Stichting “In Paradisum” heeft tot doel de bescherming en het behoud van de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de begraafplaatsen binnen de gemeente Nijmegen.
Alle lezers en donateurs een gelukkig nieuwjaar gewenst! Bestuur en vrijwilligers van In Paradisum zullen ook in 2024 ervoor zorgen dat onze monumentale begraafplaatsen de aandacht krijgen die zij verdienen, met grote en kleine publicaties, rondleidingen, klein onderhoud, lezingen en herdenkingen.
In dit Bulletin leest u dat de restauratie van het herinneringskapelletje voor de omgekomen kinderen en zusters van de Montessorischool is afgerond. Dit met dank aan financiële en praktische steun van velen. Wim Desserjer heeft de geschiedenis van dit bijzonder grafmonument opgeschreven.
In 2024 is het 80 jaar geleden dat de kinderen en met hen vele Nijmegenaren overleden door het bombardement van 22 februari 1944. Zoals elk jaar zullen wij ook dit jaar op begraafplaats Daalseweg de slachtoffers herdenken die daar begraven zijn. De gemeente organiseert een herdenking bij het monument De Schommel. Over deze en andere evenementen rondom de herdenking vindt u t.z.t. meer informatie in de lokale kranten, op onze website en de website van de gemeente Nijmegen. Helaas zult u geen persoonlijke uitnodiging meer ontvangen. De privacywetgeving is voor de gemeente Nijmegen aanleiding om de verzending van uitnodigingen per briefpost stop te zetten.
Ook in dit Bulletin weer een gedicht, deze keer van de hand van Gerard Kessels. Poëzie-liefhebbers kunnen overigens sinds de plechtige opening op 1 oktober 2023 elke dag terecht op begraafplaats Daalseweg. Bij een Poëziekastje kunnen zij gedichten beluisteren.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vluchtten in oktober 1914 bijna één miljoen Belgen naar Nederland. In Nijmegen werden zo’n duizend mensen opgevangen waarvan de meesten in de infanteriekazerne aan de Groesbeekseweg. In deze beginperiode zijn er in Nijmegen 26 zeer jonge Belgische kinderen overleden waarvan 25 begraven zijn op de begraafplaats Daalseweg. Peter van Schaijk heeft hierover een artikel geschreven met een oproep voor een namenmonument.
Een triest verhaal is dat over Jan Jurgens. Deze telg uit het Osse fabrikantengeslacht was een zeer vermogend man met een prachtige maatschappelijke carrière. Maar deze eindigt na beschuldiging van bankfraude in 1925 in de gevangenis. Jan Jurgens overlijdt voordat hij in beroep kan gaan tegen zijn veroordeling. Ook hij ligt begraven op de Daalseweg.
Afgelopen najaar waren er drie bijeenkomsten met de eigenaar van de begraafplaats, vertegenwoordigers van de gemeente, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Stichting In Paradisum. Doel ervan was input te leveren voor een op te stellen instandhoudingsplan voor begraafplaats Daalseweg. Het waren vruchtbare bijeenkomsten waar verschillende mogelijkheden tegen elkaar zijn afgewogen, bijvoorbeeld: restauratie van grafmonumenten of consolidatie, paden laten vergrassen of begaanbaar houden, wel of geen tweede ingang, eenvoudig herstel of restauratie van toegangspoort, hek en muur? Nog niet alle knopen zijn doorgehakt. Een gemeenschappelijke visie voor de begraafplaats is als volgt omschreven: een open en “levende” begraafplaats die behouden en in gebruik blijft; waar de (katholieke) karakteristiek herkenbaar blijft, met behoud van monumentaal groen en waar de (oorlogs)geschiedenis zichtbaar beleefd wordt. Ook werd de overweging meegegeven dat een eenmalige investering op korte termijn betekent dat over ± 20 jaar weer dezelfde precaire situatie als nu zal ontstaan, zeker wat betreft het groenonderhoud. Bureau Funeralia (René ten Dam) zal een en ander nader uitwerken tot een plan dat vervolgens aan de wethouders gepresenteerd zal worden. De middelen vinden om het plan uit te voeren, zal de nodige creativiteit en vooral politieke wil vragen. Wij houden u op de hoogte.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website
Dat grafmonument op begraafplaats Daalseweg is een klein bakstenen kapelletje, oorspronkelijk voorzien van een pannendak, met op de nok een metalen kruis. De buitenmuren van het kapelletje dragen twee wit-natuurstenen plaquettes. Daarop zijn de datum “22 FEBR. 1944” en de namen en geboortedata van dertig bombardementsslachtoffers aangebracht. Dit monument is opgericht ter nagedachtenis aan de acht zusters van de Sociëteit Jezus Maria Josef (JMJ) en 22 van de 24 kleuters die omkwamen bij het bombardement op Nijmegen, in 2024 80 jaar geleden.
Toen, in de 3e week van februari 1944, lanceerden de geallieerden Operation Argument. Honderden bommenwerpers vlogen naar Duitsland om daar de vliegtuigindustrie te vernietigen. Maar slechte weersomstandigheden dwongen tot wijziging van het plan. Veel vliegtuigen moesten omkeren en op de terugweg zoeken naar gelegenheidsdoelen. Zo ook een van de Amerikaanse eskaders die het Nijmeegse spoorweggebied tot gelegenheidsdoel koos. Maar helaas speelden gebrekkige strategische informatie over Nijmegen en onderlinge technische communicatieproblemen een uiteindelijk verwoestende rol. Behalve het spoorwegemplacement bombardeerde men ook de binnenstad van Nijmegen. Er vielen meer dan 800 doden, allen burgers.
De Montessorikleuterschool en het klooster St. Louis, gelegen aan de Lange Burchtstraat, werden geheel verwoest. Op de voormalige speelplaats van die school staat sinds 2000 het monument De Schommel ter nagedachtenis aan alle slachtoffers van dat verschrikkelijke bombardement.
Tien dagen na het bombardement, op vrijdag 3 maart, vond op begraafplaats Daalseweg de begrafenis van de slachtoffers uit de kleuterschool en het klooster plaats. Bijgaande foto toont de eerste dragers met twee kinderkisten, waarin twee geïdentificeerde kleuters, die in Beek en op kerkhof Groenestraat begraven zouden worden. Vervolgens acht dragers die twee grote kisten droegen, een met de stoffelijke resten van de zusters en een voor de 22 kinderen.
Het kapelletje op de begraafplaats dateert van 1947. Het initiatief voor de bouw van dit grafmonument kwam van de Sociëteit JMJ en enkele ouders van de omgekomen kinderen. Onder hen de heer Anton van Kalmthout, orgel- en pianohandelaar, die twee zoontjes van 4 respectievelijk 5 jaar door het bombardement verloor. Samen met de zusters benaderde hij in 1946 vele nabestaanden om bij te dragen aan een gedenk-kapelletje. Alle giften, het betrof vele honderden guldens, werden gestort op het speciale spaarbankboekje van de heer Van Kalmthout. Wat de bouw van het kapelletje toen gekost heeft en welke aannemer het in 1947 bouwde, is (nog) onbekend. Anton van Kalmthout gaf kunstenaar Joan Collette opdracht om een passend kunstwerk te ontwerpen voor in het kapelletje. Joan Collette, die zich in 1927 in Nijmegen had gevestigd, werd als kunstenaar vooral geïnspireerd door Jan Toorop en door de vroeg-christelijke en Byzantijnse kunst. Collette maakte een tekening waarop een Christusfiguur is te zien die twee kinderen, zijnde engeltjes, opneemt uit een inferno van ontplofte en brandende gebouwen. Naast Collettes tekening wordt het kapelletje gesierd door vele bloemen, plantjes en lichtjes. Ook krantenknipsels, foto’s en een gedicht dragen bij aan deze waardige gedenkplek. Dat gedicht kwam pas jaren later in het kapelletje te hangen. Het is van Jan Leijten, een goede vriend van Van Kalmthouts oudste dochter en haar man. Leijten was rechtsgeleerde, maar schreef ook literatuur en poëzie. Zijn gedicht heet De morgen van 22 februari en is opgedragen aan Antons oudste dochter en haar man.
In 1976 was het kapelletje toe aan herstelwerk, ditmaal geheel bekostigd door de zusters van de Sociëteit JMJ. Vermoedelijk is het toen vermolmde en verweerde pannendak vervangen door een dak met shingles (bitumen leien). Een officiële herdenking van 22 februari 1944 heeft toen niet plaatsgevonden, want de begraafplaats was van 1948 tot 1994 gesloten.
18 jaar later, in 1994, organiseerde stichting In Paradisum, op de pas heropende begraafplaats Daalseweg, de eerste officiële herdenking van het bombardement op Nijmegen. Het kapelletje verkeerde echter in slechte staat en moest opnieuw opgeknapt worden. Samen met de zusters JMJ schakelde de oudste dochter van Anton van Kalmthout het Natuursteenbedrijf Godschalk in. Vele ontbrekende bronzen letters werden toen bijgemaakt en opnieuw op de natuurstenen plaquettes aangebracht. Ook kreeg het kapelletje een schoonmaakbeurt en een laag grind rondom. De binnenkant werd geverfd en de bitumen tegels op het dak werden beter vastgemaakt. Godschalks rekening voor dit alles bedroeg ruim ƒ 2000,- en kon mede worden betaald met het plotseling boven water komen van Van Kalmthouts spaarbankboekje uit 1976. De Bondsspaarbank had Antons zoon, die als executeur-testamentair met de nalatenschap van zijn ouders belast was, aan het bestaan van het boekje herinnerd. De spaarrekening bevatte vanaf 1976 nog stortingen en, niet te vergeten, de rentes over een periode van bijna twintig jaar. Langgeleden was de spaarrekening door Anton van Kalmthout geopend “voor het grafmonument van de zusters en kinderen getroffen bij het bombardement van 22-2-1944 van de school L. Burchtstraat te Nijmegen”. Zo geschiedde in 1994, net als in 1947.
Bij de inspectie van grafmonumenten van begraafplaats Daalseweg door Monumentenwacht Gelderland in 2022 bleek dat het dak van het kapelletje er erg slecht aan toe was. Stichting In Paradisum bekeek de haalbaarheid van een herstel. Mede dankzij een ruimhartige bijdrage van de Sociëteit JMJ en een sympathieke statiegeldactie door de naburige Albert Heijn kon het dak in 2023 geheel vernieuwd worden. Twee Nijmeegse bedrijven, te weten meubelmakerij Kopshout en Kersten Montagetechniek, hebben het grafkapelletje op begraafplaats Daalseweg weer in ere hersteld. Eind augustus 2023 bespraken de timmerlieden en de dakdekker de aanpak. In oktober werd het oude kapotte dak behoedzaam verwijderd door vrijwilligers van hobbycentrum De Nonnendaal, opdat de houten binnenkant van het kapelletje intact bleef. Enkele weken later kreeg het kapelletje een compleet nieuw dak. Een verfbeurt van de binnenzijde en het aanbrengen van enkele ontbrekende letters, door vrijwilligers van In Paradisum, zal het herstel afronden.
Alle nabestaanden en de stichting In Paradisum zijn genoemde ondernemers en de Nonnendaal-medewerkers dankbaar voor het uitstekende vakmanschap, hun inzet – deels als sponsoring – en het prachtige resultaat. Het nieuwe dak bestaat uit robinia-hardhout, bedekt met bitumen leien, stijlvol afgewerkt met zinken randen en een ronde nok. Ook Collettes tekening en het gedicht van Leijten hangen weer op hun plaats. Samen met andere memorabilia, bloemetjes en lichtjes ziet het er weer mooi en waardig uit. Op 22 februari 2024, bij de 80e herdenking van de bombardementsslachtoffers van 22 februari 1944, zal het kapelletje op begraafplaats Daalseweg centraal staan.
Wim Desserjer Met medewerking van Maaike Oostvogel en Marianne Raemakers-van Kalmthout
26 gevluchte kinderen anoniem overleden Niemand in Nijmegen wist ervan
In 2015 verdronk de Syrische peuter Aylan op het strand van Lesbos. Hij was met zijn ouders op de vlucht voor de burgeroorlog in zijn vaderland. Aylan werd symbool voor (onze omgang met) de vluchtelingencrisis en gaf een gezicht aan de talloze naamloze kinderen die de vlucht niet overleefden.
Honderd jaar eerder, in 1914, aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, stierven in Nijmegen 26 vluchtelingenkinderen, zonder dat er een haan naar kraaide. Niemand die hier weet van had (artsen, gezondheidsambtenaren, journalisten) trok aan de bel. Blijkbaar was hun dood het vermelden niet waard. Deze Belgische kinderen waren te onbelangrijk en zijn in de anonimiteit verdwenen.
Ze zijn begraven op Begraafplaats Daalseweg, in het achterste deel dat voor arme overledenen bestemd was (vak 40). In de jaren zestig is dat gedeelte geruimd en daarmee ook de laatste herinnering aan de in Nijmegen overleden Belgische vluchtelingenkinderen.
In een tijd dat slachtoffers van oorlogsgeweld zoveel mogelijk een naam en een verhaal krijgen, wil ik als vrijwilliger ook deze kinderen recht doen en de mogelijkheden bekijken om op deze begraafplaats voor hen een namenmonument op te richten.
De geschiedenis In oktober 1914 vluchtten een miljoen Belgen naar Nederland. Uit angst voor het geweld van de Duitse legers die hun vaderland vermorzelden, trokken ze massaal de grens over. De meerderheid van hen keerde na een paar weken terug naar België; anderen vonden in ons land een veilig heenkomen. Ook in Nijmegen.
Hier hebben zo’n duizend Belgen, vooral Vlamingen, een half jaar of langer gebivakkeerd. De helft van hen gold als ‘armlastig’. Vaak waren ze niet echt arm, maar ‘praktisch geschoold’: arbeiders, kleine boeren, winkeliers met hun gezinnen. Zij werden ondergebracht in twee leegstaande kazernes. Na aankomst in oktober in de Infanteriekazerne aan de Groesbeekseweg; in december in de Waalkazerne in de Benedenstad. Omdat de Infanteriekazerne nog geen tien jaar oud was, gold ze met haar ruime, lichte kamers als een gezond onderkomen.
Maar voor de Belgische kinderen was niets minder waar. Doordat honderden mensen dicht op elkaar leefden, vielen ze ten prooi aan besmettelijke ziekten als mazelen en kinkhoest. Een deel van de kinderen overleefde het niet. De artsen die de dood vaststelden, noteerden vooral longziekten als oorzaak, maar ook stuipen en ingewandsstoornissen.
Hoewel de vluchtelingen geïsoleerd leefden, was het ook weer niet zo dat hun bestaan onopgemerkt bleef. Een journalist van De Gelderlander bezocht hun verblijf op 22 november 1914: ‘Een drietal kleine kinderen zijn hier gestorven. Overigens maken de menschen het goed…’ Dat hij nonchalant over de dood van drie kinderen heenstapte, kan ermee te maken hebben dat de kindersterfte (in het eerste levensjaar) destijds circa tien procent bedroeg. Dan is de dood van drie kinderen niet uitzonderlijk.
Maar in feite waren er in de drie weken sinds 30 oktober acht kinderen overleden. En dat is wel uitzonderlijk.
De plaatselijke Gezondheidscommissie, die vinger aan de pols van de Nijmeegse gezondheidstoestand hield, signaleerde in haar jaarverslag wel een ‘aanmerkelijke kindersterfte onder de talrijke kinderen’ en adviseerde hygiënische maatregelen te nemen. Maar dat was mosterd na de maaltijd, want toen het jaarverslag verscheen, waren de in de kazernes gehuisveste Belgische vluchtelingen allang naar een woonoord op de Ginkelse heide bij Ede verhuisd.
Omdat we niet weten hoeveel kinderen er onder de Belgische vluchtelingen in de kazerne waren, is het percentage kindersterfte niet vast te stellen. Wel kunnen we het aantal overleden kinderen vergelijken met het Nijmeegse aantal. Van oktober 1914 tot en met januari 1915 stierven 26 vluchtelingenkinderen in de leeftijd van 0 tot en met 6 jaar (op een bevolking van 700) en 34 autochtone Nijmeegse kinderen (op 60.000 inwoners). De sterfte was dus bijna honderd keer zo hoog.
Behalve een weinig alarmerend zinnetje in de krant hoorde de Nijmeegse bevolking niets over de dramatische sterftecijfers in de kazerne. We kunnen alleen maar gissen waarom er niet meer aandacht was, al past deze stilte wel in een patroon. In Nijmegen zijn precies nul foto’s van Belgische vluchtelingen genomen – een aantal dat schril afsteekt tegen de tientallen die er in Arnhem en de honderden die in de grote steden zijn genomen.
Dat deze gegevens toch boven tafel zijn gekomen, is te danken aan het onderzoek dat historicus Rob Wolf heeft gedaan in de vluchtelingenregisters die de gemeente Nijmegen tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft bijgehouden, en in de overlijdensbriefjes die artsen opstelden. (In opdracht van de rijksoverheid wel te verstaan.)
Behalve een Joods jongetje zijn alle 26 kinderen begraven op de katholieke begraafplaats aan de Daalseweg. Aan de hand van de verloven tot begraving heb ik kunnen vaststellen dat deze kinderen zijn begraven in vak 40, een vak dat rond 1965 is geruimd.
Bijna niets herinnert nu nog aan het verblijf van deze Belgische vluchtelingen in Nijmegen. Het beeldhouwwerk dat ze in 1919 uit dankbaarheid aan Nijmegen schonken en dat in de hal van het stadhuis hing, is in de Tweede Wereldoorlog verwoest.
Dit maakt mijn pleidooi om de kinderen een naam te geven – als een plek van herdenken en herinneren aan deze tijd – des te relevanter. Ik hoop met dit artikel reacties te krijgen van nabestaanden of organisaties die zich bezig houden met het door mij verwoorde drama.
naam
voornamen
geb plaats (B)
geb datum
overl datum
leeftijd
gesl
Abens
Jan
Turnhout
18-feb-1913
25-nov-1914
21 mnd
M
Baeten
Florentijn Bonaventuur
Duffel
17-feb-1910
24-nov-1914
4 jaar
M
Baeten
Lodewijk
Duffel
27-feb-1913
12-dec-1914
21 mnd
M
Baeten
Anna Catharina
Duffel
17-sep-1908
13-dec-1914
6 jaar
V
Baeten
Eduard Frans
Duffel
30-okt-1911
19-dec-1914
3 jaar
M
Baeten
Alberta Maria
Duffel
11-sep-1914
1-feb-1915
4 mnd
V
Becq, op de
Charlotta Alphonsine
Lier
31-jul-1912
5-nov-1914
2 jaar
V
Boxy
Marcalijne Adèle
Antwerpen
20-feb-1911
18-dec-1914
3 jaar
V
Budts
Josephus Augustinus
Itegem
28-apr-1912
1-dec-1914
2 jaar
M
Cambré
Joannes Amandus Florimondus Emilius
Grobbendonk
28-okt-1912
6-nov-1914
2 jaar
M
Cockx
Geeraard
Antwerpen
13-mei-1914
20-dec-1914
7 mnd
M
Dirix
Franciscus Josephus
Bonheiden
7-dec-1913
27-nov-1914
11 mnd
M
Dooren, van
Carolus Livinus
Turnhout
9-aug-1912
27-nov-1914
2 jaar
M
Eijken, van
Maria Julia
Booischot
8-dec-1913
24-dec-1914
12 mnd
V
Gasemans
Stephania Juliette
Booischot
12-feb-1912
20-dec-1914
2 jaar
V
Koervers
Christina Maria
Antwerpen
22-mei-1914
16-dec-1914
6 mnd
V
Kusseneers
Rosalia
Lier
3-jul-1913
30-okt-1914
1 jaar
V
Laeter, de
Augustus Gustavus
Borgerhout
4-mei-1914
19-nov-1914
6 mnd
M
Lauwers
Jozefina Augusta Rachel
Boom
12-jul-1910
10-nov-1914
4 jaar
V
Schroijens
Maria Seraphina Bertha
Duffel
10-okt-1910
12-nov-1914
4 jaar
V
Schroijens
Jozef Lodewijk
Duffel
26-mei-1913
12-nov-1914
17 mnd
M
Truppers
Ida Joanna Hortensia
Houtvenne
5-okt-1912
30-nov-1914
2 jaar
V
Verrijdt
Alphons
Sint-Kathelijne-Waver
8-mrt-1912
5-nov-1914
2 jaar
M
Wel, de
Carolina
Antwerpen
14-apr-1913
9-jan-1915
20 mnd
V
Welters
Hendrik Victor
Heist-op-den-Berg
1-apr-1914
5-dec-1914
8 mnd
M
Green
Jozef
Borgerhout
28-mei-1913
23-nov-1914
17 mnd
M
Joods jongetje vermoedelijk begraven op het Joodse kerkhof in Nijmegen
Hierover verschenen artikelen van historicus Rob Wolf in de Nijmeegse katern van de historische vereniging Numaga, jrg. 30 nr.3 juni 2016 en in jrg. 35 nr.2 april 2021.
De familie Jurgens was een van de belangrijkste fabrikantenfamilies in Oss. Vele familieleden verhuisden rond de eeuwwisseling met hun gezinnen van Oss naar Nijmegen waar zij een mooiere omgeving, meer cultuur en betere scholen voor hun kinderen vonden. De eerste die naar Nijmegen kwam was een van de zonen van margarinefabrikant Arnold Jurgens, Johannes Gerardus Jurgens (1868), roepnaam Jan. En omdat er in de grote familie wel meer mannen met de naam Jan waren kreeg hij de bijnaam “Jan van de bank”.
Want dat is de reden dat hij zich in mei 1898 in Nijmegen vestigt: hij wordt mede beherend vennoot van de Maas- en Waalsche Bank, opgericht in 1891 door de gebroeders Kneppers. De zaken gaan een tijd lang heel goed. Jan koopt in 1898 het eerste automobiel van de Nijmeegse autopionier M.V. Artnijs en wordt later ook vennoot van diens Automobiel Import Maatschappij N.V.1 De bank laat een prachtig pand bouwen aan de Molenstraat (nu kledingzaak Hoogenboom) en Jan verhuist van zijn eerste adres op de St. Annastraat 19b naar een mooie villa aan de Nassausingel 5 (op de plek waar nu de schouwburg staat). Hij is ook politiek actief: van 1904 tot 1922 is hij lid van Provinciale Staten van Gelderland.
In de loop der tijd verhuizen meer familieleden naar Nijmegen waaronder Jans vader Arnold (Nol), zijn oom Anton en zijn neef Frans. Arnold betrekt een villa aan het Keizer Karelplein 11 (nu Rabobank), Anton laat op de stuwwal de villa Belvoir bouwen, in de volksmond “botervloot” genoemd, en voor Frans ontwerpt architect Estourgie het kasteel Heyendaal. Neef Rudolf Jurgens, die in Goch de Duitse dependance van de margarinefabriek runt, vestigt zich eveneens in Nijmegen.
De Maas- en Waalsche Bank Kneppers & Co. overleeft de Eerste Wereldoorlog. Haar commissarissen zijn vooraanstaande burgers van Nijmegen: P. T. H. M. Dobbelman, fabrikant en Eerste Kamerlid, F. M. A. van Schaeck Mathon, burgemeester van Nijmegen en jonkheer V. M. van Rijckevorssel van Kessel. Maar in het begin van de jaren 1920 ontstaan er problemen, zo als bij vele andere grotere en kleinere banken in Nederland. Op 8 december wordt bijvoorbeeld de Hanzebank in Den Bosch, de bank voor de katholieke middenstand, failliet verklaard. “De honger naar groei had vele banken roekeloos gemaakt” schrijft L. Petram2, en dat gold ook voor de bank van Jurgens en Kneppers.
Op 11 juni 1924 verspreidt de Maas- en Waalsche Bank het volgende bericht: “Tot ons zeer groot leedwezen zijn wij verplicht u het volgende mee te deelen: Door een samenloop van ongunstige omstandigheden, ook het door de kwaadsprekende geruchten in Januari j.l. verminderde vertrouwen, waardoor ons een betrekkelijk aanzienlijk kapitaal aan bedrijfsmiddelen werd onttrokken, is een toestand ontstaan, die het ons onmogelijk maakt, ons bedrijf voort te zetten. Pogingen om onze belangen met die van een grootbank te verbinden [de Amsterdamsche Bank, A.L], leidden nog niet tot het gewenschte resultaat. Wij zijn dus genoodzaakt geworden surséance van betaling aan te vragen. Wij koesteren de hoop, dat bij een voorzichtige en niet gewelddadige liquidatie, onze crediteuren geen schade zullen lijden. Wij vertrouwen, dat u er van overtuigd zult zijn, dat wij dezen stap niet dan na zeer rijp beraad en gedwongen door de uiterste noodzaak hebben gedaan”. 3
Het mag niet baten. Op 29 januari 1925 worden de bank en de twee vennoten, Joseph Kneppers en Jan Jurgens failliet verklaard. Het pand op de Molenstraat wordt verkocht aan de Amsterdamsche Bank. Na onderzoek van de boekhouding wordt op 7 februari 1925 Jan Jurgens gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis in Arnhem “op vermoedens van malversaties”.
Over het proces tegen Jurgens doen zowel de PNGC als de Gelderlander uitvoerig verslag. Hoewel er geen namen worden genoemd maar slechts voorletters is het volstrekt helder om wie het gaat. Volgens het verslag ontkent Jurgens niet maar hamert hij erop de beste bedoelingen te hebben gehad. Eigenlijk heeft hij geen verstand van boekhouden, zegt hij, en daardoor was hem de impact van zijn handelen niet helder. Kneppers legt desgevraagd alle schuld bij Jurgens, verwijzend naar zijn handicap (hij is zeer slechthorend). Ook de commissarissen die als getuigen worden gehoord, wassen hun handen in onschuld. Volgens Jurgens’ advocaat wordt hij tot zondebok gemaakt en hadden met name de commissarissen eerder moeten ingrijpen.
Uiteindelijk wordt Jan Jurgens op 10 juni 1925 veroordeeld tot één jaar gevangenis (geëist was twee jaar) met aftrek van preventieve hechtenis. Zowel hij als de aanklager gaan in hoger beroep. Dit zou dienen op 24 september 1925, maar zo ver komt het niet meer. Vlak na zijn veroordeling wordt Jan Jurgens van de gevangenis overgebracht naar een ziekenhuis in Arnhem waar hij op 8 september overlijdt aan de gevolgen van een operatie. Hij wordt begraven in het familiegraf op Daalseweg bij zijn vader en moeder: familiegraf Jurgens Daalseweg, locatie 25-01-05.
Agnes Lewe
1 Nijmeegs Katern, jg. 8, nr. 3, juni 1994, p. 8 vlg.
Zondagmiddag 1 oktober 2023 werd op begraafplaats Daalseweg een poëziekastje onthuld. Met een druk op enkele knoppen kan in alle rust naar een gedicht worden geluisterd. Er is keuze uit een tiental gedichten van oude en nieuwe, bekende dichters én van dichters uit de buurt. Daarnaast is een bundel gedichten te lezen van Liesbeth Ulijn.
Het poëziekastje is een initiatief van het in Nijmegen gevestigde Poëziecentrum Nederland en werd door hen aangeboden aan In Paradisum. Ze schreven ons in de uitnodiging: “De begraafplaats (…) wordt steeds meer een levendig park, waar niet alleen mensen hun dierbare overledenen bezoeken maar waar zij ook genieten van de natuur, de prachtige bomen en de serene sfeer. Al enige jaren voelen de dichters van Oost zich ertoe aangetrokken. Ze luisteren die poëtische plek graag op, zoals met een kleine ceremonie op Allerzielen of met gedichten voor het bulletin van In Paradisum. Dichters zijn vaak een brug geweest tussen de levenden en de doden. Een poëziekastje, met woorden van troost en met woorden die wellicht uitdrukken wat niet te zeggen valt, kan er mogelijk toe bijdragen dat deze begraafplaats nog meer wordt opgenomen in het dagelijkse leven van de wijk en een pleisterplek blijft voor levenden en doden.”
Op donderdag 22 februari is het tachtig jaar geleden dat het bombardement op Nijmegen plaatsvond. Op diverse plekken wordt het bombardement herdacht.
Programma
Stevenskerk – 12.00 uur Dienst in de Stevenskerk – 12.45 uur Stille tocht naar de Schommel, monument achter het Stadhuis
De Schommel – vanaf 13.00 uur Verzamelen bij de Schommel Toespraken van onder meer Burgemeester Bruls Muzikale omlijsting door Philharmonie Nijmegen – 13.28 uur Twee minuten stilte, klokkenluiden – 13.30 uur Muziek en activiteiten leerlingen Montessori – 14.00 uur Kranslegging
Begraafplaats Daalseweg – vanaf 13.00 uur Verzamelen op Begraafplaats Daalseweg – 13.15 uur Welkomstwoord door Willem Reijnders (In Paradisum) Muzikale bijdrage door Duo Messingh – 13.28 uur Twee minuten stilte, klokkenluiden – 13.30 uur Overweging – 13.35 uur Rondgang langs graven bombardementsslachtoffers
Lutherse Kerk Na afloop van de plechtigheid op Begraafplaats Daalseweg is er de mogelijkheid om in de Lutherse Kerk bijeen te komen voor een kop soep en koffie.
Op maandag 26 februari wordt op de Begraafplaats Graafseweg de officiële begrafenis van 26 februari 1944 herdacht.
Programma:
11.15 uur: ontvangst in Bibliotheek Muntweg
11.45 uur: Presentatie door Bart Janssen over de begrafenis op 26 februari 1944
12.15 uur: Wandeling naar Begraafplaats Graafseweg. Hier volgt een optreden van zangkoor Karolus Magnus, bloemen leggen bij het monument en een rondgang langs graven bombardementsslachtoffers.
Houd de berichtgeving in de Gelderlander, De Brug en andere media in de gaten voor exacte tijden en nadere invulling van het programma!
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en “verloven tot begraving” verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2024.
Stichting In Paradisum Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl