3. De verbazing op het gezicht

Op 24 juni jl. werd in de Lutherse Kerk het prachtige boek “Begraafplaats Daalseweg – Hier liggen de getelden, steen aan steen” van Wim Desserjer gepresenteerd.

Als dank voor de financiële bijdragen van “Vrienden van de Daalseweg” en andere donateurs, die deze publicatie mogelijk maakten, organiseerde In Paradisum op zondag 25 september jl. extra rondleidingen over de begraafplaats Daalseweg. Deze drie rondleidingen waren om 11.00, 13.00 en 15.00 uur. De verzorging van de laatste rondleiding had ik op me genomen.

Na twee wachtende bezoekers reed om even voor 15.00 uur een auto het voorplein op. De kordate 89-jarige mevrouw Janssen uit Malden stapte uit. Door een recente heupoperatie had zij voor alle zekerheid de rollator meegenomen. Ze vroeg om nog even op haar drie dochters en kleindochter te wachten, want die waren onderweg en waren ook zeer geïnteresseerd.

Al direct na het begin van de rondwandeling vertelde mevrouw Janssen dat ze op de Daalseweg tegenover de begraafplaats was geboren en daar lang had gewoond.

Ze kende er veel mensen; ook mijn oom en tante Han en Stien Hoytink-Janssen, die vanaf 1933 op de hoek Daalseweg/Hobbemastraat een banketbakkerij dreven, had ze goed gekend. Hun enige dochter Ineke was bevriend met Gargie Thijssen, die op Daalseweg 243 woonde. Ze herinnerde zich de granaatinslag op 18 september 1944, die het leven kostte aan Piet Thijssen, de vader van Gargie. Een vreselijk drama, want door diezelfde granaatinslag bleek ook de inwonende oma van Gargie op haar kamer op de eerste verdieping te zijn omgekomen. Het graf van de vader van Gargie op de begraafplaats Daalseweg was in de loop der jaren geruimd.

Daarop vertelde ze, dat ze vele jaren geleden op zoek was gegaan naar het graf van haar oma Antonia Arens-Hendriks, die in 1918, pas 68 jaar oud, was overleden en ook op de begraafplaats Daalseweg was begraven. Eénmaal had haar vader haar meegenomen om het graf van zijn moeder te bezoeken. Pas tientallen jaren daarna had zij pogingen gedaan om het graf terug te vinden, maar ze had het nooit meer kunnen vinden. Ze nam aan dat het al lang geruimd was.

Bij rondleidingen neem ik altijd een map met namen mee en ik beloofde haar na de rondleiding even in de map te kijken. Ze had er weinig vertrouwen in, want ja, een graf dat meer dan 100 jaar oud is…..

In de map las ik even later “Antonia Arens-Hendriks” in vak 37, rij 9 graf 12. Het graf was er dus nog en in de hoogste versnelling ging de rollator over het middenpad naar vak 37. In rij 9 begon het tellen: 1, 2, 3,……12. Met een afgebroken tak werden de bladeren opzij geschoven en daar verscheen in bronzen letters de naam “Arens”. De verbazing op het gezicht van mevrouw Janssen zal ik niet gauw vergeten.

Antonia Arens-Hendriks

Haar oma, die ze nooit had gekend, had in de Regulierstraat gewoond. Daar had ze een water- en vuurwinkeltje. Voor een paar centen konden buurtbewoners bij haar warm water of gloeiende kooltjes voor de kachel of de stoof kopen. Tegenwoordig kent niemand dat meer, maar begin vorige eeuw was het heel gewoon.

Haar oma had zeven kinderen gehad. Drie waren vroeg overleden, maar de oudste, Hendrik Arens, de man van haar peettante, bleek tot haar verbazing ook in het graf te liggen.

De vier zoons van Antonia: Antoon, Hendrik, Piet en Thé

Mevrouw Janssen was heel blij dat ze naar de rondleiding was gekomen, want anders had ze nooit meer geweten, dat het grafmonument nog bestond.

Bart Janssen