4. Gedicht

toegangspoort

de kerkhofmuur voorbij begint het brosse pad,

waarover nu al honderdachtendertig jaar

de doden aan hun laatste aardse reis beginnen

langs nu tot monumenten uitgegroeide beuken,

een haag van zomerzacht en koel gebladerte,

van winterhard en hemeltergend takkenspel,

van drieëndertig bomen: een toevalligheid

of wrange golgothaanse symboliek?

ze staan daar recht en rond geworteld in de aarde

en reiken naar de leegte, naar oneindigheid,

‘daar steeg een boom, o reine overstijging’.

o draag mij eens over dat zanderige pad en langs

die wachters, die mij nu al helpen te vergaan

en op te gaan in dat wat nameloos moet blijven.

Gerard Kessels.