 37

Hij leefde niet lang, werd geboren in Nijmegen op 29 juni 1886 en overleed op 9 december 1914, slechts 28 jaar oud. Ook hij ligt hier begraven, zonder monument, zonder andere aanwijzingen, maar rij en grafnummer zijn bekend (vak 37, rij 6, nummer 1) en op bijna alle rondleidingen vragen mensen naar die plek, naar die man die zo jong overleed. Het is toch bijzonder dat zo veel mensen hem nu nog steeds herinneren. We praten over Emile Selbach.

Emile Johannes Selbach werd geboren aan de Lage Markt 1, waar zijn ouders Johan Peter Selbach en Everdina van Kempen een tapperij hadden. Hij had drie oudere broers. Als kind was hij al een stevige jongen en op zeventienjarige leeftijd woog hij maar liefst 296 pond en omstreeks 1910 – toen hij als 24-jarige café Central van zijn moeder overnam – moet zijn lichaamsgewicht de 500 pond hebben bereikt.

De “DIKKE SELBACH” werd een begrip in Nijmegen en ver daarbuiten.

Hij besefte heel goed dat zijn opmerkelijke verschijning veel klanten trok, hij adverteerde ermee en de zaken liepen goed.

In 1912 verhuisde hij naar de Voerweg, waar hij uitbater werd van het hotel-café-restaurant Valkhof. Ook hier weer dezelfde taferelen, veel bekijks, vooral als hij buiten – in zijn met zes poten verstevigde stoel – zat. Hij was in die tijd één van de populairste bezienswaardigheden in Nijmegen. Hij verkocht aan zijn clientèle prentbriefkaarten met zijn portret en het opschrift ‘Emile Selbach, de gewichtigste hotelier van Europa (506 pond)’.

Op 14 april 1913 trouwde Emile in Nijmegen met de, naar verluid, hyperslanke Alberta Catharina van der Weijden uit Noordwijk. Op 14 maart 1914 kregen zij een dochtertje, Catharina Everdina Alberta Selbach. Kort daarop overleed de jonge vader, wiens gewicht inmiddels de 600 pond was genaderd, na een kort pijnlijk ziekbed.

graflocatie E.J. Selbach (foto Bert Eggelaar)

Zijn stoffelijk overschot werd in het holst van de nacht – onder grote publieke belangstelling – uit het slaapkamerraam in een meubelwagen van de firma Van Wezel getakeld omdat een passende lijkwagen niet beschikbaar was.

Naar aanleiding hiervan zijn een paar versregels door een onbekende toeschouwer opgetekend:

Ien die nacht, ien die nacht, ien die nacht,
Hebben se Selbach nùr ’t kerkhof toegebracht,
Ien ’n waogen fan Fan Wezel aon de Waol,
Fien je dā nou gin groot schandaol?”

Op zaterdag 16 maart 2024 deden we weer mee met de NL-Doet-vrijwilligersdagen, zowel op begraafplaats Daalseweg als op begraafplaats Stenenkruisstraat bij het Julianapark. We gingen groenafval opruimen, overtollig groen wegsnoeien en overwoekerde graven weer zichtbaar maken. 

Op begraafplaats Daalseweg staken zo’n vijftien enthousiaste vrijwilligers flink de handen uit de mouwen. Daaronder twee heel bijzondere vrijwilligers: Ted Selbach en zijn zoon. Zij zijn heuse nazaten van Emiel Selbach (1886-1914) ofwel de Dikke Selbach, die een café-restaurant-hotel aan het Valkhof bestierde.

Natuurlijk gingen wij met deze hedendaagse Selbachs naar de plek waar hun beroemde oudoom op Daalseweg begraven ligt. Daar declameerde Ted vol overtuiging de tekst van het Selbach-lied dat destijds in Nijmegen op straat werd gezongen.

Ted Selbach en zoon (foto Jeroen van Zuijlen)

Bert Eggelaar