Cornelis Wagtho, geboren op 25-09-1829 te Tholen en overleden in Nijmegen op 03-04-1884, zoon van Krijn Wagtho en Cornelia Sara van Adrichem. Hij trouwde op 11-06-1863 te ’s-Hertogenbosch met Maria Louisa Augusta Witte Eechout, geboren op 19-10-1835 te Utrecht, overleden in Tholen op 23-02-1896, 60 jaar oud en was de dochter van Louis Appolinus Eechout en Hendrica Gerarda Ras. Zij woonde als weduwe in de Smetiusstraat nummer 4 en verhuisde in 1892 naar Tholen.
Cornelis begon zijn loopbaan als adjunct-ingenieur bij de exploitatie bij de Nederlandse Rijnspoorweg in november 1860 en als ingenieur werd hij in 1875 door de toenmalige minister van oorlog benoemd bij de uitvoering van de vestingwet.
Maria Cornelia Wagtho was één van de kinderen die uit dit huwelijk werd geboren te Utrecht op 21-04-1864 en overleden in Den Haag op 17-10-1924. Zij trouwde op 29-10-1884 in Nijmegen met de koopman in granen Jan Lodewijk Marius, geboren in Hengelo(O) op 27-01-1852, zoon van Christiaan Gerhard Frederik Marius en Johanna Hofker.
Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren in Nijmegen waarvan twee kinderen met dezelfde doopnamen die kort na elkaar zijn overleden.
Christiaan Gerardus Frederik Marius, geboren 27-02-1886 en overleden op 01-03-1886 en Christiaan Gerardus Frederik Marius, geboren 15-03-1887 en overleden op 08-04-1887. Zij woonden in Nijmegen aan de Nassausingel nummer 4 en na het faillissement van Jan verhuisde het gezin in september 1893 naar Kralingen en twee jaar later vertrokken naar ’s-Gravenhage.
Louis Appolinus (Witte) Eechout, geboren op 09-03-1810 in ’s-Gravenhage en overleden te Nijmegen op 01-09-1899, 89 jaar oud. Hij was de zoon van de militiecommissaris Louis August Johannes Eechout en Hendrina Maria Witte. Hij trouwde in Utrecht op 06-11-1834 met Hendrika Gerarda Ras, gedoopt op 17-04-1797 te Utrecht en aldaar overleden op 09-01-1880, 82 jaar oud, dochter van Hendrik Gerrit Ras en Adriana Minjon.
Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren, dochter Maria L.A., in de eerste alinea hierboven al omschreven, en een zoon Hendrik Geerard Adriaan Appolinus (Witte) Eechout, geboren in Utrecht op 29-11-1837 en overleden te Vught op 18-12-1920, 83 jaar oud en gehuwd met Henriette Valeria Christina van Wesele-Scholten.
Na het overlijden van zijn vrouw is Louis op 1 mei 1880 naar Nijmegen gekomen, adres Stikke Hezelstraat nummer 23.
De geslachtsnaam van Louis was Eechout en rond 1858 heeft hij een verzoek ingediend om de naam Witte, de geslachtsnaam van zijn moeder, bij Eechout te voegen, aldus Witte Eechout. Dit verzoek werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 18 maart 1859.
Louis ambieerde een militaire loopbaan, nam dienst in het Nederlandse leger en vocht in de rang van 2de luitenant mee tijdens de Belgische Opstand. Hij commandeerde vanaf 26 juni 1830 de Compagnie van de Vrijwillige Jagers der Utrechtse Hogeschool. Tijdens de gevechten bij Sluis in Vlaanderen raakte hij gewond, op die dag trachtte de vijand de linie in de omgeving van Aardenburg te doorbreken. Er brak een hevige strijd uit en de manschappen wisten na drie vijandelijke aanvallen deze te winnen ten koste van twintig doden en gewonden.
Louis verkreeg bij Koninklijk Besluit van 4 september 1831 de Militaire Willemsorde voor zijn verrichtingen tijdens de Tiendaagse Veldtocht (een episode binnen de Belgische Opstand). Met name zijn doortastend handelen was er debet aan dat hij de stelling aan de Inzegras (West-Capelle) van vijanden wist te ontdoen.
In zijn latere loopbaan werd hij in 1832 bevorderd tot 1ste luitenant bij de Negende Afdeling Infanterie en werd hij in 1850 overgeplaatst bij het Koloniaal Werfdepot. In 1853 volgde de bevordering tot kapitein 3de klasse en 4 jaar later uiteindelijk benoemd tot kapitein 1ste klasse bij het Zesde Regiment Infanterie in het garnizoen te Geertruidenberg. Hij werd overgeplaatst bij het Eerste Bataljon, Vijfde Regiment Infanterie en in 1860 bevorderd tot majoor en tot commandant van het bataljon. Een jaar later verkreeg hij het onderscheidingsteken voor langdurige dienst als officier en drager van het Metalen Kruis, ook wel bekend als het Hasseltse Kruis ingesteld op 12 september 1831 en uitgereikt aan allen, die aan de krijgsverrichtingen in de jaren 1830 en 1831 hebben deelgenomen.
Aanstelling tot lid van de Militieraad Noord-Brabant in Eindhoven volgde in 1864 en op 8 mei 1865 verkreeg hij eervol ontslag uit de militaire dienst. In 1881 bevorderde men hem als eerbewijs tot luitenant-kolonel.
Louis werd begin september 1899 bijgezet in het graf van zijn schoonzoon en twee achterkleinkinderen in rij 13 grafnummer 157 op de begraafplaats Stenenkruisstraat in Nijmegen.
Peter van Schaijk.
Bronnen:
– www.nederlandsekrijgsmacht.nl/index.php/nieuws/1764-witte-eechout-louis-appolinus-witte-2
– Delpher.nl
– Wiewaswie.nl