6. Kleine rijke stukje geschiedenis vanuit begr.plaats Dorpsstraat Neerbosch. Nijmegen.

Bij het keldergraf van kapitein Herman Leonard de Villeneuve (1811 – 1873)

Herman Leonard de Villeneuve werd geboren in Amsterdam.

Zijn broer Volkert Willem de Villeneuve deed dienst in het Regiment Huzaren, hij was kapitein. Het was in de tijd dat Nederlanders verplicht onderdeel uitmaakten van het Franse leger. Volkert vocht in Frankrijk, Denemarken en Rusland. In 1812 werd hij gevangen genomen en ondergebracht in het Russisch-Duitse Legioen, dat tegen Napoleon streed. Later werd Volkert door koning Willem I onderscheiden met de Militaire Willemsorde, 4e klasse.

Herman Leonard de Villeneuve trad net als zijn broer in dienst van het leger en belandde in Suriname. Toen Suriname in 1815 definitief onder Nederlands gezag kwam, werd ter verdediging van de kolonie het regiment West-Indische Jagers opgericht. Dat bestond uit een bataljon Artillerie en

Suriname, officier Jagersbataljon  (www.trisonline.nl)

twee bataljons Jagers. De bataljons maakten gewoon deel uit van de koninklijke landmacht, de Jagers waren opgeleid in Nederland en ook net zo gekleed en uitgerust. In 1821 werden de twee Jagersbataljons samen gevoegd tot één en aangeduid met Bataljon Nr. 27. Men benoemde Herman Leonard de Villeneuve tot 2e luitenant van dat bataljon. Daarmee leidde hij een bataljon, bestaande uit zeven compagnieën. Omstreeks 1830 bracht men de omvang terug tot drie compagnieën.[i] Ook Herman Leonard werd door koning Willem I onderscheiden. Voor twaalf jaar trouwe dienst kreeg hij in 1837 de ‘bronzen medaille’. Een op zich kleine medaille, ter grootte van een € 2-munt, met aan de voorzijde de gekroonde letter ‘W’ en aan de achterkant het rijkswapen met de Nederlandse leeuw. Op 3 december 1840 berichtte de Nieuwe Surinaamsche Courant over de ondertrouw van 2e luitenant Bataljon Jagers Nr. 27, Herman Leonard de Villeneuve met Martha Georgina Susanna Serres in Paramaribo. Martha was afkomstig uit Rees, een kleine Duitse stad, niet heel ver van Nijmegen gelegen. Het schijnt dat Martha’s zus, Catharina Louise Serres, getrouwd was met Herman’s broer Volkert Willem. De zusjes Serres waren dus getrouwd met de broertjes De Villeneuve.[ii]

Net als zijn broer werd Herman Leonard benoemd tot kapitein der infanterie. In de zomer van 1859 keerden Martha en Herman samen terug naar Nederland. Net als veel welgestelden en officieren die in de Oost of de West hadden gediend, zochten zij de landelijke rust op in het bosrijke oosten van

Detail: Bijlage 2 Staatsbegroting 1870, IXde Hoofdstuk, Nominatieve staat der verleende pensioenen aan gewezen officieren der kolonie Suriname en aan hunne weduwen.

Detail: Bijlage 2 Staatsbegroting 1870, IXde Hoofdstuk, Nominatieve staat der verleende pensioenen aan gewezen officieren der kolonie Suriname en aan hunne weduwen.

Nederland. Zij vestigden zich in Hees. Het pensioen dat Herman ontving bedroeg ᶂ 1.200,- dat nu een waarde vertegenwoordigt van minstens € 35.000.

In 1873 overleed Herman, 62 jaar oud, in Hees. Hij werd begraven op het kerkhof aan de Dorpsstraat. Zijn graf, nummer 12, is gemakkelijk te traceren. Kijkend vanaf het trottoir naar de twee grote oude taxusbomen, ligt zijn graf schuin rechts voor de rechter taxusboom. Zijn vrouw Martha overleed een maand later en werd bij haar man bijgezet. Wie ook nog in dat graf begraven werd, was een heel goede vriendin van Martha en Herman uit hun Surinaamse tijd. Dat was Jane Furlong Williams, die Paramaribo verliet na de dood van haar man, naar Nijmegen reisde en in huis bij de familie De Villeneuve ging wonen.[iii] Zij overleed in hetzelfde jaar als Herman en Martha en heeft samen met hen een laatste rustplaats gevonden aan de Dorpsstraat.

Wim Desserjer


[i] J. Karbaat, ‘De militaire geschiedenis’  Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap, 1960, p. 380.

[ii] J. van Gruijthuisen, ‘Graven in Neerbosch, aflevering 5’, in: De Gelderlander, 2 oktober 2013.

[iii] W. Desserjer & P. van Schaijk, ‘Herstel en herwaardering van de begraafplaats aan de Dorpsstraat in Neerbosch, Nijmegen’, Stichting In Paradisum, 2018, p. 35.