6. ‘Wie zou je zijn als je nog had geleefd?’

Jeroen van Zuylen

Wil Gipman

Bij De Schommel vertelt de nu 80-jarige, maar veel jonger ogende, Addy Hendriks-Gerrits het aangrijpende relaas van wat zij die 22ste februari 1944 meemaakte.
Ze zat op de kleuterschool aan de Oude Stadsgracht toen even voor half twee de bommen vielen. Haar geluk was dat ze vlak tevoren uit de klas de gang op was gegaan. Even later lag ze onder het puin. Addy zou de ramp overleven. Zo niet haar klas- en schoolgenootjes, waaronder haar jongere broertje Jopie. Die vond samen met 23 andere kinderen en acht nonnen de dood. ‘Wie zou je zijn als je nog had geleefd?’, stelt Addy zichzelf de vraag. Het publiek is zichtbaar geroerd.

Op 22 februari 2019 was het precies 75 jaar geleden dat het hart van Nijmegen werd getroffen door een afschuwelijk bombardement. Binnen twintig seconden veranderde één van de mooiste historische binnensteden van Nederland in een brandende puinhoop waar bijna 800 mensen de dood vonden.
In de hele stad werd het bombardement dit jaar uitgebreider herdacht dan ooit. En meer Nijmegenaren dan ooit namen eraan deel.

Op Plein 44 stonden immense borden met de indrukwekkende portretten van alle slachtoffers van het bombardement. De hele dag door staan daar mensen in stilte naar te kijken, op zoek naar omgekomen familieleden of bekenden, of gewoon uit respect en belangstelling.

Voor het eerst begon de herdenking al een dag eerder, op 21 februari. Niet met een herinnering aan het vuur en de dood, maar met een ode aan het leven en de toekomst. Zoals het leven in Nijmegen geleefd werd aan de vooravond van het bombardement. Langs de hele brandgrens, dwars door de centrumstraten, werd een kwartier lang door honderden mensen muziek gemaakt, gezongen, verhalen verteld en gedichten voorgedragen. Daartussendoor bewogen zich nog eens honderden hardlopers die met hun fakkels, langs de brandgrens lopend, symbolisch alle Nijmegenaren met elkaar verbindend.

Op 22 februari zelf was er veel publiek bij alle plechtigheden. In de Stevenskerk waren er indrukwekkende toespraken van onder meer burgemeester Aboutaleb van Rotterdam, de stad die in de oorlog net als Nijmegen door zware bombardementen is getroffen.

De organisatie van de Herdenkingen was dit jaar zeer ingenomen met de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de regering. Staatssecretaris Blokhuis toonde zich bij De Schommel persoonlijk zeer betrokken door zich in zijn praatje rechtstreeks te richten tot overlevenden van het bombardement. Na het luiden van de klokken in de hele stad en aansluitend de twee minuten stilte, volgde een mooie bijdrage van kinderen van de Montessorischool en natuurlijk het leggen van de kransen.
Terzelfder tijd vond op de Begraafplaats Daalseweg weer de meer intieme herdenking plaats, ter nagedachtenis aan de ruim 300 bombardementsslachtoffers die op de Daalseweg begraven liggen. Tegen de honderd nabestaanden en belangstellenden vonden de weg naar de Begraafplaats. Waarmee is aangetoond dat beide herdenkingen wel degelijk tegelijk kunnen plaatsvinden.
De mensen van de Lutherse Kerk aan de Prins Hendrikstraat zorgden aansluitend voor een hartelijke ontvangst met koffie en soep voor hen die nog wilden napraten.

In diezelfde Lutherse kerk vond ’s avonds nog een bijzonder herdenkingsconcert plaats met een zeer gevarieerd programma met dagboekfragmenten en talloze muzikale bijdragen. Van stemmige luisterliedjes tot een stevige popsong, van meerstemmige koorliederen tot klassieke zang begeleid door kerkorgel en piano. Maar in alles klonk de herinnering door aan die zwarte dag in februari 1944.