4. Priester- en zustergraf Daalseweg

Het priester en ook het zustergraf

Priestergraf in 2006. Achter het monument is de heuvel boven de tweede priesterkelder en de oude grafplaat van de Stenenkruisstraat tegen de oostmuur zichtbaar.

Priestergraf in 2006. Achter het monument is de heuvel boven de tweede priesterkelder en de oude grafplaat van de Stenenkruisstraat tegen de oostmuur zichtbaar.

Bij vrijwel elke rondleiding, die de stichting In Paradisum elk jaar traditiegetrouw op 22 februari (bombardement), op de laatste zondagen van mei, juni en juli en op de “Open Monumentendag” organiseert, komt de vraag naar voren wat het verschil is tussen een zandgraf en een keldergraf. Een zandgraf spreekt voor zich. De kist zakt in de grond en wordt met zand toegedekt. Een keldergraf daarentegen is een open ruimte, waar de kist op een stang of in een nis wordt geplaatst. Keldergraven zijn sinds de ingebruikname van de begraafplaats in 1885 veelal langs het hoofdpad en langs de zijpaden links en rechts van het centrale kruis gesitueerd.

Veel bezoekers kijken verbaasd als ik bij de start van de rondleiding vertel, dat het keldergraf van de Katholieke Weeshuis dicht bij de ingang van de begraafplaats ruimte biedt aan grafkisten van twintig weeskinderen en van één weesmoeder, die er naamloos liggen begraven.

Vele malen groter wordt de verbazing als ik bij het priestergraf in het zijpad links van het centrale kruis de ruimte van de kelders onder het monumentale grafmonument beschrijf, waar maar liefst 71 priesters een laatste rustplaats hebben gevonden.

Ons oud-voorzitter drs. A.F.C.M. Wolf (1932-2009) schreef in 2007 een interessant boekje “Priestergraf en kerkhofkruis op de R.K. Begraafplaats aan de Daalseweg te Nijmegen”. Daarin beschreef hij naast de geschiedenis van het keldergraf ook de familienamen, persoonsgegevens en bijzonderheden als standplaats en functie van de begraven priesters. Tevens werd vermeld, dat bij de ingebruikname van dit priestergraf de stoffelijke resten van 25 priesters van de gesloten begraafplaats aan de Stenenkruisstraat in dit graf werden herbegraven en dat de oude grafplaat van de Stenenkruisstraat tegen de oostmuur van de begraafplaats werd bevestigd. Twee priesters zijn in latere jaren herbegraven op de begraafplaatsen Jonkerbos en de begraafplaats van de Franciscanen in Alverna. In de grafkelder liggen 25 jezuïeten, 23 wereldheren, 12 dominicanen en 9 franciscanen begraven.

Bij een van de rondleidingen in de jaren negentig liep een hoogbejaarde heer mee. Hij vertelde me, dat hij in zijn jonge jaren bij bloemisterij De Kluijs aan de Daalseweg 202 (nu Albert Heijn) had gewerkt. De bloemist leverde vaak bloemen voor uitvaarten en de begrafenisondernemer kwam regelmatig een beroep doen op het personeel van de bloemisterij om te assisteren bij het plaatsen van de kist van een priester in de grafkelder. Deze bezoeker attendeerde me er op, dat de oorspronkelijke kelder toen al vrijwel vol was en dat de priesters in die periode begraven werden in het graf naast de ingang van de grafkelder van de “eerwaarde zusters”, die zich tussen het monumentale priestergraf en de muur van de begraafplaats bevindt.

Niets wees er op, dat zich daar een grafkelder bevond tot enkele bezoekers hun paraplu in een heuveltje naast het zustersgraf staken. Tot ieders verrassing kwam de hoek van een grafplaat te voorschijn.

Uit: Franciscanessen van de Heilige Familie honderd jaar in Nijmegen 1884-1984. Links de tombe van de tweede priesterkelder.

Uit: Franciscanessen van de Heilige Familie honderd jaar in Nijmegen 1884-1984. Links de tombe van de tweede priesterkelder.

Kort daarna kwam ik in het bezit van de jubileumuitgave “Franciscanessen van de Heilige Familie honderd jaar in Nijmegen 1884-1984”. Op pagina 13 trof ik een foto aan van een zuster, geknield bij het zustersgraf op de begraafplaats Daalseweg. Achter deze zuster is nog juist de tombe van de tweede priesterkelder zichtbaar.

De bejaarde bloemist meende zich te herinneren, dat deze kelder, waar hij vroeger enkele keren een priester had begraven, een open verbinding had met de oudere kelder. Ook wist hij te vertellen, dat de “broeders” van de jezuïeten in een aparte ruimte naast de oorspronkelijke kelder werden begraven. Bovengronds hebben op deze locatie inderdaad nooit grafmonumenten gestaan.

Bouwtekeningen van het priester- en zustersgraf zijn tot dusverre nooit gevonden. Om een juiste visie over constructie, afmetingen en indeling van de kelders te krijgen, zouden de kelders geopend moeten worden. Die gelegenheid ontstond in 2014. Om te controleren of de constructie van de 130 jaar oude grafkelders nog betrouwbaar was, besloot het bestuur van de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) tot een onderzoek. Van het priestergraf werd alleen de dekplaat aan de voorzijde van het monument weggenomen, omdat de dekplaat aan de achterzijde gescheurd was. Bij dit onderzoek bleek dat de kelder uit meer compartimenten bestaat.

Enige grafnissen in de eerste priesterkelder. De ladder staat tegen de fundering van het zware grafmonument.

Enige grafnissen in de eerste priesterkelder. De ladder staat tegen de fundering van het zware grafmonument.

Op bijgaande foto zijn zes grafnissen naast de fundering van het zware grafmonument zichtbaar.

De geopende nissen zijn vermoedelijk van de twee priesters, die indertijd in Alverna en op Jonkerbos zijn herbegraven. Achter de grafnissen bevindt zich nog een kelder.

Doordat opening van de grafplaat aan de achterzijde niet meer verantwoord was, kon niet worden nagegaan of deze grafkelder een doorgang had naar de broederkelder en naar de kelder naast het zustersgraf, die volgens Nol Wolf vermoedelijk in 1915 is aangelegd.

Na de uitvaart van pater M.W.H. Martens op 4 november 1949 zijn in het keldergraf geen priesters meer bijgezet. De jezuïeten zijn nadien veelal begraven rond het kruis op de begraafplaats Jonkerbos, de franciscanen op het kloosterkerkhof in Alverna en de dominicanen op de begraafplaats achter het voormalige klooster Albertinum.

De wereldheren werden meestal begraven op het kerkhof of de begraafplaats waar ook hun parochianen een laatste rustplaats vonden.

Bart Janssen