5. Tijd voor een namenmonument!

26 gevluchte kinderen anoniem overleden
Niemand in Nijmegen wist ervan

In 2015 verdronk de Syrische peuter Aylan op het strand van Lesbos. Hij was met zijn ouders op de vlucht voor de burgeroorlog in zijn vaderland. Aylan werd symbool voor (onze omgang met) de vluchtelingencrisis en gaf een gezicht aan de talloze naamloze kinderen die de vlucht niet overleefden.

Honderd jaar eerder, in 1914, aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, stierven in Nijmegen 26 vluchtelingenkinderen, zonder dat er een haan naar kraaide. Niemand die hier weet van had (artsen, gezondheidsambtenaren, journalisten) trok aan de bel. Blijkbaar was hun dood het vermelden niet waard. Deze Belgische kinderen waren te onbelangrijk en zijn in de anonimiteit verdwenen.

Ze zijn begraven op Begraafplaats Daalseweg, in het achterste deel dat voor arme overledenen bestemd was (vak 40). In de jaren zestig is dat gedeelte geruimd en daarmee ook de laatste herinnering aan de in Nijmegen overleden Belgische vluchtelingenkinderen.

In een tijd dat slachtoffers van oorlogsgeweld zoveel mogelijk een naam en een verhaal krijgen, wil ik als vrijwilliger ook deze kinderen recht doen en de mogelijkheden bekijken om op deze begraafplaats voor hen een namenmonument op te richten.

De geschiedenis
In oktober 1914 vluchtten een miljoen Belgen naar Nederland. Uit angst voor het geweld van de Duitse legers die hun vaderland vermorzelden, trokken ze massaal de grens over. De meerderheid van hen keerde na een paar weken terug naar België; anderen vonden in ons land een veilig heenkomen. Ook in Nijmegen.

Hier hebben zo’n duizend Belgen, vooral Vlamingen, een half jaar of langer gebivakkeerd. De helft van hen gold als ‘armlastig’. Vaak waren ze niet echt arm, maar ‘praktisch geschoold’: arbeiders, kleine boeren, winkeliers met hun gezinnen. Zij werden ondergebracht in twee leegstaande kazernes. Na aankomst in oktober in de Infanteriekazerne aan de Groesbeekseweg; in december in de Waalkazerne in de Benedenstad. Omdat de Infanteriekazerne nog geen tien jaar oud was, gold ze met haar ruime, lichte kamers als een gezond onderkomen.

Ingang infanteriekazerne rond 1905

Maar voor de Belgische kinderen was niets minder waar. Doordat honderden mensen dicht op elkaar leefden, vielen ze ten prooi aan besmettelijke ziekten als mazelen en kinkhoest. Een deel van de kinderen overleefde het niet. De artsen die de dood vaststelden, noteerden vooral longziekten als oorzaak, maar ook stuipen en ingewandsstoornissen.

Hoewel de vluchtelingen geïsoleerd leefden, was het ook weer niet zo dat hun bestaan onopgemerkt bleef. Een journalist van De Gelderlander bezocht hun verblijf op 22 november 1914: ‘Een drietal kleine kinderen zijn hier gestorven. Overigens maken de menschen het goed…’ Dat hij nonchalant over de dood van drie kinderen heenstapte, kan ermee te maken hebben dat de kindersterfte (in het eerste levensjaar) destijds circa tien procent bedroeg. Dan is de dood van drie kinderen niet uitzonderlijk.

Maar in feite waren er in de drie weken sinds 30 oktober acht kinderen overleden. En dat is wel uitzonderlijk.

Zinsnede uit artikel in PGNC van 14 oktober 1914

De plaatselijke Gezondheidscommissie, die vinger aan de pols van de Nijmeegse gezondheidstoestand hield, signaleerde in haar jaarverslag wel een ‘aanmerkelijke kindersterfte onder de talrijke kinderen’ en adviseerde hygiënische maatregelen te nemen. Maar dat was mosterd na de maaltijd, want toen het jaarverslag verscheen, waren de in de kazernes gehuisveste Belgische vluchtelingen allang naar een woonoord op de Ginkelse heide bij Ede verhuisd.

Omdat we niet weten hoeveel kinderen er onder de Belgische vluchtelingen in de kazerne waren, is het percentage kindersterfte niet vast te stellen. Wel kunnen we het aantal overleden kinderen vergelijken met het Nijmeegse aantal. Van oktober 1914 tot en met januari 1915 stierven 26 vluchtelingenkinderen in de leeftijd van 0 tot en met 6 jaar (op een bevolking van 700) en 34 autochtone Nijmeegse kinderen (op 60.000 inwoners). De sterfte was dus bijna honderd keer zo hoog.

Behalve een weinig alarmerend zinnetje in de krant hoorde de Nijmeegse bevolking niets over de dramatische sterftecijfers in de kazerne. We kunnen alleen maar gissen waarom er niet meer aandacht was, al past deze stilte wel in een patroon. In Nijmegen zijn precies nul foto’s van Belgische vluchtelingen genomen – een aantal dat schril afsteekt tegen de tientallen die er in Arnhem en de honderden die in de grote steden zijn genomen.

Dat deze gegevens toch boven tafel zijn gekomen, is te danken aan het onderzoek dat historicus Rob Wolf heeft gedaan in de vluchtelingenregisters die de gemeente Nijmegen tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft bijgehouden, en in de overlijdensbriefjes die artsen opstelden. (In opdracht van de rijksoverheid wel te verstaan.)

Behalve een Joods jongetje zijn alle 26 kinderen begraven op de katholieke begraafplaats aan de Daalseweg. Aan de hand van de verloven tot begraving heb ik kunnen vaststellen dat deze kinderen zijn begraven in vak 40, een vak dat rond 1965 is geruimd.

Verlof Tot Begraving van Hendrik Victor Welters

Bijna niets herinnert nu nog aan het verblijf van deze Belgische vluchtelingen in Nijmegen. Het beeldhouwwerk dat ze in 1919 uit dankbaarheid aan Nijmegen schonken en dat in de hal van het stadhuis hing, is in de Tweede Wereldoorlog verwoest.

Dit maakt mijn pleidooi om de kinderen een naam te geven – als een plek van herdenken en herinneren aan deze tijd – des te relevanter. Ik hoop met dit artikel reacties te krijgen van nabestaanden of organisaties die zich bezig houden met het door mij verwoorde drama.

naamvoornamengeb plaats (B)geb datumoverl datumleeftijdgesl
AbensJanTurnhout18-feb-191325-nov-191421 mndM
BaetenFlorentijn BonaventuurDuffel17-feb-191024-nov-19144 jaarM
BaetenLodewijkDuffel27-feb-191312-dec-191421 mndM
BaetenAnna CatharinaDuffel17-sep-190813-dec-19146 jaarV
BaetenEduard FransDuffel30-okt-191119-dec-19143 jaarM
BaetenAlberta MariaDuffel11-sep-19141-feb-19154 mndV
Becq, op deCharlotta AlphonsineLier31-jul-19125-nov-19142 jaarV
BoxyMarcalijne AdèleAntwerpen20-feb-191118-dec-19143 jaarV
BudtsJosephus AugustinusItegem28-apr-19121-dec-19142 jaarM
CambréJoannes Amandus Florimondus EmiliusGrobbendonk28-okt-19126-nov-19142 jaarM
CockxGeeraardAntwerpen13-mei-191420-dec-19147 mndM
DirixFranciscus JosephusBonheiden7-dec-191327-nov-191411 mndM
Dooren, vanCarolus LivinusTurnhout9-aug-191227-nov-19142 jaarM
Eijken, vanMaria JuliaBooischot8-dec-191324-dec-191412 mndV
GasemansStephania JulietteBooischot12-feb-191220-dec-19142 jaarV
KoerversChristina MariaAntwerpen22-mei-191416-dec-19146 mndV
KusseneersRosaliaLier3-jul-191330-okt-19141 jaarV
Laeter, deAugustus GustavusBorgerhout4-mei-191419-nov-19146 mndM
LauwersJozefina Augusta RachelBoom12-jul-191010-nov-19144 jaarV
SchroijensMaria Seraphina BerthaDuffel10-okt-191012-nov-19144 jaarV
SchroijensJozef LodewijkDuffel26-mei-191312-nov-191417 mndM
TruppersIda Joanna HortensiaHoutvenne5-okt-191230-nov-19142 jaarV
VerrijdtAlphonsSint-Kathelijne-Waver8-mrt-19125-nov-19142 jaarM
Wel, deCarolinaAntwerpen14-apr-19139-jan-191520 mndV
WeltersHendrik VictorHeist-op-den-Berg1-apr-19145-dec-19148 mndM
GreenJozefBorgerhout28-mei-191323-nov-191417 mndM
Joods jongetje vermoedelijk begraven op het Joodse kerkhof in Nijmegen

Peter van Schaijk.

Bronnen:

  • Regionaal Archief Nijmegen
  • Verloven tot begraving
  • Website www.wiewaswie.nl
  • Hierover verschenen artikelen van historicus Rob Wolf in de Nijmeegse katern van de historische vereniging Numaga, jrg. 30 nr.3 juni 2016 en in jrg. 35 nr.2 april 2021.
  • Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant
  • De Gelderlander