Stichting “In Paradisum” heeft tot doel de bescherming en het behoud van de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de begraafplaatsen binnen de gemeente Nijmegen.
De zomervakantie is nog net niet voorbij terwijl ik dit schrijf, maar de regen tikt al weer op mijn raam. Zachtjes, gelukkig geen noodweer. En toch is het heel goed om te weten dat de beheerder van de begraafplaats Daalseweg de oude beuken heeft laten voorzien van beschermende jutewindsels. Want ook bomen zijn gevoelig voor zon en kunnen verbranden. We hopen dat deze actie de bomen in de toekomst zal beschermen.
In dit bulletin is er aandacht voor de natuur op de begraafplaats Stenenkruisstraat. Alex de Meijer doet een boekje open over de 30 monumentale bomen, de planten en “beestjes”. Ook over de vrijwilligers van In Paradisum die daar elke maand actief zijn en verschillende ideeën ontwikkeld hebben om de natuur te bevorderen.
Steeds weer vinden mensen met hulp van In Paradisum graven van familieleden terug waarvan zij dachten dat die al lang verloren of geruimd waren. Broer en zus Vergeer hebben hun zoektocht beschreven in een zeer persoonlijk stuk.
Andere zoektochten hebben een open einde, zoals blijkt uit het verhaal van de familie Stokes, waarover Bert Eggelaar en Wim Desserjer schrijven.
Peter van Schaijk staat in deze editie stil bij het korte leven van een van de oprichters van de cricketclub Quick, Barend Ambrosius. Hij was slechts 17 jaar toen hij overleed aan de gevolgen van de Russische griep. Hij werd begraven op de Stenenkruisstraat.
Ook wordt er aandacht besteed aan de twee graven die buiten de omheining van de begraafplaats Stenenkruisstraat, links van het Athlonepad, tussen de struiken liggen.
Tot slot wil ik u nog wijzen op het mooie gedicht van Maria van Raak en de activiteiten van In Paradisum op de Open Monumentendagen 14 en 15 september 2024.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
rondleidingen op de begraafplaatsen ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’, op een aantal vaste momenten en op de Open Monumentendagen;
onderhoudsactiviteiten op een aantal vaste momenten en tijdens NLdoet;
informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
organisatie en inzet bij de jaarlijkse herdenking van de slachtoffers op 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website.
Even voorstellen: wij zijn Henny en Doortje Vergeer, geen stel maar broer en zus.
In september 2023 met de monumentendag waren wij aanwezig bij een rondleiding door Bart Janssen over de begraafplaats aan de Daalseweg. Op een zeker moment hield Bart stil bij een oude platliggende grafsteen en hij zei, hier ligt begraven Petrus Johannes Hannessen, die steenhouwer was en zijn bedrijf had aan de Daalseweg. Mijn broer en ik keken elkaar verbaasd aan en zeiden meteen tegen Bart: dat is de oudere broer van onze opa, een oom van onze moeder. Wij wisten niet dat het graf nog steeds bestond, we dachten dat het al lang weg was.
Toen is het balletje gaan rollen, want eerst kwam Bart Janssen met informatie en een foto van onze oudoom Petrus Johannes Hannessen. Daarna kwam Wim Desserjer met informatie over de vele familieleden Hannessen en ook Bert Eggelaar kwam folders brengen, en zo kwam er steeds meer boven water. Uiteindelijk hebben de een afspraak gemaakt om samen met Bert Eggelaar, Wim Desserjer en Peter van Schaijk en wij zelf natuurlijk, te gaan kijken of er nog meer graven te vinden zouden zijn van de familie Hannessen. Dat bleek het geval te zijn, want het graf van de oudere zus van onze moeder was er ook nog steeds en waarschijnlijk ook het graf van een neef van moeder, maar deze steen was niet meer te lezen.
Wij vinden het jammer dat onze moeder dit niet meer heeft kunnen meemaken, want zij is overleden op 23-12-2023 op 98-jarige leeftijd. Altijd heeft zij gedacht dat deze graven jaren geleden al geruimd waren, maar we hadden haar er gewoon mee naartoe kunnen nemen.
Maar onze dank gaat uit naar Bart, Bert, Wim en Peter die zoveel moeite voor ons gedaan hebben. Met al het speurwerk en het op papier zetten.
Het is 1928. Op 7 januari van dat jaar werd Hugh Jefferson Stokes na de uitvaartdienst in de Maria Geboortekerk begraven op begraafplaats Daalseweg in vak 6, graf 14. Drie dagen eerder was hij aan de gevolgen van tuberculose overleden. Hij en zijn gezin woonden destijds in de Rembrandtstraat, nummer 5.
Stokes, geboren op 27 november 1881 in Londen, woonde al sinds 1900 in Nijmegen. Hij werkte als leraar Engels op een school in Arnhem. Daar leerde hij ook zijn vrouw kennen. Zij trouwden in Londen en kregen vier kinderen: Edith, Ralph, Hugh Josph en Elisabeth. Helaas overleed Ralph op tweejarige leeftijd.
In 1916 moest Hugh Jefferson dienen als militair in Noord-Frankrijk. Mevrouw Stokes en kinderen bleven in Nijmegen aan de St. Annadwarsstraat 7 wonen, tegenwoordig is dat Archipelstraat 109. In de loopgravenoorlog raakte Hugh gewond aan zijn knie.
Pas in oktober 1919 keerde hij weer terug naar Nijmegen. Hij hervatte zijn werk als leraar Engels en als kantoorklerk bij de fabriek van Jurgens. Hij en zijn gezin woonden toen in de Van Nispenstraat 210-212, maar verhuisden in december 1927 naar de Rembrandtstraat. Daar heeft hij helaas slechts enkele weken kunnen wonen.
In 1998 was er een vrijwilliger bij In Paradisum – Arno Nikkelen – die welhaast zijn levenswerk ervan maakte om uit te zoeken wie Hugh Stokes eigenlijk was. Hij correspondeerde met nabestaanden en maakte reizen naar Londen. Waarom eigenlijk? Zijn briefwisseling met het Standesambt Archiv in Mannheim verschaft een antwoord. Het blijkt dat Arno op zoek was naar familieverwantschap. Arno schreef: “In 1996 habe Ich angefangen meinem Familienstammbaum nach zu ziehen. Dabei habe Ich heraus gefunden das dazu auch eine Englische Abzweigung gehörte, die aber völlig aus die Niederlande verschwunden ist. Manche habe Ich in England wieder aufgefunden, aber die Suche in das Archiv von Nimwegen hat ausgewiesen das ein Familienmitglied (Edith Frida Katharina Stokes, geb. Nimwegen 11 Oktober 1909) an dem 17er Juni 1930 nach Mannheim ist abgereisst. Von da ist meine Suche in eine Sackgasse geraten ….“.
Of Arno de stamboom compleet heeft kunnen maken, is onbekend. Hij overleed in 2008, slechts 43 jaar oud en hij is ook begraven op Daalseweg. Het maakt het graf van Hugh Jefferson Stokes én dat van Arno Nikkelen wel heel bijzonder.
Minder lommerrijk dan begraafplaats Daalseweg, is ook begraafplaats Stenenkruisstraat het beleven waard. Het betreft het niet geruimde, protestante deel van de eerste begraafplaats buiten de stadsomwalling, met o.a. een groot veld met keldergraven. De gemeente is eigenaar en heeft de begraafplaats gesloten voor publiek. In 2010 heeft een renovatie plaatsgevonden van de keldergraven, daarna is In Paradisum erbij betrokken geraakt. In 2012 sloot zij een overeenkomst met de gemeente. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het onderhoud. In Paradisum verzorgt rondleidingen en mag het werkgebouwtje gebruiken als kleine expositie- en opslagruimte voor haar vrijwillig onderhoud op begraafplaats Daalseweg. Het onderhoud door de gemeente is vrij minimaal, daarom voert In Paradisum ook hier extra onderhoud uit. O.a. om beschadiging van de grafmonumenten door ingroeiende planten te voorkomen en om ze bereikbaar en leesbaar te houden.
De natuur op de Stenenkruisstraat is niet spectaculair, maar toch de moeite waard. Een dertigtal bomen staat op de gemeentelijke lijst van monumentale bomen, waaronder een aantal van vóór 1900: es en treures, treurbeuk, gewone esdoorn en noorse esdoorn, taxus, een oude laan met acht witte paardenkastanjes, en uiteraard dé beuk met de ingegroeide grafsteen. Aan zijn stamvoet inmiddels ook enkele dikrandtonderzwammen, geen bedreiging op korte termijn. De bomen en struiken bieden onderdak aan merel, houtduif, bonte specht en appelvink.
De schrale bodem is begroeid met grassen als gladde witbol, glanshaver en struisgras en kruiden als sint janskruid, dagkoekoeksbloem, oranje havikskruid, muursla, geel nagelkruid, bosaardbei en het vrij zeldzame rapunzelklokje (1e foto). Vlinders, zweefvliegen, bijen en kevers (2e foto: penseelkever) vinden voedsel in de bloemen van het uitbundig bloeiende jacobskruiskruid. Op het vijfvingerkruid zijn de gallen te vinden van de zilverschoonbolletjesgalwesp.
In een halfopen grafkelder groeit heel fraai het muurleeuwenbekje. Vóór de verstevigingsoperatie waren veel meer grafkelders half open, waarin ook de tongvaren groeide. De steenmarter én een zwerver vonden in de kelders onderdak. De afgelopen jaren zijn de grafkelders steeds meer overgroeid geraakt door wilde wingerd, andere grafmonumenten zijn begroeid met klimop. Ook is er veel opslag van jonge boompjes, met name esdoorns, tussen of zelfs in de grafmonumenten. Hoe mooi dat ook is, dit kan tot schade leiden na het verder ingroeien in spleten en scheuren. En veel grafmonumenten zijn niet meer leesbaar.
In Paradisum is daarom dit jaar begonnen met het wat structureler uitvoeren van vrijwillige beheerklussen en met het werven van vrijwilligers daarvoor. Tegelijk is zij het overleg met de gemeente – de eigenaar – aangegaan over het beheer van de begraafplaats. Daarbij heeft In Paradisum ook ideeën ingebracht om de natuur te bevorderen:
Maaisel afvoeren en stukjes niet maaien
Er wordt drie keer per jaar gemaaid. Dat is nodig om het terrein begaanbaar te houden bij rondleidingen. Met de gemeente en de DAR, aan wie het beheer is uitbesteed, heeft In Paradisum afgesproken dat voortaan het maaisel na enige tijd wordt afgevoerd. Zo wordt verruiging van de vegetatie voorkomen. Dat afvoeren hebben we zelf al één keer gedaan door het gras bijeen te harken, voortaan wordt dat deels gedaan door de aannemer – die de DAR inhuurt – en deels door ons. Om altijd bloeiende kruiden te behouden – goed voor insecten én om te laten zien bij rondleidingen – zal In Paradisum voortaan voor het maaien wat gebiedjes met piketpaaltjes markeren. Dat kunnen we dopen doordat wij steeds direct in contact treden met de DAR over de maaimomenten, o.a. afgestemd op onze rondleidingen en de dagen van ons vrijwillige beheerwerk.
Soortenrijkdom vergroten
Bij goed beheer zullen zich op enig moment nieuwe soorten vestigen, maar niet elke soort verspreid zich even makkelijk. Daarom kan het verstandig zijn om sommige soorten kruiden uit te zaaien (of zadenrijk maaisel uit te strooien) en enkele struiken bij te planten. Het moeten wel inheemse soorten zijn die hier ook thuishoren. Daarmee wordt ook het voedselaanbod voor en de diversiteit aan insecten uitgebreid. Denk bijvoorbeeld aan enkele struiken als sporkehout of Gelderse roos. Langs de Prins Bernhardstraat heeft de gemeente een kleine heg met haagbeuk laten aanbrengen, ook zijn twee nieuwe lindebomen geplant.
Broedhopen en hout
Dit jaar is In Paradisum begonnen met een deel van de afgevallen takken en bladeren en het maaisel te verzamelen in enkele ‘broedhopen’. Bij het verplaatsen van zo’n hoop troffen we een familie egeltjes aan, die vinden blijkbaar genoeg slakken, spinnen, kevers en regenwormen op de begraafplaats.
Het hout van afgelopen jaren gesneuvelde bomen, en grote dode takken, wordt tot nu steeds afgevoerd. Eén dode stam is blijven staan, dat biedt kansen voor de natuur. In de toekomst kan een deel van het hout (verzaagd) wellicht een plekje krijgen op de begraafplaats.
Insectenhotel of bijenburcht
Een idee dat In Paradisum overweegt: een groot insectenhotel. De stadsecoloog waarmee we dit bespraken opperde een bijenburcht of insectenmuur, maar daarvoor moet gegraven worden en een wal worden opgeworpen. Daar is op deze begraafplaats niet echt ruimte voor. Voor een insectenhotel is echter een prima plek, veilig achter het hek aan de zuidzijde van de begraafplaats. Het is dan beleefbaar vanuit het Julianapark en ontvangt voldoende zon, hetgeen een voorwaarde is. Als voorbeeld geldt het grote insectenhotel van de Heemtuin Malden: eerst is het frame gemaakt, daarna zijn delen gevuld met houtblokken (waarin gaten van verschillende diktes zijn geboord), stro of riet, bamboe en aan de onderzijde ook leem. Stichting In Paradisum kan dit uitvoeren samen met vrijwilligers en mensen uit de buurt. Het contact met de buurt wordt binnenkort gelegd.
Op de Open Monumentendagen, 14 en 15 september 2024 zijn er speciale rondleidingen om 13:00 uur en 14:30 uur.
Begraafplaats Stenenkruisstraat Tijdens de Open Monumentendagen, 14 en 15 september 2024 is de begraafplaats van 11:00 – 17:00 toegankelijk. Rondleidingen worden gegeven om 11.30 uur en om 14.30 uur en voorts op verzoek van bezoekers ook op andere momenten.
Daarnaast is er nog een bijzondere ervaring op te doen. Op zaterdag 14 september 21.00 uur is er een speciale avondrondleiding op de begraafplaats Stenenkruisstraat (Julianapark). Dit extra programmadeel, naast de normale openstelling overdag op 14 en 15 september, zet de bezoeker als het ware een stap terug in de tijd, naar de eerste jaren van deze begraafplaats. De protestantse bestuurlijke bovenlaag in Nijmegen maakte destijds bezwaar tegen de toen gebruikelijke rooms-katholieke begraafcultuur. Hun overledenen werden in een soort processie naar de begraafplaats gebracht, met voorgangers en misdienaars in liturgische gewaden, kaarsen, kruisbeelden, wierook en wijwater. Dit stond in schril contrast tot de gebruikelijke sobere protestantse wijze van begraven. Al snel werd er besloten om het bijzetten in de rooms-katholieke sfeer slechts toe te staan tussen zonsondergang en zonsopgang.
We bezoeken dit keer de begraafplaats bij het invallen van de duisternis. Onder de monumentale bomen is het al snel donker, maar dichterbij komend, blijkt dat het grafveld verlicht wordt door fakkels zodat u deze begraafplaats op een heel andere manier kunt ervaren. Monumenten en verhalen krijgen onder deze omstandigheden bijzondere accenten.
De introductie en rondleiding zijn vanzelfsprekend aangepast. Niet aan te raden voor bezoekers die niet goed ter been zijn want de bodem is ongelijk en er zijn geen paden op deze begraafplaats. Breng voor de zekerheid een eigen zaklamp mee. Duur van het programma ongeveer een uur, gratis entree maar een vrijwillige (cash) bijdrage is welkom, reserveren is niet noodzakelijk. Verzamelen bij het gebouwtje Prins Bernhardstraat/Athlonepad.
Begraafplaats Dorpsstraat Neerbosch Op het kerkhof naast het “Witte Kerkje” aan de Dorpsstraat te Neerbosch zijn een decennium geleden door vrijwilligers 48 graflocaties aan de oppervlakte gebracht. In de periode mei tot en met augustus 2017 werd dit kerkhof vakkundig gerestaureerd. Op zaterdag 14 september 2024, tijdens Open Monumentendag, is er van 11:00 uur tot 17:00 uur iemand aanwezig die u nader kan informeren.
In het Reünistenblad van 2014, verdeeld over de nummers juli, oktober en december, heb ik een artikel gepubliceerd over de oprichters van Quick(N) op 10 april 1888. Het ging om zes jongens die toen de stap zetten naar de oprichting van een cricketclub, een toen populaire sport.
De oudste van deze jongens was Barend Ambrosius, captain van het elftal, 14 jaar oud, woonachtig in Nijmegen en geboren in Heerewaarden.
Barend is op zeer jonge leeftijd, 3 jaar na de oprichting van Quick, overleden. Mijn zoektocht naar zijn graf bleef steken op “zeer waarschijnlijk” bijgezet in het graf van zijn vader die in 1882 overleed in Heerewaarden en ook daar werd begraven.
Het zoeken naar Barends graf heeft mij altijd bezig gehouden en daar is nu door een wonderlijke toevalstreffer een eind aan gekomen.
Barend werd dus in 1873 geboren in het dorp Heerewaarden, waar toen ongeveer 500 mensen woonden. Het ligt op een unieke locatie in de Bommelerwaard, op een smalle strook land tussen de Waal en de Maas. Beide rivieren kunnen elkaar hier bijna aanraken. Met zoveel water in de buurt is het geen wonder dat dit dorp van oudsher een vissersdorp was met twee veerverbindingen, één naar Varik en één naar Kessel en Lith.
Naast deze bedrijvigheid floreerde ook de fabricatie van bakstenen. Het dorp telde maar liefst 4 steenfabrieken en ook de vader van Barend, Arnold, is door zijn familie meegezogen in deze beroepstak. Eerst als steenbakker, later opgewerkt tot directeur van een eigen steenfabriek in dit dorp.
Het veer naar Varik bracht voor Arnold ook de grote liefde, Bernarda Formijne. Zo voer hij vaak heen en weer. (Ik denk aan het liedje van taalvirtuoos Drs. P. “Heen en weer, heen en weer, heen en weer”.) In 1865 ging hij weer heen, maar nu naar de Hervormde kerk voor zijn belangrijke moment om daarna samen verder stappen te zetten naar een mooie toekomst. Hij was 22 jaar, zij 23 jaar.
In het gezin werden vier kinderen geboren, twee dochters en twee zonen waarvan Barend de jongste was. We zitten dan in het jaar 1873 en vader moet alle zeilen bijzetten om zijn vrouw en de vier kinderen een goede plaats te geven in de dorpse gemeenschap. Werken in de steenfabriek was loodzwaar en ook Arnold had het niet gemakkelijk. Hard werken, broze gezondheid, vaak ziekelijk en dan plotseling ernstig, langdurig ziek met een dramatisch overlijden in 1882, op slechts 40-jarige leeftijd. Droefenis alom. Zijn vrouw werd op 41-jarige leeftijd weduwe met vier opgroeiende kinderen, de oudste 16 jaar en de jongste 8 jaar. Eén jaar na dit grote verdriet neemt zij een kloek besluit om met haar kinderen 40 kilometer verderop in de grote stad Nijmegen een ander bestaan op te bouwen. Zeker speelt hier verantwoordelijkheid voor haar kinderen mee, voor onderwijs, vriendschap, bestaanszekerheid e.d. en dat zou in het dorp Heerewaarden nauwelijks mogelijk zijn geweest. Hun woonadres in Nijmegen werd St. Annalaan 16, thans St. Annastraat 37a.
De steenfabriek van haar man bleef na zijn overlijden wel in bezit van zijn vrouw Bernarda. Dat was haar inkomstenbron en zij bleef betrokken bij de aanstelling van mensen die het werk van haar overleden man voortzetten. Verder bezat zij nog een tweetal percelen bouwgrond en een stukje bos waaruit ook inkomsten voortvloeiden.
Voor de puberende Barend was dit het Walhalla aan de Waal, een nieuwe school, veel vrienden en hij was heel sportief. Zo kwam hij in aanraking met de cricketsport, de club Gelria die speelde op de Wedren, een exercitieterrein dat op zondag werd omgedoopt tot cricketveld.
De vriendengroep van Barend was toch op een bepaald moment niet content met deze organisatie, vooral het strenge reglement viel niet in goeden aarde en zij besloten daarom zelf een cricketclub op te richten.
De nieuwe club werd door de zes knapen officieel op 10 april 1888 openbaar gemaakt met als naam QUICK.
Bij dit alles hadden zij natuurlijk steun en administratieve hulp nodig en die kregen zij van dominee Feenstra van de Doopsgezinde Gemeente Nijmegen. Diens zoon Piet behoorde ook tot de oprichters van QUICK.
Voor Barend was het allemaal van korte duur. Slechts drie jaar heeft hij kunnen genieten van de sportactiviteiten met zijn vrienden. Hij was de captain van het elftal, was de belangrijke schakel in het Nijmeegse sportgevoel, maakte veel sportvrienden en regelde regelmatig extra wedstrijden om een hoger niveau te halen.
Barend was slechts 17 jaar oud toen hij op 23 juli 1891 in Nijmegen overleed. In die tijd heerste er een dodelijke epidemie, Russische griep. Mogelijk dat deze griep hem fataal is geworden. Registratie van de doodsoorzaak was toen nog niet aan de orde, dat kwam pas 2 jaar later.
Ik kom nu terug op mijn eerder aangehaalde “toevalstreffer”, want bij mijn betrokkenheid voor behoud van monumentale begraafplaatsen in Nijmegen kwam ik onlangs bij de hernieuwde registratie van de grafzerken op de begraafplaats Stenenkruisstraat het zandgraf tegen van Barend Ambrosius, locatie rij 03, nummer 209.
Van deze begraafplaats is alleen het protestantse deel nog intact.
Over de voortgang van de familie kan nog worden gezegd dat 1 jaar na zijn overlijden zijn zus Huiberta is getrouwd met Cornelis Wegener Sleeswijk, ze zijn in Elst (Gld) gaan wonen, dat zijn broer Willem in 1894 vertrekt naar Nederlands Oost-Indië en aldaar is getrouwd, dat zijn andere zus ongehuwd bleef en samen met moeder Bernarda in 1920 naar Elst verhuisde. Moeder is 85 jaar geworden.
Vanuit de Athlonestraat richting het Julianapark steek je de van Gentstraat over en betreed je het Athlonepad. Juist op dit punt, links, half verscholen in het struikgewas liggen twee grafmonumenten, ver buiten de omheining van de rechts gelegen begraafplaats. Deze twee stille grafmonumenten, één in de vorm van een tombe en de ander een opstaande tekstplaat ondersteund door een steen, verdienen duiding en begrip in de historische context van het huidige Julianapark. De hier getoonde foto is gemaakt één week na de sluiting van de Vierdaagse 2024 waarbij dit park volledig opgaat in feest en Vierdaagsegedrang. Maar toch blijft dan de gladiool op deze tombe, op drie kanten vastgezet met schilderstape, een uiting van gevoel en respect voor de zielsrust van de vrouw die hier begraven ligt.
Aan het begin van de 19de eeuw werd op deze plek, buiten de toenmalige vestingmuren, de eerste begraafplaats aangelegd. Protestanten, katholieken en joden kregen ieder een eigen deel toegewezen. Rond 1900 was de begraafplaats vol en op 1 januari 1905 werd tot sluiting besloten. Twee grote gedeelten werden geruimd en ingericht als park. Alleen het middenstuk, waar de mensen liggen uit de protestantse Nijmeegse samenleving in de 19de eeuw, werd met rust gelaten.
Ik kom weer terug op de twee “stille” grafmonumenten. Op de plaats van het tombegraf rust Johanna Maria Millar, gehuwd met Frederik Willem Berg. Zij is in Nijmegen overleden op 21 januari 1896, religie Nederlands Hervormd.
In het tweede graf ligt majoor der infanterie Jean Marie Boombergen, gehuwd met Jacoba André de la Porte. Hij was ook van Nederlands Hervormde huize en overleed te Nijmegen op 8 april 1897.
De overlijdensdata van Johanna en Jean liggen net vóór de definitieve sluiting van de begraafplaats. Majoor Jean heeft nog een link met de naast gelegen begraafplaats omdat hier in 1876 zijn overleden dochtertje Marie Pauline en één jaar later zijn vrouw Jacoba werden begraven.
Alles overziend lijkt mij dat rond 1880/1890 het protestantse deel van deze begraafplaats is uitgebreid met een klein deel lopend langs de van Gentstraat richting Wedren. Hoe groot en waarom niet meer grafmonumenten zichtbaar zijn, blijft voor mij een vraag.
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinierochtenden en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties en het geven van rondleidingen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage voor donateurs van de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2024.
Stichting In Paradisum Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl
In dit voorwoord leest u voor de afwisseling geen overzicht van de artikelen in dit bulletin – daarvoor verwijs ik naar de inhoudsopgave – maar een overzicht van de activiteiten die In Paradisum in de eerste vijf maanden van 2024 heeft ontplooid.
Terugkijkend kan ik zeggen dat wij veel gedaan hebben. De herdenking van het bombardement van 22 februari 1944 op begraafplaats Daalseweg was goed bezocht. Het gerestaureerde monument van de omgekomen schoolkinderen en de zusters werd bij die gelegenheid symbolisch heropend. Op 26 februari vond de herdenking plaats van de op begraafplaats Graafseweg begraven slachtoffers van het bombardement. Die herdenking werd georganiseerd door een groep vrijwilligers die daar het jaar door klein onderhoud doet. We hebben afgesproken in de toekomst vaker met elkaar ervaringen uit te wisselen.
Sinds maart doet de vrijwilligersgroep van In Paradisum weer regelmatig onderhoud. Op begraafplaats Stenenkruisstraat gebeurt dat op de voorlaatste vrijdag van de maand van 9.00-12.00 uur. Op begraafplaats Daalseweg gebeurt dit op de tweede zaterdag van de maand van 9.00-12.00 uur. De precieze data staan op onze website.
Wij stemmen het werk af met de beheerder, die ons ook voorziet van gereedschap. In maart waren op beide begraafplaatsen ook weer groepen actief in het kader van NL-Doet. Dit jaar waren er mensen van de Rotary te gast, maar ook individuele Nijmegenaren deden mee. Vele kruiwagens vol takken en klimop werden afgevoerd. Nogmaals onze dank aan alle helpers.
Een maand eerder dan u van ons gewend was, zijn we weer begonnen met de rondleidingen op de begraafplaatsen Stenenkruisstraat en Daalseweg; ze vinden plaats in het laatste weekend van april, mei, juni, juli en augustus. Rondleidingen op Stenenkruisstraat zijn er op de laatste zaterdag om 12.00 uur, de begraafplaats blijft dan nog tot 16.00 uur geopend voor bezoekers. Rondleidingen op begraafplaats Daalseweg vinden plaats op de laatste zondag van de maand, om 13.30 en 15.00 uur.
Een werkgroep van In Paradisum heeft lespakketten over Nijmeegs funerair erfgoed ontwikkeld die ingezet kunnen worden in de bovenbouw van de basisschool en in de brugklassen van het voortgezet onderwijs. Wij gaan de pakketten aanbieden voor het komende schooljaar. Bent u geïnteresseerd neem dan contact met ons op.
Wij waren andermaal uitgenodigd voor een gesprek met de gemeente Nijmegen en Bureau Funeralia (René ten Dam) over de toekomst van begraafplaats Daalseweg. Er ligt inmiddels een eerste rapport. Daarop voortbouwend wordt momenteel het instandhoudingsplan inclusief financiële onderbouwing opgesteld. Aanstaande zomer zal blijken of de gemeente in haar najaarsbegroting geld vrij wil maken voor een structurele ondersteuning van het behoud van Daalseweg. Het werd in het gesprek ook duidelijk dat de inzet van vrijwilligers, bijvoorbeeld van In Paradisum, en particuliere financiering, bijvoorbeeld door crowdfunding of sponsoring noodzakelijk zal zijn en blijven. Dit allemaal uiteraard naast de financiële inbreng van de eigenaar, de SBN.
Afsluitend nog een persoonlijke opmerking: in een eerder leven was ik archivaris en daarom heb ik met veel plezier de taak opgepakt om het omvangrijke archief van In Paradisum en haar voorgangers (ca. 5 meter) klaar te maken voor een overdracht aan het Regionaal Archief Nijmegen. Ik kijk daarbij met grote bewondering naar het werk dat al meer dan 50 jaar is verzet. Lang voor het computertijdperk en het bestaan van zoekmachines wisten de leden van de ‘Stichting ter behartiging der belangen van nabestaanden van de overledenen ter aarde besteld op de begraafplaats voor Roomsch Katholieken te Nijmegen, Daalseweg’ (kort BBN, opgericht in 1972) toch een grote groep nabestaanden in binnen- en buitenland op te sporen. Vaak werd er ook nog uitgebreid gecorrespondeerd. Met andere woorden: het archief houdt mij nog een tijdje van de straat.
Ik wens u veel leesplezier met ons vanaf heden alleen nog maar digitale bulletin.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
activiteiten realiseren rond NL-Doet en Open Monumentendagen;
informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenkingen van de slachtoffers van 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op het terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website.
Hij leefde niet lang, werd geboren in Nijmegen op 29 juni 1886 en overleed op 9 december 1914, slechts 28 jaar oud. Ook hij ligt hier begraven, zonder monument, zonder andere aanwijzingen, maar rij en grafnummer zijn bekend (vak 37, rij 6, nummer 1) en op bijna alle rondleidingen vragen mensen naar die plek, naar die man die zo jong overleed. Het is toch bijzonder dat zo veel mensen hem nu nog steeds herinneren. We praten over Emile Selbach.
Emile Johannes Selbach werd geboren aan de Lage Markt 1, waar zijn ouders Johan Peter Selbach en Everdina van Kempen een tapperij hadden. Hij had drie oudere broers. Als kind was hij al een stevige jongen en op zeventienjarige leeftijd woog hij maar liefst 296 pond en omstreeks 1910 – toen hij als 24-jarige café Central van zijn moeder overnam – moet zijn lichaamsgewicht de 500 pond hebben bereikt.
De “DIKKE SELBACH” werd een begrip in Nijmegen en ver daarbuiten.
Hij besefte heel goed dat zijn opmerkelijke verschijning veel klanten trok, hij adverteerde ermee en de zaken liepen goed.
In 1912 verhuisde hij naar de Voerweg, waar hij uitbater werd van het hotel-café-restaurant Valkhof. Ook hier weer dezelfde taferelen, veel bekijks, vooral als hij buiten – in zijn met zes poten verstevigde stoel – zat. Hij was in die tijd één van de populairste bezienswaardigheden in Nijmegen. Hij verkocht aan zijn clientèle prentbriefkaarten met zijn portret en het opschrift ‘Emile Selbach, de gewichtigste hotelier van Europa (506 pond)’.
Op 14 april 1913 trouwde Emile in Nijmegen met de, naar verluid, hyperslanke Alberta Catharina van der Weijden uit Noordwijk. Op 14 maart 1914 kregen zij een dochtertje, Catharina Everdina Alberta Selbach. Kort daarop overleed de jonge vader, wiens gewicht inmiddels de 600 pond was genaderd, na een kort pijnlijk ziekbed.
graflocatie E.J. Selbach (foto Bert Eggelaar)
Zijn stoffelijk overschot werd in het holst van de nacht – onder grote publieke belangstelling – uit het slaapkamerraam in een meubelwagen van de firma Van Wezel getakeld omdat een passende lijkwagen niet beschikbaar was.
Naar aanleiding hiervan zijn een paar versregels door een onbekende toeschouwer opgetekend:
“Ien die nacht, ien die nacht, ien die nacht, Hebben se Selbach nùr ’t kerkhof toegebracht, Ien ’n waogen fan Fan Wezel aon de Waol, Fien je dā nou gin groot schandaol?”
Op zaterdag 16 maart 2024 deden we weer mee met de NL-Doet-vrijwilligersdagen, zowel op begraafplaats Daalseweg als op begraafplaats Stenenkruisstraat bij het Julianapark. We gingen groenafval opruimen, overtollig groen wegsnoeien en overwoekerde graven weer zichtbaar maken.
Op begraafplaats Daalseweg staken zo’n vijftien enthousiaste vrijwilligers flink de handen uit de mouwen. Daaronder twee heel bijzondere vrijwilligers: Ted Selbach en zijn zoon. Zij zijn heuse nazaten van Emiel Selbach (1886-1914) ofwel de Dikke Selbach, die een café-restaurant-hotel aan het Valkhof bestierde.
Natuurlijk gingen wij met deze hedendaagse Selbachs naar de plek waar hun beroemde oudoom op Daalseweg begraven ligt. Daar declameerde Ted vol overtuiging de tekst van het Selbach-lied dat destijds in Nijmegen op straat werd gezongen.
Verdrietig om het gemis, maar dankbaar voor de goede herinnering. Zo gedenken wij hen die in deze periode zijn begraven op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.
Maria Antoinetta Gruppelaar-Crombach, geb. 15-11-1921 te Kerkrade, overl. 11-1-2023 te Nijmegen. Graf 16-03-09.
Hermanus Hendrikus Maria Naber, geb. 14-5-1948te Utrecht, overl. 11-1-2023 te Nijmegen. Bijzetting in familiekelder familie Braam. Graf 14-1-02.
Johannes Hubertus Bernadette Spierings, geb. 18-8-1948 te Valkenswaard, overl. 28-2-2023 te Nijmegen. Graf 5-6-03.
Inna Petrivna Shkaravska, geb. 25-10-1941 te Moskovske (Sovjet Unie), overl. 23-1-2023 te Kyiv (Oekraïne). Asbus bijgezet in urnengraf 4-7-21.
Wilhelmus Petrus Hartgring, geb. 7-7-1945 te Utrecht, overl. 14-7-2023 te Groenlo. Bijzetting bij echtgenote. Graf 10-7-13.
Anna Dorothea Elisabeth Maria Leeuwenberg, geb. 24-5-1929 te Nieuwer-Amstel, overl. 6-8-2023 te Nijmegen. Bijzetting in graf grootouders. Graf 21-7-10.
Petronella Jacoba Maria Heerkens-Punte geb. 31-3-1934 te Nijmegen, overl. 23-8-2023 te Wijchen. Bijzetting in graf echtgenoot. Graf 7-01-15.
Augusta Maria Theresia Beij, geb. 27-3-1930 te Leiden, overl. 7-9-2023 te Nijmegen. Graf 7-1-05.
Peter Paul van Mens, geb. 7-12-1946, overl. 14-8-2023. Asbus bijgezet in urnengraf 4-7-14.
Pieter Jongepier, geb. 29-10-1944 te Middelburg, overl. 5-12-2023 te Nijmegen. Graf 6-8-17.
Peter van Schaijk in samenwerking met de stichting begraafplaatsen Nijmegen.
Mijn grootvader Gerardus Hendrikus Cornelius (Gerard) Frehé is geboren op maandag 7 februari 1853 in Angeren. Hij trouwde op woensdag 4 mei 1881 in Nijmegen met Elisabeth Johanna Catharina (Elisabeth) Abrahams, geboren op dinsdag 2 september 1856 in Weert, als dochter van Jean Jr. Abrahams en Maria Josephina Gijsen. In de periode van 1892 tot 1997 kregen ze 9 kinderen, die allen opgroeiden in de Grotestraat.
G.H.C. Frehé overleed op vrijdag 7 januari 1921 in Nijmegen, 67 jaar oud. Hij is begraven in Nijmegen, op begraafplaats Daalseweg. Mijn overgrootmoeder overleed op donderdag 11 mei 1939 in Nijmegen, 82 jaar oud en werd begraven op maandag 15 mei 1939, ook op begraafplaats Daalseweg.
Gerard en Elisabeth Frehé
Mijn overgrootouders Gerard Frehé en Elisabeth Abrahams hadden vanaf 1895 een banketbakkerij in de Grotestraat op nr. 37.
Op een foto uit 1904 is te zien, dat het een ‘machinale bakkerij’ was, dat wil zeggen dat niet meer al het werk (mengen, kneden) met de hand werd gedaan – een hele vooruitgang. In 1911 maakt G. Frehé in De Gelderlander bekend dat de bakkerij weer geopend is. Helaas weet ik niet wat daaraan vooraf ging.
In de bakkerij werden Nijmeegse moppen gebakken. Dat staat te lezen op de ramen en in de advertentie. Moppen zijn een ouderwetse koeksoort, gemaakt van bloem, bakpoeder, boter, suiker en melk en eventueel stroop.
Mijn vader Hub vertelde me ooit, dat hij met zijn broer Gérard een bestelling moest ophalen. In de winkel aangekomen, stonden de twee dochters van Gerard Frehé (dus tantes van mijn vader) achter de toonbank. De bestelling moest nog worden ingepakt en daarom stonden de tantes met de rug naar de toonbank. Op de toonbank stond een schaal met koekjes, dus, u raadt het al, de gebroeders deden vaak een losse greep uit de schaal. Dat ging altijd goed, totdat één van de tantes het doorkreeg en met een hoge, Nimweegse stem riep: “Blief van de kuukskes af”!
In 1925 vroeg H.J.B. Frehé uit Delft vergunning aan voor een ‘door electriciteit bedreven banketbakkerij’ op de Jan van Goyenstraat 13b. Die vergunning werd in eerste instantie geweigerd maar in 1916 toch toegekend. Her bedrijf kreeg de chique naam “Maison Frehé”.
BEREIDINGSWIJZE Roer de roomboter tot room. Vermeng vervolgens de room met de stroop, suiker, melk en de gemberpoeder. Roer het bakpoeder door de bloem en vermeng het al zevend met de hiervoor genoemde ingrediënten. Strijk het deeg dun uit op met boter besmeerd bakpapier. Bak dit in een voorverwarmde oven op 160 graden C lichtbruin in circa 15 minuten Snijd het vervolgens zo warm mogelijk in vierkante stukjes. Neem deze direct van het papier en laat ze afkoelen.
De meeste foto’s op het internet laten ronde moppen zien…
Begraafplaats Daalseweg Rondleidingen op zondagen 26 mei, 30 juni, 28 juli en 25 augustus 2024. Verzamelen bij de poort van de begraafplaats. Om 13:30 uur door Bert Eggelaar met aandacht voor symboliek, vormgeving, kunst en kunstnijverheid. Om 15:00 uur door Bart Janssen, aandacht voor graven met een bijzonder verhaal.
Op de Open Monumentendagen, 14 en 15 september 2024 zijn er speciale rondleidingen om 13:00 uur en 14:30 uur.
Begraafplaats Stenenkruisstraat Rondleidingen op zaterdag 25 mei, 29 juni, 27 juli en 24 augustus 2024 om 12:00 uur en de begraafplaats blijft dan open tot 16.00 uur. Verzamelen bij het gebouwtje hoek Prins Bernardstraat en Athlonepad. Tijdens de Open Monumentendagen, op 14 en 15 september 2024 is de begraafplaats van 11:00 – 17:00 toegankelijk. Rondleidingen worden gegeven om 11.30 uur en om 14.30 uur en voorts op verzoek van bezoekers ook op andere momenten.
Begraafplaats Dorpsstraat Neerbosch Op het kerkhof naast het ‘Witte Kerkje’ aan de Dorpsstraat te Neerbosch zijn in de afgelopen jaren door vrijwilligers van In Paradisum 48 graflocaties aan de oppervlakte gebracht. In de periode mei tot en met augustus 2017 werd dit kerkhof vakkundig gerestaureerd. Op zaterdag 14 september 2024, tijdens Open Monumentendag, is er van 11:00 uur tot 17:00 uur iemand aanwezig die u nader kan informeren.
Op 26 april ontving Jeroen van Zuylen een koninklijke onderscheiding. Jeroen raakte eind jaren negentig betrokken bij In Paradisum. Hij woonde (en woont) niet ver van begraafplaats Daalseweg, en zag er toen containers met restanten van grafmonumenten. Zo grof ruimen, dat moest stoppen, vond hij en dus sloot hij zich aan bij In Paradisum. Hij was meer dan een decennium secretaris van deze stichting, is kartrekker van de vrijwilligersgroep die kleine onderhoudswerkzaamheden op Daalseweg uitvoert en regelt ook veel voor de jaarlijkse herdenking van het bombardement van 22 februari 1944.
Vanuit zijn brede maatschappelijke en historische interesse en kennis schrijft Jeroen regelmatig artikelen in Wijkkrant Oost. Activiteiten voor vrede, milieubescherming of duurzaamheid, Jeroen is vaak behulpzaam of ook medeorganisator. Flyeren bij een supermarkt, plastic afval verzamelen langs de Waal, de Walk of Wisdom, het jaarlijkse Ommetje in Nijmegen-Oost, het Balfolk-café, enzovoorts, enzovoorts. Zijn historische en brede muzikale interesse kwam tot uiting in het boek dat hij schreef over Huize Wylerberg dat vele jaren zijn werklocatie voor SOVON (Vogelonderzoek Nederland) was en nu de locatie is voor het organiseren van de Wylerberg-concerten. Vorig jaar fietste Jeroen in zijn eentje zo’n 1000 kilometer langs de zeven natuurgebieden waar een beeldje van de belangrijke natuurbeschermer Victor Westhoff staat. De sponsor-opbrengsten van deze fietstocht kwamen ten goede aan de Hortus in Nijmegen.
Wat mooi is aan Jeroen, is zijn positieve instelling. Als er iets moet gebeuren zegt hij altijd “Oh, dat moet toch wel kunnen”. Vaak pakt hij het dan zelf op of kent hij nog wel iemand die verder mee kan helpen. Hij heeft een groot netwerk opgebouwd in Nijmegen, en zet dat graag in om de stad, haar omgeving en de wereld iets mooier te maken. Kortom: deze man heeft zijn lintje -Lid in de Orde van Oranje-Nassau- dubbel en dwars verdiend.
De meeste aandacht gaat traditioneel uit naar het centrale grafveld met de diepe grafkelders en de dicht tegen elkaar gelegen dekstenen. Een indrukwekkend geheel, maar er zijn meer interessante monumenten op deze begraafplaats.
Opvallend is bijvoorbeeld het monument dat op het hoge gedeelte, aan de kant van de Prins Bernhardstraat, te vinden is en dat vragen oproept. Daar zijn twee vrijwel gelijkvormige verticale stenen te zien die feitelijk rug aan rug tegen elkaar staan. Aangeschoven ligt er ook nog een vlakke deksteen. Op dit deel van de begraafplaats gaat het om zandgraven die zich over rij 16 en 17 uitstrekken. Maar hoe is dat monument met drie segmenten hier gekomen?
Gelukkig wordt er op deze stenen iets meer vermeld dan alleen registratienummers. Het oudste graf is van mevrouw Wilhelmina Filet – Van Os. Zij overleed in 1875, 20 jaar oud zoals op de middelste steen te lezen is. Meer informatie wordt er niet gegeven. Rug aan rug staat er de tweede verticale steen voor het graf van Willem van Os, geboren in Utrecht op 19 december 1824 en overleden in Kleef op 19 augustus 1880. Hij was hoofdofficier in het Oost Indisch leger en onderscheiden als Ridder in de Militaire Willems-Orde, 4e klasse. Blijkbaar gaat het hier om vader en dochter, maar waarom dan graven in rij 16 én 17, elk in een andere rij?
De deksteen die tegen het monument van mevrouw Filet ligt, dekt het graf van blijkbaar haar moeder, mevrouw Theodora Francisca Eleonora van Os – Boerlage, geboren in Patti (Java) op 27 april 1833 en overleden in Nijmegen op 23 maart 1894. Op deze deksteen wordt royaal geschreven over haar echtgenoot en zijn onderscheiding, maar over haarzelf, haar dochter of andere kinderen worden we feitelijk niets wijzer.
Kortom, bij deze drie inlagen gaat het om een gezin waarvan een dochter, zo te zien kort na haar huwelijk, is overleden. Verder ontbreekt informatie over kinderen, broers, zussen en de echtgenoot. Willem van Os is hoog gedecoreerd en daar houdt het dan wel mee op. Dus het raadsel rondom de plaatsing en de keuze voor deze grafmonumenten blijft bestaan. De familie Van Os blijft vooralsnog onbekend. Mogelijk dat uitkomsten van vervolgonderzoek naar het graf en de familie iets meer kunnen vertellen in een volgende bulletin om zo toch een van de vele raadsels op deze begraafplaats op te lossen.
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) zijn hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt en wordt die informatie toegevoegd aan de IP-database..
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4 omvatten. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2024.
Stichting In Paradisum Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433
Alle lezers en donateurs een gelukkig nieuwjaar gewenst! Bestuur en vrijwilligers van In Paradisum zullen ook in 2024 ervoor zorgen dat onze monumentale begraafplaatsen de aandacht krijgen die zij verdienen, met grote en kleine publicaties, rondleidingen, klein onderhoud, lezingen en herdenkingen.
In dit Bulletin leest u dat de restauratie van het herinneringskapelletje voor de omgekomen kinderen en zusters van de Montessorischool is afgerond. Dit met dank aan financiële en praktische steun van velen. Wim Desserjer heeft de geschiedenis van dit bijzonder grafmonument opgeschreven.
In 2024 is het 80 jaar geleden dat de kinderen en met hen vele Nijmegenaren overleden door het bombardement van 22 februari 1944. Zoals elk jaar zullen wij ook dit jaar op begraafplaats Daalseweg de slachtoffers herdenken die daar begraven zijn. De gemeente organiseert een herdenking bij het monument De Schommel. Over deze en andere evenementen rondom de herdenking vindt u t.z.t. meer informatie in de lokale kranten, op onze website en de website van de gemeente Nijmegen. Helaas zult u geen persoonlijke uitnodiging meer ontvangen. De privacywetgeving is voor de gemeente Nijmegen aanleiding om de verzending van uitnodigingen per briefpost stop te zetten.
Ook in dit Bulletin weer een gedicht, deze keer van de hand van Gerard Kessels. Poëzie-liefhebbers kunnen overigens sinds de plechtige opening op 1 oktober 2023 elke dag terecht op begraafplaats Daalseweg. Bij een Poëziekastje kunnen zij gedichten beluisteren.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vluchtten in oktober 1914 bijna één miljoen Belgen naar Nederland. In Nijmegen werden zo’n duizend mensen opgevangen waarvan de meesten in de infanteriekazerne aan de Groesbeekseweg. In deze beginperiode zijn er in Nijmegen 26 zeer jonge Belgische kinderen overleden waarvan 25 begraven zijn op de begraafplaats Daalseweg. Peter van Schaijk heeft hierover een artikel geschreven met een oproep voor een namenmonument.
Een triest verhaal is dat over Jan Jurgens. Deze telg uit het Osse fabrikantengeslacht was een zeer vermogend man met een prachtige maatschappelijke carrière. Maar deze eindigt na beschuldiging van bankfraude in 1925 in de gevangenis. Jan Jurgens overlijdt voordat hij in beroep kan gaan tegen zijn veroordeling. Ook hij ligt begraven op de Daalseweg.
Afgelopen najaar waren er drie bijeenkomsten met de eigenaar van de begraafplaats, vertegenwoordigers van de gemeente, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Stichting In Paradisum. Doel ervan was input te leveren voor een op te stellen instandhoudingsplan voor begraafplaats Daalseweg. Het waren vruchtbare bijeenkomsten waar verschillende mogelijkheden tegen elkaar zijn afgewogen, bijvoorbeeld: restauratie van grafmonumenten of consolidatie, paden laten vergrassen of begaanbaar houden, wel of geen tweede ingang, eenvoudig herstel of restauratie van toegangspoort, hek en muur? Nog niet alle knopen zijn doorgehakt. Een gemeenschappelijke visie voor de begraafplaats is als volgt omschreven: een open en “levende” begraafplaats die behouden en in gebruik blijft; waar de (katholieke) karakteristiek herkenbaar blijft, met behoud van monumentaal groen en waar de (oorlogs)geschiedenis zichtbaar beleefd wordt. Ook werd de overweging meegegeven dat een eenmalige investering op korte termijn betekent dat over ± 20 jaar weer dezelfde precaire situatie als nu zal ontstaan, zeker wat betreft het groenonderhoud. Bureau Funeralia (René ten Dam) zal een en ander nader uitwerken tot een plan dat vervolgens aan de wethouders gepresenteerd zal worden. De middelen vinden om het plan uit te voeren, zal de nodige creativiteit en vooral politieke wil vragen. Wij houden u op de hoogte.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website
Dat grafmonument op begraafplaats Daalseweg is een klein bakstenen kapelletje, oorspronkelijk voorzien van een pannendak, met op de nok een metalen kruis. De buitenmuren van het kapelletje dragen twee wit-natuurstenen plaquettes. Daarop zijn de datum “22 FEBR. 1944” en de namen en geboortedata van dertig bombardementsslachtoffers aangebracht. Dit monument is opgericht ter nagedachtenis aan de acht zusters van de Sociëteit Jezus Maria Josef (JMJ) en 22 van de 24 kleuters die omkwamen bij het bombardement op Nijmegen, in 2024 80 jaar geleden.
Toen, in de 3e week van februari 1944, lanceerden de geallieerden Operation Argument. Honderden bommenwerpers vlogen naar Duitsland om daar de vliegtuigindustrie te vernietigen. Maar slechte weersomstandigheden dwongen tot wijziging van het plan. Veel vliegtuigen moesten omkeren en op de terugweg zoeken naar gelegenheidsdoelen. Zo ook een van de Amerikaanse eskaders die het Nijmeegse spoorweggebied tot gelegenheidsdoel koos. Maar helaas speelden gebrekkige strategische informatie over Nijmegen en onderlinge technische communicatieproblemen een uiteindelijk verwoestende rol. Behalve het spoorwegemplacement bombardeerde men ook de binnenstad van Nijmegen. Er vielen meer dan 800 doden, allen burgers.
De Montessorikleuterschool en het klooster St. Louis, gelegen aan de Lange Burchtstraat, werden geheel verwoest. Op de voormalige speelplaats van die school staat sinds 2000 het monument De Schommel ter nagedachtenis aan alle slachtoffers van dat verschrikkelijke bombardement.
Begraafplaats Daalseweg, 3 maart 1944 (RAN)
Tien dagen na het bombardement, op vrijdag 3 maart, vond op begraafplaats Daalseweg de begrafenis van de slachtoffers uit de kleuterschool en het klooster plaats. Bijgaande foto toont de eerste dragers met twee kinderkisten, waarin twee geïdentificeerde kleuters, die in Beek en op kerkhof Groenestraat begraven zouden worden. Vervolgens acht dragers die twee grote kisten droegen, een met de stoffelijke resten van de zusters en een voor de 22 kinderen.
Het kapelletje op de begraafplaats dateert van 1947. Het initiatief voor de bouw van dit grafmonument kwam van de Sociëteit JMJ en enkele ouders van de omgekomen kinderen. Onder hen de heer Anton van Kalmthout, orgel- en pianohandelaar, die twee zoontjes van 4 respectievelijk 5 jaar door het bombardement verloor. Samen met de zusters benaderde hij in 1946 vele nabestaanden om bij te dragen aan een gedenk-kapelletje. Alle giften, het betrof vele honderden guldens, werden gestort op het speciale spaarbankboekje van de heer Van Kalmthout. Wat de bouw van het kapelletje toen gekost heeft en welke aannemer het in 1947 bouwde, is (nog) onbekend. Anton van Kalmthout gaf kunstenaar Joan Collette opdracht om een passend kunstwerk te ontwerpen voor in het kapelletje. Joan Collette, die zich in 1927 in Nijmegen had gevestigd, werd als kunstenaar vooral geïnspireerd door Jan Toorop en door de vroeg-christelijke en Byzantijnse kunst. Collette maakte een tekening waarop een Christusfiguur is te zien die twee kinderen, zijnde engeltjes, opneemt uit een inferno van ontplofte en brandende gebouwen. Naast Collettes tekening wordt het kapelletje gesierd door vele bloemen, plantjes en lichtjes. Ook krantenknipsels, foto’s en een gedicht dragen bij aan deze waardige gedenkplek. Dat gedicht kwam pas jaren later in het kapelletje te hangen. Het is van Jan Leijten, een goede vriend van Van Kalmthouts oudste dochter en haar man. Leijten was rechtsgeleerde, maar schreef ook literatuur en poëzie. Zijn gedicht heet De morgen van 22 februari en is opgedragen aan Antons oudste dochter en haar man.
Joan Collette, tekening Ad Deum Qui Laetificat Juventutem Meam (aan God die mijn jeugd gelukkig maakt), Nijmegen 22 februari 1944
In 1976 was het kapelletje toe aan herstelwerk, ditmaal geheel bekostigd door de zusters van de Sociëteit JMJ. Vermoedelijk is het toen vermolmde en verweerde pannendak vervangen door een dak met shingles (bitumen leien). Een officiële herdenking van 22 februari 1944 heeft toen niet plaatsgevonden, want de begraafplaats was van 1948 tot 1994 gesloten.
18 jaar later, in 1994, organiseerde stichting In Paradisum, op de pas heropende begraafplaats Daalseweg, de eerste officiële herdenking van het bombardement op Nijmegen. Het kapelletje verkeerde echter in slechte staat en moest opnieuw opgeknapt worden. Samen met de zusters JMJ schakelde de oudste dochter van Anton van Kalmthout het Natuursteenbedrijf Godschalk in. Vele ontbrekende bronzen letters werden toen bijgemaakt en opnieuw op de natuurstenen plaquettes aangebracht. Ook kreeg het kapelletje een schoonmaakbeurt en een laag grind rondom. De binnenkant werd geverfd en de bitumen tegels op het dak werden beter vastgemaakt. Godschalks rekening voor dit alles bedroeg ruim ƒ 2000,- en kon mede worden betaald met het plotseling boven water komen van Van Kalmthouts spaarbankboekje uit 1976. De Bondsspaarbank had Antons zoon, die als executeur-testamentair met de nalatenschap van zijn ouders belast was, aan het bestaan van het boekje herinnerd. De spaarrekening bevatte vanaf 1976 nog stortingen en, niet te vergeten, de rentes over een periode van bijna twintig jaar. Langgeleden was de spaarrekening door Anton van Kalmthout geopend “voor het grafmonument van de zusters en kinderen getroffen bij het bombardement van 22-2-1944 van de school L. Burchtstraat te Nijmegen”. Zo geschiedde in 1994, net als in 1947.
Bij de inspectie van grafmonumenten van begraafplaats Daalseweg door Monumentenwacht Gelderland in 2022 bleek dat het dak van het kapelletje er erg slecht aan toe was. Stichting In Paradisum bekeek de haalbaarheid van een herstel. Mede dankzij een ruimhartige bijdrage van de Sociëteit JMJ en een sympathieke statiegeldactie door de naburige Albert Heijn kon het dak in 2023 geheel vernieuwd worden. Twee Nijmeegse bedrijven, te weten meubelmakerij Kopshout en Kersten Montagetechniek, hebben het grafkapelletje op begraafplaats Daalseweg weer in ere hersteld. Eind augustus 2023 bespraken de timmerlieden en de dakdekker de aanpak. In oktober werd het oude kapotte dak behoedzaam verwijderd door vrijwilligers van hobbycentrum De Nonnendaal, opdat de houten binnenkant van het kapelletje intact bleef. Enkele weken later kreeg het kapelletje een compleet nieuw dak. Een verfbeurt van de binnenzijde en het aanbrengen van enkele ontbrekende letters, door vrijwilligers van In Paradisum, zal het herstel afronden.
Alle nabestaanden en de stichting In Paradisum zijn genoemde ondernemers en de Nonnendaal-medewerkers dankbaar voor het uitstekende vakmanschap, hun inzet – deels als sponsoring – en het prachtige resultaat. Het nieuwe dak bestaat uit robinia-hardhout, bedekt met bitumen leien, stijlvol afgewerkt met zinken randen en een ronde nok. Ook Collettes tekening en het gedicht van Leijten hangen weer op hun plaats. Samen met andere memorabilia, bloemetjes en lichtjes ziet het er weer mooi en waardig uit. Op 22 februari 2024, bij de 80e herdenking van de bombardementsslachtoffers van 22 februari 1944, zal het kapelletje op begraafplaats Daalseweg centraal staan.
Wim Desserjer Met medewerking van Maaike Oostvogel en Marianne Raemakers-van Kalmthout
26 gevluchte kinderen anoniem overleden Niemand in Nijmegen wist ervan
In 2015 verdronk de Syrische peuter Aylan op het strand van Lesbos. Hij was met zijn ouders op de vlucht voor de burgeroorlog in zijn vaderland. Aylan werd symbool voor (onze omgang met) de vluchtelingencrisis en gaf een gezicht aan de talloze naamloze kinderen die de vlucht niet overleefden.
Honderd jaar eerder, in 1914, aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, stierven in Nijmegen 26 vluchtelingenkinderen, zonder dat er een haan naar kraaide. Niemand die hier weet van had (artsen, gezondheidsambtenaren, journalisten) trok aan de bel. Blijkbaar was hun dood het vermelden niet waard. Deze Belgische kinderen waren te onbelangrijk en zijn in de anonimiteit verdwenen.
Ze zijn begraven op Begraafplaats Daalseweg, in het achterste deel dat voor arme overledenen bestemd was (vak 40). In de jaren zestig is dat gedeelte geruimd en daarmee ook de laatste herinnering aan de in Nijmegen overleden Belgische vluchtelingenkinderen.
In een tijd dat slachtoffers van oorlogsgeweld zoveel mogelijk een naam en een verhaal krijgen, wil ik als vrijwilliger ook deze kinderen recht doen en de mogelijkheden bekijken om op deze begraafplaats voor hen een namenmonument op te richten.
De geschiedenis In oktober 1914 vluchtten een miljoen Belgen naar Nederland. Uit angst voor het geweld van de Duitse legers die hun vaderland vermorzelden, trokken ze massaal de grens over. De meerderheid van hen keerde na een paar weken terug naar België; anderen vonden in ons land een veilig heenkomen. Ook in Nijmegen.
Hier hebben zo’n duizend Belgen, vooral Vlamingen, een half jaar of langer gebivakkeerd. De helft van hen gold als ‘armlastig’. Vaak waren ze niet echt arm, maar ‘praktisch geschoold’: arbeiders, kleine boeren, winkeliers met hun gezinnen. Zij werden ondergebracht in twee leegstaande kazernes. Na aankomst in oktober in de Infanteriekazerne aan de Groesbeekseweg; in december in de Waalkazerne in de Benedenstad. Omdat de Infanteriekazerne nog geen tien jaar oud was, gold ze met haar ruime, lichte kamers als een gezond onderkomen.
Ingang infanteriekazerne rond 1905
Maar voor de Belgische kinderen was niets minder waar. Doordat honderden mensen dicht op elkaar leefden, vielen ze ten prooi aan besmettelijke ziekten als mazelen en kinkhoest. Een deel van de kinderen overleefde het niet. De artsen die de dood vaststelden, noteerden vooral longziekten als oorzaak, maar ook stuipen en ingewandsstoornissen.
Hoewel de vluchtelingen geïsoleerd leefden, was het ook weer niet zo dat hun bestaan onopgemerkt bleef. Een journalist van De Gelderlander bezocht hun verblijf op 22 november 1914: ‘Een drietal kleine kinderen zijn hier gestorven. Overigens maken de menschen het goed…’ Dat hij nonchalant over de dood van drie kinderen heenstapte, kan ermee te maken hebben dat de kindersterfte (in het eerste levensjaar) destijds circa tien procent bedroeg. Dan is de dood van drie kinderen niet uitzonderlijk.
Maar in feite waren er in de drie weken sinds 30 oktober acht kinderen overleden. En dat is wel uitzonderlijk.
Zinsnede uit artikel in PGNC van 14 oktober 1914
De plaatselijke Gezondheidscommissie, die vinger aan de pols van de Nijmeegse gezondheidstoestand hield, signaleerde in haar jaarverslag wel een ‘aanmerkelijke kindersterfte onder de talrijke kinderen’ en adviseerde hygiënische maatregelen te nemen. Maar dat was mosterd na de maaltijd, want toen het jaarverslag verscheen, waren de in de kazernes gehuisveste Belgische vluchtelingen allang naar een woonoord op de Ginkelse heide bij Ede verhuisd.
Omdat we niet weten hoeveel kinderen er onder de Belgische vluchtelingen in de kazerne waren, is het percentage kindersterfte niet vast te stellen. Wel kunnen we het aantal overleden kinderen vergelijken met het Nijmeegse aantal. Van oktober 1914 tot en met januari 1915 stierven 26 vluchtelingenkinderen in de leeftijd van 0 tot en met 6 jaar (op een bevolking van 700) en 34 autochtone Nijmeegse kinderen (op 60.000 inwoners). De sterfte was dus bijna honderd keer zo hoog.
Behalve een weinig alarmerend zinnetje in de krant hoorde de Nijmeegse bevolking niets over de dramatische sterftecijfers in de kazerne. We kunnen alleen maar gissen waarom er niet meer aandacht was, al past deze stilte wel in een patroon. In Nijmegen zijn precies nul foto’s van Belgische vluchtelingen genomen – een aantal dat schril afsteekt tegen de tientallen die er in Arnhem en de honderden die in de grote steden zijn genomen.
Dat deze gegevens toch boven tafel zijn gekomen, is te danken aan het onderzoek dat historicus Rob Wolf heeft gedaan in de vluchtelingenregisters die de gemeente Nijmegen tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft bijgehouden, en in de overlijdensbriefjes die artsen opstelden. (In opdracht van de rijksoverheid wel te verstaan.)
Behalve een Joods jongetje zijn alle 26 kinderen begraven op de katholieke begraafplaats aan de Daalseweg. Aan de hand van de verloven tot begraving heb ik kunnen vaststellen dat deze kinderen zijn begraven in vak 40, een vak dat rond 1965 is geruimd.
Verlof Tot Begraving van Hendrik Victor Welters
Bijna niets herinnert nu nog aan het verblijf van deze Belgische vluchtelingen in Nijmegen. Het beeldhouwwerk dat ze in 1919 uit dankbaarheid aan Nijmegen schonken en dat in de hal van het stadhuis hing, is in de Tweede Wereldoorlog verwoest.
Dit maakt mijn pleidooi om de kinderen een naam te geven – als een plek van herdenken en herinneren aan deze tijd – des te relevanter. Ik hoop met dit artikel reacties te krijgen van nabestaanden of organisaties die zich bezig houden met het door mij verwoorde drama.
naam
voornamen
geb plaats (B)
geb datum
overl datum
leeftijd
gesl
Abens
Jan
Turnhout
18-feb-1913
25-nov-1914
21 mnd
M
Baeten
Florentijn Bonaventuur
Duffel
17-feb-1910
24-nov-1914
4 jaar
M
Baeten
Lodewijk
Duffel
27-feb-1913
12-dec-1914
21 mnd
M
Baeten
Anna Catharina
Duffel
17-sep-1908
13-dec-1914
6 jaar
V
Baeten
Eduard Frans
Duffel
30-okt-1911
19-dec-1914
3 jaar
M
Baeten
Alberta Maria
Duffel
11-sep-1914
1-feb-1915
4 mnd
V
Becq, op de
Charlotta Alphonsine
Lier
31-jul-1912
5-nov-1914
2 jaar
V
Boxy
Marcalijne Adèle
Antwerpen
20-feb-1911
18-dec-1914
3 jaar
V
Budts
Josephus Augustinus
Itegem
28-apr-1912
1-dec-1914
2 jaar
M
Cambré
Joannes Amandus Florimondus Emilius
Grobbendonk
28-okt-1912
6-nov-1914
2 jaar
M
Cockx
Geeraard
Antwerpen
13-mei-1914
20-dec-1914
7 mnd
M
Dirix
Franciscus Josephus
Bonheiden
7-dec-1913
27-nov-1914
11 mnd
M
Dooren, van
Carolus Livinus
Turnhout
9-aug-1912
27-nov-1914
2 jaar
M
Eijken, van
Maria Julia
Booischot
8-dec-1913
24-dec-1914
12 mnd
V
Gasemans
Stephania Juliette
Booischot
12-feb-1912
20-dec-1914
2 jaar
V
Koervers
Christina Maria
Antwerpen
22-mei-1914
16-dec-1914
6 mnd
V
Kusseneers
Rosalia
Lier
3-jul-1913
30-okt-1914
1 jaar
V
Laeter, de
Augustus Gustavus
Borgerhout
4-mei-1914
19-nov-1914
6 mnd
M
Lauwers
Jozefina Augusta Rachel
Boom
12-jul-1910
10-nov-1914
4 jaar
V
Schroijens
Maria Seraphina Bertha
Duffel
10-okt-1910
12-nov-1914
4 jaar
V
Schroijens
Jozef Lodewijk
Duffel
26-mei-1913
12-nov-1914
17 mnd
M
Truppers
Ida Joanna Hortensia
Houtvenne
5-okt-1912
30-nov-1914
2 jaar
V
Verrijdt
Alphons
Sint-Kathelijne-Waver
8-mrt-1912
5-nov-1914
2 jaar
M
Wel, de
Carolina
Antwerpen
14-apr-1913
9-jan-1915
20 mnd
V
Welters
Hendrik Victor
Heist-op-den-Berg
1-apr-1914
5-dec-1914
8 mnd
M
Green
Jozef
Borgerhout
28-mei-1913
23-nov-1914
17 mnd
M
Joods jongetje vermoedelijk begraven op het Joodse kerkhof in Nijmegen
Hierover verschenen artikelen van historicus Rob Wolf in de Nijmeegse katern van de historische vereniging Numaga, jrg. 30 nr.3 juni 2016 en in jrg. 35 nr.2 april 2021.
De familie Jurgens was een van de belangrijkste fabrikantenfamilies in Oss. Vele familieleden verhuisden rond de eeuwwisseling met hun gezinnen van Oss naar Nijmegen waar zij een mooiere omgeving, meer cultuur en betere scholen voor hun kinderen vonden. De eerste die naar Nijmegen kwam was een van de zonen van margarinefabrikant Arnold Jurgens, Johannes Gerardus Jurgens (1868), roepnaam Jan. En omdat er in de grote familie wel meer mannen met de naam Jan waren kreeg hij de bijnaam “Jan van de bank”.
Want dat is de reden dat hij zich in mei 1898 in Nijmegen vestigt: hij wordt mede beherend vennoot van de Maas- en Waalsche Bank, opgericht in 1891 door de gebroeders Kneppers. De zaken gaan een tijd lang heel goed. Jan koopt in 1898 het eerste automobiel van de Nijmeegse autopionier M.V. Artnijs en wordt later ook vennoot van diens Automobiel Import Maatschappij N.V.1 De bank laat een prachtig pand bouwen aan de Molenstraat (nu kledingzaak Hoogenboom) en Jan verhuist van zijn eerste adres op de St. Annastraat 19b naar een mooie villa aan de Nassausingel 5 (op de plek waar nu de schouwburg staat). Hij is ook politiek actief: van 1904 tot 1922 is hij lid van Provinciale Staten van Gelderland.
Benz Vélo (1899)
In de loop der tijd verhuizen meer familieleden naar Nijmegen waaronder Jans vader Arnold (Nol), zijn oom Anton en zijn neef Frans. Arnold betrekt een villa aan het Keizer Karelplein 11 (nu Rabobank), Anton laat op de stuwwal de villa Belvoir bouwen, in de volksmond “botervloot” genoemd, en voor Frans ontwerpt architect Estourgie het kasteel Heyendaal. Neef Rudolf Jurgens, die in Goch de Duitse dependance van de margarinefabriek runt, vestigt zich eveneens in Nijmegen.
De Maas- en Waalsche Bank Kneppers & Co. overleeft de Eerste Wereldoorlog. Haar commissarissen zijn vooraanstaande burgers van Nijmegen: P. T. H. M. Dobbelman, fabrikant en Eerste Kamerlid, F. M. A. van Schaeck Mathon, burgemeester van Nijmegen en jonkheer V. M. van Rijckevorssel van Kessel. Maar in het begin van de jaren 1920 ontstaan er problemen, zo als bij vele andere grotere en kleinere banken in Nederland. Op 8 december wordt bijvoorbeeld de Hanzebank in Den Bosch, de bank voor de katholieke middenstand, failliet verklaard. “De honger naar groei had vele banken roekeloos gemaakt” schrijft L. Petram2, en dat gold ook voor de bank van Jurgens en Kneppers.
Jan Jurgens (1918)
Op 11 juni 1924 verspreidt de Maas- en Waalsche Bank het volgende bericht: “Tot ons zeer groot leedwezen zijn wij verplicht u het volgende mee te deelen: Door een samenloop van ongunstige omstandigheden, ook het door de kwaadsprekende geruchten in Januari j.l. verminderde vertrouwen, waardoor ons een betrekkelijk aanzienlijk kapitaal aan bedrijfsmiddelen werd onttrokken, is een toestand ontstaan, die het ons onmogelijk maakt, ons bedrijf voort te zetten. Pogingen om onze belangen met die van een grootbank te verbinden [de Amsterdamsche Bank, A.L], leidden nog niet tot het gewenschte resultaat. Wij zijn dus genoodzaakt geworden surséance van betaling aan te vragen. Wij koesteren de hoop, dat bij een voorzichtige en niet gewelddadige liquidatie, onze crediteuren geen schade zullen lijden. Wij vertrouwen, dat u er van overtuigd zult zijn, dat wij dezen stap niet dan na zeer rijp beraad en gedwongen door de uiterste noodzaak hebben gedaan”. 3
Het mag niet baten. Op 29 januari 1925 worden de bank en de twee vennoten, Joseph Kneppers en Jan Jurgens failliet verklaard. Het pand op de Molenstraat wordt verkocht aan de Amsterdamsche Bank. Na onderzoek van de boekhouding wordt op 7 februari 1925 Jan Jurgens gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis in Arnhem “op vermoedens van malversaties”.
Over het proces tegen Jurgens doen zowel de PNGC als de Gelderlander uitvoerig verslag. Hoewel er geen namen worden genoemd maar slechts voorletters is het volstrekt helder om wie het gaat. Volgens het verslag ontkent Jurgens niet maar hamert hij erop de beste bedoelingen te hebben gehad. Eigenlijk heeft hij geen verstand van boekhouden, zegt hij, en daardoor was hem de impact van zijn handelen niet helder. Kneppers legt desgevraagd alle schuld bij Jurgens, verwijzend naar zijn handicap (hij is zeer slechthorend). Ook de commissarissen die als getuigen worden gehoord, wassen hun handen in onschuld. Volgens Jurgens’ advocaat wordt hij tot zondebok gemaakt en hadden met name de commissarissen eerder moeten ingrijpen.
Uiteindelijk wordt Jan Jurgens op 10 juni 1925 veroordeeld tot één jaar gevangenis (geëist was twee jaar) met aftrek van preventieve hechtenis. Zowel hij als de aanklager gaan in hoger beroep. Dit zou dienen op 24 september 1925, maar zo ver komt het niet meer. Vlak na zijn veroordeling wordt Jan Jurgens van de gevangenis overgebracht naar een ziekenhuis in Arnhem waar hij op 8 september overlijdt aan de gevolgen van een operatie. Hij wordt begraven in het familiegraf op Daalseweg bij zijn vader en moeder: familiegraf Jurgens Daalseweg, locatie 25-01-05.
Agnes Lewe
1 Nijmeegs Katern, jg. 8, nr. 3, juni 1994, p. 8 vlg.
Zondagmiddag 1 oktober 2023 werd op begraafplaats Daalseweg een poëziekastje onthuld. Met een druk op enkele knoppen kan in alle rust naar een gedicht worden geluisterd. Er is keuze uit een tiental gedichten van oude en nieuwe, bekende dichters én van dichters uit de buurt. Daarnaast is een bundel gedichten te lezen van Liesbeth Ulijn.
Het poëziekastje is een initiatief van het in Nijmegen gevestigde Poëziecentrum Nederland en werd door hen aangeboden aan In Paradisum. Ze schreven ons in de uitnodiging: “De begraafplaats (…) wordt steeds meer een levendig park, waar niet alleen mensen hun dierbare overledenen bezoeken maar waar zij ook genieten van de natuur, de prachtige bomen en de serene sfeer. Al enige jaren voelen de dichters van Oost zich ertoe aangetrokken. Ze luisteren die poëtische plek graag op, zoals met een kleine ceremonie op Allerzielen of met gedichten voor het bulletin van In Paradisum. Dichters zijn vaak een brug geweest tussen de levenden en de doden. Een poëziekastje, met woorden van troost en met woorden die wellicht uitdrukken wat niet te zeggen valt, kan er mogelijk toe bijdragen dat deze begraafplaats nog meer wordt opgenomen in het dagelijkse leven van de wijk en een pleisterplek blijft voor levenden en doden.”
Op donderdag 22 februari is het tachtig jaar geleden dat het bombardement op Nijmegen plaatsvond. Op diverse plekken wordt het bombardement herdacht.
Programma
Stevenskerk – 12.00 uur Dienst in de Stevenskerk – 12.45 uur Stille tocht naar de Schommel, monument achter het Stadhuis
De Schommel – vanaf 13.00 uur Verzamelen bij de Schommel Toespraken van onder meer Burgemeester Bruls Muzikale omlijsting door Philharmonie Nijmegen – 13.28 uur Twee minuten stilte, klokkenluiden – 13.30 uur Muziek en activiteiten leerlingen Montessori – 14.00 uur Kranslegging
Begraafplaats Daalseweg – vanaf 13.00 uur Verzamelen op Begraafplaats Daalseweg – 13.15 uur Welkomstwoord door Willem Reijnders (In Paradisum) Muzikale bijdrage door Duo Messingh – 13.28 uur Twee minuten stilte, klokkenluiden – 13.30 uur Overweging – 13.35 uur Rondgang langs graven bombardementsslachtoffers
Lutherse Kerk Na afloop van de plechtigheid op Begraafplaats Daalseweg is er de mogelijkheid om in de Lutherse Kerk bijeen te komen voor een kop soep en koffie.
Op maandag 26 februari wordt op de Begraafplaats Graafseweg de officiële begrafenis van 26 februari 1944 herdacht.
Programma:
11.15 uur: ontvangst in Bibliotheek Muntweg
11.45 uur: Presentatie door Bart Janssen over de begrafenis op 26 februari 1944
12.15 uur: Wandeling naar Begraafplaats Graafseweg. Hier volgt een optreden van zangkoor Karolus Magnus, bloemen leggen bij het monument en een rondgang langs graven bombardementsslachtoffers.
Houd de berichtgeving in de Gelderlander, De Brug en andere media in de gaten voor exacte tijden en nadere invulling van het programma!
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en “verloven tot begraving” verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2024.
Stichting In Paradisum Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl
Dit is al weer het derde bulletin van 2023. We kunnen ondanks het soms te natte en soms te warme weer terugkijken op een mooie zomer met goed bezochte rondleidingen. Interessant was ons werkbezoek bij werkgroep begraafplaatsen Tiel. Zie het verslag hierover verderop in het Bulletin.
De gesprekken tussen de gemeente en de beheerder over de begraafplaats Daalseweg vorderen. Er wordt een instandhoudingplan opgesteld waarvoor een externe adviseur is aangetrokken. In het najaar vinden drie bijeenkomsten plaats over de toekomstvisie en mogelijke scenario’s waaraan ook In Paradisum zal deelnemen. We houden u op de hoogte.
In dit bulletin leest u ook dat Stichting In Paradisum vóór de 70e herdenking van het bombardement van 22-02-1944 het kapelletje wil opknappen dat herinnert aan de omgekomen kinderen van de Montessorischool en de zusters van het klooster Saint Louis. We zijn in gesprek met verschillende bedrijven hierover. Onder meer via een doneeractie bij de flessenautomaat van Albert Heijn op de Daalseweg hopen we een deel van de nodige middelen de verkrijgen. Maar dat is helaas niet voldoende. Daarom de oproep steun het herstel door een donatie op de rekening van Stichting In Paradisum NL86 ABNA 0475 424336, met vermelding ‘restauratie kapelletje Daalseweg’.
Zoals altijd kunt u verhalen lezen over mensen die begraven zijn op een van de drie begraafplaatsen waar onze Stichting zich over ontfermt. We beginnen het verhaal van Peter van Schaijk over de adellijke familie Van Rijckevorsel van Kessel uit ’s-Hertogenbosch. Franciscus Johannes Josephus van Rijckevorsel van Kessel vestigt zich aan het begin van de 19e eeuw in Nijmegen. Een kleinzoon bouwt het huis dat Nijmegenaren tot op de dag van vandaag “het slotje van de baron” noemen. De grafkelder van de familie Van Rijckevorsel van Kessel bevindt zich op de Daalseweg want de familie was katholiek.
Luitenant-kolonel Louis Witte Eechout (1810-1899)heeft in zijn lange leven vele onderscheidingen ontvangen waaronder de Militaire Willemsorde voor zijn inzet bij de Tiendaagse Veldtocht en het Metalen Kruis voor zijn verrichtingen tijdens de Belgische opstand. Na vele omzwervingen vestigt hij zich 1880 in Nijmegen waar zijn dochter en kleindochter wonen met hun gezinnen. Zijn schoonzoon overlijdt in 1884 en wordt begraven op de Stenenkruisstraat. Niet veel later overlijden ook twee achterkleinkinderen, die bij hun grootvader worden bijgezet. Als laatste overlijdt Louis Witte Eechout, 89 jaar oud en ook hij wordt in het graf van drie generaties bijgezet. Peter van Schaijk heeft dit verhaal opgetekend.
Wim Desserjer schrijft over Wilhelm Godfried Stoltenhoff (1777-1858). Hij was directeur van de militair hospitalen in Nijmegen en wat dat werk inhield kunt u lezen in dit bulletin. Hij is als lid van de Nederlands Hervormde gemeente begraven in Neerbosch.
We sluiten af met een aanvulling op het verhaal van het vorige bulletin over de begraafplaats Daalseweg als schuilplaats van een mortiereenheid in september 1944, geschreven door Wim Desserjer met medewerking van Antoine van Rijsbergen en Bert Eggelaar. Beeldmateriaal maakt het artikel extra interessant.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl
De dikgedrukte personen zijn bijgezet in deze grafkelder.
Deze fraaie grafkelder staat op naam van
Franciscus Johannes Josephus van Rijckevorsel van Kessel, geboren te ’s-Hertogenbosch op 30-08-1818 en overleden te Nijmegen op 07-05-1894, zoon van Augustinus Theodorus van Rijckevorsel van Kessel en Everarda Francisca Halfwassenaar van Onsenoort. Beroep, ontvanger der directe belastingen in Nijmegen.
Hij trouwt op 15-02-1848 te Veghel met
Therese Engelique Constance Victorine de Kuijper, geboren te Veghel op 27-12-1818, overleden Nijmegen 13-02-1898, dochter van Josephus Franciscus de Kuijper en Maria Theresia Philippina Dubbelens.
Bij zijn overlijden woonde het gezin in de Betouwstraat 26.
Uit dit huwelijk geboren:
Eugene Ferdinand Maria van Rijckevorsel van Kessel (zie hieronder)
L.H.M. van Rijckevorsel van Kessel (04-04-1850 / 20-06-1921)
V.M. van Rijkevorsel van Kessel (16-01-1854 / 12-12-1927) gehuwd met A.M. Bonnike (18-08-1854 / 28-11-1949)
E.M. van Rijckevorsel van Kessel (05-04-1855 / 12-04-1855)
A.E.M. van Rijckevorsel van Kessel (24-06-1857 / 18-02-1901) gehuwd met M.A.M. van Nispen tot Pannerden (13-11-1857 / 13-03-1933)
Eugene Ferdinand Maria van Rijckevorsel van Kessel, geboren op 17-12-1848 te Ravenstein, overleden op 61 jarige leeftijd, 07-03-1910 te Nijmegen, zoon van Franciscus Joannes Josephus van Rijckevorsel van Kessel en Theresia Angelique Constance Victorine de Kuijper.
Op 24-05-1877 trouwt hij te Zutphen met
Louisa Maria Carolina van Nispen tot Pannerden, 24 jaar, geboren 12-01-1853 te Twello(Voorst), overleden te Nijmegen op 18-04-1927, dochter van Frans Xavier Jacob van Nispen tot Pannerden, statenlid, en Aleida Catharina Maria Ernestina van der Heijden.
Eugene is van 1876 tot 1883 burgemeester geweest van Stratum.
Op 2 april 1883 verleed hij zijn eerste akte als notaris op de nieuwe standplaats te Nijmegen.
De jonkheer had in geen enkel openbaar lichaam zitting, maar was een algemeen bekende en geziene figuur in Nijmegen, zo meldde De Gelderlander eens.
Van Rijckevorsel van Kessel maakte zijn laatste akte op 30 januari 1909 op. Het kantoor werd overgenomen door E.M.A. de Bruijn. Op 7 maart 1910 overleed de jonkheer op 61-jarige leeftijd na een langdurige ziekte.
Hij vestigde zijn kantoor tijdelijk op een bovenverdieping van Broerstraat 10. Later verhuisde hij naar de Oude Stadsgracht: in 1887 op nummer 17, in de periode 1892-1899 op nummer 53. Vanaf 1901 is zijn naam vermeld op Nassausingel 2. In 1908 liet hij in Neerbosch een groot landhuis bouwen, tegenwoordig bekend als ‘Het Slotje’. Zijn kantoor bleef aan de Nassausingel gevestigd.
De kinderen uit dit huwelijk:
Frans Constant Marie van Rijckevorsel van Kessel, geboren Stratum 31-05-1878, overleden Neerbosch 04-10-1912
Maria Francisca Christina Ernestina van Rijckevorsel van Kessel, geboren Stratum 27-11-1879, overleden Nijmegen 20-11-1901
Hubertina Louisa Maria van Rijckevorsel van Kessel, geboren Stratum 02-11-1881, overleden Hillegersberg 08-04-1968. Huwelijk Nijmegen 29-11-1905 met Alexander Eppo van Voorst tot Voorst.
Anna Henriette Canisia Maria van Rijckevorsel van Kessel, geboren Nijmegen 27-04-1884, overleden aldaar op 21-09-1885
Eugène Thomas Victor Marie van Rijckevorsel van Kessel, geboren Nijmegen 15-09-1885, gerechtsgriffier, huwelijk Nijmegen op 26-11-1919 met Maria Cornelia Huberta Josepha van Rijckevorsel van Kessel, 36 jaar, geboren Oisterwijk 30-10-1883, dochter van Victor Marie van Rijckevorsel van Kessel en Aloijsia Maria Bonnike.
Aloijsius Alphons Marie van Rijckevorsel van Kessel, geboren Nijmegen 06-11-1886, overleden Neerbosch 11-12-1917
Mathilde Henriette Louisa Maria van Rijckevorsel van Kessel, geboren Nijmegen 02-06-1888, overleden Nijmegen 25-11-1963. Huwelijk Ubbergen 31-05-1910 met Franciscus Carolus Antonius Maria van Lamsweerde.
VILLA “Het Slotje” uit 1907-1908.
Het pand bevindt zich in het stadsdeel Nijmegen-West, en is gesitueerd aan de oostzijde van de Neerbosscheweg nabij de kruising met de Energieweg. In de oorspronkelijke situatie bestonden beide wegen niet, en lag het pand midden op een groot landgoed tussen de dorpen Neerbosch en Hees.
Foto Peter van Schaijk
Van architectuurhistorische waarde als typologisch goed en herkenbaar voorbeeld van een aanzienlijk buitenverblijf uit het begin van de twintigste eeuw. Het pand valt op door het eigenzinnige ontwerp in overgangsarchitectuur, in combinatie met veel bouwelementen die aan een kasteel refereren. Het materiaalgebruik is rijk en bijzonder. Het interieur van met name de begane grond is grotendeels intact. Het pand is van bijzonder belang voor het oeuvre van architect W. Hoffmann. – Van stedenbouwkundige waarde vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling van het dorp, en later de stadswijk Neerbosch. De villa herinnert aan het voormalige landgoed bij Neerbosch en is in de huidige situatie markant gesitueerd voor met name de gemotoriseerde passant. De villa vormt een bijzonder markeringspunt aan de stadsrand van Nijmegen.
Menige rijke Nijmeegse familie liet vanaf de 17de eeuw een buitenverblijf bouwen in het landelijke Neerbosch. Een van die buitenverblijven was landgoed Hoogerhuizen. Het goed, dat bijzonder mooie tuinen had, was al menigmaal van eigenaar veranderd toen het in 1856 werd gekocht door jonkheer T. van Rijckevorsel. Hij liet het oude landhuis, dat in de volksmond ‘t Slotje werd genoemd, rond 1870 slopen. Aangezien zijn woonhuis op het aangrenzende landgoed ‘De Witte Poort’ aan de Dennenstraat stond, voegde hij beide landgoederen samen.
In 1906 kwam het landgoed Hoogerhuizen in handen van de notaris jonkheer Eugène van Rijckevorsel van Kessel. Twee jaar later liet hij hierop het bovenstaande buitenhuis bouwen. Het op een sprookjeskasteel lijkende gebouw werd ontworpen door de Nijmeegse architect Willem Hoffmann en draagt de toepasselijke naam ”t Slotje’. ‘t Slotje bleef tot in 1973 eigendom van de familie. Korte tijd heeft er een kindertehuis in gezeten, nu is het een hotel-restaurant.
Het landhuis is in eclectische stijl gebouwd. Het heeft met zijn kantelen en torentjes de uitstraling van een kasteel. Maar wel van een eigentijds kasteel, want er werden allerlei vrij nieuwe elementen in het gebouw verwerkt. Zo zijn de muren geheel opgebouwd uit glazuurde bakstenen en hardsteen, wat kenmerkend is voor de Jugendstil. Verder is de verscheidenheid aan venstervormen zeer opvallend.
In de loop der jaren werd veel van het bosrijke landgoed afgesnoept. Allereerst door de bouw van het Dominicuscollege in de jaren ’20 en later, in de jaren ’60, door de bouw van de woonwijk Neerbosch-Oost. Vanaf de jaren ’70 was het helemaal met de rust rondom ‘t Slotje gedaan: de Neerbosscheweg werd toen vlak voor het landhuis aangelegd.
Cornelis Wagtho, geboren op 25-09-1829 te Tholen en overleden in Nijmegen op 03-04-1884, zoon van Krijn Wagtho en Cornelia Sara van Adrichem. Hij trouwde op 11-06-1863 te ’s-Hertogenbosch met Maria Louisa Augusta Witte Eechout, geboren op 19-10-1835 te Utrecht, overleden in Tholen op 23-02-1896, 60 jaar oud en was de dochter van Louis Appolinus Eechout en Hendrica Gerarda Ras. Zij woonde als weduwe in de Smetiusstraat nummer 4 en verhuisde in 1892 naar Tholen.
Cornelis begon zijn loopbaan als adjunct-ingenieur bij de exploitatie bij de Nederlandse Rijnspoorweg in november 1860 en als ingenieur werd hij in 1875 door de toenmalige minister van oorlog benoemd bij de uitvoering van de vestingwet.
Maria Cornelia Wagtho was één van de kinderen die uit dit huwelijk werd geboren te Utrecht op 21-04-1864 en overleden in Den Haag op 17-10-1924. Zij trouwde op 29-10-1884 in Nijmegen met de koopman in granen Jan Lodewijk Marius, geboren in Hengelo(O) op 27-01-1852, zoon van Christiaan Gerhard Frederik Marius en Johanna Hofker.
Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren in Nijmegen waarvan twee kinderen met dezelfde doopnamen die kort na elkaar zijn overleden.
Christiaan Gerardus Frederik Marius, geboren 27-02-1886 en overleden op 01-03-1886 en Christiaan Gerardus Frederik Marius, geboren 15-03-1887 en overleden op 08-04-1887. Zij woonden in Nijmegen aan de Nassausingel nummer 4 en na het faillissement van Jan verhuisde het gezin in september 1893 naar Kralingen en twee jaar later vertrokken naar ’s-Gravenhage.
Louis Appolinus (Witte) Eechout, geboren op 09-03-1810 in ’s-Gravenhage en overleden te Nijmegen op 01-09-1899, 89 jaar oud. Hij was de zoon van de militiecommissaris Louis August Johannes Eechout en Hendrina Maria Witte. Hij trouwde in Utrecht op 06-11-1834 met Hendrika Gerarda Ras, gedoopt op 17-04-1797 te Utrecht en aldaar overleden op 09-01-1880, 82 jaar oud, dochter van Hendrik Gerrit Ras en Adriana Minjon.
Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren, dochter Maria L.A., in de eerste alinea hierboven al omschreven, en een zoon Hendrik Geerard Adriaan Appolinus (Witte) Eechout, geboren in Utrecht op 29-11-1837 en overleden te Vught op 18-12-1920, 83 jaar oud en gehuwd met Henriette Valeria Christina van Wesele-Scholten.
Na het overlijden van zijn vrouw is Louis op 1 mei 1880 naar Nijmegen gekomen, adres Stikke Hezelstraat nummer 23.
De geslachtsnaam van Louis was Eechout en rond 1858 heeft hij een verzoek ingediend om de naam Witte, de geslachtsnaam van zijn moeder, bij Eechout te voegen, aldus Witte Eechout. Dit verzoek werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 18 maart 1859.
Louis ambieerde een militaire loopbaan, nam dienst in het Nederlandse leger en vocht in de rang van 2de luitenant mee tijdens de Belgische Opstand. Hij commandeerde vanaf 26 juni 1830 de Compagnie van de Vrijwillige Jagers der Utrechtse Hogeschool. Tijdens de gevechten bij Sluis in Vlaanderen raakte hij gewond, op die dag trachtte de vijand de linie in de omgeving van Aardenburg te doorbreken. Er brak een hevige strijd uit en de manschappen wisten na drie vijandelijke aanvallen deze te winnen ten koste van twintig doden en gewonden.
Louis verkreeg bij Koninklijk Besluit van 4 september 1831 de Militaire Willemsorde voor zijn verrichtingen tijdens de Tiendaagse Veldtocht (een episode binnen de Belgische Opstand). Met name zijn doortastend handelen was er debet aan dat hij de stelling aan de Inzegras (West-Capelle) van vijanden wist te ontdoen.
In zijn latere loopbaan werd hij in 1832 bevorderd tot 1ste luitenant bij de Negende Afdeling Infanterie en werd hij in 1850 overgeplaatst bij het Koloniaal Werfdepot. In 1853 volgde de bevordering tot kapitein 3de klasse en 4 jaar later uiteindelijk benoemd tot kapitein 1ste klasse bij het Zesde Regiment Infanterie in het garnizoen te Geertruidenberg. Hij werd overgeplaatst bij het Eerste Bataljon, Vijfde Regiment Infanterie en in 1860 bevorderd tot majoor en tot commandant van het bataljon. Een jaar later verkreeg hij het onderscheidingsteken voor langdurige dienst als officier en drager van het Metalen Kruis, ook wel bekend als het Hasseltse Kruis ingesteld op 12 september 1831 en uitgereikt aan allen, die aan de krijgsverrichtingen in de jaren 1830 en 1831 hebben deelgenomen.
Aanstelling tot lid van de Militieraad Noord-Brabant in Eindhoven volgde in 1864 en op 8 mei 1865 verkreeg hij eervol ontslag uit de militaire dienst. In 1881 bevorderde men hem als eerbewijs tot luitenant-kolonel.
Louis werd begin september 1899 bijgezet in het graf van zijn schoonzoon en twee achterkleinkinderen in rij 13 grafnummer 157 op de begraafplaats Stenenkruisstraat in Nijmegen.
Op de begraafplaats aan de Dorpsstraat in Neerbosch zijn interessante personen begraven. Interessant omdat hun leven en werk een stukje van de Nijmeegse geschiedenis inkleurt en concretiseert. Een van die personen is Wilhelm Godfried Stoltenhoff die op Tweede Kerstdag in 1777 in Nijmegen ter wereld kwam. Jarenlang was hij werkzaam als directeur van de militaire hospitalen in Nijmegen. Die hospitalen behoorden bij de vijf kazernes die Nijmegen begin 19e eeuw telde. Dat waren de Mariënburgkazerne, Bethlehemkazerne, Valkhofkazerne, Burchtstraatkazerne en de Waal- of Havenkazerne (zie foto). Opmerkelijk is dat er destijds wel voor soldaten een hospitaal beschikbaar was, maar voor de Nijmeegse burgers (nog) niet. Een burgerhospitaal kwam er pas in 1832, nadat de gemeenteraad daartoe al in 1824 had besloten.
Een van de militaire hospitalen was enige tijd gehuisvest in het Arsenaal (zie foto), behorende bij de Mariënburgkazerne. Over de werkzaamheden die hospitaaldirecteur Stoltenhoff uitvoerde, is geen persoonlijke documentatie beschikbaar. Maar men mag aannemen dat Stoltenhoff goede zorg droeg voor het personeel in de hospitalen. Zodat bijvoorbeeld de ‘medicinae doctor’ zijn dagelijkse ochtendvisite kon lopen, samen met de ‘regimentschirurgijn’ die vanwege overdracht of ontslag van soldaten daarbij verplicht aanwezig moest zijn. Een chirurgijn, zijn werk komt voort uit dat van een barbier, had de soms moeilijke taak (in het hospitaal) en gevaarlijke taak (in oorlogsgebied) om optimaal voor de gezondheid van zijn regiment te zorgen. Hij was degene die hulp bood bij botbreuken en andere verwondingen waar bloed soms rijkelijk vloeide. Iin tegenstelling tot de ‘medicinae doctor ‘ had hij geen geneeskunde gestudeerd. In de Nijmeegse hospitalen vereiste hygiëne natuurlijk ook de nodige aandacht van Stoltenhoff. Het reinigen en vegen van de ziekenzaal diende altijd voorafgaand aan de visite van de doctor en de chirurgijn te gebeuren. Tegelijkertijd werd dan meestal ook iets aan de kwalijke geuren in het hospitaal gedaan door middel van het branden van jeneverbessen of door ‘uitwaazeming van azijn’.
Foto van het Arsenaal, Mariënburgkapel, kruitmagazijn en Joodse begraafplaats, 1880 (RAN)
Wilhelm Stoltenhoff trouwde in 1802 met Aletta Petronella van Brincken. Samen kregen ze vijf kinderen. Dat hij iemand-met-aanzien was, blijkt bovendien uit het gegeven dat hij tot Ouderling was benoemd van de Nederlands hervormden in het Schependom Neerbosch, Hatert en Hees.
Overlijdensbericht (Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant, 15 september 1858)
Op 81 jarige leeftijd overleed Stoltenhoff. Op de zerk van zijn graf ontbreken versieringen, overigens geheel conform Nederlands hervormd gebruik. Slechts zijn naam, geboorte- en overlijdensdatum, door de steenhouwer ‘en haute’ aangebracht, zijn nog haarscherp op de zerk te lezen.
Wim Desserjer
Bronnen: –Och Lieve Tijd. Twintig eeuwen Nijmegen en de Nijmegenaren. Boekhandel Kloosterman en Uitgeverij Waanders, Zwolle, 1986, p. 287 -www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/burger-cholera-ziekenhuis -Nederlands Militair Geneeskundig Tijdschrift, jrg. 34, nr. 5, 2021 -www.vestingmaastricht.nl/een-eerste-hospitaal –Herstel en herwaardering van de begraafplaats aan de Dorpsstraat in Neerbosch, W. Desserjer & P. van Schaijk, Stichting In Paradisum, Nijmegen, 2018
In het vorige IP-Bulletin (jrg. 32, nr. 2, 2023) schreven wij over oorlogsschade uit WOII op begraafplaats Daalseweg en de aanwezigheid van militairen aldaar. In het onderstaande artikel zoomen we in op het verblijf van de Amerikaanse mortiereenheid op deze ongewone locatie, inclusief enkele unieke foto’s.
’s Avonds laat, 5 juni 1944, landde private Charlie Johnson van het 505e Parachute Infanterie Regiment in Normandië. Johnson behoorde bij de mortiereenheid (Headquarters 2nd Battalion) die zich een dag later tijdens hevige gevechten nabij St. Mère Eglise in dapperheid en effectiviteit onderscheidde.
Na 6 weken keerde het regiment met Johnson terug naar Engeland, voor even, maar lang genoeg voor Charlie Johnson om met zijn geliefde Joyce te trouwen.
Eind augustus 1944 landde hij en zijn eenheid opnieuw in bezet Europa, ditmaal in het kader van operatie Market Garden in Nederland. Mortiereenheden, zoals die van Johnson, boden cruciale ondersteuning bij de opmars van de geallieerden. De mortiereenheid van Johnson ondersteunde de manschappen van het 505e Regiment die de Nijmeegse brug moesten veroveren. Dat deed de eenheid door de gehele nacht van de 19e september bijna onafgebroken granaten af te vuren. Vanaf hun ongewone en apart gekozen locatie: begraafplaats Daalseweg. Haar hogere ligging t.o.v. de benedenstad en beschutting door weelderig groen speelden mee in deze strategische keuze.
Foto 1 t/m 6: Team 82nd Airborn Division in World War II
Van zijn FO (forward observer) in de benedenstad ontving Johnson aanwijzingen via een veldtelefoon. Het team van Johnson stelde daarop hun mortier in, zodat de FO ‘granaat voor granaat’ Johnson naar vijandelijke doelen kon leiden, zoals het gevaarlijke Duitse 88mm-kanon bij de Nijmeegse brug. De FO’s melding “Charlie, Charlie, ya got’em” moedigde de eenheid op de begraafplaats nog meer aan. Ondanks de roodgloeiende loop werd enthousiast en zo snel als kon het mortier herladen. Johnson besefte dat de manschappen bij de brug dat nodig hadden; hij wilde ze niet in de steek laten. Zijn mortier, “it was a bastard in the graveyard”, vernietigde de Duitse weerstand en had een groot aandeel in de verovering van een intacte Waalbrug. Hoewel goed beschut op Daalseweg kreeg de mortiereenheid te maken met Duits tegenvuur. Granaten ontploften op pas gedolven graven, hetgeen onprettige geur en zicht voor Johnson en de zijnen opleverde, terwijl marmeren brokstukken hen om de oren vlogen.
Op 20 september vertrok de mortiereenheid van Daalseweg. Johnson vertelde nog dat Slim Jim (generaal Gavin’s bijnaam) hen had bezocht en complimenteerde met “the best damn mortar crew in the whole damn army”. Elk lid van de eenheid kreeg een Bronzen Ster voor hun inzet bij de Nijmeegse brug.
Charlie Johnson verdiende later, hij was inmiddels korporaal, tijdens de Slag om de Ardennen zijn derde Bronzen Ster. In juni 1945 werd de door de oorlog geharde veteraan Johnson eervol uit het leger ontslagen. Echter, hij trad opnieuw in dienst als sergeant bij de 82nd Airborne Division, tot 1955.
Wim Desserjer
Met medewerking van Antoine van Rijsbergen en Bert Eggelaar
Bron: persoonlijke communicatie d.d. 23-6-2023, Team 82nd Airborne Division in World War II, inzake Daalseweg september 1
Op 4 juni jl. vetrokken we om 11.00 uur met de Waalboog bus naar Tiel.
Mede door een weg omleiding waren we rond 11.00 uur op de parkeerplaats bij het station in Tiel.
Vandaar naar het kerkhof gewandeld, waar we door een zeer enthousiaste gids ontvangen en rondgeleid werden. Koffie drinken op het terras, de verschillen in beleid van de begraafplaats “ter navolging” en de Daalseweg waren duidelijk.
In Paradisum doet voor de Daalseweg alleen de PR, in Tiel hebben ze van de gemeente een budget voor het onderhoud.
Wij hebben te maken met een tussenpersoon ( eigenaar) t.w. de SBN, in Tiel vallen ze direct onder de gemeente.
De diverse vrijwilligers komen minimaal 2 x per week een ochtend naar de begraafplaats om de werkzaamheden te verrichten.
Men spreekt in Tiel niet over restaureren, maar over herstellen.
Ook worden er geen zaken opgegraven, maar wordt de vegetatie verwijderd.
De naam van Leo Blok kwam met enige regelmaat voorbij.
Na de koffie vervolge men de rondleiding op de begraafplaats en daarna op het joodse kerkhof.
Ook hier een stormvloed van wetenswaardigheden, een overweldigend verhaal.
Na het bezoek aan de joodse begraafplaats weer naar de bus en naar huis, waar we om 16.00 uur weer in Nijmegen aankwamen.
Momenteel is een statiegeldactie gaande bij Albert Heijn aan de Daalseweg (zie ook de poster op hun flessenautomaat). Stichting In Paradisum tracht zo, ook langs deze weg, voldoende financiën te vergaren voor de noodzakelijke restauratie van het kapelletje op begraafplaats Daalseweg. Via de donatieknop op het statiegeldapparaat kan men de restauratie financieel ondersteunen. Het kapelletje herinnert aan de bij het bombardement van 22 februari 1944 omgekomen kleuters en zusters van de Montessorischool, die toen in het centrum van de stad gelegen was. Onder het kapelletje zijn 20 kleuters en 8 zusters van de Sociëteit J.M.J., die het kleuteronderwijs verzorgden, begraven.
De restauratie zal ruim vóór 22 februari 2024 plaatsvinden, want dan herdenken wij in Nijmegen het verschrikkelijke bombardement dat 80 jaar geleden veel leed, pijn en verdriet veroorzaakte.
Ook als u geen lege flessen of blikjes inlevert bij Albert Heijn, kunt u een donatie doen op de rekening van Stichting In Paradisum NL86 ABNA 0475 424336, met vermelding ‘restauratie kapelletje Daalseweg’. Wij zijn u zeer dankbaar.
Het kapelletje herinnert aan de omgekomen kinderen van de Montessorischool en de zusters van het klooster Saint Louis. School en klooster werden op 22 februari 1944 door het bombardement op Nijmegen verwoest. De kleuterschool stond in het centrum van Nijmegen, op de plaats waar zich nu het monument De Schommel bevindt.
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2023.
Stichting In Paradisum Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl
Voor u ligt het tweede Bulletin van het jaar 2023. Bij afwezigheid van onze voorzitter mag ik het voorwoord schrijven. Inmiddels zo’n anderhalf jaar secretaris, viel ik vorig jaar met de neus in de boter: de laatste hand werd gelegd aan het boek over begraafplaats Daalseweg. Een prachtig cadeau, 50 jaar na de oprichting van onze stichting. Hebt u interesse in het boek, wees dan snel, want we zijn bijna door de oplage heen. Meer info vindt u hier.
Inmiddels heeft het overleg tussen de gemeente, de beheerder (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed resultaat opgeleverd. Er zijn goede vooruitzichten voor de restauratie van de verzwakte muur en van grafmonumenten. We zullen u de komende tijd op de hoogte houden van de vorderingen, en de rol die ook onze stichting daarin gaat spelen.
In dit Bulletin vindt u diverse verhalen over deze begraafplaats. Zo is daar een overzicht van de bijzettingen – een twintigtal – in 2022, maar ook de achtergrond bij het graf uit 1904 van Maria Luermans. Na het overlijden van haar echtgenoot vond zij een bestaan als herbergierster in de Swaonegas (tegenwoordig Piersonstraat), in die tijd “berucht om haar asociale bewoners” – in het volgende Bulletin komen we terug op een gevolg van die term in de Tweede Wereldoorlog. Déze keer schrijft Bert Eggelaar over de sporen van beschietingen in die oorlog. Sporen van inslagen van kogels en granaatscherven zijn op talloze grafmonumenten te vinden, met name uit enkele septemberdagen in 1944, toen hier een Amerikaanse mortiereenheid was ingegraven. Bart Janssen beschrijft het verhaal van Addy, die bij het bombardement van 22 februari 1944 haar broertje Jopie verloor.
Agnes Lewe schreef een artikel over Mr. Wijnand Gijsbertus de Knokke van der Meulen, begraven op begraafplaats Stenenkruisstraat. Eén van de welgestelden die vanuit het dorpse Oss in onze stad kwam studeren, en er ook terugkeerde na een loopbaan bij de rechtbank in Goes. Hij was o.a. betrokken bij de oprichting in 1885 van de eerste Nederlandse wielrenbaan, op de plek waar nu de Vereeniging staat.
Tenslotte vindt u in dit Bulletin een gedicht van Gerard Kessels, een verslag van de NLdoet-dag op 11 maart jl. en het excursieprogramma voor dit jaar.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website.
Henricus LORMANS (LUERMANS), wever, hospitaalkok, leijendekkersknecht, ziekenoppasser, hospitaalbediende, geboren op 12 juni 1799 te Nijmegen, gedoopt op 12 juni 1799 te Nijmegen (Augustijnenkerk), peter en meter: Henricus Joannis Hasselo en Hendrina Bukers, overleden op 23 januari 1873 te Nijmegen op 73-jarige leeftijd, zoon van Hermannus (Hermanus) LUERMANS (LEURMANS, LORMANS), meester leijendekker, wever, en Hermina HASSELOO (ASSELOO).
Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 5 maart 1829 te Nijmegen met Maria Geertrudis HOOGBOOM (HOOGENBOOM), 27 jaar oud, dienstmaagd, geboren op 25 juni 1801 te Nijmegen, gedoopt op 26 juni 1801 te Nijmegen, statie der augustijnen, peter en meter: Joannes Willemse en Margarita Stappers), overleden op 14 november 1874 te Nijmegen op 73-jarige leeftijd, dochter van Leonardus Christianus (Linderus) (Lindert) HOGENBOOM (HOOGENBOOM), metselaarsknecht, en Johanna WILHEMSEN (WILHEMSE, WILLEMSE).
Kinderen uit dit huwelijk:
4. Maria LUERMANS, dienstmeid, herbergierster, geboren op 11 januari 1833 te Nijmegen, overleden op 26 maart 1904 aldaar op 71-jarige leeftijd.
Gehuwd op 34-jarige leeftijd op 24 april 1867 te Utrecht (getuigen: Cornelis van Gelderen, conciërge, 45 jaar, Cornelis Martinus van Giessen, 75 jaar, Jan Smit Tjabing, 59 jaar en Willem Leendert van der Gulden, stadsbode, 50 jaar). Echtgenoot is Rut PELLEN (Rutgerus), 40 jaar oud, militair (mineur), kampwachter, gepensioneerd korporaal der mineurs, geboren op 20 december 1826 te Vuren (thans gemeente West-Betuwe), overleden op 31 juli 1877 te Soesterberg (gemeente Soest) wijk D, nummer 66 op 50-jarige leeftijd. Zoon van Dirk PELLEN, arbeider, en Josina van den BERG.
Maria LUERMANS en Dirk PELLEN
Maria en Rut trouwden met toestemming van den Kolonel Kommandant van het batallion Mineurs en Sappeurs. Nadat Rut overleden was, ging Maria terug naar Nijmegen waar zij een bestaan vond als herbergierster in de Zwanengas (tegenwoordig Piersonstraat) op nummer 46. Tot haar dood in 1903 bleef zij hier wonen. Een erg deftige straat was het niet. De Nijmeegse historicus Dr. Jan Brinkhoff schreef over de Zwanengas: “Berucht om haar asociale bewoners was de Swaonegas (….). Destijds was de naam alleen al spreekwoordelijk voor de hevigste graad van pauperisme, verwaarlozing en vervuiling. Een degelijke huismoeder kon haar zoon, die op straat gestreupt had en met de gevolgen van dien huiswaarts keerde, niet dieper vernederen dan door tegen hem uit te varen in termen als deze: Jong, wa sie je d’r uut; je liekent er wel eentje uut de Swaonegas.1
Maria werd na haar overlijden begraven op het kerkhof op de Daalseweg, vak 09, rij 2, graf 23. Haar graf bestaat nog steeds.
Frans en Ans Savelkouls.
Details van het grafkruis van Maria Luermans. De tekst luidt: “Hier rust ons innig geliefde moeder behuwd en grootmoeder MARIA LUURMANS echtgenoote van RUTGERUS PELLEN geb. te Nijmegen 11 jan. 1833 aldaar overl. 26 maart 1904. (Foto’s van de auteur).De Zwanengas waar Maria Luermans een herberg dreef. Opname uit circa 1900. (Foto RAN).
1 Dr. J. Brinkhoff, Nijmeegs Taalschoon (Artikel in Numaga, Tijdschrift gewijd aan heden en verleden van Nijmegen en omgeving, jaargang XI, nr. 4, november 1964)
Verdrietig om het gemis maar dankbaar voor de goede herinnering. Zo gedenken wij hen die in deze periode zijn begraven op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.
Franciscus Eijkhout, geb. 14-9-1928 te Nijmegen, overl. 17-2-2022 te Lent. Graf 10-10-25.
Maria Charlotte Reuser, geb. 6-12-1948, overl. 10-1-2017. Asbusbijzetting in familiekelder. Graf 25-1A-04.
Maria Nijland-van der Mars, geb. 8-9-1915, overl. 12-6-1998. Asbus bijgezet in familiekelder van der Mars. Graf 7-01-10.
Ann van Driel-van der Mars, geb. 6-7-1921, overl. 27-9-2021. Asbus bijgezet in familiekelder van der Mars. Graf 7-01-10.
Maria Elisabeth Alexandrina Johanna van de Sande-Meijs, geb. 8-9-1942 te Arnhem, overl. 3-4-2022 te Nijmegen. Graf 14-05-07.
Maria Antoinette Hopman-Broeks, geb. 7-9-1931 te Nijmegen, overl. 17-4-2022 te Nijmegen. Bijzetting in graf dochter en echtgenoot. Graf 9-01-14.
Geertruida Margretha de Grood-Daniëls geb. 2-1-1950 te Aalten, overl. 28-1-2022 te Nijmegen. Asbusbijzetting in graf echtgenoot. Graf 2-01-03.
Joseph Johannes Ruiter, geb. 31-7-1928 te Amsterdam, overl. 27-4-2022 te Nijmegen. Bijgezet in graf echtgenote. Graf 35-06-19.
Johannes Matthijs Willemse, geb. 3-4-1935 te Nijmegen, overl. 14-5-2022 te Beek. Graf 14-02-03.
Natuurlijk, begraafplaats Daalseweg is getekend door WOII. Met respect denken wij dan aan de vele graven van oorlogsslachtoffers. Al deze slachtoffers, zoals die van het Amerikaanse ‘gelegenheids-bombardement’ op 22 februari 1944, zijn vermeld op het namenmonument dat zich vlak achter de ingang van de begraafplaats bevindt. Ook de slachtoffers die om welke reden destijds geen zichtbaar grafteken kregen of dat niet meer hebben, worden daarin genoemd met de locatie waar ze begraven zijn.
Maar WOII liet nog andere sporen na. Ongeveer zeven maanden na het verschrikkelijke bombardement op Nijmegen installeerden Amerikaanse militairen zich midden op de begraafplaats, nabij vak 14.
Het ging om een mortiereenheid onder commando van luitenant John L. Cooper. Op 19 en 20 september 1944 verbleven zij op deze aparte plek, tussen de graven, om de Duitse stellingen op amper een kilometer afstand, in de benedenstad, met mortieren te bestoken. Het strategische doel was het behoud van de Waalbrug. Deze moest onbeschadigd worden veroverd ten behoeve van de geallieerde opmars.
En daar heeft die eenheid fors aan bijgedragen. In de 24 uur die ze op Daalseweg verbleven, werden 1650 mortieren afgevuurd; bijna 70 projectielen per uur! Voor een indruk van deze vuurkracht spreekt het Amerikaanse onderschrift onder foto 1 voor zich.
Foto 1: “From the cemetery high above the town our mortarman dropped destruction into the German held city below” (RAN)
Volgens de Amerikanen was Daalseweg vóór die 19e september al ‘badly mauled’, maar de aanwezigheid van een mortiereenheid liet ook vele sporen na. Hun positie bleef natuurlijk niet onopgemerkt, zodat Duits tegenvuur de begraafplaats raakte. De eenheid was goed ingegraven, zoals rechts onder in de foto goed te zien is. Slechts een soldaat raakte gewond.
De grafmonumenten bleven echter onbeschermd en vele monumenten raakten vooral door granaatinslagen beschadigd. Bijna 80 jaar later zijn deze sporen uit WOII nog duidelijk te zien. Zoals in vak 19 op het monumentale grafmonument van scheepsmagnaat Gus Smulders (foto 2).
Foto 2: B. EggelaarFoto 3: B. EggelaarFoto 4: B. Eggelaar
De levensgrote bronzen vrouwenfiguur op zijn granieten art nouveau grafmonument bevat duidelijk waar te nemen gaten, inslagen van granaatscherven. Ook op het grote granieten kruis met Smulders bronzen portret zijn inslagen goed te zien. Helemaal vooraan, in vak 1, werd de hardstenen stèle van het graf van Hendrina Maas, dochter van een timmerman uit Groesbeek, op verschillende plekken beschadigd (foto 3). Op de bakstenen achterkant (foto 4) van het graf van architect G.A. van den Boogaard en zijn vrouw A. Tilleman in vak 3 is de inslag ook goed waarneembaar. Lopend over de begraafplaats valt duidelijk te constateren dat veel schade zich op de noordoostelijke kant van de grafmonumenten bevindt, veroorzaakt door inslagen vanuit het noordoosten, de richting van waaruit het Duitse tegenvuur afkomstig was. Foto 5 toont de beschadiging op de hardstenen stèle waarop de namen staan van Antonius van Eeuwijk en zijn vrouw Johanna de Graaf (vak 1). Vanaf het trottoir kan men door de spijlen van het hek hun graf goed zien.
Foto 5: B. Eggelaar Foto 6: B. Eggelaar Foto 7: P. van Schaijk
Ook het bijzondere zandstenen graf (zie foto 6) van Willem Randag, directeur van de Anton Jurgens Margarinefabrieken, naar model van een klassieke sarcofaag, werd op meerdere plaatsen geraakt door granaatscherven. En de mooie, uit 1898 daterende twee meter hoge stèle van het graf van moeder Anna Catharina Jacobs en haar dochter Anna Maria (foto 7) werd door granaatscherven aan de voor- en achterkant beschadigd.
Hoewel de Waalbrug op 20 september in handen van de geallieerden kwam, probeerden de Duitsers toch nog uit alle macht de brug te beschadigen. Onder meer door de inzet van bommen, afgevuurd uit de richting van de Ooypolder en haar achterland. Op 26 september liep de begraafplaats, als gevolg van een afzwaaier, zware schade op. Het was op de dag dat zuster Alphonsus van Rijckevorsel van Kessel overleed en wegens ‘bevrijdingsgevechten’ niet op Daalseweg begraven kon worden. Voorlopig vond zij haar rustplaats in de kloostertuin van haar orde, de Zusters van Hallo. Later bij het herbegraven van zuster Alphonsus bleek dat de zustergrafkelder een voltreffer had gekregen. De deksteen lag meters van het graf en de kelder moest met stangen en balken gestut worden. Met veel moeite kon de kist in de half ingestorte ruimte een plek op de balken krijgen.
De bominslag op die late septemberdag in 1944 bracht veel schade toe aan de begraafplaats, met name aan de zuidoostelijke kant. Er schijnt daarna ook veel (op)geruimd te zijn.
Bert Eggelaar Met medewerking van Antoine van Rijsbergen en Wim Desserjer
bronnen: John Christie, Mortarmen Kept Nijmegen Bridge Open, in: Warweek, 2 december 1944 Sara Albers, Toen en Nu: begraafplaats Daalseweg, in: Wijkkrant Nijmegen-Oost, oktober 2002 Bart Janssen, De zustergraven, in: Bulletin In Paradisum, Nijmegen, 14 november 2016
Al vele jaren organiseert Martijn Vermeulen vanuit het 4 en 5 mei comité Nijmegen een Juniorsymposium voor 80 á 100 leerlingen van de hogere klassen van scholen uit Druten en Nijmegen in Cultureel Centrum LUX aan Mariënburg. Deze leerlingen worden een dagdelen geïnformeerd over de oorlogsgebeurtenissen in Nijmegen.
Eén onderdeel is elk jaar mijn interview met Addy Hendriks-Gerrits, die op 22 februari 1944 bij het Amerikaanse bombardement haar broertje Jopie verloor, maar die zelf als door een wonder aan de vlammen ontkwam. Jopie was een van de 24 kleuters uit de Montessori-kleuterklas aan de Burchtstraat, die door de bommen verwoest werd. Elk jaar is het muisstil in de zaal als ik Addy met mijn PowerPointpresentatie mag interviewen. Haar dramatische herinneringen wil ik graag in ons bulletin vastleggen.
De ouders van Addy, Jo en Dina Gerrits-Giezenaar, waren in 1943 met hun vijf kinderen van de Smetiusstraat naar de Stikke Hezelstraat verhuisd, waar hun atelier voor dames- en kinderkleding met herenkleding kon worden uitgebreid. Als naaisters werden Truus van Caem en Diny Zonnenberg aangenomen. Zij maakten kleding van hoge kwaliteit. Dat werd ook gauw bij de Duitsers bekend. Op zekere dag kwam een hoge Duitse officier in de winkel. Hij wilde zich een maatuniform laten aanmeten. Dina Gerrits wist zich in voorzichtige bewoordingen onder zijn “bevel” uit te werken, maar het werd haar niet in dank afgenomen. Vanaf dat moment merkte zij, dat haar zaak door de Duitsers in de gaten werd gehouden.
Per 21 februari 1944 besloten Truus van Caem en Diny Zonnenberg hun geluk te beproeven bij Haspels, het gerenommeerde modemagazijn op de Burchtstraat en zij namen afscheid van de familie Gerrits. Vooral Jopie vond het afscheid moeilijk. Hij kon het goed vinden met Truus en Diny en zong zelfs af en toe een liedje voor hen.
Op 22 februari waren Addy en Jopie als gebruikelijk met hun lunchtrommeltje weer naar de kleuterschool in de Burchtstraat gelopen. Addy had van haar oma een mooi snoertje met kralen gekregen en dat wilde ze graag aan haar klasgenootjes laten zien, maar de zuster zei, dat ze het snoertje aan de kapstok moest hangen en dat ze het dan onder lunchtijd mocht laten zien. Ze kon haast niet wachten en om kwart over een, toen het luchtalarm van kwart over twaalf werd opgeheven, liet ze Jopie, die zo treuzelde met zijn eten, alleen en liep naar de kapstok. Daar brak de hel los. De bommen vielen en het klaslokaal veranderde in een vlammenzee. In de gang bij de kapstok was de voordeur enigszins naar binnen geklapt en de tengere zuster Beretty, die buiten vóór de deur stond, riep de kinderen naar de deur te komen. Zo lukte het haar zes kinderen uit de oprukkende vuurzee te trekken. Voor 24 kinderen was geen redding meer mogelijk en ook Jopie kwam in de vlammen om.
In de Stikke Hezelstraat, waar de getroffen St. Stevenstoren een aantal huizen had verwoest, was ook het atelier van Gerrits geraakt en de woning was onbewoonbaar geworden. Jo Gerrits had nog kans gezien een aantal naaimachines bij bevriende buren onder te brengen. Daarna was hij hulp gaan verlenen bij kantoorboekhandel en drukkerij Richelle, tegenover hem. Daar hoorde hij, dat de kleuterschool van Jopie ook geraakt was en hij haastte zich naar de Burchtstraat. Eén grote vlammenzee maakte elke reddingsactie onmogelijk. Wanhopig van verdriet moest hij toezien hoe de school van Addy en Jopie een hel was geworden. Die vreselijke boodschap moest hij aan zijn vrouw Dina gaan overbrengen. Hij wist niet dat Addy inmiddels gered was en in een café was ondergebracht. De zes geredde kinderen moesten daar tegen hun zin een slok brandewijn naar binnen werken. De hulpverleners dachten dat ze daardoor wat rustiger zouden worden.
Pas laat in de avond konden Addy en haar vader herenigd worden, maar het verdriet om Jopie was er niet minder om.
Enkele dagen na het bombardement ging het gerucht, dat de Duitsers ondanks het verdriet en de verwoestingen van de afgelopen dagen op zoek waren naar “de man van Dina Gerrits”, die geweigerd had een uniform voor de Duitse officier te maken. Diezelfde dag besloten Jo en Dina Gerrits met hun kinderen naar familie in Babberich te vluchten. Daar hoorden zij, dat de massabegrafenis van de omgekomen kinderen op 6 maart op de begraafplaats aan de Daalseweg zou plaats vinden. De familie wist hen er echter van te overtuigen niet samen maar de begrafenis te gaan. Regelmatig werden treinen beschoten en als zij beiden zouden omkomen, hadden de kinderen geen ouders meer. Jo besloot daarom alleen te gaan.
Door de vele malen, dat de trein moest stoppen, kwam hij te laat in Nijmegen aan. Hij haastte zich met zijn bloemstuk naar de Daalseweg en zag daar dat de begrafenis al was afgelopen. Mevrouw Leenders, die zelf twee kinderen was verloren, liep met hem terug om het graf te wijzen. Totaal gebroken na de inspannende reis legde hij het bloemstuk, dat hij uit Zevenaar had meegebracht, voor het diepe graf, waarin de twee kisten met de stoffelijke resten van de acht omgekomen zusters en van 22 van de 24 kinderen waren neergelaten. Twee kinderen, die nog geïdentificeerd konden worden, werden elders begraven.
Pas vele maanden later, toen het gezin weer naar Nijmegen was gekomen, kon Dina Gerrits het graf van haar zoontje bezoeken. Naast het graf zag zij het grafmonument van de personeelsleden van Haspels en tot haar schrik las ze de gebeitelde namen van Truus van Caem en van Diny Zonnenberg, die daags voor het bombardement uit haar atelier waren vertrokken om bij Haspels te gaan werken.
Jo Gerrits overleed op 13 juli 2001. Hij werd op zijn uitdrukkelijk verzoek naast het grafkapelletje in vak 22 begraven. Zijn vrouw Dina Gerrits-Giezenaar werd na haar overlijden op 3 januari 2005 in het graf bijgezet.
Links het graf van Jo en Dina Gerrits-Giezenaar. Rechts de grafkapel van de zusters JMJ en de kinderen Jo Gerrits op 6 maart 1944 voor het massagraf
Rond 1900 verhuizen verschillende rijke, soms steenrijke Osse ondernemers naar Nijmegen. De mooie, bosrijke omgeving (zij hielden van de jacht!) en de betere opleidingen voor hun kinderen waren twee belangrijke redenen. Anton Jurgens, de margarinefabrikant, woonde in Villa Belvoir, die door de Nijmegenaren promt “de botervloot” werd genoemd. Zijn broer Frans liet Huize Heijendaal (“het kasteeltje”) bouwen. Anderen, zoals de families Hartog en Van den Bergh kochten statige huizen in de stad. Een oom van Anton, Arnold Jurgens, is begraven op de Daalseweg. Over hem en directeur Randag een andere keer meer.
Foto gemeentearchief Goes
Dit stuk gaat over een andere Ossenaar: Mr. Wijnand Gijsbertus de Knokke van der Meulen. Hij is geboren op 16 januari 1813 als oudste zoon van Gijsbertus Hermanus de Knokke van der Meulen, notaris en burgemeester van Oss van 1821 tot 1843. Anders dan de lange achternaam doet vermoeden is hij niet van adel. Vader Gijsbertus heet eigenlijk “slechts” van der Meulen. De naam van zijn moeder is De Knokke. En terwijl hij op ambtelijke documenten tekent met “Van der Meulen” gebruikt hij in het maatschappelijk verkeer graag beide namen. In het dorpse Oss komt dat heel chique over. Zijn drie zoons gebruiken allemaal de lange vorm en zo is een nieuwe achternaam geboren. Wellicht dat hun vader die naamsverandering ook op enig moment heeft vastgelegd. Hij was immers burgemeester…
Wijnand studeert rechten. In 1834 schrijft zijn vader hem in in het militieregister. Hierdoor weten we dat hij 1 el, 7 palmen, 1 duim en 7 strepen lang is. Hij heeft een lang gezicht, een rond voorhoofd, lichtblauwe ogen, een spitse neus, gewone mond en een ronde kin; zijn haren en wenkbrauwen zijn bruin en hij heeft verder geen bijzondere kenmerken. Volgens het register woont hij op dat moment als student in Elburg. Omdat zijn jongere broer Gijsbert Hermanus voor een militaire loopbaan kiest worden hij en zijn jongste broer Jacob vrijgesteld.
Wijnand kiest voor een loopbaan bij justitie. In 1848 is Substituut Officier van Justitie in Goes (Zeeland). Hij trouwt daar met de twaalf jaar jongere Sara Petronella Lenshoek en wordt daarmee onderdeel van de elite van Goes. Zij is een dochter van Hendrik Lenshoek, heer van Zwake, kantonrechter en lid van Provinciale Staten van Zeeland. Hendriks broer Egbert is notaris en burgemeester. Zijn dochter is getrouwd met een doctor in de medicijnen, zijn zoon is advocaat in Goes.
Samen met zijn echtgenote woont Wijnand op de Ganzenpoortstraat in het centrum van Goes. Hij neemt ook deel aan het maatschappelijke leven. Zo is hij betrokken bij het Comité van Volkslezingen en bij het Comité voor Volksvermaken, dat in 1867 wordt opgericht door vertegenwoordigers van de bovenlaag van Goes. De Goesche Courant van 8 februari 1867 schrijft daarover: “Verdient deze zaak ondersteuning reeds daarom, dat zij de gelegenheid zal openen tot eenige ontspanning voor die standen der maatschappij, voor wie schier alles ontoegankelijk is, wat voor de meer bevoorregten genot oplevert. Wij wenschen de algemeene medewerking vooral, omdat wij daarin het middel zien, om tegemoet te komen aan de vaak geuite klagt, dat ons volk meestal aan die vermakelijkheden zich overgeeft, die of ongepast of voor de zedelijkheid verderfelijk zijn”.
Wijnand eindigt zijn loopbaan als President van de Arrondissement Rechtbank te Goes. Hij vestigt zich vervolgens op 5 mei 1871 als particulier op de Korte Burgstraat, C448, tegenover het stadhuis (later Burchtstraat 24). Dat huis koopt hij van Conrad van Erpers Rooyaards (rentenier). Hij woont er met zijn echtgenote, Sara Petronella Lenshoek, en een dienstbode. Zijn (vermoedelijk) inkomen in 1883 bedraagt 7.000 tot 9.999 gulden. Hij valt daarmee in de 9e klasse, ver verwijderd van de rijkste Nijmegenaar van dat jaar, Arend Noorduijn, die in de 17e klasse voor een vermogen van 40.000 tot 44.999 gulden wordt aangeslagen. (PGNC 10/4/1883)
Samen met andere notabelen waaronder Jan Ivens en Arend Noorduijn neemt hij deel aan de in 1884 opgerichte Maatschappij tot exploitatie van een Vélocipède Baan N.V. Dit was de eerste wielerbaan van Nederland. De vélocipède is een trapfiets met groot voorwiel en klein achterwiel. “De initiatiefnemers hadden 15.000 gulden nodig om de eerste wielerbaan van het land aan te leggen – in onze tijd te vergelijken met bijna twee ton in euro’s. Binnen een half jaar was dit geld bij elkaar vergaard. De baan kwam langs de Groesbeekseweg naast De Vereeniging, waar al een paardenrenbaan lag. De baan was 333 meter lang en met vier puinsoorten ingestampt. De bochten waren een halve meter opgehoogd.”
De ANWB organiseert in augustus van 1885 voor het eerst een bondswedstrijd op de baan in Nijmegen. “Maar de baan bleek ronduit slecht: het oppervlak liet los en er waren steeds meer valpartijen. De baan was te haastig aangelegd. In de bochten brokkelden de vier lagen boerengrauwpuin, hardgrauwpuin, klinkerpuin en fijn klinkerpuin af. Tot overmaat van ramp was de winter van 1890/1891 uitzonderlijk streng en mogelijk vroor de baan toen definitief tot schroot. Door alle barsten in het puin was er niet veilig meer op de Nijmeegse baan te fietsen. Een half jaar later ging de baan in een openbare veiling: de opbrengst was precies één gulden!” (https://nijmegen-oost.nl/uitgelicht/extreem-oost-de-eerste-wielerbaan-van-nederland)
Wijnand heeft dit debakel niet meer meegemaakt. Hij overlijdt op 7 december 1886. Na zijn dood verhuist Sara Lenshoek naar familie in Ede waar zij in 1899 overlijdt. Zij liggen begraven op de begraafplaats aan de Stenenkruisstraat in Nijmegen, rij 01, grafnummer 149.
Op 22 februari 1944 werd de Nijmeegse binnenstad verwoest door tientallen bommen uit Amerikaanse vliegtuigen. Bij deze grootste ramp uit de Nijmeegse geschiedenis vielen bijna achthonderd doden. Het is dan ook hartverwarmend dat de slachtoffers van dit bombardement bijna tachtig jaar later nog steeds massaal worden herdacht. Dat gebeurde woensdag 22 februari jongstleden zoals gebruikelijk op twee plekken in de stad: bij het monument De Schommel en op de Begraafplaats Daalseweg.
De officiële herdenking bij De Schommel trok een paar honderd mensen. Er waren toespraken van Burgemeester Bruls en een vertegenwoordiger van de Amerikaanse ambassade. Een voordrachtskunstenaar gaf een eigen, originele invulling aan het herdenken. Helaas was er geen vertegenwoordiging van de Nederlandse regering. De blazerssectie van Philharmonie Nijmegen tekende voor de stemmige muziek en kinderen van de Montessori-scholen droegen gedichten voor. Waarna de kranslegging volgde. Namens In Paradisum plaatsten Oda Fennema en Jeroen van Zuylen een bloemstuk.
Een intiemere, meer informele herdenking vond plaats op de Begraafplaats Daalseweg. Daar verzamelden zich zo’n vijftig mensen. In zijn welkomstwoord ging Willem Reijnders (St. In Paradisum) in op de verwarring die ontstond direct na het bombardement. Door het gebrek aan communicatiemiddelen leefden velen in een ondraaglijke onzekerheid over het lot van hun dierbaren. Wat is er met hen gebeurd? Zijn ze veilig?
Na het indrukwekkende luiden van de klokken en de twee minuten stilte volgden rondleidingen langs graven van bombardementsslachtoffers. Ook werd even stilgestaan bij het monument voor de vier Nijmegenaren die omkwamen bij de ontploffing op 8 juni 1948 in de Diogenesbunker in Schaarsbergen. Daar lag ‘geallieerde’ munitie opgeslagen en bij het verplaatsen daarvan ging het mis. Omdat dit na de oorlog is gebeurd, vallen deze oorlogsslachtoffers bij elke herdenking tussen wal en schip.
De middag werd muzikaal omlijst door sfeervolle bijdragen van Duo Messingh en afgesloten in de Lutherse Kerk waar vrijwilligers zorgden voor koffie en een heerlijke kop soep.
Het Oranje Fonds organiseerde op 15 en 16 maart jongsleden, samen met duizenden sociaalmaatschappelijke organisaties in het land, NLDOET; de grootste vrijwilligersactie van Nederland.
Even het vrijwilligerswerk in de spotlights en de uitnodiging aan iedereen om een dagje het verschil te maken en ertoe te doen.
Zo ook voor onze stichting een goed moment om op zaterdag 15 maart hiermee aan de slag te gaan. Een tiental vrijwilligers hadden zich hiervoor aangemeld en togen met frisse moed en veel animo de begraafplaats op. Na een korte uitleg werd groepsgewijs begonnen met het voornamelijk onkruidvrij maken van grafzerken. Een hele klus omdat juist deze oude monumentale begraafplaats vele “onzichtbare” zerken herbergt.
Een fijne groep, veel werk gedaan, terugkijkend met grote voldoening, dat was de eindconclusie op het samenzijn in het plaatselijke café onder het genot van een drankje en appeltaart.
Los van deze NLDOET ochtend werd ook geopperd vaker een dergelijke actie te organiseren. Wij als stichting gaan hiermee aan de slag.
Begraafplaats Daalseweg Rondleidingen op zondagen 28 mei, 25 juni en 30 juli 2023. Verzamelen bij de poort van de begraafplaats. Om 14:00 uur door Bert Eggelaar met aandacht voor symboliek, vormgeving, kunst en kunstnijverheid. Om 15:00 uur door Bart Janssen, aandacht voor graven met een bijzonder verhaal.
Op de Open Monumentendagen, 9 en 10 september 2023 zijn er speciale rondleidingen om 13:00 uur en 14:30 uur.
Begraafplaats Stenenkruisstraat Rondleidingen op zondagen 28 mei, 25 juni en 30 juli 2023 om 12:00 uur Verzamelen bij het gebouwtje hoek Prins Bernardstraat en Athelonepad.
Op de Open Monumentendagen, 9 en 10 september 2023 is de begraafplaats van 11:00 – 17:00 toegankelijk. Rondleidingen worden gegeven om 11.30 uur en om 14.30 uur en voorts op verzoek van bezoekers ook op andere momenten.
Begraafplaats Dorpsstraat Neerbosch Op het kerkhof naast het “Witte Kerkje” aan de Dorpsstraat te Neerbosch zijn in de afgelopen jaren door vrijwilligers 48 graflocaties aan de oppervlakte gebracht. In de periode mei tot en met augustus 2017 werd dit kerkhof vakkundig gerestaureerd. Op zaterdag 9 september 2023, tijdens Open Monumentendag, is er van 11:00 uur tot 17:00 uur iemand aanwezig die u nader kan informeren.
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2023.
Stichting In Paradisum Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl
Voor u ligt het eerste Bulletin van het jaar 2023. In de afgelopen maanden heb ik als nieuwe voorzitter heel veel dingen voor het eerst gedaan of meegemaakt. De eerste bestuursvergadering. De Open Monumentendag, waarbij we met de gids en de bezoekers moesten schuilen in onze werkschuur op de Stenenkruisstraat omdat het keihard begon te regenen. Een schouw met de beheerder, gemeenteambtenaren, de Monumentenwacht en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed op de Daalseweg.
Dit laatste is hopelijk het begin van een traject dat zal leiden tot restauratie van de verzwakte muur en van grafmonumenten. De trouwe Bulletin-lezer weet, dat In Paradisum zich inzet voor het behoud van de monumentale begraafplaatsen, maar zelf niet over de middelen beschikt om wezenlijk bij te dragen in de kosten van onderhoud. Wij willen daarover wel meedenken en kunnen er misschien een rol in spelen. In andere steden zijn donoren gevonden voor het behoud van bijzondere grafmonumenten, of betalen begunstigers de grafrechten voor lang geleden overledenen. Uiteraard zullen de gemeente en wellicht de Provincie gevraagd worden om voor dit belangrijke erfgoed geld vrij te maken. Dat deden zij eerder voor de Stenenkruisstraat en de Dorpstraat in Neerbosch – nu de Daalseweg nog.
In dit Bulletin vind u de verslagen van twee bijzondere gebeurtenissen:
Het plaatsen van kruisen op graven van oorlogsslachtoffers had in de coronatijd stil gelegen. In oktober 2022 werd het afgerond met ondersteuning van een groep veteranen. Beter dan de meeste mensen die jonger zijn dan 75 weten zij wat oorlog is en hun plechtige eregroet maakte dat voelbaar.
De mensen van “dichterbijoost”, de poëzie-pagina van de wijkkrant, organiseerden op Allerzielen een indrukwekkende bijeenkomst op de Daalseweg waarbij mooie gedichten werden voorgedragen.
En zoals altijd ook in dit Bulletin weer verhalen over bijzondere mensen. Waarom een Joods jongetje tijdens de oorlog op het rooms-katholieke kerkhof begraven mocht worden heeft Peter van Schaijk uitgezocht. En Bart Janssen vertelt hoe een kleindochter met de hulp van In Paradisum het graf van haar oma vindt, die zij nooit had gekend.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLdoet en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocaties of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij de jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op het terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Op 24 juni jl. werd in de Lutherse Kerk het prachtige boek “Begraafplaats Daalseweg – Hier liggen de getelden, steen aan steen” van Wim Desserjer gepresenteerd.
Als dank voor de financiële bijdragen van “Vrienden van de Daalseweg” en andere donateurs, die deze publicatie mogelijk maakten, organiseerde In Paradisum op zondag 25 september jl. extra rondleidingen over de begraafplaats Daalseweg. Deze drie rondleidingen waren om 11.00, 13.00 en 15.00 uur. De verzorging van de laatste rondleiding had ik op me genomen.
Na twee wachtende bezoekers reed om even voor 15.00 uur een auto het voorplein op. De kordate 89-jarige mevrouw Janssen uit Malden stapte uit. Door een recente heupoperatie had zij voor alle zekerheid de rollator meegenomen. Ze vroeg om nog even op haar drie dochters en kleindochter te wachten, want die waren onderweg en waren ook zeer geïnteresseerd.
Al direct na het begin van de rondwandeling vertelde mevrouw Janssen dat ze op de Daalseweg tegenover de begraafplaats was geboren en daar lang had gewoond.
Ze kende er veel mensen; ook mijn oom en tante Han en Stien Hoytink-Janssen, die vanaf 1933 op de hoek Daalseweg/Hobbemastraat een banketbakkerij dreven, had ze goed gekend. Hun enige dochter Ineke was bevriend met Gargie Thijssen, die op Daalseweg 243 woonde. Ze herinnerde zich de granaatinslag op 18 september 1944, die het leven kostte aan Piet Thijssen, de vader van Gargie. Een vreselijk drama, want door diezelfde granaatinslag bleek ook de inwonende oma van Gargie op haar kamer op de eerste verdieping te zijn omgekomen. Het graf van de vader van Gargie op de begraafplaats Daalseweg was in de loop der jaren geruimd.
Daarop vertelde ze, dat ze vele jaren geleden op zoek was gegaan naar het graf van haar oma Antonia Arens-Hendriks, die in 1918, pas 68 jaar oud, was overleden en ook op de begraafplaats Daalseweg was begraven. Eénmaal had haar vader haar meegenomen om het graf van zijn moeder te bezoeken. Pas tientallen jaren daarna had zij pogingen gedaan om het graf terug te vinden, maar ze had het nooit meer kunnen vinden. Ze nam aan dat het al lang geruimd was.
Bij rondleidingen neem ik altijd een map met namen mee en ik beloofde haar na de rondleiding even in de map te kijken. Ze had er weinig vertrouwen in, want ja, een graf dat meer dan 100 jaar oud is…..
In de map las ik even later “Antonia Arens-Hendriks” in vak 37, rij 9 graf 12. Het graf was er dus nog en in de hoogste versnelling ging de rollator over het middenpad naar vak 37. In rij 9 begon het tellen: 1, 2, 3,……12. Met een afgebroken tak werden de bladeren opzij geschoven en daar verscheen in bronzen letters de naam “Arens”. De verbazing op het gezicht van mevrouw Janssen zal ik niet gauw vergeten.
Antonia Arens-Hendriks
Haar oma, die ze nooit had gekend, had in de Regulierstraat gewoond. Daar had ze een water- en vuurwinkeltje. Voor een paar centen konden buurtbewoners bij haar warm water of gloeiende kooltjes voor de kachel of de stoof kopen. Tegenwoordig kent niemand dat meer, maar begin vorige eeuw was het heel gewoon.
Haar oma had zeven kinderen gehad. Drie waren vroeg overleden, maar de oudste, Hendrik Arens, de man van haar peettante, bleek tot haar verbazing ook in het graf te liggen.
De vier zoons van Antonia: Antoon, Hendrik, Piet en Thé
Mevrouw Janssen was heel blij dat ze naar de rondleiding was gekomen, want anders had ze nooit meer geweten, dat het grafmonument nog bestond.
In het licht van de herfst bezoeken talloze mensen op de kerkhoven de graven van hun geliefden.
Allerzielen, 2 november 2022, scheen het licht van de herfst op de begraafplaats aan de Daalseweg. Een initiatief van “Dichter Bij Oost”, een gedichtenrubriek in de Wijkkrant Oost die ook probeert in te gaan op wat er leeft en speelt in deze wijk. Ongeveer vijftig mensen verzamelden zich bij de toegangspoort en na een korte toelichting vertrok het gezelschap via het hoofdpad richting het centrale punt. Het weer werkte mee, schemerig, geluiden van wegvluchtende vogels, hier en daar oplichtende grafmonumenten van eerdere bezoekers, een tapijt van bladeren die door vele voetstappen werden beroerd en waarvan het geluid hoorbaar werd verstrooid door de serene rust die door iedereen in acht werd genomen. Bij de hoofdpoort werd een passend gedicht voorgedragen en onder de klanken van de saxofonist werd nu het tweede gedicht uitgesproken bij de grafkelder van het RK Weeshuis. En zo trok men verder door het hoofdpad, omzoomd door de majestueuze beuken, uitkomend op het centrale punt bij het in ere herstelde Christusbeeld. Hier werd een lied ten gehore gebracht.
Herhaling volgde telkens na ongeveer vijftig passen, lopend via de hoofdwegen weer richting de poort. Daar werd ingetogen en met een woord van dank afscheid van iedereen genomen. Een prachtig initiatief en dank aan de mensen die dit georganiseerd hebben.
Emanuel Abraham de Raaij, geboren te Haarlem op 08-04-1908, overleden op 22-10-1965 te Zandvoort, zoon van Abraham Emanuel de Raaij, van beroep fabrikant van wolvullingen en Sippora Veerman.
Woonachtig in Amsterdam, trouwde hij op 3 oktober 1933 te ’s-Gravenhage met de 19-jarige Hanna Elga Kats, woonachtig in ’s-Gravenhage en geboren te Frankfurt am Main (D) op 31-10-1913 en overleden in Wageningen in februari 1973, dochter van Israel Kats, handelaar in chemicaliën en Rosa Elsa Liffgens.
Kinderen geboren uit dit huwelijk:
Albert Emile de Raaij, geboren te Leiden op 03-08-1934 en overleden in Nijmegen op 11-11-1942, 8 jaar oud.
Elsy Simone Anneke de Raaij, geboren te Amsterdam op 14-10-1939.
Robert Ivan de Raaij, geboren te Amsterdam op 05-06-1947.
Een foto van jonge Albert de Raaij
Voorgeschiedenis
Hanna en Emanuel zijn liberaal Joods getrouwd. Hanna had Joodse voorouders die hoofdzakelijk in Duitsland hebben gewoond. Het waren veehandelaren en Asjkenazische Joden, ook wel asjkenaziem of Hoogduitse joden genoemd. Deze joden waren afkomstig uit Midden- en Oost-Europa en hebben zich vanaf het begin van de zeventiende eeuw in de Nederlanden gevestigd. De term Hoogduits verwijst naar de taal die in hun oorspronkelijke woongebied gesproken werd. Dat was één van de componenten van het Jiddisj, de spreektaal van de Asjkenazische joden bij hun komst in Nederland.
Hanna is in 1914 als enig kind met haar ouders in Nederland gaan wonen, Scheveningen als woonplaats.
Emanuel had ook Joodse voorouders, eveneens Asjkenazische Joden en vóór 1700 afkomstig uit Polen. De overgrootvader, grootvader en vader van Emanuel zijn rijk geworden met een lompensorteerbedrijf, eerst in Haarlem en later in Amsterdam. Emanuel had na 1930 een eigen bedrijf in o.a. Leiderdorp en Amsterdam, met ca. 30-50 personeelsleden.
Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog
Direct na de geboorte van Albert Emile, in 1934, komt Hertha Rzapek als gouvernante in het gezin. Zij komt uit Sudetenland, rond 1933 een deel van Tsjecho-Slowakije dat in meerderheid bewoond wordt door Duitstaligen.
Deze periode komt vader Emanuel voor zijn werk regelmatig in Duitsland en ziet tot zijn verbijstering een toenemende haat tegen Joden. Deze Jodenhaat krijgt zijn hoogtepunt bij de zogenaamde Kristallnacht van 1938, een pogrom tegen alles wat Joods is in Duitsland. Hij trekt zijn conclusies en stelt zijn ouders voor om met het gezin naar Amerika te vertrekken. Maar zijn vader is van mening dat Nederland, net als in de Eerste Wereldoorlog, neutraal zal blijven en er geen dreiging is. Emanuel blijft dan ook maar hij regelt, buiten zijn ouders om, wel alvast een onderduikadres voor zijn gezin en gouvernante.
Dan volgt al snel de Duitse bezetting van Nederland en rond 1942 krijgt vader de uitnodiging om lid te worden van de “Joodse Raad” in Amsterdam. Hij weigert.
Ook rond deze tijd, het gezin woont dan in Amsterdam-Noord, krijgt vader ’s avonds een telefoontje van een onbekende man die zegt dat ze ogenblikkelijk weg moeten omdat het hele gezin de volgende dag zal worden opgehaald. Ze vluchten die nacht vanuit hun woning naar het afgesproken onderduikadres. Het telefoontje blijkt juist, een razzia volgt en hun huis wordt leeggeroofd, inclusief een paar kostbare schilderijen van Jozef Israels, antiek, dure spullen etc.
Er volgen nog zeker vier onderduikadressen en uiteindelijk komt het gezin terecht bij katholieke boeren in Amsterdam-Noord aan de Kanaaldijk van het Noordhollandsch Kanaal.
Er blijft echter een dreiging, zodat vader toch op zoek gaat naar een ander onderduikadres, maar nu voor de gouvernante en hun kinderen Albert en Elsy. Er gloort hoop en Nijmegen komt in beeld. Ze komen terecht op een onderduikadres in de hoerenbuurt dichtbij de Waal, waar is niet bekend.
Op dit adres wordt Albert begin november 1942 ernstig ziek. Hij wordt opgenomen in het protestantse Wilhelminaziekenhuis in Nijmegen waar hij op 11 november 1942 overlijdt, volgens de overlijdensverklaring aan difterie.
Een Joods jongetje, niet ingeschreven in Nijmegen, overleden onder Duitse bezetting die alert is op alle bewegingen met overal luisterend oren…, hoe nu verder met het regelen van de begrafenis?
Hertha, de gouvernante, is van katholieken huize en heeft de middelen om deze klus goed af te sluiten. Zij neemt contact op met de directeur van de begraafplaats aan de Daalseweg, de heer Klopper, en krijgt het voor elkaar dat hij de aangifte van het overlijden van Albert doet én dat de gemeenteambtenaar vervolgens het verlof tot begraven uitschrijft voor de RK begraafplaats aan de Daalseweg. Vrijdag 13 november 1942 wordt Albert hier begraven in vak 22, rij 10, nummer 1, 1ste klasse aardgraf. Het graf is november 2022 nog aanwezig, wel in slechte staat.
Het Verlof tot begraven van Albert de RaaijHet graf van Albert de Raaij
Albert staat ook vermeld op het Joods Monument, een online monument voor de meer dan 104.000 mensen die in Nederland als Joden werden vervolgd en de Holocaust niet overleefden. Deze omschrijving omvat ook personen die op een natuurlijke manier in Nederland zijn overleden.
Hertha begrijpt dat ze nu zo snel mogelijk de stad moet verlaten en krijgt een nieuw onderduikadres in Middelbeers(NB). Zij wordt met Els opgevangen in het huis van mevrouw Truus Smulders-Beliën, de vrouw van burgemeester Jan Smulders. Jan Smulders is dan al opgepakt door de Duitsers omdat hij weigerde een lijst van inwoners te maken die in aanmerking komen voor de Arbeidseinsatz. Jan wordt in 1945 tijdens een transport naar Dachau doodgeschoten.
Na de oorlog
Truus wordt later de eerste vrouwelijke burgemeester van Oost-, West- en Middelbeers, 1946-1966. Haar band met de familie de Raaij blijft hecht. Hertha en Els en haar ouders overleven de oorlog en gaan in Amsterdam, in de Titiaanstraat wonen. Mede dankzij de hulp van de ouders krijgt Hertha de Nederlandse nationaliteit.
Op 5 juni 1947 wordt Robert in Amsterdam geboren en vader Emanuel bouwt al snel weer een bedrijf op in Amsterdam, 400-450 personeelsleden, hoofdkantoor Fa. Emiel de Raaij, Herengracht 440 en bedrijf Damrak.
Dan breekt rond 1950 de oorlog uit in Korea en vader denkt één keer oorlog en niet weer, dus besluit hij zijn zaak te verkopen en vertrekt met het gezin en Hertha naar Amerika. Via Brazilië komt het gezin met Robert in 1962 weer terug naar Nederland. Hertha is inmiddels vertrokken naar een ander gezin in Duitsland en Els is getrouwd.
De Tweede Wereldoorlog heeft binnen de hier beschreven families veel leed en verdriet betekend. Familiebanden zijn wreed doorgesneden. Veel blijft voor altijd onbekend en veel blijft nog een zoektocht. Ruim zestig directe De Raaij’s en Kats’ zijn vermoord of vergast en blijven bij de nabestaanden als een herinnering achter. Een trieste werkelijkheid.
De aankondiging van dit project heeft u al kunnen lezen in ons vorige Bulletin 3-2022. Op zaterdag 24 september 2022 heeft onze stichting in goed overleg met de eigenaar van de begraafplaats Daalseweg, de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen, een tiental nieuwe kruisen geplaatst van slachtoffers van het bombardement op 22 februari 1944 waarvan geen grafmonument meer aanwezig was. Voor het vervaardigen van de kruisen hebben wij de hulp ingeroepen van de Hobbywerkplaats Oost. Zij hadden al eerder een dergelijke opdracht uitstekend uitgevoerd.
Op deze druilige zaterdagochtend waren, naast een aantal genodigden, ook aanwezig burgemeester Bruls en een delegatie van oud-militairen die onder meer in Libanon en voormalig Joegoslavië gediend hebben. Het contact met deze veteranen kwam bij toeval tot stand via de manager van de naastgelegen AH-supermarkt, wiens broer als veteraan vaak deelneemt aan de Sunset March.
Het startpunt voor deze plechtigheid, muzikaal omlijst door Duo Messingh, was het centraal gelegen kruisbeeld. Van daar uit werden de graflocaties bezocht voor het plaatsen van de kruisen.
De rol van de veteranen was een bijzondere. Op gepaste wijze werden de kruisen geplaatst en klonk er een eresaluut met een stiltepauze, waarna bij de kruisen een bloemetje met een kaars werd geplaatst. Verder werd bij elk geplaatst kruis een voorleesmoment gekozen uit het boek van In Paradisum-lid Bart Janssen “De pijn die blijft” (2005).
De laatste klanken van het lied “We’ll meet again” van Vera Lynn waren een geslaagde afsluiting van dit project, waarbij tien oorlogsslachtoffers weer een naam hebben gekregen en een herdenkingsplek.
Op woensdag 22 februari zal het bombardement op Nijmegen worden herdacht. Voor het eerst sinds 2019 zal dit weer mét publiek zijn.
Programma
Stevenskerk
12.00 uur Dienst in de Stevenskerk
12.45 uur Stille tocht naar de Schommel, monument achter het Stadhuis
De Schommel
vanaf 13.00 uur Verzamelen bij de Schommel Toespraken van onder meer Burgemeester Bruls Muzikale omlijsting (ensemble nog niet bekend).
13.28 uur Twee minuten stilte
13.30 uur Muziek en activiteit leerlingen Montessori
14.00 uur Kranslegging
Begraafplaats Daalseweg
vanaf 13.00 uur Verzamelen op Begraafplaats Daalseweg
13.15 uur Welkomstwoord door Willem Reijnders (In Paradisum) Muzikale bijdrage door Duo Messingh
13.28 uur Twee minuten stilte, klokkenluiden
13.30 uur Overweging
13.35 uur Rondgang langs graven bombardementsslachtoffers
Lutherse Kerk
Na afloop van de plechtigheid op Begraafplaats Daalseweg is er waarschijnlijk de mogelijkheid om in de Lutherse Kerk bijeen te komen voor een kop soep en koffie (nog niet zeker).
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2023.
Stichting In Paradisum Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl
Voor u ligt alweer de derde editie van het Bulletin van In Paradisum van 2022. We kijken hierin terug op zeer succesvolle maanden van onze stichting. Dankzij de noeste inspanning van schrijver Wim Desserjer, maar ook een groot deel van ons bestuur en onze actieve leden, konden we op 24 juni jl. het eerste exemplaar van het uitmuntende boek over begraafplaats Daalseweg “Hier liggen de getelden, steen aan steen…” aanbieden aan burgemeester Hubert Bruls en aan Joost Meertens van de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen. Het boek is unaniem enthousiast ontvangen. In dit bulletin leest u een sfeerverslag van de avond alsook een groot aantal recensies.
Maar ook na het verschijnen van het boek is er voldoende te vertellen over de graven op de Daalseweg. Zo waren er in 1944-1945 ook oorlogsdoden te betreuren onder de voetballers van Quick 1888. Op 3 mei jl. is voor hen een gedenksteen onthuld: reden voor Peter van Schaijk om stil te staan bij de Quick-voetballers die begraven zijn op de Daalseweg.
Maar we blikken niet enkel terug, ook de komende maand staat voldoende te gebeuren. U kunt met de Open Monumentendagen worden rondgeleid door onze rondleiders op de begraafplaatsen Daalseweg, Stenenkruisstraat en Neerbosch. En op 24 september zullen nieuwe houten kruisen op de Daalseweg worden geplaatst ter herinnering aan oorlogsdoden. U leest hier verderop in het Bulletin meer over.
Kortom, de stichting In Paradisum is – het klinkt contradictoir gegeven de funeraire context – vitaal als nooit tevoren. Het is dan ook met een gerust hart dat ik het voorzitterschap in de komende maand zal overdragen aan cultuurhistorica, oud-gemeenteraadslid en Statenlid Agnes Leeuwe. De afgelopen vier jaar heb ik met veel plezier de Stichting voorgezeten en vertegenwoordigd maar nu is het – ook omdat ik inmiddels verhuisd ben naar Wijchen en aldaar gemeenteraadslid geworden ben – tijd om dit stokje over te dragen. Ik dank u allen hartelijk voor uw belangstelling en goede bijdragen.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl
Op 3 mei 2022 werd op het sportcomplex van Quick 1888 aan de Dennenstraat in Nijmegen een gedenksteen onthuld met de namen van veertien leden die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.
Een late stap, dat wel, maar wel met een lange voorgeschiedenis die ook deze stap kan verklaren. Allereerst het gegeven dat het clubarchief tijdens de Duitse bezetting volledig werd vernietigd, maar dat de belangrijke Quickblaadjes van vóór en na de oorlog wel bewaard zijn gebleven. Een tweede belangrijke bron was natuurlijk de KNVB waar de ledenadministratie werd bijgehouden en waar ook direct na de oorlog, rond 1949, een overzicht werd gepubliceerd met de namen van de oorlogsslachtoffers. Helaas zonder koppeling met de betreffende vereniging.
Initiatiefnemer Peter van Schaijk, zelf oud Quick-lid en bestuurslid van stichting in paradisum heeft rond 2016 contact gezocht met sportjournalist en historicus Jurryt van de Vooren. De hieruit voortvloeiende contacten en de samenwerking met de KNVB heeft er toe geleid dat nu wel deze koppeling kon worden gemaakt en zodoende ook de namen van de Quick-leden een gezicht kregen.
Op de begraafplaats Daalseweg zijn drie van deze Quick-leden begraven. De graflocaties zijn bekend en ook de grafmonumenten zijn in redelijke staat.
Adrianus (André) Brouwer
Adrianus (André) Brouwer werd geboren op 31-08-1919 in Nijmegen en overleed op 22-02-1944. Hij was de zoon van Adrianus Brouwer sr. en Anna Gerrits. Hij was één van een tweeling(broer Peter) en nog een zus Maria die bij zijn geboorte 15 jaar oud was. Zij trouwde in 1932 met Thedoor van Vuurden.
Vader André was rioolwerker en zijn moeder runde een groentewinkel aan de Zeigelbaan nummer 72.
Summiere gegevens opgehaald uit de jaargangen van de Quickblaadjes: mei 1936 een verslag van een beslissingswedstrijd van de A-junioren tegen Elistha dat rechtsbuiten Brouwer de 1-0 achterstand om zette in een 2-1 voorsprong en zo het kampioenschap behaalde. Juli 1936 vermeld dat hij over de gehele competitie 10 doelpunten maakte als midvoor.
André trouwde op 29-10-1940 met de 20-jarige Elisabeth Christina Elbers, dochter van de schilder Chris en Maria Theunissen. Hij had aan de Zeigelbaan de groentewinkel van zijn in oktober 1940 overleden moeder voortgezet. Vader Brouwer sr. verhuisde toen met zijn zoon Peter naar de Daalseweg. Het huwelijk van André jr. liep snel uit op een echtscheiding. Zijn woonhuis kreeg op 22 februari 1944 een voltreffer en André is daarbij omgekomen, samen met zijn vriendin Riet Wannet. André’s stoffelijke resten zijn pas weken later teruggevonden en hij is pas op 18 maart 1944 begraven op de Daalseweg, vak 08-01-18.
Het graf van Jo Schippers
Johannes Antonius (Jo, bijnaam ’t Schippertje) Schippers werd geboren op 08-10-1918 in Nijmegen en overleed op 26-09-1944. Hij was de zoon van Antonius Gerardus Schippers en Jacoba Petronella Peters. Het gezin woonde in de Waterstraat nummer 214.
Jo was in de oorlogstijd controleur van de Crisis Controle Dienst(CCD), een Nederlandse overheidsdienst die gedurende de Duitse bezetting onder meer de taak had om de wijdverbreide zwarte handel te bestrijden.
Gegevens uit de Quickblaadjes: Jo was een neef van Jo Schippers, voorzitter van Quick, en heeft een tijdje in het eerste elftal gespeeld samen met o.a. Han Engelsman. Verder geen gegevens kunnen vinden.
Jo was verloofd met H.G. Verhoogt en tijdens de uitoefening van zijn dienst is hij op 26 september 1944 bij een granaatinslag op de Sint Annastraat ter hoogte van het viaduct tegenover, waar vroeger de garage Van den Bosch en Jansen was gevestigd, dodelijk getroffen.
Hij werd begraven op de begraafplaats aan de Graafseweg en op 21-06-1945 bijgezet in het graf van zijn vader op de Daalseweg vak 05-08-03. Gelijktijdig en vanuit dezelfde situatie, werd ook zijn neefje O.A.J. de Bruijn, 8 maanden oud, overleden op 25-11-1944 en zoon van J.H.Th. de Bruijn en Th.H. Schippers, hier bijgezet.
Jan Witjes
Johannes Paulus Wilhelmus (Jan) Witjes werd geboren op 25-11-1923 te Nijmegen en overleed op 02-10-1944. Hij was de zoon van Paulus Johannes Witjes en Adriana Bernts. Jan woonde met zijn zussen Liza en Paula aan de Grote Markt 23, waar zijn ouders het bekende café-restaurant De Oude Laeckenhal dreven.
De enige vermelding in het Quickblaadje is van mei 1943 waarin hij over is naar werkend lid senioren.
Op 2 oktober 1944 wilde Jan naar de kruising van de Burchtstraat met de Broerstraat. Hij wilde kijken naar hoe een bulldozer het door het bombardement van 22 februari verwoeste hoekpand ging opruimen. Moeder vond het maar niks, het was onrustig in de lucht en er klonken regelmatig granaatinslagen. Onderweg naar genoemde kruising is hij getroffen. Hij probeerde nog naar huis te lopen, hij had een grote buikwond. Toen enkele mannen hem de kelder van het restaurant indroegen was hij al overleden.
Pas op 16-03-1945 is hij bijgezet in het graf van zijn grootouders Witjes-Driessen in vak 06-07-06 op de Daalseweg.
“.. Hier liggen de getelden, steen aan steen…” Presentatie van het zojuist verschenen boek van Wim Desserjer, d.d. 24 juni 2022.
De leiding van de avond lag in handen van Rob Jaspers, voormalig hoofdredacteur van “de Gelderlander”, ten overstaan van vrienden en belanghebbenden van Begraafplaats Daalseweg, en bestuurders en deelgenoten in het tot stand houden van deze begraafplaats.
De bijeenkomst was verlichtend en feestelijk, en dat in de Lutherse kerk van Ds. Perla Akerboom, waar menige, serieuze en plechtige en minder plechtige bijeenkomsten van de Stichting in Paradisum in de loop der jaren hebben plaatsgevonden, ook jaarlijks op 22-02 vanaf 1994, na elke bombardementsherdenking.
“Ik zal bij U zijn al de dagen”. staat levensgroot in goud op een steunboog frontaal in de kerk. Het past goed bij het boek van Wim, dat vanaf nu een vaste documentatie en getuigenis zal zijn, voor het eerst sedert het 137 jarig bestaan van de begraafplaats sedert de inwijding door deken J. Broekmeyer op 24 juni 1885. “Ik zal bij U zijn al de dagen”, komt voort uit Mattheus 28. En wie dat spannende troostrijke laatste hoofdstuk naleest, komt tot de conclusie, dat dood en leven met elkaar verbonden zijn, en dat belangen, recht en onrecht, en geld rondom – het graf en begrafenis- van alle tijden zijn.
Het is een grootse prestatie, het boek van Wim, dat alle belanghebbenden tevredenheid en rust, en veel informatie brengt, en Wim zelf voelt zich zo trots als een Pauw. Het is zeker een grote gouden Kroon op zijn levensinzet. Wim Desserjer hecht belang aan verbinding van volken en culturen, gezien zijn werk en studies en aspiraties in het leven. De Begraafplaats ligt aan zijn achtertuin, en is een bron van verbinding van maatschappelijke en menselijke culturen in het Nijmeegse.
Na een inleiding brengt hij dank uit aan velen. Vooral aan Peter van Schaijk en Bart Janssen, van de Stichting In Paradisum (STIPA), die hem veel inspiratie en kennis meegaven over de begraafplaats. Maar ook aan Loes Heiligers en Roos Biemans, die hem sterk met de redactie hebben geholpen en zeker ook aan Sjoerd de Vos, steun en toeverlaat, die zeer veel heeft betekend voor de lay-out en tekst en afbeeldingen vormgeving. En ook stelt Wim, daarbij , dat de Stichting In Paradisum een belangrijk vehikel in de totstandkoming is geweest. Ook veel dank gaat naar de eenparige bestuursgroep van de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen (SBN), Franc Korsten en Jacques Trum, de laatste die schitterende foto’s kan maken, en Franc die zich een betrokken bestuurder weet, zij hebben veel lief en leed en spanning gedeeld met de ontwikkelingen vanaf 1988. Zij worden deze avond vertegenwoordigd door Joost Meertens, vaste en trouwe medewerker van de SBN.
De overhandiging van het boek aan de burgemeester
Sedert 2010, sedert zijn komst bij de Stichting In Paradisum werkte Wim eerst aan de oude geschiedenis van de Begraafplaats, maar eigenlijk sedert 2018 is hij volledig aan de slag gegaan met een ruime opzet. Het is een compleet boek, met de oude en nieuwe geschiedenis, Funeraire Expressie, stijlen en symboliek, steenhouwers en kunstenaars, en Flora en Fauna op de Daalseweg. En..een ” Funerair Gastenboek “. Een begrip door Wim zelf bedacht in samenspraak met zijn broer. Het suggereert poëtisch de verbintenis tussen dood en leven en passanten, zoals bij een groot hotel in allerlei tijdsepisoden. Ongeveer honderd overledenen, bekende en minder bekende, …gasten… van de Begraafplaats worden daar beschreven, met verschillende-, ook dramatische- ,kleurrijke verhalen en afbeeldingen. Heel boeiend en inspirerend voor de rijkheid van de stad Nijmegen in al haar geledingen, en mensen. Niet te vergeten de tweede wereldoorlog en 22 februari 1944. Dus vroeger, en ook burgers van nu.
Een hele eer en een verrassing was, dat John Vaessen en een delegatie uit Roermond die avond aanwezig waren, een eerste boekexemplaar ontvingen en een feestelijke voordracht hielden. John Vaessen en de zijnen hebben te Roermond de uiterst goed onderhouden Begraafplaats; “D’n Ajen Kirkhof , Graven en Grafkelders” beschreven in een schitterend boek, al jaren eerder, en dat heeft als voorbeeld gediend voor Wim, om het ook zó te willen vormgeven. Wim is opgegroeid te Roermond en grootouders van hem zijn op de Ajen Kirkhof begraven. Natuurlijk was het een grote eer, eerste boek- exemplaren uit te reiken aan burgemeester Hubert Bruls, Sjoerd de Vos en aan Joost Meertens van de SBN. Hubert Bruls feliciteerde ook de STIPA voor haar jarenlange inzet bij de bewogen geschiedenis van de Begraafplaats, waar zéér veel belangen en polemieken hebben gespeeld. Pepijn Oomen voorzitter van de STIPA bedankte ook alle steungevers, bij de geboorte van deze monumentale uitgave. Joost Meertens dankte voor de vruchtbare samenwerking tussen de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen en de STIPA.
Het was 24 juni verlichtend en feestelijk nogmaals, omdat door het boek van Wim Desserjer een meerwaarde erkenning en status is ontstaan voor vroeger, en nu, en later van de Begraafplaats Daalseweg. Waarbij hopelijk krachten naar voren komen voor gebruik en behoud in de toekomst.
“ Wim,……met zo’n belangrijk en goed, en mooi boek, kun je thuiskomen!!”
Edo Fennema, bestuurslid STIPA en haar voorgangers.
Over Begraafplaats Daalseweg. “…hier liggen de getelden, steen aan steen …”.
“Met Begraafplaats Daalseweg heeft Wim Desserjer een prachtig en respectvol document geschreven voor u als lezer en voor alle nabestaanden als een blijvende herinnering. Aan u als lezer kan ik alleen maar zeggen: ”Lees het als een boek; bewaar het als een naslagwerk”.
Franc Korsten, bestuurder Stichting Begraafplaatsen Nijmegen (Voorwoord, Begraafplaats Daalseweg, p. 9)
“… Blij werd ik afgelopen maand van de nieuwe boeken over de kerkhoven Rustoord en Daalseweg. Ze brengen oude herinneringen naar boven aan bijzondere én gewone mensen […]. Dankzij het boek over Daalseweg snap ik bovendien eindelijk meer van de symboliek van de grafkunst …”.
Rob Jaspers, columnist De Gelderlander (’T PLEIN, De Gelderlander, 8 juli 2022)
“In Paradisum presenteert een prachtig boek over begraafplaats Daalseweg. Wij willen als bestuur en vrijwilligers van de Stichting Oude Kerkhof uit Roermond auteur Wim Desserjer en Stichting In Paradisum van harte feliciteren met het resultaat en zijn verheugd dat wij ooit als voorbeeld en inspiratie hebben gediend”.
“ … over de uitgave. Die is in één woord geweldig. Een prijs waardig. Zelden heb ik zo´n fraai verzorgd boek gezien. De opmaak is bijzonder smaakvol, mooie letter, elegante bladzijdenummering, het geheel grafisch een lust voor het oog. Ook de welverzorgde noten zijn voorbeeldig in het boek opge-nomen. De afdrukkwaliteit van de vele foto´s en illustraties is werkelijk verbluffend, mede dankzij het goed gekozen papier. Ook in boeken die veel duurder zijn, vind je maar zelden deze kwaliteit”.
Ger Desserjer, Nijmegen (mailbericht, 5 juli 2022)
“Als ouders van Yara zijn wij niet de eersten om je te feliciteren en complimenteren met het prachtige boek over Daalseweg. Vrijdagavond kwam het daar niet van. Graag sluiten wij ons aan bij de lovende woorden van Rob Jaspers. Voor ons als nabestaanden is het speciaal dat het verhaal van Yara en ook haar grafmonument een plaats hebben gevonden tussen de overige ‘gasten’ en wetenswaardigheden. Zeer bedankt voor je grote inzet en het waardevolle resultaat”.
Peter Fest, Nijmegen (mailbericht, 25 juni 2022)
“… ik heb het boek over de begraafplaats Daalsche Weg ontvangen en spreek mijn grote waardering uit. Prachtig beschreven, historisch van top kwaliteit, compleet in al zijn details. Met prachtig beeld materiaal. Kortom een meesterwerk . Mijn dank ervoor”.
Drs. W.A.M. De Bruijn, Apeldoorn (mailbericht, 9 juli 2022)
“Wat fijn om er gisteravond bij geweest te zijn, ik vond het echt een mooie boekpresentatie, ook met humor en al, een fijne sfeer. Maar helemaal prachtig is het boek”.
Sari Koppens, Nijmegen (mailbericht, 25 juni 2022)
“Gisteren kocht ik in het antiquariaat van Eugène Jeurissen in Beek het prachtige boek over de begraafplaats aan de Daalseweg. Ik wil u alleen maar even laten weten dat ik er heel blij mee ben. Prachtige informatie en goed bij elkaar gebracht. Nogmaals complimenten voor het boek”.
Prof. Dr. Peter Nissen, Nijmegen (mailbericht, 9 juli 2022)
“Ik vind het een eer om als burgemeester van Nijmegen het voorwoord te schrijven in het eerste boek dat gaat over de geschiedenis en schoonheid van de begraafplaats Daalseweg. […] Na het lezen van dit boek kijkt u echt anders naar deze bijzondere begraafplaats midden in Nijmegen-Oost. Zo komen de geschiedenis en de boeiende verhalen voor u tot leven […]. Ik feliciteer Stichting In Paradisum en de ‘Vrienden van Daalseweg’ met deze mooie uitgave en zie het als een kroon op uw jarenlange inzet en ijver voor het behoud van de begraafplaats Daalseweg”.
Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen (Voorwoord, Begraafplaats Daalseweg, p. 8)
“Van harte gefeliciteerd met de uitgave van het boek Begraafplaats Daalseweg. Het is een goed gedocumenteerd werk en de uitvoering met onder andere foto’s en overzichten ziet er zeer verzorgd uit”.
Zr. Laetitia Aarnink, regionaal overste Zusters JMJ, Den Bosch (brief, 7 juli 2022)
van Rob Jaspers, De Gelderlander, 9 juli 2022
Ik dwaal graag over begraafplaatsen. Ik let dan op de namen op de grafstenen, let op leeftijden, data van overlijden. Probeer me voor stellen wat er gebeurd is als je plots reeksen graven met doden uit een bepaalde periode treft.
Op de militaire eregrafvelden word ik stil als ik op de leeftijden let van de gesneuvelde militairen. De omvang van die grafvelden zorgt telkens voor een confrontatie. Zeker nu weer met die waanzinnige vernietigende Russische oorlog in Oekraïne.
Het is mooi dat op steeds meer plekken vrijwilligers, vaak ook, jongeren, die gesneuvelde militairen een gezicht en verhaal geven.
Op oudere begraafplaatsen verrast de natuur rond de graven me vaak. Begraafpark Heilig Land Stichting is wat het groen betreft helemaal bijzonder. Is sinds 2004 zelfs een Rijksmonument.
Blij werd ik afgelopen maand van de nieuwe boeken over de kerkhoven Rustoord en Daalseweg. Ze brengen oude herinneringen naar boven over bijzondere én gewone mensen die ooit in Nijmegen woonden en werkten. Opvallend trouwens dat velen op deze eeuwige rustplaatsen oorspronkelijk van elders kwamen, maar uiteindelijk een grote verbondenheid kregen met Nijmegen.
In het boek over de Daalseweg wordt ook stilgestaan bij de acties die in de jaren negentig gevoerd werden voor behoud van dit kerkhof. Ooit betitelde de gemeente deze begraafplaats ‘als een storend element in de wijk’. Er moesten hier woningen komen. Gelukkig is dit voorkomen. Het is een rustplek met bijzondere geschiedenislessen over onder meer de pijn van het februaribombardement in 1944 en de frontstadperiode. De namen van ondernemers hier vertellen weer het verhaal van Nijmegen als industrie- en winkelstad. Je wordt ook verrast door de vele kunstenaars die hier liggen. Dankzij het boek snap ik bovendien eindelijk meer van de symboliek van de grafkunst.
Het boek Begraafplaats Daalseweg “…Hier liggen degetelden, steen aan steen…” is te koop in de boekhandel of via stichtinginparadisum@kpnmail.nl.
van Peter Nissen, 13 juli 2022
VAN DE SCHOONHEID EN DE TROOST (816)
“Op 28 mei (aflevering 770) vertelde ik enthousiast over het boek van Peter Altena en Peter de Beukelaer over de in oorsprong protestantse begraafplaats Rustoord in Nijmegen, geopend in 1897. Twaalf jaar eerder, in 1885, was de katholieke begraafplaats aan de Daalseweg, ook in Nijmegen-Oost, in gebruik genomen. Ook over die historische begraafplaats is zojuist een prachtig boek verschenen. Het is van de hand van Wim Desserjer, geboren in Roermond en (net als ik) oud-leerling van het onvolprezen Bisschoppelijk College in die stad. Na een loopbaan in het onderwijs, het ontwikkelingswerk, het onderzoek en het advieswerk, onder meer bij het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen van de Nijmeegse universiteit, werd hij na zijn pensioen in 2010 vrijwilliger bij de stichting In Paradisum, die zich inzet voor het behoud van historische begraafplaatsen.
De vrucht van dat vrijwilligerswerk is het kloeke boek over de begraafplaats, met een mooie, aan een gedicht van Chris J. van Geel ontleende ondertitel: ‘Begraafplaats Daalseweg. Hier liggen de getelden, steen aan steen…’. Het boek heeft een heel andere opzet dan dat over Rustoord. Terwijl de beide Peters in dat boek aan de hand van 65 foto’s van graven iets vertellen over evenveel begravenen (eigenlijk iets meer, want soms liggen er meer mensen in één graf), biedt Wim Desserjer een omvattend overzicht van de aanleg en de geschiedenis van de begraafplaats, van de stijlen van grafmonumenten en ornamenten en zelfs van de flora en fauna op de begraafplaats, en dan – hoofdmoot van het boek – in chronologische volgorde de levensgeschiedenis van ruim negentig mannen en vrouwen en hun graven, plus nog enkele groepsgraven van priesters, zusters, broeders en paters.
De begraafplaats aan de Daalseweg was immers, zoals gezegd, het rooms-katholieke kerkhof van Nijmegen. Tot 1885 begroeven de katholieken hun doden op de gemeentelijke begraafplaats aan de Stenenkruisstraat. Maar niet alleen dreigde daar plaatsgebrek te ontstaan, ook kregen de katholieken in die tijd van confessionele segregatie behoefte aan een eigen begraafplaats. De eerste begrafenis, op 22 juni 1885, was meteen al een bijzondere: die van Alphonsje Buhrs, het driejarig zoontje van een Amsterdamse notaris, in Nijmegen overleden en begraven onder een sokkel van gestapelde rotsblokken met daarboven een gebeeldhouwd boomstammenkruis. Na Alphonsje volgden er nog velen, mannen en vrouwen, eenvoudige mensen en hooggeplaatsten, rijken en armen, kunstenaars en arbeiders, en het is zoals de auteur in de inleiding zegt: ‘Elk graf vertelt een uniek verhaal.’ Die verhalen vertelt Wim Desserjer op een boeiende wijze. Zij vormen een neerslag van de emancipatie van de katholieken in Nijmegen, dat tot het begin van de twintigste eeuw nog door een protestantse elite werd gedomineerd. Wij horen over katholieke ondernemers en middenstanders, kunstenaars en journalisten, hoteleigenaars en onderwijzers, bankdirecteuren en banketbakkers, uitgevers en chocoladefabrikanten, zoeaven en componisten, militairen en operazangers, schoenmakers en ambtenaren, caféhouders en krakers, en ook over enkele hoogleraren van de bijna honderdjarige universiteit.
Achter in het boek staat een plattegrond van de begraafplaats met de nummers van de vakken. Die maakt het mogelijk om de graven, voorzien van een nummercode, terug te vinden. Bij mijn komende bezoeken aan de begraafplaats gaat het boek van Wim Desserjer in de rugzak mee. En dan ga ik ze groeten: de dichter Gerard Bruning, de kunstenaar Henri Leeuw junior en zijn broer Oscar, de letterkundige en pleitbezorger voor katholieke wetenschappers Maarten (Tinus) Poelhekke, de kunstenaar Ted Felen, en vele vele anderen”.
Stichting In Paradisum Bert Eggelaar Peter van Schaijk Wim Desserjer
Beknopt overzicht
1994
Op begraafplaats Daalseweg zijn ruim 300 slachtoffers van het bombardement op Nijmegen dd. 22 februari 1944 begraven. Niet elk slachtoffer kreeg destijds een eigen grafmonument.
In 1994 heeft het bestuur van de stichting In Paradisum -in goed overleg met de stichting Begraafplaatsen Nijmegen (SBN)- besloten om het eigen graf van vijftien bombardements-slachtoffers, waarvan geen monument (meer) aanwezig was, te voorzien van een houten kruis. Aldus werd zichtbaar gemaakt wie op die plaats begraven was en werd herdenken concreter. De Hobbywerkplaats achter het NS-station vervaardigde de kruisen.
volgnummer
ligging
naam
geboortedatum
1
01-02-01
OUDVORST, A.
28-06-34
2
01-02-06
POL, G.J. v.d.
07-03-1932
3
08-01-12
BEEK, A.A. van
23-10-13
4
08-01-19
MALLO, M.
02-07-31
5
08-01-22
BLOEMBERG, J.M.
12-09-83
6
08-01-28
KLAASSEN, J.H.
26-11-02
7
08-01-28
KLAASSEN-REINDERS, M.
23-05-02
8
08-02-18
BEEK, G.H. van
28-04-22
9
08-02-25
GOOSSENS, W.Chr.
31-03-99
10
08-02-26
MEGEN, A. van
08-10-79
11
12-05-08 nr.9
DIJK, W. van
30-10-18
12
13-05-09
ENGELENBURG, B.J.J. van
30-07-29
13
35-03-20
BAAL, M.B. van
07-01-05
14
35-03-21
CUPPENS, H.L.
12-04-93
15
35-03-26
VERGEER, J.
18-01-98
uit: Bart Janssen ‘Bombardementsslachtoffers zonder monument’, Nijmegen, 14 juni 1995
2019
25 jaar later zijn bijna al deze 15 houten kruisen geheel of gedeeltelijk vergaan. Opnieuw vroeg de stichting In Paradisum de hulp in van de Hobbywerkplaats om de kruisen te herstellen danwel te vernieuwen.
Op de NL DOET-dag in maart 2019 werden de eerste drie kruisen herplaatst door burgemeester Bruls, wethouder Vergunst en SBN-bestuurder Korsten.
2019: plaatsing kruisen op het graf van G. van Beek (8), W. Goossens (9) en A. van Megen; (10)
2022
Onder meer door naleving van coronamaatregelen konden de overige 10 kruisen nog niet geplaatst worden. Stichting In Paradisum is zeer verheugd dat een aantal leden van het team Veteranen Sunset March bij het plaatsen van laatste kruisen wil meehelpen.
Het zal een bijzondere gebeurtenis zijn die op gepaste wijze aandacht zal krijgen. Het betreft de graven van onderstaande personen. Van een enkeling kan wellicht nog een nabestaande worden verwittigd en uitgenodigd. Het voornemen is erop gericht om deze kruisen op zaterdag 24 september aanstaande te gaan plaatsen.
locatie 01-02-01 André van Oudvorst zat op school in de Hertogstraat waar zijn vader onderwijzer was. Wachtend bij de tramhalte op het Kelfkensbos werd hij door een bomscherf in zijn hoofd getroffen en overleed ter plaatse. Zijn vader vond hem kort daarop en terwijl hij hulp ging halen werd het lichaam meegenomen. Zijn ouders hebben het lichaam niet meer gezien en ook niet geïdentificeerd.
locatie 01-02-06 Gerrie van de Pol was de zoon van vader (onbekend) en Geertruida van de Pol. Hij was leerling van de Josephschool, Kelfkensbos. Over zijn locatie tijdens het bombardement is niets bekend.
locatie 08-01-12 Ad van Beek was de zoon van Antonius A.A. van Beek en Gerarda Baltessen. Hij trouwde met Johanna Phoelich en werd vader van een kind. Hij werkte bij de Deutsche Feldpost in het pand van Vroom en Dreesmann. Hij is onderweg naar zijn werk omgekomen.
locatie 08-01-19 Marietje Mallo zat op school in de Doddendaal in de klas van zuster Johanna. Tijdens het luchtalarm zaten de leerlingen in de kelder en mochten daarna naar huis. Marietje bleef met drie vriendinnen achter om zuster Johanna te helpen. Kort erop ging zij met een vriendinnetje naar huis richting Zeigelbaan. Beide meisjes zijn onderweg door het bombardement omgekomen.
locatie 08-01-22 Anna Bloemberg, dochter van Hendrikus W. Bloemberg en Anna Maria Wegh, was huishoudster van de heer H.W.Sepmeijer. Zij is tegelijkertijd met haar werkgever omgekomen in het huis aan Krayenhofflaan 128, bij het vallen van de laatste bommen in Nijmegen op 22 februari ’44.
locatie 12-05-08/9 Mientje van Dijk was hulp in de huishouding in het gezin Van Lent-van Summeren in de Kroonstraat 25. Zij is daar met moeder Van Lent-van Summeren, haar vijf kinderen, haar zus en haar zwager, Piet en Wil Geurts-van Summeren, omgekomen. Mientje kon worden geïdentificeerd tussen het puin aan de hand van een medaille uit Lourdes die zij altijd droeg.
locatie 13-05-08/09 Breunis woonde met zijn moeder Wilhelmina Johanna Antonia van Engelenburg bij zijn oma aan de Parkdwarsstraat. Zijn vader was niet bekend, maar was in Duitsland tewerkgesteld, naar men zei. Breunis was buiten aan het knikkeren toen de bommen vielen. Hij raakte zwaar gewond en is kort daarop overleden.
locatie 35-03-20 Maria was de dochter van Gerardus Johannes Alowisius van Baal en Maria Bregitta Vendel. Ze is samen met haar zus Hendrika getroffen door de bominslag in de Molenstraatkerk op 22 februari 1944. Haar naam en die van haar zus staan vermeld op de plaquette in deze Petrus Canisiuskerk.
locatie 35-03-21 Henricus Cuppens woonde met zijn vrouw Maria M. Giesbers en zes kinderen aan de Berg en Dalseweg waar hij een aannemersbedrijfje dreef. Daarnaast werkte hij als doodgraver en aanzegger – binnen de parochie van St.-Stephanus – bij een begrafenisonderneming. Op 22 februari was hij gekleed in doodgraversuniform onderweg naar enige adressen waar hij een overlijden moest aanzeggen. In de tram op het station is hij bij het bombardement omgekomen.
locatie 35-03-29 Jan Vergeer was de zoon van Willem Vergeer en Theodora Fest. Hij was getrouwd met Maria W.Gerritsen en had drie kinderen. Hij was trambestuurder van tram nr. 25, op tramlijn 1. Deze tram stond tijdens het bombardement van 22 februari 1944 op het Stationsplein en werd door de bommen getroffen. Jan Vergeer overleed ter plaatse.
Foto’s en beschrijvingen; uit Bart Janssen De pijn die blijft, Nijmegen, 2005.
Geschreven door Michiel van Heijst, hoofdredacteur van RN7 de publieke omroep voor het Rijk van Nijmegen. 19 juni 2022 14:08
“Het is een dodenakker, maar ook een levend kerkhof.”
Begraafplaats Daalseweg. Foto: RN7
NIJMEGEN – Midden in de stad, ingeklemd tussen huizen, drukke wegen, en een grote supermarkt, stappen we een oase van rust in. We zijn op de bijna 140 jaar oude begraafplaats aan de Daalseweg, samen met Bert Eggelaar, die er als vrijwilliger rondleidingen geeft. “Ik heb vaak mensen in de rondleiding die er al tig keer langs zijn gelopen, maar nog nooit erop,” vertelt hij.
Loop een rondje met Bert Eggelaar over de begraafplaats, en de prachtige verhalen vliegen je om de oren. Hij weet zo veel, dat hij zijn rondleidingen met gemak aan zijn publiek aanpast. Elke rondleiding is dus uniek. Met sommige plaatsen heeft hij zelf net wat meer, zoals met het monumentje voor de kleine Corrie uit Wijchen, die slechts een jaar leefde (1922-1923). Het is een gedetailleerd beeldje, dat volgens Eggelaar veel mensen aangrijpt. Hij waarschuwt zijn bezoekers daar soms ook voor. “Vooral jonge ouders hebben het er wel eens moeilijk mee.”
Eggelaar geeft zijn rondleidingen namens Stichting In Paradisum, die als doel heeft de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. Bijna elke dag loopt Eggelaar, die twee straten verderop woont, wel een rondje over de begraafplaats, ook als hij geen rondleiding geeft. Hij houdt van de plek: “Het is een begraafplaats, maar ook een begraafpark. Een oase in de stad.” Misschien schrikt het mensen af dat het hier als vanzelfsprekend over de dood gaat? “Ondanks dat het een dodenakker is, is het een levend kerkhof. Er worden nog steeds mensen begraven.”
In voortbestaan bedreigd
Het voortbestaan van de begraafplaats stond meermaals ter discussie, voor het eerst in 1940. De begraafplaats was ingesloten door bebouwing, en uitbreiding was niet meer mogelijk. Toch bleef de deze tijdens de Tweede Wereldoorlog in gebruik. Meer dan 300 slachtoffers van het bombardement op Nijmegen van 22 februari 1944 vonden hier hun laatste rustplaats. De ‘oase in de stad’ kwam de oorlog niet ongeschonden door. Eggelaar laat de kogelgaten in één van de monumenten zien. Het gaat om het monument van de familie Smulders. “Die had een rederij, en heeft onder andere materialen vervoerd voor de aanleg van het Suez kanaal,” vertelt Eggelaar.
Uiteindelijk werd de begraafplaats in 1948 alsnog gesloten, en een groot deel van de graven geruimd. Bijna een halve eeuw later, in 1995, kwam renovatie en opnieuw gebruik.
Bekende doden
Er liggen ook bekende mensen begraven aan de Daalseweg. Zo is er een familiegraf van de familie Vroom en Dreesman, oprichters van het voormalige warenhuis. Ook de in 1995 vermoorde activist Louis Sévèke ligt hier. Eggelaar wijst ons ook nog op het graf van de familie Van Woerkom. “De eigenaars van de eerste echte Nederlandse supermarkt, in 1946 aan de Molenstraat.” Het gaat om het pand waar nu overigens nog steeds een supermarkt zit, maar dan onder de naam Coop.
Eggelaar weet nog niet of hij ook zelf hier begraven wil worden. “Maar áls ik zou willen liggen, dan onder één van die grote dikke beukenbomen.”
Vanaf het moment, rond 1994, dat wij als stichting zijn begonnen met het inventariseren van alle grafmonumenten op de Daalseweg, werden er ook regelmatig “zwerfletters/ cijfers/ speciale tekens” gevonden, meestal in brons, aluminium of roestvrij staal in vele soorten en maten.
Een kist vol, ongeveer honderd stuks. Een jaartje terug besloot een klein werkgroepje toch hiermee aan de slag te gaan. Een helse klus, eerst alles in een sorteerbak rangschikken op grootte en dan met de bak de begraafplaats op en per vak gaan zoeken naar de grafmonumenten met ontbrekend metaalwerk. De 15-jarige Tobias wilde ook wel meehelpen en dat bleek een gouden greep. Hij slaagde er snel in vele combinaties adequaat te koppelen aan de lege plekken.
Wat er overblijft na deze zoektocht, na het vergelijken, na de belangrijke administratieve duiding, waren een stuk of 25 zakjes gevuld met metaal.
Steenhouwerij van Leeuwe gaf ons raad en ook mochten wij gebruik maken van een, speciaal voor dit werk, bestemd lijmpistool gevuld twee componentenlijm.
We zijn vol goede moed zaterdag 20 augustus jongsleden aan de slag gegaan en hebben zo de door ons aangemerkte monumenten kunnen behandelen.
Namens Bert Eggelaar, Wim Desserjer, Peter van Schaijk en zijn kleinzoon Tobias van Schaijk.
Op 10 en 11 september 2022 bent u van harte welkom in Nijmegen.
Meer dan 50 monumenten zijn te bezoeken in de oudste stad van Nederland. Er zijn tal van rondleidingen, lezingen en exposities. Ook onze stichting is weer present op onderstaande begraafplaatsen.
Begraafplaats Dorpsstraat
za 11:00-17:00 | reserveren niet nodig | rolstoeltoegankelijk
Doorlopend rondleidingen met extra aandacht voor duurzaamheid.
Het kerkhof bij het witte kerkje sloot in 1890 zijn poorten, omdat daar sinds de opening van de Algemene Begraafplaats aan de Graafseweg in 1881 geen overledenen meer werden begraven. Op de kleine begraafplaats zijn nog 30 grafstenen aanwezig.
Begraafplaats Stenenkruisstraat
za 11:00-17:00 | zo 11:00-17:00 | reserveren niet nodig | niet rolstoeltoegankelijk
Rondleiding om 13u en 14.30u met extra aandacht voor het thema duurzaamheid
Deze begraafplaats buiten de stadspoorten was groter dan tegenwoordig en kende oorspronkelijk een protestants, katholiek en Joods deel. Bekende Nijmegenaren zoals Quack, Noorduyn en In de Betouw zijn hier begraven.
R.K. Begraafplaats Daalseweg
za 11:00-17:00 | zo 11:00-17:00 | reserveren niet nodig | rolstoeltoegankelijk
Open inloop zonder reserveringen.
Rondleiding om 13u en 14.30u met extra aandacht voor het thema duurzaamheid, start bij grote toegangspoort
Stadsarchitect J.J.Weve ontwierp deze ommuurde begraafplaats in de vorm van een padenkruis. Aan de met rode beuken beplante hoofdpaden staan de grafmonumenten van belangrijke Nijmeegse families als Dreesmann, Terwindt en Dobbelmann en van plaatselijke kunstenaars als C.A.P. Ivens, H. en O. Leeuw en J.J. Weve zelf.
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2022.
Stichting In Paradisum Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl
Het overkomt me niet vaak dat bij de lezing van een aflevering van Het Bulletin van In Paradisum het water me in de mond loopt, maar bij deze tweede editie van 2022 is het gebeurd. Dat is te danken aan het artikel van Peter van Schaijk over de familie Van den Dungen, van de Chocoladefabriek aan de Groenestraat. Neemt u bij dit artikel een lekker stukje chocola voor de optimale ervaring.
Maar ook de artikelen over docent Ubachs en redacteur Van der Lans zijn zeer de moeite van het lezen waard. Ze doen je verlangen naar het boek van Wim Desserjer, waarin tal van andere verhalen over de op de Daalseweg begraven Nijmegenaren te vinden zijn. In dit Bulletin leest u ook daarover goed nieuws: dit boek komt eind juni uit. Het is nog mogelijk om in de voorverkoop uw exemplaar te bestellen!
Meer verheugend nieuws: In Paradisum zal in de komende zomerperiode – nu de Coronapandemie voorlopig (en hopelijk voorgoed?) achter ons ligt – zoals voorheen gebruikelijk weer rondleidingen over de begraafplaatsen Stenenkruisstraat en Daalseweg verzorgen en ook met de Open Monumentendagen laten we ons niet onbetuigd. Kortom, het bestuur is weer druk als vanouds. Gelukkig is het bestuur met de komst van Alex de Meijer als secretaris weer voltallig. Alex, van harte welkom!
Ten slotte wijs ik u graag op de tentoonstelling “Vrede, vrijheid en een onsje geluk” in de Molenpoortpassage, waaraan ook In Paradisum bijgedragen heeft. Want in deze roerige tijden in het oosten van ons Europa is het goed om ook stil te staan bij het verleden. Wat de Oekraïners nu overkomt, wijkt niet af van wat ons nog niet eens zo lang geleden is overkomen. Om Van Randwijk te citeren: “Zoek niet de doden, zoek de levenden. Zoek daar waar dit volk woont en werkt. Zie hoe wijd zijn land is, hoe hoog zijn hemel, hoe dichtbij het ruisen van de geweldige zee. In deze gewesten zijn vrede en vrijheid groot geworden. Zij zijn de vruchten van geestelijke zuiverheid, eerlijk denken, naastenliefde en geloof. Bedenk, dat hetgeen gisteren bedreigd werd, heden en morgen opnieuw in gevaar kan verkeren. Bescherm het en wees waakzaam.”
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl
Het begint allemaal bij Johannes (Jan) van den Dungen die op 19 maart 1814 werd geboren in ’s-Hertogenbosch, overleden in Nijmegen op 15-12-1885, en op 2 mei 1844 in ’s-Hertogenbosch trouwt(RK) met Anna Maria Goëtte, geboren op 21 mei 1821 in ’s-Hertogenbosch en overleden in Nijmegen op 03-01-1898. Hij is van beroep koekenbakker en zij verhuizen direct na hun huwelijk naar Nijmegen, Smidstraat nummer 443 en daar begon hij zijn bakkerij en had in zijn winkel ook het alleenrecht voor de verkoop van allerlei theesoorten die hij verkreeg van de firma Jan van Rees en zoon te Zwolle. Zijn zoon Eduard zette de koekbakkerij enige tijd voort in de Lange Hezelstraat.
Een kinderrijk gezin, negen jongens en vier meisjes waarvan er drie jong zijn overleden.
Een goed RK gezin en gezien het feit dat Jan en Anna vrij direct na de opening van de begraafplaats Daalseweg zijn overleden, mag ik aannemen dat zij ook daar zijn begraven, echter geen bewijs hiervan kunnen vinden.
De andere zoon, Johannes Antonius, geboren op 15 maart 1845, overleden op 10-07-1914 te Beek, richtte in 1866 een koekbakkerij op aan de Broerstraat 44. Als koek- en banketbakker trouwt hij op 01-09-1869 in Utrecht met de 20-jarige Elisabeth Cornelia van Bunnik, geboren op 25-12-1848 te Utrecht, overleden op 13-09-1918 te Nijmegen (zij was woonachtig in Ubbergen), dochter van Paulus van Bunnik en Johanna Cornelia van Meeningen.
In de Gelderlander van 20-02-1867 wordt zijn winkel voor het eerst gemeld in een advertentie waarin hij, evenals zijn vader, theesoorten aanbied van eerder genoemde firma, adres: Broerstraat nummer 44. Het bovenpand wordt hun woonadres.
Ook hier is sprake van een kinderrijk gezin, vijf jongens en vier meisjes met een droeve nasleep dat hiervan vijf kinderen jong zijn overleden.
In een advertentie van november 1868 wordt zijn winkel aangeprezen als verkooppunt voor de voortreffelijke chocoladen, gemaakt van zuivere cacao en suiker, door het huis Franz Stollwerck te Keulen. Ook de apotheker Geerligs wordt een tweede verkooppunt en dit heeft alles te maken met het feit dat deze firma de stoom-chocoladen sterk aanbeveelt voor “zwakken, patiënten en herstellenden”.
Op dit adres richtte hij rond 1869 ook een banketbakkerij op en werd in 1871 de eerste machines geplaatst, wat later werd gezien als het startpunt van de fabriek. Een grote fabrieksruimte kwam in 1889 gereed en door verdere uitbreidingen groeide het bedrijf tot aan de Scheidemakersgas door.
Hun eerste zoon Paulus Johannes Joseph Antonius(Paul) van den Dungen, geboren op 21-04-1871 in Nijmegen en aldaar overleden op 15-05-1922.
Hij was chocoladefabrikant en trouwde op 17 mei 1898 te Nijmegen met Henriette Victoria Geertruida van den Bogaard, geboren te Nijmegen op 02-11-1872 en aldaar overleden op 27-06-1916, slechts 43 jaar oud, dochter van Hermanus Hendrikus van den Bogaard en Victoria Josepha Huberta van Aernsbergen.
De kinderen uit dit huwelijk (voor zover bekend):
Jan Victor Antoon van den Dungen, Nijmegen 01-12-1900, directeur van een N.V.. huwelijk op 01-06-1931 te Valburg met de 29-jarige Theodora Elisabeth Maria van Woerkom.
Herman Antonius van den Dungen, Nijmegen 26-04-1902 en aldaar op dezelfde dag overleden.
Herman Antonius van den Dungen, Nijmegen 09-04-1903 en aldaar 1 dag later overleden.
Herman Antonius Maria van den Dungen, Nijmegen 06-05-1904, van beroep mijn-ingenieur trouwde hij in Nijmegen op 14-02-1930 met Maria Johanna Antonia Tulleners, 25 jaar.
Victoria Maria Antonia van den Dungen, Nijmegen 13-08-1905 en aldaar overleden op 17-02-1925, 19 jaar oud.
Helena Elisabeth Antonia Johanna van den Dungen, Nijmegen 25-12-1907, huwelijk Nijmegen op 29-12-1941 met de 32-jarige employé Petrus Norbertus Justinus Maria van Riel.
Paul Johan Antoon van den Dungen, Nijmegen 19-07-1909 en aldaar overleden op 12-10-1910, 14 maanden oud.
Paul Johan Antoon van den Dungen, Nijmegen 30-04-1911 en aldaar overleden op 17-02-1912, 9 maanden oud.
Henricus Victor Antonius van den Dungen, Nijmegen omstreeks 1914. Radiotechnicus, huwelijk Nijmegen 19-08-1940 met de 23-jarige Ida Adriana Everdina Smits.
NN van den Dungen, meisje, levenloos geboren te Nijmegen op 28-02-1916
Na het overlijden van zijn vrouw trouwde Paul op 11-10-1917 te Ubbergen(2) met Johanna Gerardina Catharina Gunst, 39 jaar, geboren te Haarlem op 20-06-1878, overleden te Nijmegen op 11-06-1952, 73 jaar oud, dochter van Gerard Bernard Gunst en Julia Johanna Duppen. Onbekend is of er nog kinderen uit dit huwelijk zijn geboren.
Paul werd al snel betrokken bij al deze ontwikkelingen rond het bedrijf van zijn vader. Hij bouwde het koekbakkersbedrijf van zijn vader uit in de realisatie van een tweede winkel aan de Fransestraat 23 en een chocoladefabriek gelegen aan de Groenestraat in Nijmegen. Dit alles speelde in het jaar van zijn overlijden.
De vennootschap onder firma “Chocolaadfabriek J.A. van den Dungen” werd in 1921, met koninklijke bewilliging, omgezet in een naamloze vennootschap “Cacao- en Chocolaadfabrieken J.A. van den Dungen”. In hetzelfde jaar begon onder leiding van directeur P.N.M. Stuyt (Piet) de bouw van een chocoladefabriek aan de Groenestraat in Nijmegen, schuin tegenover de Guido Gezellestraat. Rond 1930 werd de naam gewijzigd in Van Dungen, nadat de banketbakkerij al in de jaren ’20 deze naam had aangenomen. Het bedrijf telde rond 1930 ongeveer 200 medewerkers. De beginperiode van de Tweede Wereldoorlog werd mondjesmaat productie geleverd en in 1943 werd zelfs op last van de Duitse bezetting de fabricage volledig gestaakt. Na de oorlog brak er gelukkig een bloeiende periode aan, vooral te danken aan de export naar Amerika.
Afhankelijk uit welke hoek de wind waaide, wees de geur van chocolade je de weg naar de fabriek van Van Dungen.
Van de vele soorten chocoladeproducten werden enkele zeer bekend. Hiertoe behoorden de Jamaicaanse rumbonen met op de verpakking de welbekende afbeelding van een Jamaicaan, lopend naast zijn volgepakte ezel.
Een ander bekend product was de Mekka-reep die overal goed werden verkocht. In deze 50-gram zware tabletten van melkchocolade met daarin hazelnoten en rozijnen verwerkt. Ze waren verpakt in de wel bekende blauwe wikkels met gouden letters. Men kon de wikkels sparen en bij inlevering van 6 stuks kreeg je 1 mekka gratis.
Na het overlijden van Piet Stuyt in 1972 werd het bedrijf verkocht aan Kwatta en ging de volledige productie over naar Breda. De Gemeente kocht in 1977 het terrein en werd de fabriek gesloopt voor de realisering van 76 woningen.
Kwatta kwam ook rond 1975 in zwaar weer terecht en werd uiteindelijk een aantal keren ingelijfd door Belgische bedrijven en kwam in 1996 wederom in handen van het Nederlands bedrijf CSM, in 2001 werd het merk Kwatta verkocht aan het Amerikaanse concern Heinz.
De herinnering aan deze tijd leeft nu nog voort in de welbekende doos van Van Dungen’s Jamaica rumbonen. Ik kocht ze vorige maand bij Trekpleister, hoe gek kan het gaan, en ze smaken nog eender ook. Een dun laagje chocolade, daaronder een harde container van suiker en binnenin de bruinige vloeistof, 2,7% alcohol is te lezen bij de productinformatie en ze worden gemaakt bij Cloetta Holland B.V. te Oosterhout(NB).
Paul van den Dungen, zijn eerste vrouw Henriëtte van den Bogaard en hun dochter Victoria werden te ruste gelegd op de begraafplaats Daalseweg, eerste klasse aardgraf voor drie personen in vak 26, rij 3 grafnummer 10. Helaas is het grafmonument geruimd.
Peter van Schaijk, 01-02-2022.
Bronnen: huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl wiewaswie.nl noviomagus.nl wikipedia.org RAN Nijmegen
Op 9 december 1959 overleed in Maastricht de heer Alphonse Johannes Gerardus Ubachs. Alfons Ubachs was op 8 februari 1896 in het Limburgse Meersen geboren.
Na de Openbare Normaalschool in Maastricht doorliep hij daar ook de Kweekschool.
Hij trouwde met Cornelia Anna Maria Hoenings. Het echtpaar kreeg zes kinderen: Jeanne, Rudy, Wiets, Wim, Wiesje en Peus.
Als oud-leerling van de Openbare Normaalschool had Alfons in die tijd weinig kans op een goede baan in het katholieke Maastricht en in 1923 besloot hij met zijn vrouw naar Nijmegen te verhuizen. Daar werd hij op de Ambachtsschool als docent in het vak wiskunde aangenomen. Eerst gingen zij wonen in de Barbarossastraat en in 1932 betrokken zij een woning in de Pater Brugmanstraat, waar hun huisnummer door een herindeling tweemaal gewijzigd werd.
Alfons Ubachs stond bekend als een vooruitstrevend leraar. Als een van de eerste leraren organiseerde hij schoolvoetbal en trok hij er regelmatig met de leerlingen op uit. Dat was in die tijd heel bijzonder.
Na zijn dagtaak op de Ambachtsschool gaf hij ook les op de avondschool en zelf in het weekend schroomde hij niet om les te geven. Zijn leerlingen beschreven hem als streng, maar menselijk. Naast zijn werk in het onderwijs was hij ook voorzitter van de vakbond St. Bernardus, speciaal voor docenten in het nijverheidsonderwijs.
Gedurende de oorlog was hij actief voor het illegale blad Christofoor. Na de oorlog werd hij lid van de NVB (Nederlandse Volks Beweging), die later zou overgaan in de Partij van de Arbeid.
De laatste jaren van zijn werkzame leven was Alfons Ubachs Inspecteur van het Lager Onderwijs. Het is niet bekend wanneer het echtpaar naar de Bieslanderweg in Maastricht verhuisde. Daar overleed hij op 9 december 1959. Hij werd bijgezet in het graf van zijn dochter Jeanne op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.
Deze Jeanne, de oudste dochter, was op 26 november 1945 aan longontsteking overleden. Als kind was zij door een val van de trap ernstig gehandicapt geraakt. Zij was pas 22 jaar, toen zij overleed. Zij werd begraven in vak 28, rij 6, graf 5. Haar vader Alfons is in dat graf bijgezet. Zijn echtgenote Cornelia Hoenings, die op 23 november 1973 op 79-jarige leeftijd overleed, mocht hier niet meer worden bijgezet, omdat de begraafplaats aan de Daalseweg als gesloten werd beschouwd. Zij ligt op “Jonkerbos” begraven.
“Gedreven, soms verbeten, voorvechter van homo/lesbische emancipatie & queer art”, zo omschrijft Ludoviek zijn goede vriend. “Boekenliefhebber en -verslinder, pas later kwam de kunst. Hij woonde tussen duizenden boeken en veel kunst, de kunstcollectie van ruim 200 werken wordt geveild.”
Opbrengst
“Wat we met de opbrengst gaan doen? We willen precies twee jaar na zijn begrafenis aan de Daalseweg een grafmonument met sculptuur onthullen, gemaakt naar voorbeeld van een object uit zijn collectie. Dezelfde kunstenaar zal het op grafformaat opnieuw maken”, vervolgt Frans Stam. “Het andere deel van de opbrengst gaat naar het Roze Huis. Mocht er nog meer geld beschikbaar zijn dan zal dat aan Queer art en emancipatie besteed worden, via de stichting Quast, die Helm opgericht heeft om queer art te promoten. Maar we vinden het belangrijker dat de kunstwerken op een goede plek terecht komen dan dat we geld in de la krijgen, daarom zal al het werk betaalbaar aangeboden worden.”
(bron: de brug, Nijmegen, foto’s Bert Eggelaar)
De ligging van het graf van Helm de Laat: vak 8 rij 3 graf 1Het ornament haaks op het graf, voorstellende een boek van glas.
Bij binnenkomst op de begraafplaats valt meteen het grote grafmonument aan de rechterhand op. Het is het grafmonument van J.R. van der Lans, redacteur van de Gelderlander, vak 3, rij 1, graf 1.
Bij een nadere beschouwing valt de merkwaardige graftekst op het staande deel van de zerk op, dit is niet de opsomming van geboorte en sterfdatum, maar het zijn de titels van de boeken waarmee hij het meeste succes heeft gehad. Op de liggende zerk staan de gegevens van de personen die hier begraven liggen. De vogel bovenaan op het staande deel, evenals het portret van de redacteur zijn gemaakt van een koperlegering, t.w. brons. Deze legering heeft de eigenaardige eigenschap om de groei van algen en mos tegen te gaan, waardoor de tekst nog steeds uitstekend leefbaar blijft. Destijds was dat gegeven puur toeval….
In de Republiek (1568-1795) bestonden al kranten, maar de eerste krant met zowel (inter)nationaal als plaatselijk nieuws in Nijmegen verscheen pas in 1814: de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant (PGNC). Deze was van protestantse huize. Een eerste katholieke krant verscheen vanaf 1843: De Batavier. Na twee jaar verdween deze weer.
Simon Langendam richtte in mei 1848 de katholieke krant De Gelderlander op. In de drukkerij Langendam en Co, onderaan de Grotestraat, gingen de kranten een halve eeuw lang ter perse. Redacteur J.R. van der Lans stelde eind 19de eeuw voor om van De Gelderlander een naamloze vennootschap te maken om meer investeerders te trekken. (bron: Wikipedia)
Joannes Romboldus van der Lans (1855-1928) Van der Lans werd in 1855 geboren te ‘s-Gravenhage. Aanvankelijk was hij onderwijzer maar in 1879 ging hij in de journalistiek en werkte bij de Katholieke Illustratie en Het Huisgezin. Van 1898 tot 1919 was hij hoofdredacteur van De Gelderlander. Van der Lans heeft veel historische romans en novellen geschreven.
Wie nu langs de Begraafplaats Daalseweg fietst, gelooft zijn ogen niet. De hele bomenrij achter het hek langs de straatkant is verdwenen! En wie totaal geen idee had wat zich achter die coniferenhaag bevond, zal verwonderd uitroepen: Jee! Ik wist niet dat hier zo’n monumentaal kerkhof lag!
Op maandag 24 januari zijn in opdracht van beheerder SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) alle coniferen langs het hek gerooid. Dat was nodig omdat de meeste dood waren en bruin uitgeslagen als gevolg van de extreem droge zomers van afgelopen jaren. Met groot materieel werden de aan de voet doorgezaagde bomen over het hek getild, direct in de versnipperaar geduwd en vermalen tot houtsnippers.
Houtsnippers bij de begraafplaats
Het gevolg is een ongekende metamorfose waar je misschien even aan moet wennen. Je hebt vanaf de straat nu vrij zicht op de soms meer dan honderd jaar oude grafmonumenten die tot nu toe verborgen lagen achter de bomen. Bijkomend voordeel is dat door de ontstane zichtlijnen de sociale veiligheid op de begraafplaats is toegenomen.Ook verder op de begraafplaats is flink gesnoeid. Met name rechts achterin zijn heel wat bomen gerooid. Onder de gerooide bomen een aantal grote beuken die waren aangetast door de voor beuken dodelijke reuzenzwam. Verder zijn er bomen gerooid die door hun fysieke staat bij stormweer zouden kunnen omgaan. Dit op basis van de bevindingen van een onafhankelijk team van deskundigen. Onderhoud was dus hard nodig, vooral als het gaat om dode of zieke bomen. Toch rijst de vraag of er niet meer bomen gespaard hadden kunnen blijven. De Begraafplaats Daalseweg is immers de groene long van Nijmegen-Oost met haar rijke flora en fauna. Er zal in elk geval herplanting plaatsvinden, maar wat en wanneer is nog niet bekend.
Jeroen van Zuylen, 30-01-2022.
Kruisbeeld en kunstwerk.
Sinds vrijdag 18 maart jl. staat het monumentale kruisbeeld weer op zijn centrale plek op de begraafplaats aan de Daalseweg. Het 19e eeuwse kruisbeeld raakte twee jaar geleden zwaar beschadigd toen het van zijn sokkel werd geduwd bij een onhandige manoeuvre van een hoogwerker.
Hersteld kruisbeeld op begraafplaats Daalseweg
Het gietijzeren Christusbeeld en het houten kruis werden vervolgens vakkundig gerestaureerd. De fel witte kleur van het beeld is even wennen, maar de Nederlandse weersomstandigheden zullen zeker zijn natuurlijke uitstraling weer teruggeven.
Ook het beschadigde grafmonument van Ted Felen, een schitterend glas-in-lood kunstwerk door Ted zelf vervaardigd, staat weer fier en fraai gerestaureerd op zijn plaats.
Het prachtig herstelde grafmonument van Ted Felen
Ravage op oude begraafplaats Stenenkruisstraat
Op de begraafplaats Stenenkruisstraat in het Julianapark is op maandagmorgen 31 januari rond zes uur in de ochtend een stokoude boom omgewaaid.
De buurt schrok wakker, een hels kabaal en een enorme ravage was het gevolg. In zijn val heeft hij meerdere bomen meegenomen en een aantal loodzware grafzerken van hun plaats getild. Ook zijn er opstaande grafmonumenten gesneuveld.
Éen van de zware takken kwam terecht op het hekwerk dat zwaar werd beschadigd.
De omgevallen boom en hekwerk
Ruim twee weken later, 19 februari, weer een zware storm en weer werden een paar bomen geveld en werd aan de voorzijde een deel van het hekwerk ernstig beschadigd.
Snel en adequaat werd gewerkt om de hoeveelheid hout weg te werken. En met succes. De andere klussen, herstel hekwerk en grafzerken moeten nog een plek krijgen.
Rondleidingen 2022:
Zondag 26 juni:
12.00 uur : begraafplaats Stenenkruisstraat
14.00 uur: begraafplaats Daalseweg, vooral symboliek en ornamenten 15.00 uur: begraafplaats Daalseweg, grafmonumenten met een verhaal
Zondag 31 juli:
12.00 uur: begraafplaats Stenenkruisstraat
14.00 uur: begraafplaats Daalseweg, vooral symboliek en ornamenten
15.00 uur: begraafplaats Daalseweg, grafmonumenten met een verhaal
Open Monumentendagen 2022.
Zaterdag 10 september geopend :
11.00 – 17.00 uur: Witte kerkje Neerbosch, informatie en rondleidingen op verzoek
11.00 – 17.00 uur: begraafplaats Stenenkruisstraat, rondleidingen 12.00 en 14.00 uur en op verzoek
Begraafplaats Daalseweg, Daalseweg 207, 6521 GJ Nijmegen. Voor rondleiding verzamelen bij de poort aan de ingang. Oorspronkelijk de eerste R.K. begraafplaats in Nijmegen, karakteristiek voor de katholieke emancipatie. Ook zijn hier 300 slachtoffers van het bombardement van 22 februari 1944 en ongeveer 100 andere oorlogsslachtoffers bijgezet.
Voormalige begraafplaats aan de Steenenkruisstraat, Pr. Bernhardstraat 15, 6521 AS Nijmegen (Julianapark). Voor rondleidingen verzamelen bij het aldaar staande gebouwtje
Hier is vooral de Nijmeegse bestuurlijke bovenlaag bijgezet.
Voormalige begraafplaats bij het witte kerkje, Dorpsstraat 112, 6544 AG Nijmegen (Neerbosch). Kerkje dateert uit de 14de eeuw, ernaast ligt een recent gerestaureerde, bescheiden, idyllische begraafplaats met vooral 19de eeuwse graven.
Tentoonstelling “Vrede, vrijheid en een onsje geluk 2.0”
De reeds eerder opgezette tentoonstelling Vrede, Vrijheid en een Onsje Geluk over persoonlijke vrede en vrijheid werd goed bezocht. Deze tentoonstelling, opgezet door Stichting KUS, was ingericht vóórdat Oekraïne werd binnengevallen. Het thema kreeg daardoor een andere laag. De organisatoren hebben daarom besloten de tentoonstelling voor driekwart om te bouwen en veel aandacht te geven aan de oorlog in Oekraïne en de Nijmeegse situatie in de Tweede Wereldoorlog.
Wat in Oekraïne gebeurt raakt iedereen, maar zeker ook Nijmegenaren, die zich herinneren hoe in de Tweede Wereldoorlog hun stad werd gebombardeerd. In de vernieuwde tentoonstelling Vrede, Vrijheid en een Onsje Geluk 2.0 is er aandacht voor de situatie in Oekraïne en ons verleden en heden.
De Stichting Wederopbouwstad Nijmegen laat het gebombardeerde centrum van Nijmegen zien en hoe het daarna opgebouwd werd. De Oorlogsdodenwerkgroep van het 4 en 5 mei comité toont panelen over onder andere het Joodse protest tegen anti-Joodse maatregelen in Nijmegen en de april-mei-staking in Nijmegen.
Er is aandacht voor rabbi Salomons die meer dan tweehonderd Joodse mensen, vooral kinderen redde en voor hoe mensen met een beperking in oorlogen extra de dupe zijn. De Sunset March eert de gesneuvelde bevrijders en onze stichting In Paradisum toont de plekken waar veel van de oorlogsdoden liggen. Nijmegen Stad van Compassie laat zien waar Nijmegen voor staat.
Stichting KUS is een vrijwilligersorganisatie die kunstvormen inzet om mensen en groepen met elkaar te verbinden.
Tentoonstellingsruimte: Molenpoort Passage 106 in Nijmegen – eerste verdieping (naast Big Bazar) April, mei, juni 2022 – woensdag tot en met zaterdag – 12.00 tot 17.00 uur
Boek over begraafplaats Daalseweg
In het hart van de Nijmeegse wijk Oost ligt de monumentale begraafplaats Daalseweg, ingewijd in 1885, sfeervol, romantisch en mystiek.
Ruim dertigduizend mensen liggen hier begraven, hier wordt je teruggeworpen in de tijd en wandel je door een stuk Nijmeegse geschiedenis, waarbij elk graf z’n eigen verhaal vertelt.
Daar kun je een boek over schrijven! En dat is precies wat Wim Desserjer heeft gedaan. Wim heeft een brede cultuurhistorische interesse en dat is zeker van pas gekomen in dit boek. Zo kwam hij terecht bij onze stichting in paradisum en werd het hem snel duidelijk dat deze begraafplaats, deze ligging, deze indeling en dit stenen archief een ware schatkamer vormt om dit aan het papier toe te vertrouwen.
Naast een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van deze begraafplaats, voert Wim de lezer langs prachtige graven. In chronologische volgorde beschrijft hij de levens van tientallen Nijmegenaren, daarbij komen mensen uit elk tijdvak aan bod. Maar bekend of niet, ieder krijgt maximaal één bladzijde.
Ook is er aandacht voor de oorlogsslachtoffers. Op deze begraafplaats liggen ruim driehonderd van de bijna achthonderd slachtoffers van het bombardement van 22 februari 1944.
De schrijver haalde veel gegevens uit diverse archieven waaronder dat van de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen, de beheerder van deze begraafplaats. Ook kreeg hij vele interessante reacties van mensen die reageerden op oproepen in plaatselijke kranten en via pamfletten aan het hek van de begraafplaats.
Met dit boek levert Wim een wezenlijke bijdrage aan de geschiedschrijving van Nijmegen-Oost. Het boek verschijnt eind juni.
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2022.
Stichting In Paradisum
Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl
Voor u ligt de eerste editie van het Bulletin van In Paradisum van 2022. Vanaf deze plaats wensen alle actieve leden en bestuursleden van In Paradisum u dan ook een voorspoedig en bovenal gezond jaar. De samenleving opent langzaam weer en hopelijk gaat dat goed met de combinatie van de mildere Omikron-variant en de intussen aan vrijwel iedereen uitgedeelde boosterprik. Helaas is het nog net te vroeg voor een gezamenlijk samenzijn bij de Schommel of op de begraafplaats Daalseweg: de herinneringsplechtigheden van 22 februari aanstaande zullen – zoals ook het vorig jaar – online plaatsvinden. Wij hopen dat de rondleidingen in het voorjaar en in de zomer wel weer doorgang kunnen vinden.
Voorlopig ligt ter compensatie dit Bulletin voor met enkele interessante verhalen over diverse graven op de Daalseweg. Zo heeft Peter van Schaijk de graftombe van de familie Canta aangegrepen om de familiegeschiedenis van de familie en hun relatie tot Nijmegen uit de doeken te doen. Marijke Poos licht de levensloop van één van de weesmeisjes toe die in de grafkelder van het Katholieke Weeshuis ligt. Maar In Paradisum bestudeert ook andere historische begraafplaatsen in Nijmegen. Laat u het gedicht van Gerard Kessels over de Steenenkruis goed smaken. Daarnaast wordt de levensloop van Gevers Deijnoot op de begraafplaats Neerbosch door Wim Desserjer verteld.
Op 2 november 2021, Allerzielen, vond er een herdenkingsbijeenkomst plaats op de Daalseweg, gelardeerd met poëzie. Een mooi initiatief, dat wat ons betreft jaarlijks herhaald mag worden. Een verslag hiervan treft u ook aan in het Bulletin.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden. Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl
Arnoldus Henricus Canta werd op 20 maart 1863 geboren te Rotterdam, woonhuis aan de Oost Cingel. Zijn vader, Johannes Antonius Canta was kunstschilder en getrouwd met Maria Agnes Neugebaur. Zij overleed op 10-03-1859 slechts 47 jaar oud. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren waarvan vier kinderen zeer jong zijn overleden.
Hij hertrouwde op 01-05-1862 in Rotterdam met Wilhelmina Verborg. Arnoldus was het eerste van vier kinderen die uit dit tweede huwelijk werden geboren.
Zijn vader was kunstschilder en behoorde tot de kleine groep Hollandse genreschilders van de vroege 19e eeuw. Hij koos vooral huiselijke taferelen en landschappen met moeders en spelende kinderen en portretten. Hij werkte vrijwel zijn hele leven in Rotterdam. Vooral zijn religieuze schilderkunst, met name in de H. Laurentiuskerk en de H. Rosaliakerk muntte uit van vakmanschap en van zijn godsdienstzin.
Het is in dit verband wel opmerkelijk dat hij in 1861 het portret van de Nijmeegse familie Bahlmann schilderde, gemaakt voor hun woning ‘Het Geldersch Hof’, vader, moeder en hun drie dochters en vier zonen. In 1954 schonk mevrouw Sträter uit Tilburg dit grote familieportret aan de gemeente Nijmegen. Het heeft achtereenvolgens in het stadhuis en in het Arsenaal gehangen; tegenwoordig is het te bezichtigen in museum ‘Het Valkhof’.
Hij overleed in Rotterdam op 10-04-1888, 72 jaar oud.
De eerste kennismaking van de Canta’s met Nijmegen vond dus plaats in 1861, wel een kortdurend tijdelijk verblijf van vader Canta, maar uitmondend in een vestiging aldaar op 25 oktober 1888 toen zijn zonen Arnoldus Henricus Canta en Antonius Wilhelmus Albertus zich, vanuit Rotterdam, lieten inschrijven in Nijmegen met als woonadres Markt 36, winkeliers in galanterieën. Door hernummering in 1890 Groote Markt 2.
Het zou niet ondenkbaar zijn dat de familie Bahlmann hier ook een rol in heeft gespeeld. Eerder dat jaar, op 6 augustus 1888, werd bij notaris van Wijngaarden de acte gepasseerd tussen beide broers aangaande een vennootschap onder de firmanaam “Gebr. A. CANTA”, tot het uitoefenen van handel in kantoor-, schrijf- en teekenbehoeften. De vennootschap werd aangegaan voor 5 jaar en 5 maanden.
Juist in deze periode werd er in Nijmegen flink gebouwd, de stad had te maken met een grote uitbreiding, die, zo was het verwachtingspatroon, ten koste zou gaan van de binnenstad. Maar naar mate de tijd vorderde, bleek dit toch niet het geval te zijn. In de hoofdstraten ziet men vormen van vooruitgang, ieder doet zijn best zijn bestaande magazijnen te verbeteren en er worden weer nieuwe magazijnen geopend. Zo ook de avond van 15 augustus 1888 als het nieuwe magazijn aan de Groote Markt nummer 2 wordt geopend door de heren Gebr. A. Canta. De winkel is ruim voorzien van kantoor- schrijf- en teekenbehoeften, fantaisie-postpapier, lederwerken, en luxe-artikelen, Japansche en Chineesche voorwerpen, faintasie (sic!)-meubelen, Makart-bouquetten, reis- en toiletbenoodigdheden, croquet- en cricketspelen, terra-cottavoorwerpen ter beschildering, cristoleum en glitterineschilderen. Photografie albums in lijsten. Photografie standaards in doozen, collectie cabinet- en visite photografieën enz. enz. Goed uitgestald en aanlokkelijk om te kopen.
Voor St. Nicolaasfeest 1890, geeft de Gelderlander op 30-11-1890 een indruk hoe de winkels hierop hebben ingespeeld. Citaat : “Verderop bij de Gebr. Canta staat van ’s morgens tot ’s avonds het huis vol kopers. Talrijke eenvoudige, praktische en sierlijke zaken zijn er uitgestald, ook op de bovenzaal, waar men een grote keuze fantasiemeubeltjes vindt”.
In dit kader is het nog vermeldingswaard dat bij een grote fototentoonstelling in Groningen juni 1894 de heer Aertsnijs met zijn foto’s bekroond werd, vervaardigd op het door de firma Gebr. A. Canta in de handel gebrachte fototoestel Excelsior.
De zaken lopen goed en dat resulteerde in een grote verbouwing en vergroting van de winkel annex magazijn. De heropening vond plaats op 27 juni 1897 en gelet op de grote belangstelling hebben de gebroeders Canta een nieuw bewijs geleverd van goede smaak en ondernemingsgeest.
De onderhandse akte van 16-12-1897 verleden voor notaris van Wijngaarden werd overeengekomen dat de vennootschap alleen en uitsluitend zal verblijven bij Antonius Wilhelmus Albertus Canta. Wel werd vastgelegd dat bij het opnemen van gelden of het verstrekken daarvan en het aangaan van borgtochten de handtekening van beide vennoten is vereist.
Dan volgt nog een bijzonder moment, want op 3 december 1900 wordt de vennootschap tussen beide broers onder genoemde firma ontbonden terwijl de zaak door A.H. Canta op dezelfde voet en voor eigen rekening onder gemelde firma voortgezet, akte verleden voor notaris Courbois.
Het jaar 1903 zal ingaan als het jaar van de waarheid, alles op alles gezet om het niet te laten gebeuren, vindt toch plaats. A.H. Canta wordt failliet verklaard handelend onder de firma Gebr. A. Canta, uitspraak 13 augustus 1903 rechtbank Arnhem. De curator Mr. W. Bijlert bericht op 31 juli 1904 dat het faillissement is geëindigd.
Hoe ging het verder met deze beide ondernemende broers. Een stukje familiegeschiedenis die niet mag ontbreken.
Arnoldus Henricus Canta werd dus op 20-03-1863 geboren in Rotterdam en overleed op 08-04-1953 te Nijmegen, 90 jaar oud. Hij trouwde op 30 september 1891 in ’s-Gravenhage met Margaretha Maria Elizabeth Meijer, geboren op 28-10-1862 te Kralingen en overleden in Nijmegen op 21-03-1922. Zij was de dochter van Simon Abram Meijer en Aletta Dorothea Leusen.
Kinderen uit dit huwelijk:
Johannes Wilhelmus Canta, 11-07-1892 Nijmegen, aldaar overleden op 28-08-1946, koopman, trouwt op 25-11-1929 te Nijmegen met Catharina Maria Johanna van Woerkom, 30 jaar geboren te Nijmegen op 12-09-1899, overleden aldaar op 06-12-1956, dochter van Gerardus Johannes Theodorus van Woerkom, koopman en Catharina Aloysia Jansen.
Adeline Martha Canta, 08-10-1893 Nijmegen. Huwelijk Amsterdam op 30-11-1916 met de 27 jarige procuratiehouder Maximiliaan Paul Schnurpfeil, geboren in Jägerndorf(Oostenrijk), zoon van Max Schnurpfeil, ingenieur en Paula Bannert.
(Paulina) Josephina Maria Canta, 09-11-1894 Amsterdam, overleden Eindhoven op 05-02-1964
Antoinetta Maria Canta, 09-04-1896 Amsterdam
Jacobus Johannes Canta, 25-04-1897 Amsterdam, bureauchef van beroep, trouwt te ’s-Hertogenbosch op 10-01-1927 met de 22 jarige Johanna Paulina Maria Verhoeckx, geboren in Utrecht en dochter van Paulus Josephus Maria Verhoeckx en Anna Maria van den Heuvel.
Petrus Franciscus Canta, 03-07-1898 Amsterdam, overleden Nijmegen 14-08-1899.
Petrus Franciscus Canta, 31-10-1899 Nijmegen, fabrikant, huwelijk te Bergen op Zoom op 31-05-1937 met Cornelia Martha Maria Antonia Asselbergs, 33 jaar, geboren Bergen op Zoom, dochter van Antonius Johannes Josephus Aloijsius Asselbergs en Cornelia Maria Gerberdina van Loon.
Lambertus Antonius Canta, 21-03-1901 Nijmegen (zie verder).
Zijn andere broer en medevennoot was dus Antonius Wilhelmus Albertus Canta, geboren in Rotterdam op 31-08-1864. Huwelijk Amsterdam op 12-07-1894 met de 21 jarige Antoinette Leonarde Josephine Schnidermeijer, overleden 18-12-1954 te Ouder-Amstel, dochter van Anton Schnidermeijer en Maria Johanna van Brinkestein.
Kinderen uit dit huwelijk:
Johannes Antonius Canta, 19-05-1895 te Nijmegen
Marianne Antonia Maria Canta, 14-10-1896 te Nijmegen
Arnold Marie Canta, 25-01-1899 te Nijmegen
Alfred Antoon Canta, 06-12-1900 te Nijmegen, overleden 09-01-1926 te Tandjong Kassau, Afd. Batoe Bahra (Oostkust Sumatra).
Op 10 mei 1901 verlaat het gezin Nijmegen en vestigen zich in Watergraafsmeer. Hier werden nog drie kinderen geboren:
Willem Charles Paul Canta, 13-08-1902, vertreter, huwelijk 19-02-1942 te Frankfurt am Main(D) met Hedwig Anna Elisabeth Blum, privatsekretärin, geboren te Strassburg 23-07-1905.
Johanna Petronella Antonia Canta, 03-08-1906
Antonius Gerardus Jacobus Canta, 09-09-1909
De oudste broer, Arnold, blijft met zijn gezin in Nijmegen wonen. Eerst nog in de bovenwoning van het magazijn aan de Groote Markt nummer 2 en dan volgen er nog heel wat verhuizingen via Batavierenweg 73, Floraweg 69, Sint Annastraat 243 en als laatste woning aan de Kraijenhofflaan nummer 28.
Op dit adres overlijdt op 21 maart 1922 zijn vrouw op de leeftijd van bijna 60 jaar en wordt begraven op de begraafplaats Daalseweg, 1ste klasse huurgraf in vak 16-09-06. Het verlof tot begraving spreekt van een huurgraf, een tijdelijke rustplaats en dat klopt ook, want op 26 oktober 1926 wordt zij overgebracht naar een eigen aardgraf voor 4 personen, toen nog genoemd als grafnummer 78 en later vak 29-06-03.
De eerste bijzetting in dit graf vond plaats in 1946 toen hun oudste zoon Jan, “na een geduldig gedragen lijden” in het St. Canisius ziekenhuis overleed. Zeven jaar later overlijdt Arnold op 90 jarige leeftijd en wordt hier te ruste gelegd en in 1956 was de laatste bijzetting van de echtgenote van Jan. Het zijn de hierboven genoemde, groen gearceerde en onderstreepte, familieleden.
Het grafmonument wat op dit aardgraf is geplaatst verdiend een nadere toelichting. Het is gemaakt in de vorm van een graftombe, in klassieke stijl uitgevoerd, met een zeer fraaie licht gebogen dekplaat en met een sierlijke afgrenzing voor het bloemperkje. Aan de voorzijde, rechts onderaan, staat geschreven: E SALU A BRUXELLES.
Nijmegen kende toch rond de tijd dat dit monument is gemaakt vele gerenommeerde steenhouwers en het blijft daarom toch verrassend dat deze familie koos voor een Belgisch product en voor zover wij weten uniek voor deze begraafplaats.
Ernest Salu is namelijk de naam van drie Brusselse beeldhouwers gespecialiseerd in grafsculptuur. Een familiezaak die ruim een eeuw heeft bestaan, van 1872 tot 1984. Drie generaties Ernest Salu I, II en III. Er was juist in die tijd veel vraag naar funeraire kunst en Salu besloot in 1872 een terrein te kopen bij de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken(B) naast de begraafplaats en hier bouwde hij zijn atelier. Dit atelier is momenteel uitgegroeid tot een volwaardig museum voor grafkunst.
Deze familiegeschiedenis krijgt nog op een andere graflocatie een vervolg.
De jongste zoon van het echtpaar Canta-Meijer, Lambertus Antonius Canta, geboren in Nijmegen op 21-03-1901, overleden aldaar op 25-10-1943, fabrikant, huwelijk Nijmegen op 18-01-1930 met Alida Maria Hennequin, 27 jaar, geboren op 08-01-1903 te Voorburg, overleden Nijmegen 05-03-1981, dochter van Arthur Constant Hennequin en Alida Maria van Kesteren.
Uit de overlijdensadvertentie blijkt dat het gezin 3 kinderen heeft, Marietje, Lambertje en Maria Jacoba. Het woonadres is Sumatraplein 27-29.
Op 28 oktober wordt hij begraven op de Daalseweg, 1ste klasse vak 22-09-07, een aardgraf voor 2 personen.
Na het overlijden van haar man trouwt Alida op 14-11-1944 te Nijmegen, H. Antonius van Paduakerk, met Hendrick Frans Jansen.
Alida wordt in 1981 bijgezet bij haar eerste man.
Peter van Schaijk.
Bronnen: website kunsthandel Simonis&Buunk. Necrologie in de Maasbode van 13-04-1888. Regionaal Archief Nijmegen Website wiewaswie. De Gelderlander en de Prov. Geld. Nijm. Courant Wikipedia.
Een strak zwart hek van Mulders uit Bergharen en eeuwenoude kromgetrokken bomen omzomen gras dat zijn verleden wil bewaren door hier en daar een steen te laten dromen
van negentiende eeuw en Steenenkruis, toen katholieken, protestanten, joden, apart en toch tezamen bodem boden, hun doden eerden met een laatste thuis.
Nu raast Prins Bernhard langs en Juliana sport, de stad heeft haast en appt haar eigen sferen, vervluchtigt, kiest voor ongegrond cremeren.
O, even met mijn hoofd tussen de spijlen en tussen droom en daad een poos verwijlen bij hen wier dood ook ooit de mijne wordt.
Een zeer bekende straat in Den Haag draagt de naam Gevers Deijnoot.
Een grafzerk in Nijmegen ook! En wel in de wijk Neerbosch, waar de naam vermeld wordt van Pieter Marie Eduard Gevers Deijnoot, afkomstig uit Rotterdam en begraven in Nijmegen. Dat laatste om precies te zijn in 1860 op de algemene begraafplaats achter het witte kerkje aan de Dorpsstraat in Neerbosch. Deze oude, thans gesloten, begraafplaats werd in 2017 gerestaureerd.
Vanaf de Dorpsstraat gezien: 6e rij, rechts op de hoek (W.S. van de Graaf)
Het graf van Pieter Gevers Deijnoot ligt in het leisteengruis gedeelte. Op de foto wijst een pijl de locatie aan. Overigens: Pieter had een neef, te weten jonkheer François Gevers Deijnoot, en die was wethouder in Den Haag. Vandaar diens naam voor een weg, voor een plein en ook nog een straat in Den Haag!
Naar onze Nijmeegse Pieter is geen straat of plein genoemd. Hij trouwde in 1845 in Utrecht met Maria Clavant. Zij gingen daarna in Nijmegen wonen. Pieter had daartoe een boerderij tot landhuis laten verbouwen. Het huis maakte deel uit van het landgoed Heydepark, toen nog gelegen in de onontgonnen heidevelden van Hatert. Pas in 1952 werd Heydepark onderdeel van het Goffertpark.
Landhuis Heydepark (Hylke Roodenburg)
Vanaf omstreeks 1848 woonde en werkte Pieter Gevers Deijnoot onafgebroken op Heydepark. Hij was zowel fysicus en als botanicus. Als botanicus behaalde hij naam en faam met diverse publicaties. Heel bekend zijn de werken over de Utrechtse en Nijmeegse flora, respectievelijk de ‘Flora Rheno-Trajectina, seu enumeratio plantarum Trajecti ad Rhenum sponte crescentium’ en de ‘Flora Noviomagensis, sive enumeratio plantarum circa Noviomagum sponte crescentium’ Hij inventariseerde namen en groeiplaatsen van alle in het wild voorkomende planten in en om de stad Nijmegen. Weurt en Ubbergen waren daarbij inbegrepen. Voor het boek ‘Flora Noviomagensis’ werkte Pieter veel samen met de Nijmeegse apotheker Theodorus Abeleven. Het schijnt dat men de ‘Flora Noviomagensis’, 163 pagina’s met 1085 plantennamen, nog kan kopen. Weliswaar in een Portugese editie, als paperback, voor ’n paar tientjes. Maar met een beetje handigheid kan men al die Nijmeegse planten door Pieter Gevers Deijnoot opgetekend ook raadplegen via internet.
Wim Desserjer
Bronnen -Peter van Schaijk, Grafgegevens Pieter Marie Eduard Gevers Deijnoot, Stichting In Paradisum, Nijmegen -Rob Essers, Straatnamenregister gemeente Nijmegen 1860-2021, in: https://gaypnt.home.xs4all.nl
Verdrietig om het gemis maar dankbaar voor de goede herinnering. Zo gedenken wij hen die in deze periode zijn begraven op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.
Hendricus Johannes Jacobus Fisscher, geb. 17-4-1953 te Venlo, overl. 6-2-2021 te Nijmegen. Bijgezet in het graf naast zijn ouders. Graf 10-05-12
Jaap Huibert Jan Hardeman, geb. 10-8-1943 te ‘s-Gravenhage, overl. 4-2-2021 te Nijmegen. Graf 30-02-08.
G.J.C. Brinkhoff, geb. 11-4-1932, overl. 3-1-2021. As bijgezet in familiegraf. Graf 35-02-01.
Thomas Maria Asberg, geb. 11-12-1933 te ‘s-Hertogenbosch, overl. 11-4-2021 te Berg en Dal. Graf 10-02-30.
Marcellinus Antonius van Bronswijk, geb. 23-3-1955 te Nijmegen, overl. 16-4-2021 te Nijmegen. Graf 5A-01-05.
Jacqueline Anna Catharina Maria ten Horn, geb. 31-7-1933 te Nijmegen, overl. 13-4-2021 te Groesbeek. Bijzetting in familiegraf. Graf 23-03-06
Tinie van Zundert, geb. 23-1-1946, overl. 25-2-2021 te Nijmegen. Asbusbijzetting. Graf 4-07-19
Anita Hélène Christine van Teeseling, geb. 18-4-1945 te Nijmegen, overl. 21-5-2021 te Druten. Bijgezet in graf van haar moeder. Graf: 9-05-25.
Johanna Maria Stapper-van Geffen, geb. 15-7-1921 te Nijmegen, overl. 3-6-2021 te Lent. Bijgezet bij haar echtgenoot. Graf 10-01-27
Rudolf Petrus van Wezel, geb. 19-6-1946, overl. 21-5-2021. Asbus bijgezet in urnengraf bij partner Tinie van Zundert. Graf 4-07-19.
Maria Cornelia Petronella Wolf-van Rossum, geb. 15-11-1933 te Nijmegen, overl. 10-8-2021 te Nijmegen. Bijzetting bij haar echtgenoot. Graf 2-04-13
August Marie Jozef Hubert Leufkens, geb. 25-3-1949 te Heerlen, overl. 26-8-2021 te De Cocksdorp. Graf 5-05-03.
Ilse Elisabeth Maria Lugthart, geb. 21-9-1968 te Arnhem, overl. 25-8-2021 te Nijmegen. Graf 10-01-24.
Michel M.C.M. Haen, geb. 24-8-1951, overl. 6-9-2020. Asbus geplaatst in urnengraf 4-3-25.
Max E.H.M. van Wersch, geb. 1-8-1928, overl. 7-3-2021. Bijzetting as in graf moeder. Graf 17-05-04
Truus Rita Roelandt, geb. 19-6-1934 te Deventer, overl. 15-10-2021 te Nijmegen. Graf 6-6-28
Marinus Cornelis Knoope, geb. 21-2-1947 te Rotterdam, overl. 17-11-2021 te Nijmegen. Graf 5A-01-21.
In het licht van de herfst bezoeken talloze mensen op de kerkhoven de graven van hun geliefden. Allerzielen, 2 november 2021, scheen het licht van de herfst op de begraafplaats aan de Daalseweg. Een hernieuwd initiatief, nu van de “dichterbijoost” een dichtersrubriek in de wijkkrant-Oost die ook probeert in te gaan op wat er leeft en speelt in deze wijk. Rond vijf uur verzamelden zich ongeveer veertig mensen bij de toegangspoort en na een korte toelichting vertrok het gezelschap via het hoofdpad richting het centrale punt. Schemerig, druilerig, geluiden van wegvluchtende vogels, hier en daar oplichtende grafmonumenten van eerdere bezoekers, een bladerentapijt die door vele voetstappen werden beroerd en waarvan het geluid hoorbaar werd verstrooid door de serene rust die door iedereen in acht werd genomen. Zo werd de eerste halte bereikt bij de grafkelder van het RK weeshuis en daar klonk voor het eerst passend koorgeluid van de zangers van het Oosterburenkoor en een heilzaam gedicht voorgedragen door één van de dichters uit de wijk. En zo trok men verder door het hoofdpad, omringd met de majestueuze beuken, uitkomend op het centrale punt en hier wederom een passend gedicht en koorgezang en een saxofonist die zijn klanken de vrije loop liet gaan over de zerken.
Herhaling volgde telkens na ongeveer vijftig passen en lopend via de hoofdwegen weer richting de poort waar ingetogen en met een woord van dank afscheid van iedereen werd genomen. Dit initiatief verdiend een vervolg en misschien wel meer.
Onderstaand gedicht werd uitgesproken ter nagedachtenis aan Ellen Boot, graf 09-05-17.
sneeuw
wit wordt witter contour en kleur krijgt zuiverheid en meer accent de kou is niet alleen maar koud ze loutert
ouder word ik mooier, wijzer langs een ingewikkeld pad
die kansen heb jij niet gehad al had je zo veel te ontvangen en te geven
je steen is wit en wijs en zacht te vroeg versteend je leven vergaan je stille kracht
ik streel je graf zacht, even staat het leven stil
Catharina Jacoba Geertruida Wienen, roepnaam Cato, is een dochter van Willem Hubertus Wienen en zijn eerste vrouw Johanna Marcelissen. Zij is geboren op 13 januari 1885 in Nijmegen.
In het Regionaal Archief in Nijmegen ontdek ik dat zij in juni 1898, 13 jaar oud, belandt in het ‘RC Arme Kinderen Weeshuis’. Dit weeshuis is gevestigd in de Doddendaal. De geschiedenis van dit meisje boeit mij. In het archief in Nijmegen liggen de door het weeshuis bijgehouden dagboeken. Cato is geen familielid in de directe lijn maar zij is wel een bloedverwant: de dochter van de broer van mijn overgrootmoeder aan vaders kant.
Waarom wordt zij opgenomen in een weeshuis? Haar vader is in 1893 nadat zijn café failliet ging, naar de Verenigde Staten vertrokken. 1) In 1899 duikt hij even op in Nederland in verband met een nalatenschap van zijn eerste schoonmoeder. In december van datzelfde jaar wordt hij als ‘afgeschreven’ vermeld in het Bevolkings Register van Nijmegen. Vanaf dat moment is hij verdwenen. Ik kan hem niet meer terug vinden in Nederlandse archieven.
Waarschijnlijk kan of wil de tweede echtgenote van Willem, Catharina Hegeman, haar stiefdochter niet langer in huis hebben. Hegeman heeft al een aantal kinderen. Misschien wordt het haar te zwaar. Cato is een kind van haar man Willem Wienen uit zijn eerste huwelijk. Catharina Hegeman weet niet of haar man nog leeft of overleden is. Er leven in 1898 nog maar twee kinderen van Willem uit zijn eerste huwelijk: zoon Theodorus en dochter Cato. De zoon Theodorus vertrekt op achtjarige leeftijd in 1900 naar Duisburg.2) Is zijn vader Willem naar Duisburg getrokken en daar een nieuw leven begonnen? Een achtjarig kind kan onmogelijk op eigen houtje naar Duitsland vertrekken. En waarom laat Willem dan zijn dochter niet overkomen? Het blijven vooralsnog vragen.
In de dagboeken van de weeshuisvader 3) vind ik aantekeningen over Cato, de dochter van Willem. In december 1902 schrijft de weeshuisvader: ‘Cato Wienen reeds sedert een half jaar wegens een gezwollen (tuberculose) knie in behandeling bij Dr. Kolff; is sedert ruim een maand wegens lichaamszwakte bij Dr. v Hoek. Dr. v Hoek heeft haar Zondag 28 december voor de eerste maal aan huis heeft bezocht; Maandag 29 Dec. aan moeder gezegd dien avond de temperatuur op te nemen, was: 39.6.’ De temperatuur wordt, zo zien we in het dagboek, opgenomen en genoteerd tot en met vrijdag 2 januari. Op 3 januari constateert de dokter tyfus. Dan schrijft de weeshuisvader: ‘Cato is tegen den middag in het RK Ziekenhuis opgenomen en aldaar in den nacht van Zo op Ma 5 Januari omstreeks 3 uur overleden. 7 Januari begraven.’ Dit is in 1903. Verder schrijft de weeshuisvader: ‘…dat Mina Hendriks, die Cato had opgepast 6 Januari, klaagde over hoofdpijn en pijn in het lijf. Zij is sedert onder behandeling van Dr. Van Hoek. Zij is steeds zonder koorts. ’t Laat zich aanzien, dat het slechts ongesteldheid is.’ De man is natuurlijk bang dat Mina dezelfde weg zal gaan als Cato. Het meest ontroerende is het stukje over de nalatenschap van Cato. De weeshuisvader schrijft: ‘in het kastje van Cato Wienen c.q. in een taschje, een album, corset, paraplue, beeldje, prentjes en flaschjes. Nog nagelaten een gouden medaillon met portret van haar vader en haar moeder. Een zilveren ring, een kerkboek, een spaarbankboekje……f 11,89, een zakgeldboekje….f 2,69. Hoeveel te besteden aan intenties bidprentjes.’
Het arme meisje sterft op 5 januari 1903, zonder bijzijn van haar familie, bijna achttien jaar oud. Alhoewel in haar overlijdensakte staat dat haar vader is overleden, is hiervan geen bewijs te vinden. Cato wordt bijgezet in de grafkelder van het Katholieke Weeshuis, die er nog steeds is op de begraafplaats Daalseweg Nijmegen.
Aanvullingen en reacties zijn welkom op mijn e-mail adres mcgpoos@yahoo.com.
1. Bron: passagierslijst van het schip De Obdam. 2. Bron: bevolkingsregister Nijmegen 3. Bron: het archief van het Katholiek Weeshuis in het Regionaal Archief Nijmegen.
Op dinsdag 22 februari 2022 is het 78 jaar geleden dat Nijmegen werd getroffen door een verwoestend bombardement.
Vanwege corona vindt er dit jaar opnieuw geen publieke herdenking plaats. Ook is er geen publieke kranslegging.
Dat geldt in elk geval voor de herdenking bij De Schommel, achter het stadhuis. Wel zal er net als vorig jaar een speciale herdenkingsuitzending zijn die via de tv-zender RN7 en via de website van de Gemeente Nijmegen te volgen zal zijn. Mochten de maatregelen het toelaten, dan is er mogelijk een kleine bijeenkomst op de Begraafplaats Daalseweg, georganiseerd door de Stichting In Paradisum. Uiteraard met inachtneming van de geldende coronaregels. We raden u aan de berichtgeving hierover te volgen in onze plaatselijke kranten (Brug, Gelderlander) en op de sociale media.
Laten we hopen dat we vanaf volgend jaar de herdenkingen weer samen kunnen beleven. De herinnering aan deze zwarte dag in de geschiedenis van Nijmegen mag niet verloren gaan.
Bahlmann & Co., een vergeten warenhuis.
Het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis presenteerde van 17 november tot en met 19 december 2021 de tentoonstelling “Bahlmann&Co. een vergeten warenhuis (1821-1933)”.
De oprichter, Bernhard Bahlmann, laat in 1839 de Nijmegenaren kennis maken met een totaal andere kijk op winkelen. Hij opende het eerste warenhuis in Nijmegen nadat hij al vier filialen elders in Nederland had opgericht. Hij had een speciale band met Nijmegen. Hij en zijn familie bewoonden in de zomermaanden het kleine landhuisje Het Geldersch Hof aan de Postweg en het beviel zo goed dat hij in 1855 besloot op deze plek, voor permanente bewoning, een villa te bouwen geïnspireerd door de Romeinse architectuur. Het bleef tot 1941 in het bezit van de familie Bahlmann.
Op de begraafplaats Daalseweg zijn twee grafkelders waar familieleden Bahlmann hun laatste rustplaats hebben gekregen. In grafkelder 24-06-05GK ligt de oprichter Bernhard met zijn vrouw, vier ongehuwde kinderen, Bernard, Frans, Jan en Maria en een achterkleinkind.
In de andere kelder, 07-01-04GK, ligt begraven de gescheiden echtgenote van Ignas Bahlmann(zoon van de oprichter) Frederika Armand, met haar zoon Robert Bahlmann en echtgenote en hun dochter Beatrix.
Wij hebben als stichting ook een bijdrage geleverd aan deze tentoonstelling.
Vernieuwd speelveld voor de jeugd.
Sinds een aantal jaren ligt er een speelveld op de hoek van de Daalseweg met de Daalsedwarsweg.
Dit terreintje is nog steeds ommuurd en geeft de oorspronkelijke grens aan van de voormalige tuin van het doodgravershuis van de begraafplaats Daalseweg. Dit huis is helaas rond 1972 geruimd. Het blijft toch bijzonder dat deze ommuring nog steeds in tact is gebleven en laten we hopen dat dit ook in de toekomst zo zal blijven. Het terrein was eigendom van de eigenaar van de begraafplaats en het aangrenzende terrein die toegang gaf tot de begraafplaats behoorde toe aan de gemeente. Voor beide partijen een logische ruil, toch?
Dat speelveldje lag er al een tijdje niet fraai bij, veel overlast en hoge begroeiing nodigde niet direct uit voor een gezellig kinderuitje. Buurtbewoners trokken bij de gemeente aan de bel toen bekend werd dat het speelveld in het Julianapark was vernieuwd. De gemeente haakte hierop en in overleg met de buurt hebben zij het speelveld opnieuw geëgaliseerd en nieuwe toestellen geplaatst waar kinderen van verschillende leeftijden gebruik van kunnen maken. Ook is het terrein direct aangepast waardoor de overlast minder is geworden. Dit alles is in november 2021 gerealiseerd.
Vraag van Marijke Poos d.d. 15-11-2021: Beste mensen, Een aantal jaren geleden kon ik bij de personen in de database nog een familielid vinden die nu echter nergens meer wordt genoemd. Het betreft C.J.G. Wienen, geboren 13 jan. 1885 te Nijmegen en overleden 5 jan. 1903 te Nijmegen. Dit meisje bevond zich in het Rooms Katholieke Weeshuis en is begraven in de grafkelder. Misschien kijk ik niet goed maar ik kan haar niet vinden op uw website. Verder lees ik dat in het graf van het weeshuis 20 kinderen naamloos zijn begraven en één weeshuismoeder. Ik heb wel ‘n keer een overzicht van alle namen gezien waar mijn familielid ook bijstond. Staat dit nu ergens anders op uw website?
Verder staat er in de database genoemd dat Wilhelmus Hubertus Wienen op de begraafplaats is begraven (zonder datum). Dit klopt niet omdat alleen zijn tweede echtgenote, Catharina Hegeman, daar is begraven. Zijn naam staat wel op de grafsteen maar de man is niet in Nederland overleden en hier ook niet begraven. Ik hoop van u te horen. Met vriendelijke groet, Marijke Poos Amsterdam
Bericht antwoord 17-11-2021: Het zou inderdaad goed kunnen dat je in het verleden wel de namen van alle bijzettingen in de weeskelder hebt kunnen lezen op onze website. Maar dat was toch een gelukstreffer. Want het is nog steeds mogelijk. Je moet dan in het veld “personen zoeken in database” intypen : daa-07-kk-19. Je ziet dan ook dat C.J.G. Wienen in deze kelder is bijgezet. Natuurlijk moet het ook mogelijk zijn op naam deze gegevens te kunnen vinden. Maar, onze website is momenteel aan verbetering onderhevig, dus wij hopen hier tzt iets aan te kunnen doen. Ik weet niet waar jouw info vandaan komt dat de weeskinderen + moeder naamloos zijn begraven. Graag hoor ik dit nog. Verder klopt het dat de echtgenoot van C. Hegeman niet op de Daalseweg is begraven. Ik zal dit ook meenemen In ons mutatiebestand. Het grafmonument is rond 1993 geruimd. graflocatie: daa-08-03-25. Ik heb voor jou als bijlage nog de VTB toegevoegd van haar. Met vriendelijke groet, Peter van Schaijk.
Reactie Marijke 22-11-2021: Hartelijk dank voor je snelle antwoord. Allereerst een antwoord op jouw vraag waar ik heb gelezen dat de weeskinderen naamloos zijn begraven. Als ik op jullie huidige website kijk, zie ik het niet staan maar als ik op google intik ‘Priester- en zustergraf Daalseweg’ , kom ik op jullie website met een datum van 2016 waar een artikel staat van Bart Janssen waar hij vertelt over een rondleiding die hij gaf op de begraafplaats. Ik heb de eerste twee alinea’s gekopieerd. Het betreft de tweede alinea. Ik plak het onderaan deze e-mail. Ik denk echter ook nog aan iets anders. Ik heb een boek over mijn familie geschreven dat ik binnenkort voor mijn naaste familie laat drukken. Hierin heb ik een klein verhaal staan hoe ik Cato Wienen, het weesmeisje, op het spoor ben gekomen. Het is ongeveer één A4-tje. Dit meisje is géén familie van mij in de rechte lijn maar wel een bloedverwant, nl. een dochter van een broer van mijn overgrootmoeder. Ik kwam haar op het spoor in het archief van Nijmegen en heb vervolgens een groot deel van het archief van het katholieke weeshuis doorzocht. Mocht je dit interessant vinden, dan wil ik je dit wel sturen.
Onderstaand de twee alinea’s die aan het begin van het artikel (17 febr 2016) stonden. Geschreven door Bart Janssen. Misschien bedoelt Janssen dat deze personen wel met naam bekend zijn maar dat deze namen niet op de grafsteen staan. Ik hoor het graag.
Bij vrijwel elke rondleiding, die de stichting In Paradisum elk jaar traditiegetrouw op 22 februari (bombardement), op de laatste zondagen van mei, juni en juli en op de “Open Monumentendag” organiseert, komt de vraag naar voren wat het verschil is tussen een zandgraf en een keldergraf. Een zandgraf spreekt voor zich. De kist zakt in de grond en wordt met zand toegedekt. Een keldergraf daarentegen is een open ruimte, waar de kist op een stang of in een nis wordt geplaatst. Keldergraven zijn sinds de ingebruikname van de begraafplaats in 1885 veelal langs het hoofdpad en langs de zijpaden links en rechts van het centrale kruis gesitueerd. Veel bezoekers kijken verbaasd als ik bij de start van de rondleiding vertel, dat het keldergraf van de Katholieke Weeshuis dicht bij de ingang van de begraafplaats ruimte biedt aan grafkisten van twintig weeskinderen en van één weesmoeder, die er naamloos liggen begraven.
Reactie 22-11-2021: Naamloos. Voor Bart Janssen is de betekenis hiervan duidelijk. Er worden geen namen op de zerk vermeld,maar ze zijn zeker bij ons bekend.
Wat betreft jouw stukje over het weeskind Cato Wienen zou ik dit graag willen plaatsen in ons bulletin. Ik vermeld dan ook jouw naam en eventuele bronvermeldingen. Is het een optie als ik jouw email adres op neem in de verzending van ons bulletin? p.s. Is inmiddels gerealiseerd. Het stukje is opgenomen in dit bulletin. Met Dank. Peter.
Vraag van mevrouw R. van Leer 08-12-2021:
Corry Niesinkligt in hetzelfde graf als Maria Clara Gubbels-Koenen, moeder van Hendrik en Johannes Gubbels, en Johannes Gubbels, overleden in 1913, op hetzelfde kerkhof in vak 31, rij 1 nummer 3. Ik zoek nu de overlijdensdatum van Johannes Gubbels. In jullie bestand via internet kan ik Johannes Gubbels niet terugvinden. Misschien is nog niet alles ingevoerd en is hij te vinden in een kaartenbak. Ik zou het fijn vinden als jullie zijn overlijdensdatum kunnen mailen en eventueel zijn plaats van overlijden. Bij voorbaat hartelijk dank.
Antwoord 08-12-2021: Johannes Gubbels is overleden op 09-03-1913 in ‘s-Gravenhage en bijgezet in het graf bij zijn moeder, Daalseweg vak 31-01-03. Op onze website is dit graf anders genummerd, nl. 31-03-07. Zijn moeder is in 1908 overleden. Op deze graflocatie liggen dus 3 personen begraven, alleen de tekstplaat op dit graf geeft alleen het overlijden weer van Corry Niesink. Ik vermoed dat het oorspronkelijke grafmonument, na de begrafenis van Corry, 20 jaar later, is vervangen door deze grafsteen. In dit verband volgt tzt dus nog een correctie op onze website. Ik heb de gegevens hiervan via het verlof tot begraving kunnen vinden en daar treft u bijgesloten een kopie van aan. Het is voor ons wel interessant te weten wat de familierelatie is tussen Gubbels en Niesink.
Vervolg Mevr. R. van Leer 09-12-2021: Cornelia Johanna Niesink was een halfzusje van Anna (Johanna Jacoba) van Leer. Hun beider moeder, Jacoba Johanna Gerards, trouwde, na het overlijden van haar man, voor de 2e keer met Johannes Niesink in Utrecht. Daar is Cornelia een dochter van. Anna J.J. van Leer trouwde in 1913 met Hendrik Gubbels en in 1923 gingen Anna, Hendrik en Cornelia in Nijmegen wonen aan de Groesbeekseweg. Hendrik en Johannes Gubbels waren van 1900-1912 eigenaren en hotelhouders van het toenmalige bekende Hotel-Café-Restaurant Métropôle aan Lange Burchtstraat 22. Op 19-5-1935 sterft Cornelia en een maand later Hendrik op 24-6-1935. Dat zij bijgelegd is in het graf van de familie Gubbels, komt waarschijnlijk omdat dit graf oorspronkelijk bedoeld was voor Clara, Johannes en Hendrik Gubbels. Omdat Hendrik in 1913 trouwde met Anna J.J. van Leer moest er natuurlijk voor hen samen t.z.t. een graf komen. Daarom werd Cornelia in het graf van de familie Gubbels gelegd, denk ik. Inderdaad staat alleen de naam van Cornelia op het grafmonument. Ik kom er nog geregeld en zie met lede ogen hoe verwaarloosd het graf is. Heel jammer. Dat van Anna en Hendrik Gubbels-van Leer, dat in vak 22, 1e rij, graf 9 ligt, ziet er een stuk beter uit.
De Nijmeegse stichting In Paradisum roept belangstellenden op om zich aan te sluiten bij de Vrienden van Daalseweg. Het eerste doel van de Vrienden van Daalseweg is de publicatie van een boek over de geschiedenis van begraafplaats Daalseweg.
Stichting In Paradisum zoekt donateurs die de publicatie ervan mogelijk maken.
Het boek ‘Daalsweg’ voert de lezer langs vele graven en grafkelders. Niet alleen bekende grafmonumenten, zoals dat van de familie Veerkamp of Louis Sévèke, krijgen de aandacht, ook veel minder bekende maar prachtige graven en interessante mensen worden belicht.
Maar, nog belangrijker is dat het boek de oorsprong en geschiedenis van ‘Daalseweg’ vertelt. Voor het eerst in het bestaan van Daalseweg verschijnt er een publicatie over haar boeiende, soms onstuimige geschiedenis.
Voor eenieder, geïnteresseerd in de geschiedenis van Nijmegen in het algemeen of in de begraafplaats aan de Daalseweg in het bijzonder, is dit boek een absolute must.
Aansluiten bij Vrienden van Daalseweg kan door het storten van € 35,- of meer. Het geeft u recht op één presentexemplaar van het boek over Daalseweg, dat in 2022 uitkomt. Het bedrag van € 35,- of meer kan worden overgemaakt op bankrekeningnummer NL86ABNA0475424336 van Stichting In Paradisum met vermelding ‘Vrienden Daalseweg’ én uw (e-mail)adres, zodat In Paradisum u persoonlijk kan uitnodigen voor de boekpresentatie.
Stichting In Paradisum dankt u voor uw bijdrage aan Vrienden van Daalseweg.
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg.Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2022.
Stichting In Paradisum
Stichting In Paradisum Madoerastraat 22 6524 LH Nijmegen T 024 3230858 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl
Voor u ligt alweer de derde editie van het Bulletin van In Paradisum. Iedereen die dit wilde, is inmiddels gevaccineerd en als gevolg daarvan wordt onze samenleving zo langzamerhand steeds meer opgestart. Dat kunt u ook merken als u dit bulletin leest: een aantal artikelen en verhalen zijn namelijk ingegeven door de rondleidingen die onze experts voor het eerst sinds lange tijd weer hebben gegeven op de begraafplaatsen, tijdens de afgelopen Open Monumentendagen. Ze hebben ervan genoten – en de bezoekers gelukkig ook!
We prijzen ons gelukkig met een nieuwe rondleider, Maaike, die tijdens de afgelopen Open Monumentendagen al rondleidingen verzorgde op de Daalseweg. Zoals u kunt lezen werd er tijdens de rondleidingen ook gevraagd naar “Dikke Selbach”. De vragensteller komt in dit bulletin zeker aan zijn trekken. Heeft u ook vragen over een specifieke begravene, of heeft u een verhaal over een graf te delen, schroom dan los van de rondleidingen niet om contact met ons op te nemen. Nieuwe verhalen over de Daalseweg zijn op dit moment met name welkom: Ons IP-bestuurslid Wim Desserjer is op dit moment bezig met de voorbereiding van een publicatie over de Daalseweg en u wordt van harte uitgenodigd om hem meer bijzondere verhalen over plekken en graven op de begraafplaats te sturen.
Voor nu wens ik u veel leesplezier.
Pepijn Oomen
Voorzitter In Paradisum
p.s. Ons bestuur is nog op zoek naar een secretaris. Komt u vrijblijvend een keer langs op een vergadering?
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl
Bekende Nijmegenaar: Emile Johannes Selbach Hij is geboren in Nijmegen op 29 juni 1886 en overleden op 9 december 1914. Tijdens zijn korte leven bekend als de gewichtigste hotelier van Europa. Voor de Tweede Wereld Oorlog zorgde een aantal personen voor leven in de brouwerij in de binnenstad van Nijmegen. Een van de bekende figuren was de kastelein van café Centrale aan de Lage Markt. Later opende deze Dikke Selbach Hotel-Café-Restaurant op het Valkhofplein aan de Voerweg. Hij liet zich graag als trekpleister bekijken waarbij hij voor op het terras van zijn hotel plaats nam op een versterkte stoel met zes poten.
Dikke Selbach woog meer dan 200 kg. Hij at enorme hoeveelheden in het openbaar als trekpleister voor gasten voor zijn hotel. In het krantenknipsel van de Tilburgse Courant van 28 november 1911 staat dat Selbach de 500 pond bereikt had. Er wordt verteld dat hij tijdens zijn ontbijt 124 kadetjes naar binnen werkte. Op 14 april 1913 trouwde Emile Selbach met de slanke serveerster Alberta Catherine van de Weijden.
Toen de Selbach stierf op 9 december 1914 werd zijn bed omgebouwd tot zijn doodskist. Zijn lichaam werd door verhuisbedrijf van Wezel in de holst van de nacht via het slaapkamerraam uit zijn slaapkamer op een meubelkar getakeld en naar de Daalseweg vervoerd. Hij ligt begraven op de rooms-Katholieke begraafplaats Daalseweg in Nijmegen. Het grafmonument is helaas geruimd. Ter markering ligt er nu een stenen zwerfkruis De Nijmegenaren maakte er zelfs een straatliedje over: Ien die nacht, ien die nacht, ien die nacht, hebben se Selbach nur ‘t kerkhof toegebracht. Ien ‘n waogen fan Fan Wesel aon de Waol, fien je dâ nou gin groot schandaol?
Vanwege zijn enorme afmeting kon Selbach niet in een normale doodskist worden gelegd. Een van de versies van het lied eindigt daarom ook op ‘Want de kist was kolossaal’.
Het volgende monument is van het echtpaar
Brinkhoff – Nillesen vak 22-14-11
Foto: Wim Desserjer
Foto: Wim Desserjer
Het bijzondere van dit monument is dat het kunstwerk (mozaïek) is gemaakt door kunstenaar Piet Gerrits. Wat de relatie tussen de fam. Brinkhoff en de kunstenaar Gerrits was, is helaas niet bekend.
De Nijmeegse kunstenaar Piet Gerrits (1878-1957), een begaafde en geïnspireerde tekenaar die gegrepen was door het leven in Palestina, was ontwerper, vormgever en decorateur van de Heilig Land Stichting. Zijn veelbewogen leven en zijn indrukwekkende werk staan in dit boek centraal.
Hij woonde na zijn opleiding tot bouwkundig tekenaar enkele jaren in Palestina, waar hij zeer onder de indruk raakte van land en volk. De inspiratie, de ervaring en de kennis die hij daar opdeed, kwam goed van pas toen hij na zijn terugkeer naar Nederland betrokken raakte bij de Heilig Land Stichting. Hij ontwierp voor de begraafplaats monumenten zoals de Kruiswegstaties, de Hof van Olijven, de Calvarieberg, het Heilig Graf, de Hemelvaartkapel en fraaie tuingraven. Voor het museumpark ontwierp hij het dorp Nazareth, de geboortegrot in Bethlehem en de Oosterse herberg. Hij decoreerde de Cenakelkerk met mozaïeken en muurschilderingen en richtte het Bijbels Museum in. Hoewel hij tegen het einde van de oorlog, toen Groesbeek in de gevechtslinie lag, door een granaat zijn linkerarm en zijn rechteroog verloor, werkte Gerrits tot aan zijn dood in 1957 voor de Heilig Land Stichting.
In ons vorige bulletin, juni 2021, heeft u over dit onderwerp deel 1 kunnen lezen. Deel 2 geeft u onderstaand een overzicht van de verdwenen straatnamen die een koppeling hebben met personen die op de Daalseweg zijn begraven.
Aalbersstraat => Roukensstraat
Wijk 04 – Altrade
Ligging: Verbindingsstraat tussen de Prins Bernhardstraat en de Groesbeeksedwarsweg.
Hij was van beroep huisschilder maar bekwaamde zich ook als aannemer. Hij bouwde de eerste woningen aan deze straat. Raadsbesluit 28-10-1911 => Roukensstraat.
Hij ligt begraven in de familiegrafkelder, locatie 14-01-03GK.
Buskensstraat => Trompstraat
Wijk 02 – Bottendaal
Ligging: Deze straat verbindt de Ruyterstraat met de Dr. Jan Berendsstraat.
Gerardus Buskens.
(* Bergharen 07-08-1853 – † Nijmegen 15-07-1933).
Van beroep aannemer, bouwde de eerste woningen aan deze straat. Raadsbesluit 27-03-1909
=> Trompstraat.
Hij ligt begraven in de familiegrafkelder, locatie 02-01-04GK.
De Swartstraat => Vlaamsegas.
Wijk 01 – Stadscentrum
Ligging: Verbindt de Molenstraat met de Tweede Walstraat.
Petrus Paulus Johannes de Swart.
(* Nijmegen 29-06-1862 – † Nijmegen 04-10-1934).
Hij was koopman van beroep en ook herbergier en had eigendommen aan een doodlopend, in 1929 door afbraak van de hieraan gelegen huizen vervallen gedeelte van de gas, De Swartstraat genoemd. Raadsbesluit 09-07-1924 => Vlaamschegas.
Hij ligt begraven op graflocatie 06-07-12.
Dr. Banningstraat => verdwenen.
Wijk 12 – Goffert
Ligging: Bij vernieuwing van de Kolpingbuurt is de openbare ruimte met de naam Dr. Banningstraat verdwenen. Raadsbesluit 27-11-2019 => intrekking.
Hij was van huis uit timmerman en vestigde zich met zijn gezin in 1887 in Nijmegen. Tot omstreeks 1910 was hij koffiehuishouder van Hotel-Café “De Burchpoort” (hoek Hoogstraat) waar hij zich als ondernemer met allerlei zaken bezighield. In 1894 kreeg hij voor het eerst vergunning voor de bouw van arbeiderswoningen op deze plek. Al snel werd zijn naam verbonden aan deze straat.
Raadsbesluit 14-06-1913 => Palmstraat.
Hij ligt begraven op graflocatie 22-14-13.
Tweede van Hezewijkstraat => Azaleastraat => Oude Azaleastraat
Wijk 21 – Wolfskuil
Ligging: Loopt evenwijdig aan de Palmstraat, verbinding tussen Floraweg en Graafseweg.
Gerardus Wilhelmus van Hezewijk.
(* Heumen 27-10-1850 – † Nijmegen 17-01-1935)
Hij was van huis uit timmerman en vestigde zich met zijn gezin in 1887 in Nijmegen. Tot omstreeks 1910 was hij koffiehuishouder van Hotel-Café “De Burchpoort” (hoek Hoogstraat) waar hij zich als ondernemer met allerlei zaken bezighield. Een tweede bouwproject van een aantal woningen.
Raadsbesluit 15-10-1935 => Azaleastraat en RB 16-09-2009 => Oude Azaleastraat.
Hij ligt begraven op graflocatie 22-14-13.
Van Benthemstraat => Bronsgeeststraat
Wijk 20 – Biezen
Ligging: Verbindt de Biezenstraat met de Weurtseweg.
Lambertus Hermanus van Benthem.
(* Lobith 18-09-1852 – † Nijmegen 01-11-1924)
Hij was aannemer en bouwde rond 1901 als eerste aan deze straat twee onder- en bovenwoningen.
Raadsbesluit 28-10-1911 => Bronsgeeststraat.
Hij ligt begraven op graflocatie 21-08-01.
Van der Waardenstraat => Beijensstraat
Wijk 04 – Altrade
Ligging: Loopt van de Daalsedwarsweg naar de Daalseweg.
Wijnandus Johannes Hermanus van der Waarden.
(* Nijmegen 05-11-1860 – † Nijmegen 25-09-1930)
Bouwkundige en wethouder. Bouwde de eerste huizen in deze straat in 1898.
Raadsbesluit 19-10-1912 => Beijensstraat.
Hij ligt begraven in de familiegrafkelder, locatie 14-01-04GK.
Van Drielstraat => Evertsenstraat
Wijk 02 – Bottendaal
Ligging: Loopt van de Doctor Jan Berendsstraat naar de Sint Stephanusstraat.
Theodorus Johannes van Driel.
(* Herwen en Aerdt 30-06-1855 – † Nijmegen 04-08-1915)
Timmerman en aannemer, bouwde de eerste woningen aan deze straat.
Raadsbesluit 27-03-1909 => Evertsenstraat.
Hij ligt begraven op graflocatie 26-01-05.
Van Kempenstraat => Postdwarsweg
Wijk 06 – Hengstdal
Ligging: Loopt van de Dommer van Poldersveldtweg naar de Elzenstraat.
Gerardus van Kempen.
(* Nijmegen 24-11-1852 – † Nijmegen 26-02-1930)
Hij was landbouwer en woonde in de Dommer van Poldersveldtweg nummer 325. Hij had ook eigendommen op deze plek. Misschien daarom de verwijzing naar deze straat.
Raadsbesluit 05-03-1904 => Postdwarsweg
Hij ligt begraven op graflocatie 12-05-11.
Van Rosendaelstraat => Hugo de Grootstraat
Wijk 05 – Hunnerberg
Ligging: loopt van de Barbarossastraat naar de Berg en Dalseweg.
Het gedeelte tussen de Jan van Goyenstraat en de Berg en Dalseweg heette tot 1955 de van Rosendaelstraat, deze straat was ook zijn eigendom. Geen grap, maar gebeurd, in 1896 werd één van de bewoners zijn huis uitgezet. Toen de helpers van de Deurwaarder de boedel op straat hadden gezet werd door de heer van Rosendael protest aangetekend dat hij de boedel niet op zijn bezitting duldde. Hij had gelijk.
Hij droeg haar aan de gemeente over onder meer onder de voorwaarde, dat zij tenminste 25 jaar na de overdracht in 1900 zijn naam officieel zal behouden.
Tante Jet, die door een val in haar jeugd erg gehandicapt was, bewoog zich met haar stok en zwaar leunend op de arm van tante Annie heel langzaam over de begraafplaats. Ik kreeg daardoor alle tijd de prachtige monumenten te bewonderen.
Op 10 februari 1926 overleed boven zijn slagerij aan de Ziekerstraat 8 volkomen plotseling op 65-jarige leeftijd de heer Wilhelmus Johannus Geertsen. Wim Geertsen was vader van een groot gezin. Twee van zijn dochters, Annie en Jet Geertsen, waren als vroegere overburen van mijn grootouders Zuidgeest-Wolf, die tot het bombardement op Ziekerstraat 7-9 woonden, bevriend met onze familie. Na de dood van mijn grootouders in 1956 en 1958 raakten zij bevriend met mijn ouders en ze werden voor mij “tante Annie en tante Jet Geertsen” van de Lange Koningstraat 21. Door deze vriendschap heb ik hen de rest van hun leven (ze stierven beiden in 1995) gekend. Graag vertel ik iets over hun betrokkenheid met de begraafplaats aan de Daalseweg.
In mijn vroege jeugd was kerkhofbezoek bij veel oudere Nijmegenaren een wekelijks ritueel. Ook op de begraafplaats aan de Daalseweg was het zondags een komen en gaan van mensen, die ’s morgens na de H. Mis of ’s middags na de theevisite een bezoek brachten aan dierbare overledenen. Ook ik ontkwam tijdens de wekelijkse logeerpartijen bij mijn grootouders niet aan dit kerkhofbezoek, waarvoor de belangstelling bij mij blijkbaar al vroeg aanwezig was.
In vak 1 bezochten we het graf van Maria Geertsen-Selbach (*11-06-1860), de eerste vrouw van vader Wim Geertsen. Ze overleed op 13-11-1893 “in het kraambed”, 33 jaar oud. Haar jongste dochtertje Betsy overleed achttien dagen later en werd in het graf van haar moeder bijgezet. Het hoge grafmonument verkeert nog altijd in een redelijke staat.
Daarna moesten we de begraafplaats oversteken naar vak 21, waar de ouders van tante Annie en tante Jet vrijwel tegen de muur hun laatste rustplaats hadden.
Op 08-05-1895 was vader Geertsen hertrouwd met Elisabeth Matthea Selbach (*30-10-1871), die hem nog meer kinderen schonk. Zij werd de moeder van tante Annie (*05-07-1903) en van tante Jet (*24-12-1904).
Na de dood van hun ouders op resp. 10-02-1926 en 11-05-1945 bezochten de zussen trouw de hardstenen graftombe van hun ouders. Eind jaren tachtig begon de dekplaat van deze tombe, tot grote ergernis van vooral tante Jet, ineens scheuren te vertonen en begin jaren negentig barstte de plaat. Zo wilde tante Jet na haar dood het graf van haar ouders niet achterlaten en van haar pensioen als onderwijzeres op de school van de zusters JMJ aan de Oude Stadsgracht begon ze te sparen. In 1995, toen ze al ernstig ziek was, bestelde ze een nieuwe dekplaat. Het werd een race tegen de klok. De steenhouwer zette alles op alles en op vrijdag 31 maart 1995 werd de oude grafplaat vervangen.
De neef uit Best kwam met een fototoestel en toen hij de foto in hun flat op Marialaan 235 aan tante Jet liet zien, knikte ze tevreden. Ze kon nu rustig dood gaan. Het graf van haar ouders bleef keurig achter. Twee dagen later, op 2 april 1995, sloot ze voorgoed haar ogen. Ze is 90 jaar geworden.
Tante Annie, die levenslang met haar zus had samengewoond, overleed ruim negen maanden later op 23 december 1995. Zij werd 92 jaar. Nog altijd denk ik met veel warmte aan de twee “tantes” terug.
Bij het keldergraf van kapitein Herman Leonard de Villeneuve (1811 – 1873)
Herman Leonard de Villeneuve werd geboren in Amsterdam.
Zijn broer Volkert Willem de Villeneuve deed dienst in het Regiment Huzaren, hij was kapitein. Het was in de tijd dat Nederlanders verplicht onderdeel uitmaakten van het Franse leger. Volkert vocht in Frankrijk, Denemarken en Rusland. In 1812 werd hij gevangen genomen en ondergebracht in het Russisch-Duitse Legioen, dat tegen Napoleon streed. Later werd Volkert door koning Willem I onderscheiden met de Militaire Willemsorde, 4e klasse.
Herman Leonard de Villeneuve trad net als zijn broer in dienst van het leger en belandde in Suriname. Toen Suriname in 1815 definitief onder Nederlands gezag kwam, werd ter verdediging van de kolonie het regiment West-Indische Jagers opgericht. Dat bestond uit een bataljon Artillerie en
twee bataljons Jagers. De bataljons maakten gewoon deel uit van de koninklijke landmacht, de Jagers waren opgeleid in Nederland en ook net zo gekleed en uitgerust. In 1821 werden de twee Jagersbataljons samen gevoegd tot één en aangeduid met Bataljon Nr. 27. Men benoemde Herman Leonard de Villeneuve tot 2e luitenant van dat bataljon. Daarmee leidde hij een bataljon, bestaande uit zeven compagnieën. Omstreeks 1830 bracht men de omvang terug tot drie compagnieën.[i] Ook Herman Leonard werd door koning Willem I onderscheiden. Voor twaalf jaar trouwe dienst kreeg hij in 1837 de ‘bronzen medaille’. Een op zich kleine medaille, ter grootte van een € 2-munt, met aan de voorzijde de gekroonde letter ‘W’ en aan de achterkant het rijkswapen met de Nederlandse leeuw. Op 3 december 1840 berichtte de Nieuwe Surinaamsche Courant over de ondertrouw van 2e luitenant Bataljon Jagers Nr. 27, Herman Leonard de Villeneuve met Martha Georgina Susanna Serres in Paramaribo. Martha was afkomstig uit Rees, een kleine Duitse stad, niet heel ver van Nijmegen gelegen. Het schijnt dat Martha’s zus, Catharina Louise Serres, getrouwd was met Herman’s broer Volkert Willem. De zusjes Serres waren dus getrouwd met de broertjes De Villeneuve.[ii]
Net als zijn broer werd Herman Leonard benoemd tot kapitein der infanterie. In de zomer van 1859 keerden Martha en Herman samen terug naar Nederland. Net als veel welgestelden en officieren die in de Oost of de West hadden gediend, zochten zij de landelijke rust op in het bosrijke oosten van
Detail: Bijlage 2 Staatsbegroting 1870, IXde Hoofdstuk, Nominatieve staat der verleende pensioenen aan gewezen officieren der kolonie Suriname en aan hunne weduwen.
Detail: Bijlage 2 Staatsbegroting 1870, IXde Hoofdstuk, Nominatieve staat der verleende pensioenen aan gewezen officieren der kolonie Suriname en aan hunne weduwen.
Nederland. Zij vestigden zich in Hees. Het pensioen dat Herman ontving bedroeg ᶂ 1.200,- dat nu een waarde vertegenwoordigt van minstens € 35.000.
In 1873 overleed Herman, 62 jaar oud, in Hees. Hij werd begraven op het kerkhof aan de Dorpsstraat. Zijn graf, nummer 12, is gemakkelijk te traceren. Kijkend vanaf het trottoir naar de twee grote oude taxusbomen, ligt zijn graf schuin rechts voor de rechter taxusboom. Zijn vrouw Martha overleed een maand later en werd bij haar man bijgezet. Wie ook nog in dat graf begraven werd, was een heel goede vriendin van Martha en Herman uit hun Surinaamse tijd. Dat was Jane Furlong Williams, die Paramaribo verliet na de dood van haar man, naar Nijmegen reisde en in huis bij de familie De Villeneuve ging wonen.[iii] Zij overleed in hetzelfde jaar als Herman en Martha en heeft samen met hen een laatste rustplaats gevonden aan de Dorpsstraat.
Wim Desserjer
[i] J. Karbaat, ‘De militaire geschiedenis’ Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap, 1960, p. 380.
[ii] J. van Gruijthuisen, ‘Graven in Neerbosch, aflevering 5’, in: De Gelderlander, 2 oktober 2013.
[iii] W. Desserjer & P. van Schaijk, ‘Herstel en herwaardering van de begraafplaats aan de Dorpsstraat in Neerbosch, Nijmegen’, Stichting In Paradisum, 2018, p. 35.
Voor de oude monumentale begraafplaats aan de Daalseweg vind je opmerkelijk veel grafmonumenten waar de informatie met losse bronzen letters/cijfers wordt verduidelijkt. Brons, een legering van koper en tin, een tijdloze vorm en een keuze voor langdurig gebruik zonder aantasting van verweer. Bevestiging: aan de achterzijde van het brons worden pennetjes bevestigd welke door middel van boorgaatjes in de steen met twee componentenlijm worden vastgezet.
Onverslijtbaar, dat wel, maar juist door weersinvloed en vandalisme zie je toch op deze grafzerken steeds minder letters en cijfers en een toename van dit materiaal op jaarmarkten e.d.
Tijdrovende klussen lijken vaak te verzanden, maar toch zijn een paar mensen nu bezig om te legpuzzelen met een kleine honderd letters en cijfers die in de afgelopen jaren op de Daalseweg zijn gevonden. En met succes, een groot aantal letters kunnen weer worden teruggeplaatst op de juiste zerk.
Indrukken van de open monumentendagen 11 en 12 september 2021.
Dorpsstraat in Neerbosch, kerk met bijbehorende begraafplaats, een plek om te koesteren, een oase van rust. In die sfeer en met dank aan de eigenaar van de kerk voor de openstelling van dit prachtige rijksmonument, mochten wij op 11 september circa 45 mensen begroeten en rondleiden. Tevreden gezichten, vele verhalen, wederzijdse informatie, alles kreeg een plek.
Begraafplaats Daalseweg:
Zaterdag:
Het is 2 november a.s. 25 jaar geleden (de begraafplaats was in 1995 na een lange sluiting weer voor nieuwe begravingen opengesteld en de “Werkgroep ‘t (te) behouden kerkhof” was overgegaan in de “Stichting In Paradisum”) dat Christ Doorakkers me vroeg op Allerzielen 1996 een rondleiding over de begraafplaats aan de Daalseweg te verzorgen. Voor groepen op “Open Monumentendag” gaf ik al rondleidingen vanaf 12 september 1992, maar nu de begraafplaats weer in gebruik was genomen én nu in 1996 Allerzielen op een zaterdag viel, wilde Christ een extra impuls geven aan de bekendheid van deze historische plaats. Er verscheen in weekblad “De Brug” een groot artikel “De geschiedenis van de stad ligt op het kerkhof”. De belangstelling op die zaterdag was ongekend. Enorm veel mensen, die na de jarenlange sluiting weer eens een kijkje op de begraafplaats van hun voorouders wilden nemen, stroomden samen op het voorplein en het middenpad. Christ en ik stonden perplex. Dit konden we niet aan en ik vroeg buurtbewoners na ongeveer twee uur terug te komen. Dan zou ik nóg een keer over de begraafplaats lopen.
De rondleidingen vonden elk jaar plaats op de 22e februari, de dag van het bombardement op Nijmegen, op “Open Monumentendag” en na enige tijd ook op de laatste zondagen van de maanden mei, juni en juli.
Marianne Straten nam dan cultuur en symboliek van de monumenten voor haar rekening en ik beperkte me tot de historie en “verhalen achter het graf”, die ik al vanaf 1968 verzameld had. Rondleidingen van Marianne zijn na haar dood op 26 augustus 2017 overgenomen door Bert Eggelaar.
Samen met Bert stond ik op de “Open Monumentendag” op 11 september jl., vol verwachting op bezoek te wachten.
Om 13.00 uur kwamen er twee mensen. Een dame was zeer geïnteresseerd in symboliek en dat was het terrein van Bert. Een heer vroeg of ik misschien wist waar Emile Selbach, de in Nijmegen heel bekende “dikke Selbach”, begraven lag, want daar deed hij onderzoek naar.
Wandelend naar het graf van Selbach (vak 37, rij 6, graf 1) vertelde hij ook, dat hij door zijn onderzoeken ook bijzonder geïnteresseerd was in de “Zusters Auxiliatricen van de Zielen in het Vagevuur”, in Nijmegen beter bekend onder de naam “Zusters van Hallo”.
Emile Selbach, die hotelhouder was van het hotel-café-restaurant Valkhof aan het begin van de Voerweg, noemde zich met zijn ruim 250 kg. de “gewichtigste hotelier van Europa”. Uit alle windstreken kwamen mensen naar zijn hotel-restaurant om te zien hoe hij publiekelijk enorme hoeveelheden eten naar binnen werkte.
Heel vaak vragen oudere Nijmegenaren nog naar het graf van de Dikke Selbach, die al op 12 september 1914, 28 jaar oud, is overleden, maar die nog altijd tot de verbeelding van velen spreekt, omdat hij met zijn enorme gewicht niet in een kist paste en om die reden in zijn dichtgetimmerde houten ledikant op de begraafplaats aan de Daalseweg begraven is.
Dit verhaal hoorde ik ook in de jaren negentig van Jo Ahlrichs, onze vrijwilliger van het eerste uur, die tientallen jaren elke zaterdag naar de begraafplaats kwam om het graf van zijn vader Martin Ahlrichs te verzorgen. Deze Martin Ahlrichs, die op 28 november 1938, pas 48 jaar oud, overleed, ligt namelijk precies vóór het graf van Emile Selbach en Jo Ahlrichs kon zich het monument van Selbach nog goed herinneren.
Het graf van Selbach heeft al tientallen jaren geen monument meer. In de jaren negentig, toen een groep studenten in het kader van een verhalenfestival bij het graf van Selbach hun verhaal wilde vertellen, is er ter herkenning het stenen kruis van een afgebroken monument op het graf gelegd. Dat kruis is nooit meer weggehaald.
Nadat de bezoeker enkele foto’s had gemaakt, bracht ik hem tot zijn grote verrassing naar de grafkelder van de “Zusters van Hallo“, rechts achter het priestergraf. Het opmerkelijke van dit graf is, dat op het monument zowel aan de voor- als aan de achterzijde namen gebeiteld staan. De zuinigheid van deze zusters is zelfs na hun dood nog merkbaar op het monument.
Teruglopend naar de hoofdingang werd ik benaderd door een mevrouw, die meer wilde weten over het keldergraf van de indertijd bekende arts dr. Robert Bahlmann in vak 7. Deze
Robert Bahlmann, groot voorvechter voor het behoud van de oude begraafplaats aan de Daalseweg, staat alleen met zijn moeder Friederike E.B. Armand op de steen gebeiteld. Niemand weet waarom de namen van zijn vrouw Julia E.M.B. Bahlmann-Verhoeven en van hun dochter Beatrix Bahlmann nooit vermeld zijn. Toch weet ik zeker, dat zij er ook begraven liggen. De bijzetting van mevrouw Bahlmann-Verhoeven heb ik zelf bijgewoond. Na de dood van haar man heeft zij zich met dezelfde bevlogenheid en inzet voor het behoud van deze begraafplaats ingezet. Dochter Beatrix overleed op 30 augustus 2017. Door Corona vond deze bijzetting in besloten kring plaats, maar ik heb zelf de geopende grafkelder gezien. Er liggen dus vier mensen begraven.
Tenslotte werd ik aangesproken door een mevrouw, die zeer enthousiast was over de oude graven, die haar deden denken aan de oude begraafplaats aan de Gronauseweg in haar geboorteplaats Enschede. Ook daar liggen oorlogsslachtoffers, o.m. van het Amerikaanse bombardement van 10 oktober 1943, waarbij 151 doden te betreuren vielen.
Het toeval wilde, dat ik die begraafplaats ken. Mijn oom Jacques Janssen en zijn vrouw Riek Janssen-Verhoeven liggen er begraven. Ik kon niet nalaten haar mijn herinneringen aan hun grafmonument te vertellen.
Mijn oom, al op 19 maart 1974 op 65 jarige leeftijd overleden, had mijn vader, smid van beroep, gevraagd of hij zijn grafkruis wilde maken. Met al zijn liefde en vakmanschap schiep mijn vader een anderhalve meter hoog smeedijzeren kruis en goot er een enorme betonnen spits toelopende voet omheen. Zijn oudste broer verdiende een onverwoestbaar monument.
In de zomer van 1974 vroeg mijn vader of ik hem wilde helpen het bijna niet te tillen kruis naar Enschede te brengen. Op de brug bij Emmerik kregen we een lekke band. Het kruis, dat op de reserveband lag, werd uit de auto getild en terwijl mijn vader de band verwisselde, stond ik, om de lak niet te beschadigen, als een missionaris met dat enorme kruis langs de weg.
Als voorlichter van de Blindenbibliotheek Le Sage ten Broek kwam ik tot mijn pensioen in 2004 regelmatig in Enschede, waar wij een “Studio Gesproken Boek” hadden en waar ook een grote groep vrijwilligers actief was. Regelmatig wandelen ik dan even over deze oude begraafplaats. Sinds 1980 is de begraafplaats gesloten. Alleen bijzettingen in bestaande graven mogen nog plaats vinden.
In februari 2020, toen ik voor de crematie van mijn nicht Franca Janssen naar Enschede ben geweest, heb ik het graf van mijn oom en tante nog bezocht. Het kruis staat er nog steeds.
Ik kijk met veel plezier terug op mijn rondleidingen op Open Monumentendag 2021. Ondanks de coronamaatregelen werden het toch rondleidingen om niet gauw te vergeten.
Bart Janssen.
Zondag: Onze nieuwe aanwinst, Maaike heeft de eerste bezoekers onder haar hoede genomen, en deze mensen ingewijd in de kennis van de symboliek die ruim voorhanden is op het kerkhof.
Denk aan de diverse soorten engelen, afbeeldingen van st. Jacobsschelpen op de zuiltjes rondom een graf, die verwijzen naar de pelgrimsroute naar Santiago.
De tweede rondleiding van die dag hadden we beduidend meer mensen, met een brede belangstelling, die rondleiding hebben we met twee mensen gedaan.
Alles bij elkaar een tevreden terugblik op een mooie en zonnige zondag, met enthousiaste bezoekers. Na bijna 2 jaar pauze door Covid een bijzonder weekend.
Begraafplaats Stenenkruisstraat: Het was een prachtige nazomerdag waardoor veel nieuwsgierigen het zich niet lieten ontnemen om eens meer te weten te komen over dat mysterieuze parkje in het centrum van Nijmegen. Wel, tijdens de drukbezochte rondleidingen werd veel geheimzinnigheid ontsluierd. Een kleine veertig bezoekers hoorden wat er zich hier in de loop van de jaren heeft afgespeeld: hoe de Tsaar van Rusland heeft staan wenen (een tsaar mag niet huilen) aan het graf van schaakvriend, waarom er vooral platte dekstenen liggen, waarom hier zoveel militairen en militaire artsen zijn bijgezet.
Kortom, genieten van prachtig weer, boeiende informatie en een interessant historisch monument met een indrukwekkende bomenpracht! Een stuk of dertig andere geïnteresseerden maakten van deze gelegenheid gebruik om hier te wandelen, te genieten van de sfeer en zelf op ontdekking te gaan, namen te ontcijferen, te zoeken naar bekende straatnamen. Vooral mensen uit de buurt of die al eens een rondleiding hadden gevolgd grepen hun kans nu het hek open stond. Een aantal zou volgend jaar terugkomen.
Rubriek “U vraagt en wij zoeken antwoord”
Een lezer vroeg ons – via de website – hoe het zit met de houten kruisen op de begraafplaats Daalseweg. Er zijn oude en nieuwe, afwijkend van de stenen grafbedekkingen. Behoren die bij een religieuze groepering, een groep die het gebruik van natuursteen afwijst of mensen met een geldprobleem?
Het antwoord is helaas niet zo romantisch. We moeten even terug in de tijd toen de voorganger van In Paradisum, begin jaren zeventig, opnieuw de slachtoffers van het Bombardement (22 februari 1944) ging herdenken bleek dat er grafbedekkingen van slachtoffers waren verdwenen. Onze voorgangers hebben toen besloten de graflocaties herkenbaar te maken door het plaatsen van een kruis. Omdat de middelen ook toen beperkt waren werd er gekozen voor eenvoudig vurenhout.
Het zal u duidelijk zijn dat de levensduur dan beperkt is zodat In Paradisum al een paar jaar bezig met het vervangen. Met medewerking van Wanco (Doe het zelf), de “Werkplaats West” en enkele bestuursleden worden de verrotte exemplaren vervangen door nieuwe hardhouten kruisen die langer meegaan. De eerste nieuwe kruisen zijn al voor Corona geplaatst door Burgemeester Bruls`en de heer Korsten van de SBN (eigenaar van de begraafplaats). Een nieuwe serie staat al klaar om in februari 2022 geplaatst te worden.
Overigens, een aantal jaren geleden, heeft de Gemeente Nijmegen – op initiatief van In Paradisum – met de Nijmeegse begraafplaatsen een convenant gesloten waardoor graven van oorlogsslachtoffers niet meer geruimd zullen worden.
Heeft u een vraag of wilt u weten hoe iets zit? Gebruik dan het contactformulier op onze website.
De Nijmeegse stichting In Paradisum roept belangstellenden op om zich aan te sluiten bij de Vrienden van Daalseweg. Het eerste doel van de Vrienden van Daalseweg is de publicatie van een boek over de geschiedenis van begraafplaats Daalseweg.
Stichting In Paradisum zoekt donateurs die de publicatie ervan mogelijk maken.
Het boek ‘Daalsweg’ voert de lezer langs vele graven en grafkelders. Niet alleen bekende grafmonumenten, zoals dat van de familie Veerkamp of Louis Sévèke, krijgen de aandacht, ook veel minder bekende maar prachtige graven en interessante mensen worden belicht.
Maar, nog belangrijker is dat het boek de oorsprong en geschiedenis van ‘Daalseweg’ vertelt. Voor het eerst in het bestaan van Daalseweg verschijnt er een publicatie over haar boeiende, soms onstuimige geschiedenis.
Voor eenieder, geïnteresseerd in de geschiedenis van Nijmegen in het algemeen of in de begraafplaats aan de Daalseweg in het bijzonder, is dit boek een absolute must.
Aansluiten bij Vrienden van Daalseweg kan door het storten van € 35,- of meer. Het geeft u recht op één presentexemplaar van het boek over Daalseweg, dat in 2022 uitkomt. Het bedrag van € 35,- of meer kan worden overgemaakt op bankrekeningnummer NL86ABNA0475424336 van Stichting In Paradisum met vermelding ‘Vrienden Daalseweg’ én uw (e-mail)adres, zodat In Paradisum u persoonlijk kan uitnodigen voor de boekpresentatie.
Stichting In Paradisum dankt u voor uw bijdrage aan Vrienden van Daalseweg.
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg.Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2021.
Stichting In Paradisum
Stichting In Paradisum Kerkstraat 60 6543 KL Nijmegen t 06 1797 1197 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl
Voorzichtig gloort er een licht aan het einde van de tunnel. De afgelopen maanden was het nog doorbijten en een enkel actief lid van In Paradisum kwam met het Coronavirus onder de leden thuis te zitten. Maar langzamerhand wordt er meer gevaccineerd en ontstaat er een gevoel van herstart.
Dat gevoel zult u terug kunnen lezen in ons bulletin. Niettemin zijn we er nog niet en voorlopig kunnen we nog niet de rondleidingen bieden die u van ons gewend bent (hoewel we hopen dat we in het najaar wel aan de Open Monumentendagen zullen deelnemen). De herdenking van 22 februari jl. vond natuurlijk zonder publiek plaats; u kunt in dit bulletin een weerslag lezen van deze herdenking (en de aandacht die het bombardement ook kreeg bij de even publiekloze kranslegging op de Dam op 4 mei).
Op de begraafplaats Daalseweg is in het afgelopen jaar veel gebeurd. Zo raakte het kruisbeeld in het midden van de begraafplaats ernstig beschadigd bij onderhoudswerkzaamheden. Gelukkig heeft de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen (SBN) niet stil gezeten en is het herstel hiervan inmiddels gestart. Daarmee zal het middelpunt van de begraafplaats weer in zijn oude luisterrijke staat hersteld worden. Aan de randen is nog veel te wensen over, met de muur die op sommige plekken op afbrokkelen staat. Onze stichting neemt hierover contact op met de SBN en met de gemeente Nijmegen.
Over een aantal specifieke graven op de Daalseweg kunt u verder in dit bulletin lezen. Ons IP-bestuurslid Wim Desserjer is op dit moment bezig met de voorbereiding van een publicatie over de Daalseweg en u wordt van harte uitgenodigd om hem meer bijzondere verhalen over plekken en graven op de begraafplaats te sturen.
Ten slotte zij gezegd dat een stichting als de onze niet kan bestaan zonder u. Daarom breng ik u graag de oproep voor meer donateurs onder de aandacht (verspreid deze vooral onder uw kennissen). Ook zal onze onvolprezen secretaris, Roos Biemans, binnenkort het secretariaat overdragen. Bent u, of kent u, iemand die In Paradisum hierin wil komen versterken, dan houden wij ons ten zeerste aanbevolen.
Ik wens u weer veel leesplezier met dit nieuwe nummer van het Bulletin.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl
De 80-jarige Cor Teunissen, die bij het bombardement zijn moeder, twee broertje en een oom verloor, verscheen op het grote beeldscherm om met zijn kleindochter Roos de krans laten leggen.
Na tientallen jaren van opmerkelijk stilzwijgen uit Den Haag was het op 22 februari 2020 dan eindelijk zover. Minister Ferdinand Grappenhaus, minister van Justitie en Veiligheid en minister voor de erediensten, bezocht Nijmegen voor de herdenking van het bombardement van 22-02-1944. Bij het monument De Schommel sprak hij de woorden, waar de Nijmegenaren 76 jaar op hadden moeten wachten. De tekst was als volgt:
Wat als je je zusje moet identificeren aan haar padvindersriem, in plaats van aan haar blonde krullen? Of je vrouw aan haar broche, in plaats van aan haar rode appelwangen? Of je vader aan het ivoren olifantje aan zijn zakhorloge, in plaats van aan zijn ongeduldige blik op de klok?
Het bombardement op 22 februari 1944 op uw stad heeft ongelofelijk veel leed met zich meegebracht. Verdriet om de verloren dierbaren. Radeloosheid om de verwoesting. En miskenning door de verzwegen ramp.
De gedetailleerde, tragische ooggetuigenverslagen die Bart Janssen optekende vonden een weg recht naar mijn hart. In de vele honderden persoonlijke getuigenissen ontbreekt iedere vorm van boosheid. Dat stemt nederig, want ik weet niet of ik dat zou kunnen opbrengen. Maar in de herinnering van de ooggetuigen bleven en blijven de geallieerden de bevrijders. In zekere zin is het bombardement op de oude binnenstad van Nijmegen een ieder overkomen.
Maar er is jarenlang door de autoriteiten over gezwegen. Door de toenmalige regering in Londen. En ook door de latere regeringen, tot in de 21ste eeuw. Ik vind dat beschamend. En ik kan het onmogelijk goedpraten.
We herdenken jaarlijks soldaten en verzetsmensen, maar over de zinloze burgerslachtoffers van dit bombardement is het oorverdovend stil gebleven. Dit is leed dat vergeten is, en dat is volkomen onterecht. Dat mogen we niet meer toelaten. Nooit meer zwijgen en verzwijgen, want, in de woorden van Mark Twain: The truth hurts, but silence kills. De waarheid doet pijn, maar zwijgen doodt.
We moeten van het foute bombardement dat we vandaag herdenken proberen iets goeds te leren. Namelijk dat bij een oorlog, bij een streven naar vrede en veiligheid helaas verliezen horen. Soms ook burgerslachtoffers. Dat is een harde en pijnlijke werkelijkheid, maar laten we daar waardig mee omgaan. Dat zijn we aan de slachtoffers en hun nabestaanden verplicht.
We zijn ook verplicht om uit te dragen hoe de bevolking de stad destijds heeft wederopgebouwd. Want dat hebben de Nijmegenaren gedaan. Ook al kwam de wederopbouw moeizaam op gang; kijk om u heen. Uw stad bruist. Een teken van hoop voor alle mensen die vandaag de dag in oorlogsgebied leven.
Nijmegenaren geven die hoop door. Een goed voorbeeld is de tijdelijke vluchtelingenopvang die uw stad in 2015/2016 op Heumensoord huisvestte. Ruim 3.000 vluchtelingen werden door u opgevangen. De grootste groep in Nederland, maar desondanks stonden vrijwilligers in de rij om te helpen. Er was zelfs een wachtlijst voor Nijmegenaren die vluchtelingen voor de thee of koffie wilden uitnodigen. Samen met de vele spandoeken ‘Welcome to Nijmegen‘ illustreerde dit uw compassie voor uw medemens. Uw aandacht voor het lijden van anderen.
We leven inmiddels 75 jaar in vrijheid. En die vrijheid betekent een verantwoordelijkheid. Zoals het doorgeven van onze kennis van het oorlogsverleden aan de generaties van de toekomst. Zonder daarbij iets te verzwijgen. Want onze kinderen zijn de levende boodschappers die we naar een toekomst sturen die wij nooit zullen zien, maar waar wij wel mede verantwoordelijk voor zijn. Onze kinderen hebben recht op niets anders dan de waarheid. Ook een waarheid die pijn doet, want erover zwijgen schaadt nog veel meer.
Dit jaar viel die eer te beurt aan Addy Hendriks-Gerrits, die zelf met vier klasgenootjes uit het gebombardeerde kleuterschooltje gered werd, maar bij de 24 omgekomen kleuters wel haar broertje Jopie verloor. Samen met haar zoon Erik verscheen zij op het grote scherm om voor haar broertje Jopie en alle andere ± 800 slachtoffers van het bombardement van Nijmegen een krans te laten leggen.
Enige honderden slachtoffers van het bombardement vonden een laatste rustplaats op de begraafplaats aan de Daalseweg. Wij vinden het daarom gepast ook in ons bulletin aandacht aan deze bijzondere gebeurtenis te schenken.
Het was een bijzondere herdenking van het bombardement op Nijmegen dit jaar.
Vanwege corona werd het een herdenking zonder publiek. Het viel niet mee om, voor ons als organiserend comité, een passend alternatief te bedenken. Een comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeente Nijmegen, Raad van Kerken, Montessorischolen en onze Stichting In Paradisum.
Het werd uiteindelijk een prachtige reportage, in elkaar gezet door het media-team van de gemeente o.l.v. Sjoerd Gerritsen, en uitgezonden via de regionale zender RN7 op 22 februari. In het programma vertelde historicus Joost Rosendaal over de achtergrond van het bombardement en liet dominee Perla Akerboom haar licht schijnen op het belang van herdenken. Auteur Bart Janssen vertelde het tragische verhaal van bombardementsslachtoffer Leni van der Straten. Bijzonder sfeervolle opnamen waren een week eerder gemaakt op de Begraafplaats Daalseweg die toen bedekt lag onder een winters pak sneeuw. Hier vertelde ondergetekende het noodlottig relaas van enkele slachtoffers die hier begraven liggen, zoals de familie Brinkhoff, waarvan vijf gezinsleden omkwamen bij het bombardement op hun slagerij in de Krayenhofflaan.
Indrukwekkende toespraken waren er verder van Steven Butler van de Amerikaanse Ambassade (in het Nederlands!) en staatssecretaris Broekers-Knol namens de Nederlandse regering. Trio Alt zorgde voor een sfeervolle muzikale omlijsting en kinderen van de Montessorischolen droegen gedichten voor. Burgemeester Bruls sprak tenslotte de Nijmegenaren toe op zijn vertrouwde, betrokken wijze, waarna het luiden der klokken de twee minuten stilte inleidde om precies 13.28 uur – het fatale moment 77 jaar geleden.
Sinds 1885 ligt aan de Daalseweg een begraafplaats. Al 136 jaar of eigenlijk 137. Want het begon eigenlijk allemaal in 1884 met de roep om een nieuwe begraafplaats en sindsdien heeft ‘Daalseweg’ veel meegemaakt. Ze ligt er nu bij als een waardige, oude en monumentale begraafplaats die een bezoek zeer de moeite waard maakt. Niet alleen nabestaanden die er hun begraven dierbaren gedenken, ook anderen die even in deze verstilde omgeving komen ontspannen of genieten van de parkachtige aanblik. Maar zo was het in 1885 niet. Bijvoorbeeld. Voor de aan te leggen begraafplaats had stadsarchitect Jan Jacob Weve in 1884 prachtige, veel belovende tekeningen gemaakt. Voorbeelden hieronder. Nijmegen zou een nieuwe
grafkapel
toegangspoort
doodgravershuis
en voorbeeldige rooms-katholieke begraafplaats krijgen in de allure van de Engelse landschapsstijl. Echter monseigneur Adrianus Godschalk van bisdom Den Bosch, die het ontwerp moest beoordelen, besloot anders. In zijn brief op 11 februari 1885 schreef hij dat “Deze teekeningen met hare sierlijke gebouwen en veelvuldige beplantingen al te prachtig en te weelderig” zijn. “Eene kerkhof behoort geen lusthof, maar eene heilige godsdienst ademende plaats te wezen […] alsmede eene sterile of onvruchtbare plaats te zijn”. Ook geeft hij aan dat “de uitvoering […] daarenboven veel te kostbaar geacht wordt”. Bij de opening op 24 juni 1885 bood de begraafplaats, vooralsnog, een erg sobere aanblik…. !
Dit verhaal en nog vele meer zullen verschijnen in een publicatie over ‘Daalseweg’. Een verhaal over haar geschiedenis, haar ‘belevenissen’ en vooral over haar vele ‘bewoners’ die samen een deel van de Nijmeegse geschiedenis vormen. Voor die publicatie zijn wij nog op zoek naar foto’s en tekeningen. Maar óók naar wetenswaardigheden over mensen die er begraven zijn. Een belangrijk deel van de publicatie is het ‘funerair gastenboek’. Daarin wordt op één A4 één persoon kort maar boeiend beschreven inclusief foto’s of illustraties, zoals de foto van het graf. Hoe en of die persoon zijn of haar sporen in het leven verdiend heeft, doet in feite niet ter zake. Het ‘funerair gastenboek’ maakt geen onderscheid in arm, rijk, belangrijk of gewoon, heel lang geleden of pas kort geleden begraven op ‘Daalseweg’. Daar begraven zijn is het enige criterium.
Als geïnteresseerde of als nabestaande van een dierbare op ‘Daalseweg’ nodigen wij u van harte uit voor een bijdrage aan de publicatie in de vorm van een foto of een beschrijving op één A4. Hierbij wordt uiteraard een zorgvuldige bronvermelding gegarandeerd.
Een straatnaam of hodoniem is een woord om wegen(straten, lanen, allees enz.) te kunnen aanduiden. Het is een onderdeel van de toponymie en wordt in veel landen gebruikt voor het adresseren van post.
Dit artikel is een optelsom van interesse en nieuwsgierigheid naar de herkomst van Nijmeegse straatnamen die een koppeling hebben met personen die zijn begraven op de begraafplaats aan de Daalseweg. Mijn speurtocht om het hoe en waarom van die straatnamen te achterhalen, voerden onvermijdelijk naar de voortreffelijke website van dé straatnamenspecialist Rob Essers.
Zijn zeer gedetailleerde beschrijvingen van alle in Nijmegen voorkomende straatnamen, pleinen, hofjes etc. hebben uiteindelijk bijgedragen tot een beschrijving van in totaal 29 straatnamen waarvan 18 nu nog zichtbaar en 11 verdwenen zijn. Een respectabel aantal, vond ik.
Voordat ik verder ga met de beschrijvingen van genoemde straatnamen geef ik in verkorte vorm een stukje geschiedenis over het ontstaan ervan.
Een straatnaam of hodoniem is een woord om wegen(straten, lanen, allees enz.) te kunnen aanduiden. Het is een onderdeel van de toponymie en wordt in veel landen gebruikt voor het adresseren van post. In Nederland is de gemeente sinds de gemeentewet van 1851 verantwoordelijk voor de straatnaamgeving en werd een systeem van straatnamen en huisnummers ingevoerd.
Het is een hardnekkig misverstand dat de straten in de stadsdelen Dukenburg en Lindenholt geen naam zouden dragen, maar alleen genummerd zouden zijn. Het aantal straatnamen is tot een minimum beperkt. Alle straten waarvoor geen andere namen zijn vastgesteld, hebben dezelfde naam als de wijk of de buurt. In deze straatnamen komen geen cijfers voor. De huisnummers die hieraan gekoppeld zijn bestaan uit vier of in uitzonderlijke gevallen vijf cijfers. Voorbeeld : bij het adres Malvert 3316 is de straatnaam Malvert en het huisnummer 3316.
Straatnaambordjes werden aan de gevels bevestigd en vaak werden in de volksmond ontstane namen van straten toen de officiële naam. Goede voorbeelden van het Nijmeegse zijn:
De functie van de straat: Eiermarkt, Korenmarkt.
De ligging: Achter de Wiemelpoort; Achter de Vismarkt.
Personen die er gewoond hebben: Dominicanenstraat(Dominicanessen van Voorschoten), Laan van Scheut(Missionarissen van Scheut).
Een gebouw dat er staat: Schoolstraat, Looimolenweg.
De nabijgelegen plaats waarheen de weg leidt: Graafseweg, Hatertseweg, Berg en Dalseweg.
Belangrijke historische gebeurtenissen: Plein 1944 of Kitty de Wijzeplaats.
In de tweede helft van de 19de eeuw kwam het vernoemen van personen met een bepaalde staat van dienst in zwang. Toen na 1900 hele nieuwe buurten tegelijk werden gebouwd, bedacht men bepaalde thema’s per buurt, zoals in Nijmegen bijvoorbeeld: de Indische buurt in Galgenveld, de schildersbuurt in Nijmegen-Oost en de Planetenbuurt in Heseveld.
Onderstaand geef ik in alfabetische volgorde en per straatnaam de gegevens hiervan. Kernpunten zijn,
a. de wijk waarin de straat ligt b. de ligging van de straat c. persoonsgegevens naamdrager d. graflocatie Daalseweg volgens Stichting Begraafplaatsen Nijmegen(SBN). (Vak-rij-nummer) Aanduiding GK=> grafkelder. e. eventuele nadere toelichting.
Daniëlsweg
Wijk 23 – Heseveld
Ligging: verbindt de Oude Graafseweg met de Molenweg/Paul Krugerstraat.
Mattheus Petrus Maria Daniels (Mathé).
(* Nijmegen 01-10-1877 – † Nijmegen 02-05-1952)
Vanaf 1919 tot 1942 was hij gemeentearchivaris in Nijmegen en daarnaast archeoloog; zie Nijmeegse biografieën 2004, 35-36. Zijn vader was gemeenteraadslid en wethouder.
Zij zijn begraven in de grafkelder van de familie Daniëls-Sengers, 23-02-07GK.
Derde van Hezewijkstraat
Wijk 21 – Wolfskuil
Ligging: vormt een verbinding van de Graafseweg met de Floraweg.
Hij was van huis uit timmerman en vestigde zich met zijn gezin in 1887 in Nijmegen. Tot omstreeks 1910 was hij koffiehuishouder van Hotel-Café “De Burchpoort” (hoek Hoogstraat) waar hij zich als ondernemer met allerlei zaken bezighield. In 1907 kreeg hij vergunning om acht woningen te bouwen aan deze, aan hem genoemde, straat. De Eerste en Tweede van Hezewijkstraat speelde eenzelfde rol maar zijn omgezet naar een andere straatnaam.(zie bij vervallen namen).
Hij ligt begraven op graflocatie 22-14-13.
Dobbelmannweg
Wijk 11 – Hazenkamp
Ligging: verbindt de Hazenkampseweg met de Groenestraat.
Franciscus Theodorus Johannes Hubertus Dobbelmann (Theodoor).
(* Nijmegen 08-08-1830 – † Nijmegen 18-12-1912)
Fabrikant, gemeenteraadslid en lid Tweede Kamer der Staten Generaal. Eigenaar van het landgoed “De Winckelsteegh” met het Jonkerbos. Zie Nijmeegse biografieën 2004, 40-41, www.biografischportaal.nl .
Hij ligt begraven in de familiegrafkelder locatie 24-01b-05GK.
Dr. Banninghof
Wijk 12 – Goffert
Ligging: openbare ruimte(parkeerterrein) naast Kolpingstraat 61, bereikbaar via Leo XIII-straat.
Arts, gemeenteraadslid, curator R.K. universiteit en katholiek voorman in de sociale beweging. Zie Nijmeegse biografieën 2013, 26-27.
Hij ligt begraven op graflocatie 26-01-03.
Dr. Jan Berendsstraat
Wijk 02 – Bottendaal
Ligging: Een zijstraat van de Sint Annastraat eindigend in de Trompstraat.
Johannes Petrus Stephanus Berends.
(* Nijmegen 30-07-1818 – † Nijmegen 16-09-1913)
Een zeer gewaardeerd geneesheer, die een zeventigtal jaren in Nijmegen de praktijk uitoefende. Als lid van de gemeenteraad en ook buiten dien raad was hij een leidende persoonlijkheid. Volledige titulatuur luidde: Doctor der geneeskunde, stedelijk en plattelandsch heel- en vroedmeester. Hij werd ook in 1845 de eerste journalist van de Gelderlander.
Hij ligt begraven in de grafkelder van de familie Berends-Ottenhoff, 23-03-07GK. Monument verwoest, wel afdekplaat zonder aanduiding.
Eugène Lückerstraat
Wijk 05 – Hunnerberg
Ligging: Zijstraat van de Praetoriumstraat, doodlopend.
Eugène Joseph Frans Lücker.
(* Roermond 09-07-1876 – † Nijmegen 30-05-1943)
Nijmeegse kunstschilder en etser, leraar tekenen Canisius College. Het pand waar hij woonde, Ubbergseveldweg 50, heeft hij zelf ontworpen en draagt ook zijn gevelsteen. Zie ook Nijmeegse bibliografieën 2013, 104-105, www.biografischportaal.nl
Hij ligt begraven op graflocatie 19-01A-08.
Eversweg
Wijk 07 – Kwakkenberg
Ligging: Zijstraat van de Twaalf Apostelenweg naar de Berkenlaan.
Christiaan Frederik Evers.
(* Amsterdam 16-08-1855 – † Nijmegen 24-03-1914)
Sigarenfabrikant, fabriek met woning stond aan de Pontanusstraat.
Hij was ongehuwd en benoemde de gemeente Nijmegen tot erfgenaam van zijn nalatenschap onder verplichting tot stichting van een fonds waarvan rente uitsluitend moet worden gebruikt om onvermogende en behoeftige personen van 60 jaar en ouder een rustige oude dag te verzekeren.
Dit fonds werd in 1965 opgeheven en ondergebracht in de Stichting Evers-Van Schaeck Mathonfonds.
Hij ligt begraven op graflocatie 31-08-06.
Ir. Wevestraat
Wijk 02 – Bottendaal
Ligging: Zijstraat van de Dr. Jan Berendsstraat uitlopend naar de Semmelinkstraat.
Gemeentearchitect, directeur gemeentewerken.O.a. ontwerp en aanleg begraafplaats Daalseweg, verbouw en restauratie van het Waaggebouw. Zie ook Nijmeegse bibliografieën 2013, 143-144, www.biografischportaal.nl
In de familiegrafkelder, locatie 24-05-03GK, ligt hij begraven.
Luciaweg
Wijk 07 – Kwakkenberg
Ligging: Deze weg verbindt de Sophiaweg met de Bosweg.
Maria Lucia Tijssen.
(* Nijmegen 07-08-1849 – † Nijmegen 07-07-1925)
Het lag in de bedoeling deze weg te vernoemen naar haar echtgenoot Willem Frederik Paijens die o.m. directeur was van de gemeente-waterleiding. Maar hiertegen bestond echter bezwaar omdat een andere weg naar zijn vader was genoemd. Haar roepnaam werd nu genoemd naar deze weg.
Zij ligt begraven bij haar eerder overleden echtgenoot op graflocatie 21-06-01.
Pater Leijdekkersstraat
Wijk 05 – Hunnerberg
Ligging: Zijstraat van de museum Kamstraat, doodlopend.
Ferdinand Maria Leopold Leijdekkers.
(* Luik(B) 30-03-1855 – † Nijmegen 08-02-1924)
Vanaf de oprichting in 1900 leraar Canisius College, jezuïet, amateur archeoloog. Startte op het terrein van Canisius College in 1906 met opgravingen.
Hij ligt begraven in het priesterkeldergraf-SJ, locatie 22PRKK.
Professor Cornelissenstraat
Wijk 03 – Galgenveld
Ligging: Deze straat verbindt de Archipelstraat met de Groenewoudseweg.
Gewoon hoogleraar aan de faculteit der letteren en wijsbegeerte KU, vaderlandse en algemene geschiedenis der nieuwe tijden 1930-1947. Hij was tijdens de Duitse bezetting als secretaris van de senaat de rechterhand van de rector Hermesdorf in het verzet. Zie ook : www.biografischportaal.nl
Hij ligt begraven op graflocatie 03-01-08, monument is geruimd.
Professor Huijbersstraat
Wijk 03 – Galgenveld
Ligging: Deze straat loopt van de Heyendaalseweg naar de Molukkenstraat.
Henricus Franciscus Maria Huijbers.
(* Utrecht 26-12-1881 – † Nijmegen 17-03-1929)
Gewoon hoogleraar faculteit der letteren en wijsbegeerte KU. Algemene en vaderlandse geschiedenis der nieuwe tijd 1923-1929. Promoveerde cum laude in 1913 op het eerste deel van de biografie van Don Juan van Oostenrijk, die hij in 1914 afrondde met een tweede deel. Dit werk was een afdoend blijk van diepe bronnenkennis en beheersing der literatuur.
Hij ligt begraven op graflocatie 25-05-05.
Professor van der Grintenstraat
Wijk 03 – Galgenveld
Ligging: verbindt de Professor Cornelissenstraat met de Professor de Langen Wendelsstraat.
Gewoon hoogleraar faculteit der rechtsgeleerdheid KU, staatsrecht en administratief recht 1923-1932. Hij heeft als gemeentesecretaris van Nijmegen het zijne gedaan om de verhouding tussen universiteit en de gemeente op een goede basis te plaatsen. Zie ook : Nijmeegse biografieën 2004, 53 en www.biografischportaal.nl.
Hij ligt begraven in de familiegrafkelder, locatie 23-01-03GK.
Professor van der Heijdenstraat
Wijk 03 – Galgenveld
Ligging: Deze straat verbindt de Archipelstraat met de Professor Schrijnenstraat.
Egidius Johannes Josephus van der Heijden(Gé).
(* Gouda 12-08-1885 – † Nijmegen 24-05-1941)
Gewoon hoogleraar faculteit der rechtsgeleerdheid KU, 1923-1940, burgerlijk recht handelsrecht en rechtsgeschiedenis. Hij stichtte in Nijmegen de Rota Carolina, een praktische oefenschool voor studenten, die zich op de advocatuur toelegden. Hij was een befaamd jurist en ironicus. Zie Nijmeegse bibliografieën 2004, 62-63 en www.biografischportaal.nl
Zijn dochter Geertruida Catrien was getrouwd met Jo Cals, minister-president kabinet Cals 1965-1966, (val: nacht van Schmelzer).
Hij ligt samen met zijn vrouw en kleinkind Cals begraven op graflocatie 22-11-04.
Roothaanstraat
Wijk 04 – Altrade
Ligging: Verbindingsstraat tussen de Van den Havestraat en de Dominicanenstraat.
Carel Marie Victor Roothaan.
(* Amsterdam 21-02-1865 – † Nijmegen 11-01-1892).
Gemeenteontvanger 1892-1930 en was bovendien ontvanger van de beurs Burghardt vd Bergh en beheerder van het Eversfonds. Ook was hij de grondlegger van het St. Canisius ziekenhuis aan de St. Annastraat 289.
Hij ligt begraven op graflocatie 31-06-08.
Simon Langendampad
Wijk 20 – Biezen
Ligging: Begint bij de Waalhaven en Loopt gedeeltelijk parallel met de Kaaisjouwerskade, echter
bij raadsbesluit van 17-4-2013 is het woningbouwproject Handelskade in werking getreden en zijn tegen de muur van de Kaaisjouwerskade in november 2020 nu twee straatnaamborden aangebracht.
Simon Petrus Langendam.
(* Nijmegen 25-09-1820 – † Nijmegen 14-05-1889).
Oprichter en drukker van De Gelderlander krant, in mei 1848 rolde in Langendams drukkerij aan de Waalkade/hoek Grotestraat de eerste aflevering van De Gelderlander, staatkundig-, nieuws- en advertentieblad, van de pers.
Hij ligt begraven op graflocatie 28-06-08.
Terwindtstraat
Wijk 05 – Hunnerberg
Ligging: Deze straat loopt vanaf Keizer Traianusplein in noordelijke richting naar de Nieuwe
Ubbergseweg.
Hermanus Lambertus Terwindt.
(* Pannerden 09-02-1819 – † Nijmegen 04-01-1892).
Industrieel, wethouder. Hij was lid van de commissie voor de uitleg van de stad, samen met Francken en Graadt van Roggen. Hun namen staan vermeld boven de prachtige smeedijzeren poort van de brug naar het Valkhof. Zijn grafmonument is naar ontwerp van Ir. Weve, beeldhouwwerk is van Henri Leeuw. Zie ook ; Nijmeegse Biografieën 2006, 130-131.
Hij ligt begraven in de familiegrafkelder, locatie 20-01-06GK.
Willem Heijdtstraat
Wijk 06 – Hengstdal
Ligging: Loopt van de Dunklerstraat naar de Van ’t Santstraat.
Petrus Jacobus Wilhelmus Heijdt.
(* Nijmegen 13-10-1868 – † Nijmegen 28-05-1928).
Vishandelaar en componist. Heeft als componist naam gemaakt.
Hij ligt begraven op graflocatie 24-03-10.
Deel 2 van dit artikel verschijnt in ons volgende bulletin en zal een overzicht geven van verdwenen straatnamen met een relatie tot de begraafplaats Daalseweg.
In juni 2002 interviewde ik Annie Gardenier-Delcliseur voor mijn boek “De pijn die blijft” over de slachtoffers van het bombardement van 22-02-1944, dat op 22-02-2005 verscheen. Annie Gardenier was de dochter van Leendert Delcliseur, die het fatale bombardement ook niet overleefde. Hij was een van de slachtoffers van de bommen op het station. Na het uitvoerige interview, ik had mijn spullen al weer ingepakt en stond met mijn tas bij de voordeur, vertelde ze pas dat in haar familie ook nog een tweeling was omgekomen.
Ik spitste mijn oren, want ik was al jaren op zoek naar familie van de tweeling Rietje en Willy Rademaker, die in het weeshuis zaten en op een onbekende plaats de dood vonden. Ik reageerde meteen met: “U bedoelt toch niet de tweeling Rademaker”?
Zij bleek familie van de tweeling te zijn, maar kon me helaas niets vertellen over hoe en waar de kinderen waren omgekomen. Ze had echter wel een foto van de kinderen met hun opa en hun oudere zusjes. Ik was dolblij, dat ik de tweeling dan in ieder geval met een foto in mijn boek kon opnemen.
Een jaar later reageerde Netty van Oss-van den Heuvel (bekend van het Nijmeegs Soaptheater) op een van mijn vele oproepen om nabestaanden van de slachtoffers van het bombardement. Zij vertelde me, dat zij de tweeling Rademaker onder het puin van de ingestorte huizen van de Doddendaal had gevonden. Ze overleden toen vrijwel meteen, maar ze konden in ieder geval wel in de grafkelder van het weeshuis begraven worden, voegde ze er aan toe, want van heel veel slachtoffers is nooit iets teruggevonden.
Na de presentatie van “De pijn die blijft” besloot ik de rondleidingen, die ik al vanaf 1992 op de begraafplaats Daalseweg geef, vaker toe te spitsen op de honderden oorlogsslachtoffers, die er begraven liggen. Zo ook op zondag 27 juni 2010.
Onder mijn “gehoor” bevonden zich ook de mij toen nog onbekende Yvonne Ubben en Jan Bredie, die in de Zondagkrant mijn oproep gelezen hadden en voor de eerste keer aan een rondleiding deelnamen. Halverwege de rondleiding vroeg Yvonne of ik misschien wist waar de bij het bombardement omgekomen tweeling Rietje en Willy Rademaker begraven lag. Opnieuw was ik uiterst verrast, toen ik haar de foto van Annie Gaardenier-Delcliseur liet zien. Ze wees haar moeder aan, die op de foto achter de tweeling stond. Ze kende de foto niet en was ontzettend blij, toen ik haar even later de grafkelder kon aanwijzen waar haar tantes begraven lagen. Ze was jaren op zoek geweest en nu had ze hun graf eindelijk gevonden.
De blijdschap was zó groot, dat zij en haar partner kort na de ontdekking gepakt en gezakt met verse aarde, tuingereedschap en plantjes naar de begraafplaats togen om het graf, waar o.a. haar tantes begraven lagen, een fleuriger aanzicht te geven.
Sindsdien omgeven zij het graf elke lente met verse begonia’s, hyacinten, narcissen, tulpen, enz.
Hun jaarlijkse actie was ook het bestuur van de Beide Weeshuizen opgevallen en op 24 april 2021 mochten zij op de begraafplaats de “Stijn Buys-Pluim”, een eerbetoon van de Beide Weeshuizen, in ontvangst nemen
Yvonne en Jan, ook namens de Stichting In Paradisum van harte gefeliciteerd met dit welverdiende eerbetoon.
Bart Janssen
De wezengrafkelderRietje en Willy Rademaker in zwarte jurkjes Yvonne Ubben en Jan Bredie met de oorkonde op de begraafplaats Daalseweg
In februari van het vorige jaar is door onze stichting een namenmonument onthuld van alle oorlogsslachtoffers die begraven liggen op de begraafplaats Daalseweg. Met dank aan oplettende bezoekers zijn in de loop van het jaar hierop een aantal correcties en aanvullingen binnengekomen.
Wij hebben deze verwerkt in het bestaande overzicht en sinds eind maart jongstleden zijn in het monument de nieuwe bladen geplaatst.
Corona maatregelen rondleidingen dit jaar en open monumentendagen 11 en 12 september 2021.
In verband met het COVID-19-virus hebben wij, voor uw en onze veiligheid, moeten besluiten de hieronder geplande rondleidingen niet te laten plaatsvinden:
Voor de begraafplaatsen Daalseweg en Stenenkruisstraat op 27 juni en 25 juli 2021.
Voor zover nu bekend zullen de open monumentendagen wel doorgang kunnen vinden. Veranderingen hierin zullen wij via onze website bekend maken.
Begraafplaats Daalseweg, beide dagen rondleidingen om 13.00 uur en 14.30uur.
Begraafplaats Stenenkruisstraat is op beide dagen tussen 11.00uur en 17.00uur toegankelijk en zullen er rondleidingen worden verzorgd om 11.30uur en 14.30uur.
Begraafplaats Neerbosch is tussen 11.00uur en 17.00uur toegankelijk en is ook de kerk van binnen te bezichtigen.
Schade kruisbeeld.
In ons vorige bulletin hebben wij uitvoerig geschreven over de schade aan het kruisbeeld op de begraafplaats Daalseweg. Dit loopt nu al bijna één jaar en gelukkig kunnen wij u nu melden dat de eigenaar, stichting begraafplaatsen Nijmegen (SBN) een akkoord heeft bereikt met de verzekeraar.
Het kruisbeeld is een rijksmonument en dateert van 1868 en bij het ter perse gaan van dit bulletin is een ter zake kundig restauratiebedrijf begonnen met de herstelwerkzaamheden.
Daarom zoeken we een nieuwe bestuurssecretaris die samen met de voorzitter en penningmeester de spil van de stichting vormt. De bestuurssecretaris ondersteunt niet alleen het bestuur, maar heeft ook nadrukkelijk zelf een adviserende rol daarin en bevordert de gang van zaken onderling en met derden, zoals de gemeente Nijmegen en begraafplaatseigenaren. Daarnaast omvat de functie ook het 6 à 7 keer per jaar realiseren van een vergadering en de zorg voor afhandeling en archivering van correspondenties. Digitale basisvaardigheden zijn een vereiste i.v.m. het bijhouden van de correspondentie en administratie. Natuurlijk is er tijdens de overgang begeleiding van de vertrekkende secretaris. Interesse of meer weten?
Neem contact op via stichtinginparadisum@kpnmail.nl
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg.Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2021.
Stichting In Paradisum
Stichting In Paradisum Kerkstraat 60 6543 KL Nijmegen t 06 1797 1197 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl
We beleven vreemde tijden. Een akelig virus waart al tien maanden door het land en het openbaar leven ligt plat. Ook voor In Paradisum was het voorbije jaar 2020 daarmee een jaar als geen ander. Na een positief begin van het jaar, met een inspirerende herdenking van het Bombardement in de Lutherse Kerk, bij de Schommel en op begraafplaats Daalseweg en daarna de onthulling van een nieuw informatiebord door de wethouder, kwam ook voor onze stichting veel stil te liggen. De rondleidingen die we jaarlijks geven op de begraafplaatsen gingen niet door en ook andere activiteiten waaraan In Paradisum meedoet, zoals NL Doet en de Open Monumentendagen, vonden geen doorgang.
Tegelijkertijd toonden onze actieve leden zich bijzonder veerkrachtig. Artikelen werden geschreven – een weerslag hiervan vindt u in dit Bulletin – en er is ook grote voortgang geboekt voor nieuwe grotere publicaties. En ook het werk aan de grote database van graven op onze website ging onverdroten voort. Helaas moesten wij onverwachts afscheid nemen van een belangrijke drijvende kracht hierachter, Wim Kruidhof. U leest zijn in memoriam in dit Bulletin.
Maar de veerkracht van de actieve leden van onze stichting biedt hoop voor de toekomst. Wanneer het virus ons weer toestaat uit de huidige maatschappelijke lockdown te komen, dan zullen de rondleidingen weer als vanouds georganiseerd worden. Alleen moeten we op dit moment nog even doorbijten en zullen we nog even onze ziel in lijdzaamheid moeten bezitten. Gelukkig is er nu een nieuw Bulletin dat u kan helpen deze tijd door te komen.
Er is een lange tijd verstreken sinds de laatste editie van het Bulletin, door de Coronacrisis en computerproblemen. Daarvoor bied ik u mijn excuses aan.
Op 22 februari zullen we – voor het eerst in decennia – geen herdenkingsactiviteiten houden op de Daalseweg. Dat is op dit moment niet te verantwoorden. Maar gaat u vooral in de tuin of op het balkon staan en luistert u naar de klokken die beieren over nog gruwelijker tijden. Op afstand gedenken we dan met velen. En volgend jaar weer met zijn allen.
Op 21 november 2018 verscheen er in het weekblad De Brug een artikel over de uitgave van het boek “200 jaar aannemen en aanpakken” van Ben van Tienen, dat door burgemeester Bruls in ontvangst werd genomen.
De aannemerij Van Tienen was mij uit mijn jeugd bekend. Na het bombardement van 22-02-1944, waarbij mijn grootouders Zuidgeest-Wolf hun woning met winkel op de Ziekerstraat 7-9 verloren, kregen zij een tijdelijk pand toegewezen op Ziekerstraat 43. Ik kwam er elk weekend en als ik met de jongens van Meussen en Rikken op straat mocht spelen, keek ik altijd nieuwsgierig door de poort van Aannemerij van Tienen, die naast mijn grootouders op Ziekerstraat 45/47 gevestigd was, maar ik heb het als kind van 6 jaar nooit aangedurfd de grote poort binnen te gaan om er te gaan kijken. Vanuit de achterzijde van nr. 43 zag ik wel de grote opslagplaats van de aannemerij, die zich in mijn herinnering uitstrekte tot aan een achteruitgang aan het Mariënburg.
Nadat mijn grootouders in 1951 de nieuwbouw aan de Ziekerstraat 5 betrokken, was mijn belangstelling over, maar enkele tientallen jaren later kwam ik door mijn werk als voorlichter van de blindenbibliotheek Le Sage ten Broek wéér de naam Van Tienen tegen. Regelmatig had ik contact met mevrouw P. Ederveen-van Tienen (1903-1991) uit de Hermelijnstraat, die jarenlang boeken in brailleschrift heeft omgezet. Met deze mevrouw Ederveen, echtgenote van Willebrordus Ederveen, eigenaar van de in die tijd heel bekende Renaultgarage, heb ik vaak herinneringen uit die tijd opgehaald.
Mevrouw Paulina Ederveen was de dochter van Bernardus van Tienen, de derde generatie van het aannemersgeslacht. Haar grootvader Christoffel van Tienen (de 2e generatie) werkte samen met zijn vader Jan van Tienen, die dorpstimmerman was.
In 1881 verhuisde Christoffel van Elden naar Nijmegen. Juist in die jaren waren de wallen geslecht en werd er aan de stadsuitleg gewerkt. Christoffel sprong er graag op in en bouwde zijn eerste woningen aan de Groenewoudschelaan (de huidige Oude Groenewoudseweg) en aan de Dikkeboomweg.
In de loop der jaren werden ook zijn zonen Bernard en Hendrik in het bedrijf actief. Tussen 1900 en 1906 bouwden vader en zonen Van Tienen de eerste woningen en bedrijfspanden aan de Burghardt van den Berghstraat en de Jan de Witstraat en zo werden er in de loop van de 200 jaar in en ver buiten Nijmegen steeds meer werken aangenomen of opgeknapt. Het voert te ver om het enorme scala aan bouwwerken in dit verhaal te benoemen. Het met vele foto’s uitgebrachte boek geeft een prachtig overzicht van wat de zes generaties van Tienen door het hele land hebben betekend.
Voor onze begraafplaats is het heel bijzonder, dat ook het praalgraf van de familie Veerkamp in 1995 mede door Van Tienen is gerestaureerd. Hiervoor moest het prachtige en unieke neogotische grafmonument met het 2300 kilo wegende dak gedemonteerd en gerestaureerd worden en ook de wenende engel op het graf herkreeg haar oude glans. Tot verdriet van velen hebben onverlaten na de restauratie de over het kruis hangende hand van de engel afgebroken en meegenomen.
Het is ook bijzonder, dat zowel Christoffel en zijn vrouw Johanna Beugerink als zijn zoon Hendrik en zijn vrouw Everdine Berends op deze begraafplaats begraven zijn. Van deze vier familieleden bestaat echter alleen een foto van Christoffel van Tienen.
Beide grafmonumenten verkeren nog in een goede staat, maar het is jammer, dat de bronzen letters van het monument van het echtpaar Van Tienen-Berends in de loop der jaren zijn verdwenen. Daardoor is de tekst onleesbaar geworden.
Christoffel v. Tienen J.H. v. Tienen-Beugerink grafmonument
In vak 31, rij 3, graf 3 liggen begraven:
Tienen-Beugerink, Johanna Hendrika v. *16-11-1834 +04-11-1909
Tienen, Christoffel v. *21-04-1839 +27-03-1927
Hendrik van Tienen Everdine M. v. Tienen- grafmonument
Berends
In vak 20, rij 4, graf 9 liggen begraven:
Hendrikus Cornelis van Tienen *22-11-1874 +..-..-1932
Mijn kennismaking met Wim vond plaats op een heel warme zomerdag in augustus 2019. Het was op de Grote Markt waar we hadden afgesproken voor een nadere introductie: Wim met In Paradisum en omgekeerd. Het behoeft geen lang betoog. Wim wilde graag vrijwilligerswerk doen voor een stichting als In Paradisum waar hij met zijn interesse voor (lokale) geschiedenis bezig kon zijn. Dat men bij In Paradisum kampte met een complexe data-materie in allerlei Excelbestanden, bestaande uit duizenden namen van mensen begraven op Nijmeegse begraafplaatsen, dat wist Wim eigenlijk al wel, van het RAN. Want daar had ik lang geleden eens geïnformeerd naar vrijwilligers met kennis van statistiek om In Paradisum te helpen. Ons doel was te komen tot een funeraire databank, die belangstellende burgers en professionals konden raadplegen. Zo’n karwei was Wim dus wel toevertrouwd en hij had er ook veel zin in. Als natuurkundig ingenieur had hij veel expertise verworven bij Fokker Ruimtevaartafdeling en ingenieursbureau Movares. Zijn nauwkeurigheid en omgang met werk-van-lange-adem kwamen zeer van pas. In Paradisum kon het niet beter treffen. In augustus 2019 ging Wim enthousiast en voortvarend aan de slag, correspondeerde regelmatig over de voortgang en informeerde ons welke methoden hij toepaste. Bij dat laatste begrepen wij lang niet altijd direct zijn gecompliceerde werkwijzen, maar met zijn rustige, bedachtzame en vriendelijke uitleg konden wij de gang van zaken goed volgen. Zijn research verliep voorspoedig. In het voorjaar 2020 was de databank ‘Daalseweg’ bijna compleet en konden we al beginnen met toevoegen van extra’s, zoals foto’s. Helaas dook in mei 2020 een onbekend bestand op dat niet rijmde met reeds bewerkte bestanden. Een grote tegenslag. Maar opnieuw ging Wim, welhaast onverstoorbaar, weer aan de slag met dat probleembestand, met aanvullende begraafboeken en registers. In de data deden zich duizenden dubbelingen en andere imperfecties voor die een-voor-een uitgezuiverd moesten worden. Wim fikste dat. Dat wil zeggen bijna …!
Op 4 oktober liet Wim mij nog weten dat het eind van de dataproblematiek in zicht was, nog eventjes. Ook leverde hij toen nog informatie aan voor een te publiceren verhaal over de geschiedenis van ‘Daalseweg’.
Niet veel later ontving ik een mailbericht van Eric Kruidhof, zijn broer, dat meldde dat Wim dood was. Op 13 oktober plotseling en geheel onverwacht thuis overleden. Een schokkend bericht.
Tja, dat de databank er niet is, dat is wel het minste. Dat Wim er niet meer is, betekent veel meer. Wij verliezen een bijzonder betrokken, kundig en vooral zeer vriendelijke man, die oprecht geïnteresseerd was in mensen die samen ergens voor stonden, namelijk om lokale geschiedenissen te bewaren en bereikbaar te maken voor anderen.
We hebben Wim amper 15 maanden gekend … .
Op 21 oktober 2020 hebben familie, vrienden en bekenden in het crematorium afscheid van hem genomen. Wij, enkele leden van In Paradisum, waren er op die woensdag ook bij.
Mijn naam is Mariëlle Vriends en ik ben inmiddels afgestudeerd als ecoloog aan de universiteit van Wageningen. In de zomer van 2020 heb ik stage gelopen bij de gemeente Nijmegen. Ik heb toen onderzoek gedaan naar het voorkomen van kleine marterachtigen in Nijmegen Oost. Hiervoor heb ik camera’s geplaatst in tuinen en in parken en op deze manier gekeken welke diersoorten er voorkomen. Zo is er ook een camera geplaatst op een beschutte plek op de oude begraafplaats van het Julianapark.
Mijn onderzoek ging met name over de bunzing en wezel, omdat er weinig kennis over deze soorten is. Met name in steden is het onduidelijk in hoeverre deze soorten aanwezig zijn. Samen met de Zoogdiervereniging ben ik dit gaan onderzoeken. Helaas zijn de bunzing en wezel nauwelijks waargenomen. Ik heb één wezel waargenomen in een tuin op de stuwwal en een vijftal steenmarters, dat zijn ook marterachtigen. Verder zijn er verschillende andere soorten gezien. Er zijn in totaal 17 vogelsoorten en 11 zoogdieren geregistreerd. Met name huiskatten, egels, ware muizen en merels zijn gevonden in tuinen en parken in het onderzoeksgebied.
Een reden dat er nauwelijks kleine marterachtigen gezien zijn, kan zijn dat het stadsgebied een ongeschikte plek is om te leven. Er is te weinig begroeiing en beschutting voor de dieren om zich te verplaatsen. Om meer te weten te komen over de kleine marterachtigen zal er een vervolgonderzoek gedaan moeten worden. Wie weet mogen we de volgende keer bij u in de tuin kijken? 😉
Wat veel mensen niet weten, is dat er op de begraafplaats Daalseweg ruim 300 slachtoffers van het bombardement van 22 februari 1944 liggen, plus nog eens 100 slachtoffers die gevallen zijn als gevolg van de tweede wereldoorlog. In het kader van 75 jaar vrijheid, deze keer twee bijzondere oorlogsgraven.
Leonardus Lambertus Jacobs. Vak 08-Rij 02-Graf 13 Leo Jacobs was een van de vijf leden van de LBD, de luchtbeschermingsdienst. Deze vrijwilligers hielden de wacht op de Stevenstoren. Leo Jacobs, zoon van Johannes W.Jacobs en Johanna C.Nagelmaker, was getrouwd met Martha Elisabeth Stevens en werd vader van enkele kinderen, Hij werkte bij de Luchtbeschermingsdienst. Op 22 februari ’44 had hij zijn dienst geruild. In plaats van op de Marathontoren in de Goffert stond hij nu op de Stevenstoren. Tijdens het bombardement is hij er om het leven gekomen. Zijn lichaam werd drie dagen later op het dak van drogisterij Dirk Katje aan de Ganzenheuvel gevonden en door zijn vrouw, die drie dagen naar hem gezocht had, in de Veilinghal geïdentificeerd. Op zijn bidprentje stond: hij kwam om het leven “op zijn post en trouw bij de vervulling van zijn plicht”. Hij werd begraven op de Daalseweg. ( bron: Oorlogsdoden Nijmegen 1940-1945)
foto: In Paradisum, Nijmegen.
22 februari 1944
Bombardement 22 februari 1944 Nijmegen
De firma Haspels was een modezaak aan de Lange Burchtstraat 18 en 18a. Negentien werknemers kwamen hier om. Allen waren verbrand. De stoffelijke overschotten zijn in zeven kisten begraven. Een medewerkster, de coupeuse Thea A. van Pelt, was niet aanwezig en kwam bij het station om het leven.
TER NAGEDACHTENIS AAN HET DIERBARE PERSONEEL DAT OP 22 FEBR. 1944 VIEL TEN GEVOLGE VAN DE RAMP TE NIJMEGEN BIJ DE FIRMA HASPELS
Verdrietig om het gemis maar dankbaar voor de goede herinnering. Zo gedenken wij hen die in deze periode zijn begraven op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.
Albertha Wilhelmina van ’t Hof-Kleingeld, geb. 8-2-1933 te Rotterdam, overl. 15-3-2019 te Nijmegen. Bijgezet in het graf van haar echtgenoot M.P. van ’t Hof. Graf 35-06-12
Hubertus Johannes Gerardus Herberghs, geb. 27-2-1933 te Heerlen, overl. 28-3-2019 te Nijmegen. Graf 9-02-11
Gerrit Hengeveld, geb. 24-1-1928 te Aalten, overl. 28-4-2019 te Nijmegen. Graf 3-02-14
Paula Gabrielle Verboekend, geb. 24-3-1946 te Zeist, overl. 2-5-2019 te Nijmegen. Graf 35-02-26
Elizabeth Wilhelmine Schouten, geb. 26-7-1935 te Nijmegen, overl. 12-7-2019 te Nijmegen. Graf 30-01-03
Ivo Gerardus Maria Wijdeveld, geb. 1-8-1959 te Nijmegen, overl. 20-8-2019 te Nijmegen. Graf 35-06-24
Pieter Frans Mijts, geb. 1-10-1935 te Waddinxveen, overl. 23-8-2019 te Nijmegen. Graf 3-03-21
Maria Geertruida Hendrika Kiezebrink, geb. 25-2-1953, overl. 7-9-2015. Asbus bijgezet in urnengraf ouders, T.W.M. Kiezebrink en G.J. Kiezebrink-Kroes. Graf: 9-05-24.
Anny Roffelsen, geb. 21-7-1920 te Helmond, overl. 14-10-2019 te Nijmegen. Graf 6-04-05
Johanna Everdina van der Borg-Crombach, geb. 5-9-1922 te Arnhem, overl. 18-11-2019 te Etten-Leur. Bijgezet in graf echtgenoot A.E.M.G. van der Borg. Graf 3-04-20
Joseph Maessen, geb. 15-8-1923 te Melick en Herkenbosch, overl. 28-12-2019 te Beek (Berg en Dal). Bijgezet bij echtgenote C.E.M. Maessen-de Ruijter. Graf 10-07-28
Willem Josephus Ignatius van der Gulden, geb. 29-7-1929 te Venlo, overl. 14-1-2020 te Nijmegen. Bijgezet in het graf van zijn echtgenote H.C.W. van der Gulden-Böckling. Graf 8-06-13
Maria Wilhelmina Keijser-Nolet, geb. 7-4-1941 te Warmenhuizen, overl. 24-1-2020 te Nijmegen. Bijgezet in het graf van haar echtgenoot J.A.M.P Keijser. Graf 14-04-01
Joseph Hubert Hoffmann, geb. 31-1-1976 te Nijmegen, overl. 13-2-2020 te Nijmegen. Graf 5-02-05
Wilhelmus de Laat, geb. 7-3-1954 te Geldrop, overl. 3-3-2020 te Nijmegen. Graf 8-04-29
Johanna Peters-Wullings, geb. 16-9-1919 te Nijmegen, overl. 9-11-2019 te Nijmegen, as bijzetting bij haar echtgenoot P.H. Peters. Graf 3-02-01
Theodorus Wilhelmus Andreas Eppink, geb. 27-7-1933 te Doetinchem, overl. 22-3-2020 te Nijmegen. Graf 10-04-30
Elspeth Alison van Agt-McGregor, geb. 28-11-1929 te Ottawa Canada, overl. 7-4-2020 te Nijmegen. Bijgezet in het graf van haar echtgenoot F.J.T.J. van Agt. Graf 3-03-21
Jacob Bouten, geb. 17-4-1930 te Nijmegen, overl. 25-4-2020 te Nijmegen. Graf: 18A-02-09
Paulus Gerardus Hermans, geb. 13-12-1959 te Brunssum, overl. 30-4-2020 te Kleve BRD. Graf 16-02-02
Johanna Elisabeth Maria Holl, geb. 10-1-1954 te Nijmegen, overl. 3-6-2020 te Nijmegen. Graf 3-03-09
Bernadette Maria Cools, geb. 17-9-1958 te Nijmegen, overl. 17-6-2020 te Nijmegen. Graf 9-02-18
Wilhelmus Maria Nollen, geb. 2-9-1933 te Wierden, overl. 6-7-2020 te Nijmegen. Graf 5A-01-19
Hendrika Johanna Geertruida Oostendorp-Knoef, geb. 21-6-1938 te Borne, overl. 1-9-2020 te Nijmegen. Bijgezet in het graf van haar echtgenoot G.F.M. Oostendorp. Graf 8-06-22
Eduard Theodoor August Marie Janssen, geb. 18-9-1930, overl. 4-7-2020. Asbus geplaatst in urnengraf 4-2-23
Theodorus Johannes Maria Smits, geb. 24-8-1948 te Gendringen, overl. 1-10-2020 te Nijmegen. Graf 5-05-04
Franciscus Wilhelmus Maria Sutmuller, geb. 21-2-1952 te Nijmegen, overl. 14-10-2020 te Nijmegen. Graf 14-4-5
Petronella Johanna Arntz-Cuijpers, geb. 21-12-1923 te Nijmegen, overl. 24-11-2020 te Westervoort. Bijgezet in het graf van haar echtgenoot P.J. Arntz. Graf 10-01-03
Jolanda Petronella Maria Wijdeven, geb. 17-2-1966 te Vorstenbosch, overl. 28-12-2020 te Nijmegen. Graf 32-10-13
Peter van Schaijk in samenwerking met de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen.
………..ook wel geluiden te horen dat het beter was deze “nomaden” niet te plaatsen in een dichtbevolkt stadsgedeelte, maar op een plek waar “het volkje” niemand kwaad kan doen.
Op de RK Begraafplaats aan de Daalseweg , vak 38, rij 8 grafnummer 19 (SBN nummering) , tweede klasse, werd op 8 mei 1943 Karel Franzen ter aarde besteld. Hij werd in Hongarije geboren, plaats niet bekend, op 22 mei 1865 met de doopnamen Johann Friedrich Wilhelm en hij overleed op 77 jarige leeftijd in Nijmegen op 5 mei 1943(ouders onbekend). Hij was getrouwd met Hulda Bamberger, geboren in Friedrichslohra (Duits dorpje in de gemeente Groszlohra) op 1 maart 1868 en overleden
3 augustus 1944, 76 jaar oud, te Auschwitz, Zigeunerlager Birkenau, R.K. en statenloos.
Helemaal achterin, het laatste vak rechts van de begraafplaats, ligt het graf van Karel Franzen direct aan het hoofdpad.
Tekstplaat op graf
Tien hardstenen platen als grafbedekking, zes opstaande houten paaltjes die de afscheiding aangeven en een houten kruis met twee miniatuur viooltjes en een koperen tekstplaat. Het graf zoals het er nu uitziet oogt mooi en kan in mijn ogen bijna niet het oorspronkelijk grafmonument van ruim 75 jaar geleden zijn.
De tekstplaat laat iets bijzonders zien, want kennelijk had Karel voor zijn vrouw Hulda Bamberger ook al een plaatsje laten reserveren, door familie netjes geregeld. Alleen haar sterfdatum stond open: nog in te vullen en bij te schrijven wanneer haar tijd gekomen was. Zij is echter niet in Nijmegen maar in Auschwitz in 1944 overleden en geeft ook direct de lading weer wat er zoal gebeurd zou kunnen zijn.
Karel en Hulda waren woonwagenbewoners, hij was musicus en handelde in paarden. De Gemeente Nijmegen bepaalde in 1921, aan de hand van een politieverordening, dat het is verboden in de Gemeente een andere standplaats met een woonwagen in te nemen dan op het door B&W aangewezen gedeelte van het aan de Weurtseweg gelegen terrein, kadestraal bekend Gemeente Neerbosch, sectie A, nummer 1378. De Nieuwe Kade.
De voorzieningen en inrichting van het nieuwe terrein werden aangepakt, er werden maatregelen getroffen in het belang van de hygiëne en de zedelijkheid door oprichting van privaten, een schutting om zich achter te verkleden etc.
Ten bate van de woonwagenbewoners was er ook een Vereniging R.K. Liefdewerk die zich hard maakte voor het, ter plekke, verkrijgen van een gelegenheid waarin bijzonder de kinderen nuttig zouden kunnen worden bezig gehouden en zich mede aan de opvoeding te kunnen wijden.
Begin 1923 werd er een comité opgericht in de parochie Kraijenhofflaan, afdeling St. Imelda, die zich belast met de behartiging van de geestelijke en stoffelijke belangen van de woonwagenbewoners, een groep van vaak tot diepe armoede vervallen mensen. Dit comité regelde bijv. de schoolgang van de kinderen en hielden de vele kinderen van de meestal R.K. ouders op voor het bijwonen van de H. mis en cathechismus.
Februari 1925 werden er in het kamp enkele gevallen van typhus waargenomen. Nadat drie dodelijke gevallen bekend werden kwam de medische zorg onmiddellijk in actie, er moet een typhusbacillendrager rondlopen, zo werd gezegd, het was geen vlektyphus maar buiktyphus, de hygiënische toestanden waren erg slecht. Het kwam zelfs voor dat mensen de faeces, waarin juist de besmettelijke bacillen kunnen zitten, gewoon naar buiten wierpen des morgens nabij de openluchtstal van de paarden.
Er werden dan ook verbeteringen aangebracht in het kamp: afzonderlijke kinderprivaten, de gehele bodem werd met cement afgedicht en een goot naar een put en een aparte mestbak voor paardenmest.
Tot eind maart 1931 is in een van de bijzondere scholen aan de Doddendaal een klasje voor meisjes en aan de Nieuwe Markt een speciaal klasje voor jongens wier aanwezigheid in de gewone klassen op bezwaar stuitte.
Toen was er ook al sprake van een nieuwe standplaats voor woonwagens en wel aan de Graafseweg. In september 1932 werd dit ook gerealiseerd, het woonwagenkamp op de Draaiom naar de gelijknamige boerderij gelegen aan de St. Teunismolenweg.
Woonwagenkamp Draaiom, opening in 1932.
De adresboeken van de gemeente Nijmegen geven in ieder geval het beeld dat dit echtpaar Karel Franzen en Hulda Bamberger in het hierboven beschreven woonwagenkamp moeten hebben gewoond. Ze waren al op leeftijd toen ze de stap namen om de woonwagen definitief te verruilen voor een huis. Dit heeft plaatsgevonden tussen 1934-1938 met als woonadres de Lompenkramersgas nummer 11. Hier overleed Karel op 5 mei 1943. Ik las het in de krant, niet in eentje, maar in vele dagbladen van 11 mei 1943, met de kop
“OUDE ZIGEUNERMAN, KONING DER ZIGEUNERS, STERFT IN NIJMEGEN”
Hij werd dus wel erkend als koning, een zigeunerkoning nog wel, al werd men indertijd zo al gauw genoemd wanneer sprake was van een grote familie, aanzien was belangrijk. Volgens de krant had hij 22 kinderen waarvan er nog 16 in leven. In het gasje waar hij woonde stond hij opgebaard en daar namen vele zigeuners uit heel het land afscheid van hem.De begrafenis geschiedde op de Daalseweg, na een uitvaartmis in de kerk van de Carmel.
Hulda en Karel behoorde tot de Sinti-familie (mannelijk Sinto, vrouwelijk Sintezza). Sinti, in het dagelijks taalgebruik ook aangeduid als zigeuners, is een naam voor een nomadisch volk. Alhoewel de meeste Sinti zich als aparte etnische groep zien, zijn ze één van de vijf Romastammen. Ze stammen vermoedelijk uit één van de vier provincies van Pakistan. Al vóór 1868 kwamen er Sinti naar Nederland.
Wat is er nu met Hulda gebeurd. Toen haar man overleed was zij 75 jaar en we mogen aannemen dat zij op het oude adres is blijven wonen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren zigeuners samen met onder andere de Joden doel van de vernietigingsdrift van de nazi’s. In hun ogen waren zij asociaal en crimineel en als niet-Ariërs werden ze als ongewenst beschouwd. In Nederland kwam van de vervolging op zigeuners wat later op gang, toch is zij identiek aan de vervolging op Joden. Beiden gingen naar dezelfde kampen met hetzelfde doen, de vernietiging van het volk.
Op zondag 14 mei 1944 begonnen overal in Nederland de telexen van de politiehoofdbureaus te ratelen met het bericht dat er twee dagen later een grote razzia moest plaatsvinden om iedereen op te pakken met “de kenmerken der zigeuners”. Het betrof een geheime en zeer dringende telex van de directeur-generaal van politie te Nijmegen.
Deze zigeunerrazzia vond plaats op dinsdag 16 mei 1944 om 04.00uur. Ook Nijmegen werd hiervan opgeschrikt en ook Hulda werd met vele zigeuners op deze dag afgevoerd naar het doorgangskamp Westerbork. Drie dagen later, vrijdag 19 mei werd zij op transport gezet naar Auschwitz-Birkenau .
Op 3 augustus 1944, 76 jaar oud, is zij in Auschwitz overleden (vergast).
Op maandag 22 februari 2021 is het 77 jaar geleden dat Nijmegen werd getroffen door een verwoestend bombardement.
Vanwege corona vindt er dit jaar helaas geen publieke herdenking plaats. Ook is er geen publieke kranslegging.
Dat geldt zowel voor de herdenking bij De Schommel, achter het stadhuis, als op de Begraafplaats Daalseweg.
Mogelijk zijn er wel toespraken en kunt u die volgen via de tv of via internet (website Gemeente Nijmegen), maar ook daarover is op dit moment, eind januari, nog onduidelijkheid. We raden u aan berichten hierover te volgen via onze plaatselijke kranten (Brug, Gelderlander) of via sociale media.
Laten we hopen dat we vanaf volgend jaar de herdenkingen weer samen kunnen beleven. De herinnering aan deze zwarte dag in de geschiedenis van Nijmegen mag niet verloren gaan.
In
Paradisum bestaat dit jaar 25 jaar, een jubileum dat we graag met u willen
vieren met een symposium op vrijdag 11 oktober.
Het
monument op de Daalseweg is een stap dichterbij gekomen en NL Doet was een
groot succes ondanks het slechte weer. Belangstelling van de gemeente was er
ook, burgemeester Bruls werkte actief mee. 22 februari was er een sfeervolle
herdenking op de Daalseweg.
Verder
kunt u een interessant artikel lezen over de Zouaven, vrijwillige soldaten in
het pauselijke leger. Ook in dit nummer treft u weer de vaste rubrieken Uitgelicht,
U vraagt wij zoeken antwoord en de bijzettingen op de Daalseweg aan.
Helaas
heeft nog niet iedere donateur de bijdrage voor 2019 betaald. Aldus een
vriendelijk verzoek om dit zo snel mogelijk in orde te maken. U kunt uw
jaarlijkse bijdrage van minimaal € 12,50 overmaken op bankrekening
NL86ABNA 0475 4243 36 ten name van de Stichting In Paradisum te Nijmegen.
Mocht
er een speciale reden zijn om niet te betalen, laat u ons dit dan weten.
Ontvangen wij geen betaling of andere reactie van u, dan nemen we aan dat er
geen belangstelling meer bestaat. We zullen uw gegevens dan uit ons bestand
halen en u geen informatie meer toesturen.
Deze zomer is het 25 jaar geleden dat de Stichting In Paradisum werd opgericht. Dat gebeurde omdat het toen vaststond dat de begraafplaats Daalseweg vooralsnog niet geruimd werd.
De
gang van zaken is in dit gezelschap wel bekend, lang geleden het was nog in de
tijd van de toenmalige, Nijmeegse, grote, woningnood dat het besluit viel om de
vrijwel volle begraafplaats Daalseweg te sluiten en na verloop van tijd te
ruimen ten gunste van woningbouw. De begraafplaatsen in het Jonkerbos waren
inmiddels in gebruik en boden nog heel veel ruimte.
Bij
nabestaanden, buurtbewoners, heel veel Nijmegenaren en andere geïnteresseerden
leidde dit voornemen tot grote verontwaardiging en felle protesten. Om tegenacties
te organiseren ontstonden twee actiegroepen: een die zich vooral richtte op de
belangen van de nabestaanden en de werkgroep voor het behoud. Het ging er soms
fel aan toe, het waren in de kern immers actiegroepen. Er kwamen echter ook
constructieve activiteiten tot stand zoals bijvoorbeeld de herdenkingen van Het
Bombardement op 22 februari 1944, de inventarisatie van de nog bestaande
grafmonumenten en de natuurwaarden. En niet te vergeten dit blad.
Toen
het primaire doel gerealiseerd was, is het verstandige besluit genomen om een
nieuwe stichting op te richten, met de naam In Paradisum, waarin de twee
actiegroepen samengingen. Er moest nu op een constructieve wijze worden
samengewerkt met voormalige opponenten zonder dat het oude zeer een dominante
rol zou gaan spelen . Ook was het van belang en er ruimte kwam voor nieuwe initiatieven.
Nu 25 jaar geleden.
Dit
jubileum laten we natuurlijk niet zomaar voorbijgaan. We organiseren 11 oktober,
wanneer iedereen terug is van vakantie en de Market Garden herdenkingen voorbij
zijn, een symposium in de Lutherse kerk aan de Prins Hendrikstraat.
Het
wordt geen historische herdenking maar vooral een blik op de toekomst van
begraafplaatsen en ontwikkelingen in funeraire cultuur. Programma en
uitnodigingen volgen én we kijken er naar uit u dan te ontmoeten want een klein
feestje is toch wel verdiend.
In
2019 organiseert In Paradisum op 26 mei (week van de begraafplaats), 30 juni en
28 juli rondleidingen over de begraafplaatsen Daalseweg en Stenenkruisstraat
(Wedren/Prins Bernardstraat). De begraafplaats bij het Witte Kerkje in
Neerbosch is van de straat af goed te bekijken en als u geen overlast
veroorzaakt kunt u er ook wel even rondkijken en met het boekje heeft u een
goede leidraad.
Stenenkruisstraat
De
begraafplaats Stenenkruisstraat (Wedren/Prins Bernardstraat) rondleidingen op
26/5, 30/6 en 28/7 om 12:00 uur. Verzamelen bij het gebouwtje aan het
Athelonepad (fietspad). Gemakkelijk te combineren met een bezoek aan de
Daalseweg
Tijdens
de Open Monumentendagen is de begraafplaats op zaterdag 14 en zondag 15
september van 11:00 – 17:00 uur geopend. Om 11:30 uur, 14:30 uur en naar
behoefte zijn er rondleidingen.
Daalseweg
Op de
begraafplaats Daalseweg zijn er rondleidingen op 26/5, 30/6 en 28/7. Let op we
verzamelen eerst in de, 200 m verder gelegen, Luthersekerk aan de Prins
Hendrikstraat, hoek Jacob Canisstraat voor een inleidende presentatie, om 13:00
uur voor een algemeen en kunsthistorische rondleiding door Bert Eggelaar en om
14:30 uur voor een rondleiding door Bart Janssen met nadruk op graven met een
verhaal
Tijdens
de Open Monumentendagen op 14 en 15 september 2019 zijn er, op de
altijd
toegankelijke begraafplaats, rondleidingen. Verzamelen in de Luthersekerk om
13:00 uur voor de algemeen en kunsthistorische rondleiding en om 14:30 uur de
rondleiding gericht op graven met een verhaal.
Neerbosch
Bij
het Witte Kerkje is er zaterdag 14 september rond de middag een van de auteurs
van het In Paradisum–boekje over de begraafplaats aanwezig voor informatie. Ook
het kerkje is dan (gedeeltelijk) te bezoeken. Belangstellenden kunnen tevens
het boekje kopen (€ 5,-; alleen contant, geen PIN).
Een
korte beschrijving van de geschiedenis en het karakter van deze begraafplaatsen
vindt u op onze site www.stichtinginparadisum.nl.
Op
deze begraafplaats zijn 309 slachtoffers van het bombardement van 22 februari 1944
en ongeveer 102 andere slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog bijgezet.
De
grafbedekking van een groot aantal graven is inmiddels verdwenen. Met name bij
de jaarlijkse herdenking van 22 februari, toch altijd door een honderdtal
mensen bezocht, en tijdens de rondleidingen wordt het ontbreken van een
monument en informatie over de graflocatie als een groot gemis ervaren. Het
door In Paradisum gecreëerde gelegenheidsmonument met kleine houten kruisjes
kan hier beperkt in voorzien. Op de website is wel informatie beschikbaar, maar
bij herdenken is dit niet praktisch.
De bedoeling is dat het monument bestaat uit een vitrine met een namenlijst van de slachtoffers met aanduidingen of het gaat om bombardements- of andere oorlogsslachtoffers, op welke locatie de grafbedekking zich bevindt of op welke locatie de stoffelijke resten zich nog in de ondergrond bevinden. Dit in combinatie met een plattegrond van de begraafplaats met indicatie van die locaties. Via een QR-code kan de bezoeker detailinformatie vinden op bijvoorbeeld de sites van In Paradisum en Oorlogsdoden Nijmegen. Deze vitrine, passend bij de beide andere vitrines, wordt geplaatst in samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen), de eigenaar/beheerder. In Paradisum zorgt voor de inhoud en een gespecialiseerd bedrijf levert en plaatst de onderhoudsvrije en duurzaam geconstrueerde vitrine
Omdat er inmiddels een aantal grafbedekkingen geruimd zijn, hebben we ons en aantal jaren moeten behelpen met kleine houten kruisjes die op een leeg vak geprikt werden, de laatste jaren op alfabetische volgorde. Dit was een wat schamele noodoplossing die het gemis van een permanent monument slechts versterkte. Als eerste stap naar een blijvende herinnering is op de website een subpagina onder de naam ‘Oorlogsdoden Daalseweg’ ingericht als een virtueel monument. Zeker voor nabestaanden en andere bekenden hebben de slachtoffers nu in ieder geval naam gekregen. Via de boeken van Bart Janssen kregen ze ook een gezicht. Wanneer het verzamelen en controleren van de gegevens vlot verloopt, kan het monument in september 2019, op tijd voor de 75-jarige herdenking van Market Garden, onthuld worden.
Bij De Schommel vertelt de nu 80-jarige, maar veel jonger ogende, Addy Hendriks-Gerrits het aangrijpende relaas van wat zij die 22ste februari 1944 meemaakte. Ze zat op de kleuterschool aan de Oude Stadsgracht toen even voor half twee de bommen vielen. Haar geluk was dat ze vlak tevoren uit de klas de gang op was gegaan. Even later lag ze onder het puin. Addy zou de ramp overleven. Zo niet haar klas- en schoolgenootjes, waaronder haar jongere broertje Jopie. Die vond samen met 23 andere kinderen en acht nonnen de dood. ‘Wie zou je zijn als je nog had geleefd?’, stelt Addy zichzelf de vraag. Het publiek is zichtbaar geroerd.
Op 22 februari 2019 was het precies 75 jaar geleden dat het hart van Nijmegen werd getroffen door een afschuwelijk bombardement. Binnen twintig seconden veranderde één van de mooiste historische binnensteden van Nederland in een brandende puinhoop waar bijna 800 mensen de dood vonden. In de hele stad werd het bombardement dit jaar uitgebreider herdacht dan ooit. En meer Nijmegenaren dan ooit namen eraan deel.
Op
Plein 44 stonden immense borden met de indrukwekkende portretten van alle
slachtoffers van het bombardement. De hele dag door staan daar mensen in stilte
naar te kijken, op zoek naar omgekomen familieleden of bekenden, of gewoon uit
respect en belangstelling.
Voor
het eerst begon de herdenking al een dag eerder, op 21 februari. Niet met
een herinnering aan het vuur en de dood, maar met een ode aan het leven en de toekomst.
Zoals het leven in Nijmegen geleefd werd aan de vooravond van het bombardement.
Langs de hele brandgrens, dwars door de centrumstraten, werd een kwartier lang
door honderden mensen muziek gemaakt, gezongen, verhalen verteld en gedichten
voorgedragen. Daartussendoor bewogen zich nog eens honderden hardlopers die met
hun fakkels, langs de brandgrens lopend, symbolisch alle Nijmegenaren met
elkaar verbindend.
Op
22 februari zelf was er veel publiek bij alle plechtigheden. In de
Stevenskerk waren er indrukwekkende toespraken van onder meer burgemeester
Aboutaleb van Rotterdam, de stad die in de oorlog net als Nijmegen door zware
bombardementen is getroffen.
De organisatie van de Herdenkingen was dit jaar zeer ingenomen met de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de regering. Staatssecretaris Blokhuis toonde zich bij De Schommel persoonlijk zeer betrokken door zich in zijn praatje rechtstreeks te richten tot overlevenden van het bombardement. Na het luiden van de klokken in de hele stad en aansluitend de twee minuten stilte, volgde een mooie bijdrage van kinderen van de Montessorischool en natuurlijk het leggen van de kransen. Terzelfder tijd vond op de Begraafplaats Daalseweg weer de meer intieme herdenking plaats, ter nagedachtenis aan de ruim 300 bombardementsslachtoffers die op de Daalseweg begraven liggen. Tegen de honderd nabestaanden en belangstellenden vonden de weg naar de Begraafplaats. Waarmee is aangetoond dat beide herdenkingen wel degelijk tegelijk kunnen plaatsvinden. De mensen van de Lutherse Kerk aan de Prins Hendrikstraat zorgden aansluitend voor een hartelijke ontvangst met koffie en soep voor hen die nog wilden napraten.
In
diezelfde Lutherse kerk vond ’s avonds nog een bijzonder
herdenkingsconcert plaats met een zeer gevarieerd programma met
dagboekfragmenten en talloze muzikale bijdragen. Van stemmige luisterliedjes
tot een stevige popsong, van meerstemmige koorliederen tot klassieke zang
begeleid door kerkorgel en piano. Maar in alles klonk de herinnering door aan
die zwarte dag in februari 1944.
Traditiegetrouw
werd er ook op de Begraafplaats Daalseweg in een meer informele sfeer herdacht.
Ruim honderd belangstellenden, meestal familieleden van de 309 hier
bijgezette slachtoffers luisterden naar stemmige muziek en de overweging die
dit vooral aandacht aan 75 jaar herdenken besteedde, gericht was.
Vervolgens
een rondgang langs het tijdelijke monument, de 309 kruisjes, en enkele monumenten
waar bombardementsslachtoffer zijn bijgezet.
Nieuw
waren dit jaar de speciale rondleidingen op zondag, hieraan hebben in totaal
een goede 180 belangstellenden deelgenomen.
Burgemeester Bruls aan het werk (Foto: Eric van Haalen)
Op zaterdag 16 maart
deed In Paradisum weer mee met de jaarlijkse NL-Doet vrijwilligersdag. Met
tientallen vrijwilligers hebben we de ganse ochtend gesnoeid en graven
schoongemaakt op de begraafplaatsen Daalseweg en Stenenkruis. Op de Daalseweg
beperkten we ons vooral tot het opruimen van afgewaaide takken, het resultaat
van de storm kort daarvoor.
We
hadden geluk met het weer. ’s Morgens regende het nog pijpenstelen, maar
toen we rond 10.00 uur aan de slag gingen was het droog.
En
wie bevonden zich deze keer onder de vrijwilligers op de Begraafplaats
Daalseweg? Niemand minder dan burgemeester Hubert Bruls en de wethouders Noël
Vergunst, Harriët Tiemens en Bert Velthuis! Ook zij offerden hun vrije
zaterdagmorgen op om de monumentale dodenakkers van Nijmegen-Oost eens flink op
te knappen.
Ook
daar werden de handen uit de mouwen, of beter de poncho’s gestoken, want het
toen hondenweer met stevige regenbuien. Een aantal aangemelde deelnemers lieten
verstek gaan maar met z’n zessen vormden we een effectief team dat er in een
lange ochtend op vrijwel de hele begraafplaats de grafmonumenten vrij van mos
en onkruid maken. Daarbij bleken de houten spatels (uit het keukenkastje) heel
praktisch te gereedschap zijn. Gelukkig hadden we een goede voorraad want
hardsteen en zacht hout betekent slijtage.
Na
afloop was het gezellig om in het warme buurtcafé Bey Ons op verhaal te komen
en de ervaringen met de ploeg van de Daalseweg uit te wisselen.
We
bedoelen daarmee de gesloten begraafplaats aan de Dorpsstraat in Neerbosch. Een
bijzondere plek die een natuurlijke bescherming geniet van de Hervormde kerk
die we allemaal kennen als het “witte kerkje” van Neerbosch. Een herinnering
aan vervlogen tijden, de idylle die in de geest van de negentiende-eeuwse
Romantiek gemaakt werd van het landelijke leven. De protestantse elite lees je
terug op deze begraafplaats. Stichting In Paradisum die haar sporen heeft
verdiend in de verdieping naar en omarming van het funerair erfgoed in
Nijmegen, heeft zich, de afgelopen jaren, ingezet om ook deze plek historische
waarde te geven. Veel werk is verricht en heeft ook geleid tot een publicatie
uitgegeven in november 2018 van eerder genoemde stichting. In heldere en
boeiende taal wordt de noodzakelijke restauratie uit 2017 uitgelegd. Een
noodzakelijke herwaardering van een bijzonder perceel, met een kerk en een
kerkhof. Het boek is te koop voor € 5,00 en onder andere verkrijgbaar bij
boekhandel Augustinus, Dekker van der Vegt en Roelants-De Oude Mol en in het
Huis van de Nijmeegse geschiedenis. U kunt het boek ook bestellen door een mail
te sturen met uw gegevens naar schaijk45@gmail.com. Verzendkosten € 3,30.
Van mijn
toenmalige overbuurman, de Nijmeegse schrijver Frank Norbert Rieter, kreeg ik
destijds de tip dat er op de begraafplaats Daalseweg in Nijmegen een Zouaaf
begraven zou liggen. Zoiets trok natuurlijk mijn aandacht, en na wat
rondvragen, en een belangrijke bijdrage van IP-lid Peter van Schaijk, ben ik
inmiddels achter dit mysterie gekomen.
Wat is een Zouaaf?
Een Zouaaf is
een vrijwillig soldaat in het pauselijke leger.
Zouaaf (Foto: Wikipedia)
Tussen 1860 en 1870
dienden Fransen, Belgen en ruim 3.000 Nederlandse vrijwilligers in het pauselijke
leger, de zogenaamde pauselijke Zouaven, om te strijden tegen het Koninkrijk
Italië. Rome werd gekozen als nieuwe hoofdstad, hoewel die stad op dat moment
nog onderdeel vormde van de pauselijke staat. Nijmegen leverde 230 zouaven aan het pauselijke
leger en was daarmee na Amsterdam in Nederland de grootse leverancier.
Nijmegenaren lieten zich daarbij niet afschrikken door de liberaal-hervormde
burgemeester Bijleveld sr, die de werving van ‘jongelingen’ probeerde tegen te
werken. In tegenstelling tot zijn zoon, burgemeester Bijleveld jr, was deze
zeer conservatief en had hij weinig op met het ‘Roomsche’, zowel de religie als
de gelovigen.
Bekendmaking van Burgemeester Bijleveld betreffende de werving van ‘jongelingen’ voor buitenlandse dienst, 1866
(Archief van de Secretarie gemeente Nijmegen,
1810-1946, inv. nr. 12502)
Voor de veelal professionele
strijdkrachten waren deze meestal goedwillende amateurs geen partij en moest de
Paus de strijd opgeven. Op het huidige Vaticaanstad en enkele landgoederen na,
verloor hij zijn grondgebied en hebben hij en enkele opvolgers uit protest
geweigerd zich nog buiten Vaticaanstad te begeven. In de loop van de vorige
eeuw echter is de relatie met de republiek Italië weer genormaliseerd.
De meeste Zouaven keerden na hun strijd
terug naar hun woonplaats, waar zij als helden werden ontvangen. De meesten
hadden echter verzuimd ontheffing aan te vragen bij de koning en verloren hun
Nederlanderschap, omdat zij in vreemde krijgsdienst waren getreden. Verder
kwamen ze niet meer in aanmerking voor overheidsfuncties en ondersteuning als
zij tot armoede vervielen.
Veel Zouaven zakten af tot bedelarij en
alcoholisme, een aantal werd verbannen naar de gevangenis en opvoedingskamp
Veenhuizen. De uitdrukking ‘je loopt erbij als een Zouaaf’ verwijst naar de
vaak slordig geklede ex-soldaten.
Zouaven die in Nijmegen
zijn overleden
Daal,
G.P. van (Gerardus Pierre), Nijmegen, 1845-09-19 ( overl akte), 1ste
klasse begraven Daalseweg,
grafkelder fam. Van Ellekom. 19-01-03.
Driessen,
J.W. (Johannes Wilhelmus), Nijmegen, 1842-09-18 (overl akte) Begraven Daalseweg 3de klasse,
rij 4, nr. 8 1ste inlage met monument.
Engelen, A. van
(Albert), Nijmegen, 1845-12-23 (geen gegevens gevonden.
Gerrits,
G. (Gerardus), Hatert, 1849-08-27 (geb. en huw akte),
Gerritsen,
H. (Henricus Cornelius Hubertus), Nijmegen, 1839-08-20 (geen gegevens).
Ham,
W. van der (Wilhelmus Hermanus), Nijmegen, 1840-05-20(overl akte).
Kilsdonk,
M.D. (Marinus Dominicus), Ewijk, 1840-10-10 (overl akte) Begraven. Daalseweg 3de klasse,
westenkant rij 6, nr. 7 met monument.
Lefering,
F. (Franciscus), Alstatte (D), 1842-02-08 (overl akte). Begraven Daalseweg 3de klasse, 3de
vak, rij 2 nr. 14, 2de inlage.
Mansveldt, J.A. (Johannes Antonis), Tilburg,
1850-03-28 (overl akte). Begraven Daalseweg
4de klasse vd armen, 41-05-01 (hele vak is geruimd).
Overdijk,
A.J. (Arnold Jacob), Leiden, 1850-11-15 (overl akte) Hij is begraven op de Daalseweg, 2de klasse
rij 2 grafnummer 13, vak ?
Polman,
H. (Hendricus), Nijmegen, 1850-01-21 (geen gegevens).
Rutten,
P. (Petrus), Wijchen, 1844-05-27 (overl akte) begraven Daalseweg 3de klasse, rij 1, nr. 21 1ste
inlage, vak ?
Jurka, M.C.V. (Matheus Carolus Victor), Goch (D),
1836-05-17 (not akte).
Uit
bovenstaande lijst blijkt, dat er acht Zouaven begraven liggen op de begraafplaats
Daalseweg, waarvan drie graven nog te traceren zijn, en/of een monument hebben.
De Gelderlander 07-11-1915De grafkelder van de familie van Ellekom-van Daal ligt op het kerkhof Daalseweg vak 19, rij 01, graf 03
Peter
van Schaijk in samenwerking met de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen
Verdrietig om het gemis
maar dankbaar voor de goede herinnering. Zo gedenken wij hen die het afgelopen
jaar zijn begraven op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.
Elisabeth Rika Maria
Fisscher-van Merwijk, geboren op 14 mei 1931 in Nijmegen en aldaar
overleden op 24 januari. Zij is bijgezet in het graf van haar echtgenoot H.J.
Fisscher. Graf 10-05-13.
Op
9 februari overleed te Nijmegen Pieter
Dijksman, echtgenoot van Hanne Ligtvoet. Hij werd op 1 juni 1946 geboren in
Den Haag. Graf 03-03-16.
Maarten Pieter van ’t
Hof,
geboren op 29 juli 1929 te Ridderkerk, overleed op 26 februari in Nijmegen.
Graf 35-06-12.
In
de leeftijd van 77 jaar is op 22 maart in Nijmegen Albert Hans (Dick) Volmer overleden. Hij was tot aan zijn pensioen
in 2005 docent Duits aan het Canisius College. Hij is bijgezet in het graf van
zijn echtgenote J.M.W. Volmer-Janssen. Graf 03-03-10.
Rose-Mary Jurgens werd op 22
september 1940 geboren in Nijmegen en overleed op 2 mei in
Leidschendam-Voorburg. Zij is bijgezet in de grafkelder van de familie Jurgens.
Graf 25-01A-05.
Anna Josephina Maria
Kessels
werd op 25 april 1961 geboren in Spaubeek, Zij overleed in Nijmegen op 25 mei.
Graf 03-02-05.
Petrus Wilhelmus Maria
(Piet) de Grood, geboren in Nijmegen op 25 maart 1951 en alhier overleden
op 22 juli. Zijn credo: humor-eigenwijs-plagen-hard werken-levensgenieter-Opa
Piet. Graf 02-01-03.
J.L.M. Theunissen, geboren 11
september 1931 te Sambeek en overleden 15 februari in Nijmegen. As verstrooid.
Op
28 augustus overleed Johannes Antonius
Maria Pius (Han) Keijser, advocaat in Nijmegen, geboren op 15 december 1939
te Sassenheim. Graf 14-04-01.
J.F. (Joke) van
Lier-Pruijn,
echtgenote van Jan van Lier, werd op 13 september 1923 geboren in Gendringen en
overleed op 7 februari te Nijmegen. Urnengraf 04-07-11.
Petrus Cornelis (Piet)
van de Pas,
echtgenoot van Jo Groenen, werd geboren op 15 februari 1932 te Hoogeloon en
overleed in Best op 5 oktober. Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Graf 08-06-09.
Arno Nikkelen, 18 juni 1965 – 24 juni 2008 vak 30, rij 5, graf 4
Het eerste monument dat
ik onder de aandacht wil brengen, is dat van Arno Nikkelen.
Hij
was niet alleen stedenbouwkundig tekenaar, maar vooral ook muzikant, bassist en
zanger. Ook was hij vrijwilliger bij In Paradisum, want geschiedenis was ook
een hobby van hem.
Arno
heeft meegeholpen aan het in kaart brengen van de grafmonumenten op de
begraafplaats Daalseweg Nijmegen.
Op
zijn monument is de krul van de contrabas hals te zien, wat verwijst naar de
muziek. Hij wilde al vroeg naar het conservatorium in Amsterdam, maar van zijn
vader moest hij een vak leren, vandaar het tekenen.
Zijn leven stond in het teken van de muziek, hij speelde o.a. in de band van Martin Hutchinson. Hij
was onder meer te horen op diens cd Water From A Stone en als
gast-vocalist op een cd van Blowbeat.
Arno Nikkelen werd slechts 43 jaar oud.
Het tweede monument(je)
is dat van Corrie. Het graf ligt
in vak 4, in
dat vak liggen kindergraven.
Huwelijk
Nijmegen 14 juni 1921 Hendrikus Petrus
Peters, koffiehuishouder (caféhouder), geboren te Nijmegen op 09-11-1891,
met Francisca Antonia Schrijvers,
geboren op 24-11-1892 in
Nijmegen.
Uit
dit huwelijk werd op 03-06-1922
in Nijmegen Cornelia
Johanna Peters geboren. Zij overleed op 05-09-1923 te Den Bosch om 19.00
uur. Aangifte van overlijden werd gedaan door Johannes Peters (Opa) wonende te
Wijchen.
Deze
familiegeschiedenis heeft alles te maken met een grafzerk in vak 4 met het
opschrift:
HIER RUST ONZE LEVELING
CORRIE. Wie
is deze Corrie?
Er is hiervoor contact
gezocht met Joost Meertens van de SBN. Hij heeft het kaartsysteem en de
verloven tot begraven geraadpleegd van alle graven in vak 4, de kindergraven.
De enige die er uitspringt is bovengenoemd kind Cornelia Johanna Peters,
huurgraf 2de klasse, vak 4, rij 7, nummer 6, begraven op 7 september
1923. Cornelia is te herleiden tot de roepnaam CORRIE.
Het
bijzondere van dit monumentje is, dat de tekst op de steen alleen te lezen is,
als de zon op een bepaalde manier op de tekst schijnt. Anders is de tekst
vrijwel onleesbaar.
Tijdens
mijn rondleidingen loop ik altijd langs dit monumentje, waarbij de rust en de
vrede die het beeldje uitstralen, mij iedere keer weer raakt.
Met dank aan Peter van
Schaik voor de bijdrage aan de tekst.
U
heeft het vast al in ons bulletin gezien: de rondleidingen over de
begraafplaats Daalseweg beginnen, sinds eerder dit jaar, in de Lutherse kerk
aan de Prins Henrik straat We konden wachten op de vraag over hoe en waarom.
Wel, dat leggen we hier graag uit.
In
het vroege voorjaar zit het weer vaak niet mee, vaak regen, wind of lage
temperaturen. Kortom niet zo leuk om dan buiten te zijn en zeker niet om dan
met wapperende papieren in de hand langs de graven te gaan.
In de
Lutherse kerk zitten we niet alleen beschut en droog en duiken we met behulp
van een beamer ( digitale projector met foto’s) in het verleden van deze oude
monumentale begraafplaats. Duidelijk en in alle rust is dan alles uit te leggen
en zijn uw vragen te beantwoorden.
Het
is dan meteen ook mogelijk om dit charmante kerkje te bekijken, waarbij vooral
het onlangs gerestaureerde orgel (het oudste van Nijmegen) de aandacht
verdient.
Vanuit
het kerkje wandelen we ongeveer 250
m naar de begraafplaats waar de rondleider, niet gehinderd
door wapperende papieren, alle aandacht aan de grafmonumenten kan besteden.
‘In
Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting,
het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De
Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks-
en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over
ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen,
vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden
betreft.
Vanouds
zet de stichting zich in het bijzonder in voorde voormaligeR.K.
Begraafplaats Daalseweg.Ieder jaar
organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen,
een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier
begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal
beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen
Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot
begraving’ verwerkt.
De
afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld –
genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers
en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De
redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg
vooraf met de redactie wenselijk.
De
jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met
vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN)
bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te
Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken uw bijdrage voor 2019.
Stichting In Paradisum
Stichting In Paradisum Kerkstraat 60 6543 KL Nijmegen t 06 1797 1197 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl i www.stichtinginparadisum.nl
Welkom
bij een nieuwe editie van ons digitale nieuwsbulletin. Bij de eerste uitgave in
dit nog verse jaar past het u allen geluk en een goede gezondheid 2019 toe te
wensen. Dan vestigen we meteen uw aandacht op uw jaarlijkse bijdrage aan In Paradisum.
Heeft u het bedrag al overgemaakt dan dankt onze penningmeester u hartelijk
voor uw medewerking
Herdenkingen
Zoals gebruikelijk aan het begin van het jaar maken we u attent op de herdenkingen van het Bombardement van 22 februari 1944, nu 75 jaar geleden. In loop van de komende maanden zal het ook herdacht worden dat andere historische gebeurtenissen 75 jaar geleden plaatsvonden
NLDoet
Op 16 maart, in de ochtend, kunnen klimop-haters in het kader van NLDoet.nl weer aan de slag op de begraafplaatsen Daalseweg en Stenenkruisstraat, aanmelden kan via de website www.nldoet.nl.
Rondleidingen
In
mei, juni en juli organiseren we weer rondleidingen op de begraafplaatsen
Daalseweg en Stenenkruisstraat. In dit bulletin en op de website vindt u data
en tijdstippen, doorgaans een laatste zondag van de maand rond het middaguur.
Voor een groepje van minimaal 7 deelnemers kunnen we ook exclusieve rondleidingen op maat (qua datum of onderwerp) organiseren.
Neerbosch
Aansluitend op de consolidatie van de begraafplaats Dorpsstraat Neerbosch, (bij het Witte Kerkje) hebben Wim Desserjer en Peter van Schaijk een rijk geïllustreerd en handzaam boekje geschreven over de geschiedenis van deze begraafplaats, een beschrijving van de consolidatie, de nog aanwezige graven en een korte schets van de personen die er zijn bijgezet. Meer informatie verderop in dit bulletin.
Databestanden
Het eerder aangeduide monnikenwerk van ons bestuurslid Peter van Schaijk die de afgelopen vijf jaar wekelijks op het kantoor van de SBN (Beherende organisatie van de Daalseweg) gewerkt aan het digitaliseren van de tienduizenden nog aanwezige “Verloven tot Begraven” van eind 19e eeuw tot 1955. Dit zijn de door de (destijds) “burgerlijke stand” van de Gemeente Nijmegen afgegeven documenten die de noodzakelijke formele toestemming geven voor bijzetting op een begraafplaats, in dit geval de Daalseweg. Dit digitale bestand omvat nu ook informatie over de graven waarvan in de loop van de jaren de originele zerken geruimd zijn om plaats te maken voor nieuwe bijzettingen. De resterende overblijfselen van de personen werden niet verwijderd en zijn dus nog op de locatie aanwezig, tenzij er – bij uitzondering – sprake is geweest van herbegraving. Dit project is voorgedragen bij de overkoepelende organisatie Terebinth om mee te dingen naar de “gouden Terbinth”, De reactie van Terebinth vindt u onder “Wie ligt waar?”
Bedankt
Joost Rosendaal en welkom Pepijn Oomen!
De bekende historicus Joost Rosendaal heeft In Paradisum vele jaren als een voortvarende voorzitter geleid waarvoor we hem zeer dankbaar zijn. Inmiddels is hij opgevolgd door Pepijn Oomen, betrokken bij cultuurhistorie en ruime ervaring in de gemeente politiek.
Website
Een
van onze eerste activiteiten was destijds (1980) een inventarisatie van de op
de Daalseweg aanwezige grafmonumenten. Na enig experimenteren met
standaardformulieren in ordners die te zijner tijd gedrukt zouden kunnen worden.
Echter de techniek haalde ons in nog voordat het project afgerond was. Wellicht
was publiceren op floppies, op diskettes, of liever op CD’s praktischer? Uiteindelijk
is gekozen voor onze website.
De
klus vergde jaren en – gelukkig – stonden de technische ontwikkelingen niet
stil.
Onze
plannen werden steeds weer ingehaald door verbeterde digitale mogelijkheden.
Een aantal jaren konden we goed uit de voeten met het databeheer op onze
website, maar de capaciteit blijkt nu veel te beperkt en het beheer is niet
echt gebruiksvriendelijk.
Intussen
zijn we begonnen met het installeren van nieuwe software die een grotere
capaciteit biedt en beheer en raadplegen gemakkelijker maakt. We hopen dit
project voor het eind van het jaar afgerond te hebben zodat we stap voor stap ook
de eerder genoemde nieuwe informatie over de Daalseweg beschikbaar kunnen
stellen. Daarna volgen de bestanden voor Oorlogsdoden Daalseweg, de Stenenkruisstraat
en Dorpsstraat Neerbosch.
Ook
bij deze klus zijn extra vrijwilligers hartelijk welkom
In
dit nummer treft ook weer de vaste rubrieken
“Uitgelicht” en “U vraagt wij zoeken het antwoord”.
Nijmegen
herdenkt het Bombardement van 22 februari 1944
Het
is nu 75 jaar geleden dat onze stad werd getroffen door dit vernietigende
bombardement. Ongeveer 800 doden, duizenden gewonden en een totaal verwoeste
binnenstad. Gevolgen zijn nog steeds zichtbaar in de stad en voelbaar bij vele
inwoners en nabestaanden.
Er
is een uitgebreid en veelvormig programma
Op
21 februari zijn er ‘s avonds verschillende activiteiten langs de zogeheten
brandgrens: Lichtjes op de brandgrens, om 19:00 uur beginnen de verschillende
herdenkingen in de Molenstraatskerk. Daarna zijn er meer dan 40 koren en
muziekgroepen met een 700 deelnemers langs de brandgrens actief. Uiteindelijk
eindigt dit gebeuren rond 20:45 bij het Museum het Valkhof. Na afloop is
iedereen welkom in het museum. Details vindt u in de dagbladen.
Op
22 februari 2019, zijn er herdenkingen waarin de Gemeente Nijmegen, de Raad van
Kerken Nijmegen e.o. en In Paradisum samenwerken. Voor details verwijzen we u
kortheidshalve naar de publicaties van de Gemeente Nijmegen op haar website, (nijmegen.nl/herdenkt)
en in dag- en huis aan huisbladen. Hieronder een beknopt overzicht:
11:30 uur Bijeenkomt in de St. Stevenskerk lezingen door diverse sprekers
12:30 uur Officiële formele herdenking bij de Schommel, Raadhuishof 1
13:28 uur Op het tijdstip van het bombardement, twee minuten stilte
13:20 uur Parrallel aan de officiële herdenkingsplechtigheid organiseert In Paradisum op de begraafplaats Daalseweg een meer informele herdenking, vooral voor de nabestaanden van de 300 aldaar begraven slachtoffers en andere belangstellenden. Verzamelen bij het centrale kruis. Na afloop is er een korte rondgang langs een aantal graven van slachtoffers, waar bloemen gelegd kunnen worden. Tot slot is men welkom in de Luthersekerk, Prins Hendrikstraat 79, hoek Jacob Kanisstraat om bij een kopje koffie na te praten
15:00 uur Oratorium “De pijn die blijft” in de St Stevenskerk, toelichting van Bart Janssen. Aanmelden via info@oorlogsdodennijmegen. nl
20:00 uur Herdenkingsconcert in de Luthersekerk, het adres staat hierboven
Op
23 februari 2019, 13:30 uur wordt het Informatiecentrum WO2 opengesteld voor
bezoekers, ook hier is er nu veel aandacht voor het Bombardement. Vanuit dit
centrum worden in de loop van de middag specialerondwandelingen georganiseerd.
Op
24 februari 2019 wordt er om 13:00 uur op de begraafplaats Daalseweg door Bert
Eggelaar een speciale rondleiding gehouden met het Bombardement als thema.
Verzamelen
bij de ingang.
Vanuit
het Informatiecentrum WO2 worden er vandaag in de loop van de middag weer rondwandelingen
georganiseerd.
In 2020 organiseert In Paradisum op 31 mei, 7 juni (weekend van de begraafplaats), 28 juni en 26 juli rondleidingen over de begraafplaatsen Daalseweg en Stenenkruisstraat (Wedren/Prins Bernardstraat). De begraafplaats bij het Witte Kerkje in Neerbosch is van de straat af goed te bekijken en als u geen overlast veroorzaakt kunt u er ook wel even rondkijken. Met het boekje heeft u een goede leidraad.
Stenenkruisstraat
De begraafplaats Stenenkruisstraat (Wedren/Prins Bernardstraat) rondleidingen op 31-5, 7-6, 28-6 en 26-7 om 12:00 uur. Verzamelen bij het gebouwtje aan het Athelonepad (fietspad). Gemakkelijk te combineren met een bezoek aan de Daalseweg
Tijdens de Open Monumentendagen is de begraafplaats op zaterdag 12 en zondag 13 september van 11:00 – 17:00 uur geopend. Om 11:30 uur, 14:30 uur en naar behoefte zijn er rondleidingen.
Duivelshek op begraafplaats Stenenkruisstraat
Daalseweg
Op de begraafplaats Daalseweg zijn er rondleidingen op 31-5, 7-6 (Weekend van de Begraafplaats), 28-6 en 26-7. Let op: we verzamelen eerst in de, 200 m verder gelegen, Luthersekerk aan de Prins Hendrikstraat, hoek Jacob Canisstraat voor een inleidende presentatie, om 13:00 uur voor een algemeen en kunsthistorische rondleiding door Bert Eggelaar en om 14:30 uur voor een rondleiding door Bart Janssen met nadruk op graven met een verhaal
Tijdens de Open Monumentendagen op 12 en 13 september 2019 zijn er, op de
altijd
toegankelijke begraafplaats, rondleidingen. Verzamelen in de Luthersekerk om
13:00 uur voor de algemeen en
kunsthistorische rondleiding en om 14:30 uur de rondleiding gericht op graven
met een verhaal.
Neerbosch
Bij het Witte Kerkje is er zaterdag 12 september iemand van In Paradisum op de begraafplaats aanwezig voor informatie, waarschijnlijk is dan ook het kerkje zelf te bezoeken
Een korte beschrijving van de geschiedenis en het karakter van deze begraafplaatsen vindt u elders op onze site.
Na
zeven jaar heeft Joost Rosendaal eind 2017 de voorzittershamer bij onze
Stichting In Paradisum neergelegd. Als prominent Nijmeegs historicus heeft hij de
activiteiten van In Paradisum inhoudelijk zeer weten te verrijken. Met name
zijn kennis over de Begraafplaats Stenenkruis was voor velen een eyeopener. Ook
organisatorisch is hij van grote waarde
gebleken. Na een voorzitterloze periode heeft Joost zowaar weer structuur
weten te brengen in de vergaderingen. Dat Joost-de-voorzitter wel eens vergat
de tijd in de gaten te houden omdat Joost-de-historicus enthousiast deelnam aan
de discussies… het zij hem vergeven.
Dankzij
zijn uitgebreide netwerk en goede contacten bij de gemeente Nijmegen, kreeg In
Paradisum gemakkelijk toegang tot gemeentelijke instanties, wat onder meer
resulteerde in een convenant met de gemeente aangaande de Begraafplaats
Stenenkruis. Ook was Joost niet te beroerd zelf flink de handen uit de mouwen
te steken, zoals tijdens de NL-Doet-vrijwilligersdagen. Joost, bedankt voor
alles!
Gelukkig
hebben we voor Joost een prima opvolger weten te vinden. Pepijn Oomen (40) is de
nieuwe voorzitter van In Paradisum. Hij heeft een brede cultuurhistorische
interesse en een grote betrokkenheid bij alles wat in Nijmegen speelt. Ook via
hem blijven de lijntjes naar het stadhuis kort. Pepijn was acht jaar raadslid
voor GroenLinks in Nijmegen en is werkzaam als griffier van het College van
Bestuur van de Radboud Universiteit. Daarnaast is hij bestuurslid van het
Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon en oud-bestuurslid van het
Stedelijk 4&5 mei- Comité.
We bedoelen daarmee de gesloten begraafplaats aan de Dorpsstraat in Neerbosch. Een bijzondere plek die een natuurlijke bescherming geniet van de Hervormde kerk die we allemaal kennen als het “witte kerkje” van Neerbosch. Een herinnering aan vervlogen tijden, de idylle die in de geest van de negentiende-eeuwse Romantiek gemaakt werd van het landelijke leven. De protestantse elite lees je terug op deze begraafplaats. Stichting In Paradisum die haar sporen heeft verdiend in de verdieping naar en omarming van het funerair erfgoed in Nijmegen, heeft zich, de afgelopen jaren, ingezet om ook deze plek historische waarde te geven. Veel werk is verricht en heeft ook geleid tot een publicatie uitgegeven in november 2018 van eerder genoemde stichting. In heldere en boeiende taal wordt de noodzakelijke restauratie uit 2017 uitgelegd. Een noodzakelijke herwaardering van een bijzonder perceel, met een kerk en een kerkhof.
Het boek is te koop voor € 5,00 en onder andere verkrijgbaar bij boekhandel Augustinus, Dekker van der Vegt en Roelandt en in het huis van de Nijmeegse geschiedenis. U kunt het boek ook bestellen door een mail te sturen met uw gegevens naar schaijk45@gmail.com. Verzendkosten € 3,30.
Overhandiging van het eerste exemplaar van de publicatie door Pepijn Oomen aan burgemeester Bruls van Nijmegen.
uiterst links Peter van Schaijk, een van de auteurs
Het eerste monument is dat van Jan van Deursen (16 mei 1951 – 29 mei 1999)
Vak 33 rij 1 graf 4 Vak: 33 Rij: 08 Graf: 10
Foto
Bert Eggelaar
Het is voor zover mij bekend, het enige
grafmonument op het kerkhof Daalseweg met een Engelse tekst.
De tekst op het monument is een verbastering
van een Engels psalm.
THE EARTH GOCTH TO THE EARTHE CLISTRING LIKE GOLD THE
EARTH GOCTH TO THE EARTH SOONER THAN IT WOLD THE EARTH BUILDTH OM THE EARTH
CASTLES AND TOWERS THE EARTH SAYS TO THE EARTH ALL SHALL BE OURS
Het komt uit het boek: Old England-a-Pictorial-Museum of Regal, 1845
Het tweede monument is van de Nijmeegse glaskunstenaar Ted Felen.
Dit
prachtige glas in lood werk siert het graf van deze markante Nijmeegse
kunstenaar. Vooral voormalige MMS-leerlingen zullen zich deze actieve bebaarde
tekenleraar herinneren die zich op zijn scooter van school naar school haastte om
een hele generatie middelbare scholieren in de beginselen van het handtekenen te
onderwijzen en hen in contact met kunst te brengen.
Ted
Felen was zeer productief met uiteenlopende technieken. Zijn beeldtaal werd
niet door iedereen zondermeer begrepen en geaccepteerd. Ooit haalde hij de
landelijke pers met zijn, in ongebruikelijke stijl, geschilderde (olieverf op
paneel) kruisweg voor de eertijdse Danielskerk. Een herhaling van een
vergelijkbaar incident in Elsloo (Zuid Limburg). Wanneer we het goed begrepen
hebben heeft hij zich in de tweede helft van zijn kunstenaarschap steeds meer
toegelegd op glaskunst. De laatste actieve jaren werkte en woonde hij in een
voormalige boerderij in de Dukenburg.
Met
enige regelmaat ontvangen we vragen over de grafnummers, soms geeft de
nummering moeilijkheden of is vak, bijvoorbeeld vak 0 niet te vinden.
Vragen
rondom Vak 0 zijn dan nog het eenvoudigste op te lossen dit is vak 1.
Toen
de voorgangers van In Paradisum in de periode 1970-1980 begonnen met de
inventarisatie liet het onderhoud veel te wensen over en waren veel graven
overwoekerd omdat de begraafplaats toch over afzienbare tijd geruimd zou
worden.
Er
werden immers ook geen grafrechten meer geheven. De werkrelatie met SBN, de
beheerder van de begraafplaats stond onder druk. Tegen die achtergrond werd
besloten om maar heel pragmatisch aan de slag te gaan zonder ruggespraak en
maar op basis van een eigen nummeringssysteem omdat we de gegevens immers dringend
nodig hadden. Omdat deze systematiek niet in alle vakken op dezelfde wijze is
toegepast moeten de nummers nu één voor één handmatig omgerekend worden van de
In Paradisum nummering naar die van de SBN. Er wordt aan gewerkt, we boeken
vooruitgang maar ook dit is een stevige klus.
Mocht
het u niet lukken om een graf te vinden, meldt dan uw vraag via het
contactformulier op onze website. We proberen om u binnen een week antwoord re
geven
Verdrietig om het gemis maar dankbaar
voor de goede herinnering. Zo gedenken wij hen die het afgelopen jaar zijn
begraven op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.
Pierre C.A. Hopman overleed op 8 januari,
89 jaar oud, en werd bijgezet in het graf van haar dochter Eveline, hier
herbegraven in 1999. Graf 09-01-14
“Veel te vroeg en onverwacht”, man,
vader, trotse opa Fred Spoeltman overleed 10 januari, op 64-jarige leeftijd.
Graf 16-05-04.
Op 21 januari overleed Josephine Timmer,
73 jaar oud. Graf 34-02-14
Gerard Theunissen overleed op 26 maart
in de leeftijd van 86 jaar, een hoge leeftijd, maar het gemis is voelbaar. Graf
03-03-13.
Op 1 mei overleed na een pijnlijke
periode, in het hospice van Joachim en Anna, Annemoon
Meuwissen-Panhuijsen. Zij werd 85 jaar geleden geboren in Maastricht. Zij werd
bijgezet in het graf van haar echtgenoot. Graf 36-01-28.
Geboren in Naaldwijk, overleden op 6
mei, Cees van Schie, “Zalig…….Niets doen” waren de woorden op zijn
overlijdensadvertentie. Oprichter van het kantoor Van Schie advocaten. Graf
07-01-07.
Lies Hendriks overleed op 24 mei in de
leeftijd van 92 jaar. Tante Lies, een begrip in haar familie. Altijd betrokken
geweest op maatschappelijke vraagstukken en steun aan sociale noden. Bijgezet
in graf van haar ouders en broer. Graf 19-03-07.
Willem van Raaij, geboren en getogen
Nijmegenaar, overleed heel plotseling op 9 juli, 71 jaar oud. Hij werkte als
chemisch analist bij Smit. Begiftigd met de Pauselijke onderscheiding Pro
Ecclesia et Pontifice. Bijgezet in graf grootouders. Graf 09-01-06.
Op 22 juli werd de asbus bijgezet in het
dubbelgraf van haar ouders. Josephien
Bosmans overleed op 20 januari. Graf 03-01-12.
Mevrouw J.M.C.J. Russel-Verheij overleed
op 14 maart, 91 jaar oud. De asbus werd op 7 augustus bijgezet in het
familiegraf bij ouders, broer en echtgenoot. Graf 19-04-06.
“De moeder van onze stichting”, Marianne Straten-Heesbeen overleed op 26 augustus, 73 jaar oud. Haar inzet, haar warmte, haar betrokkenheid bij begraafplaats Daalseweg, blijft altijd in onze herinnering. Zij werd bijgezet in het graf van haar man Peter. Graf 03-01-05.
“Een mens kan niet zonder een ander
mens” dat waren de laatste woorden van Beatrix Bahlmann overleden op 30
augustus, 83 jaar oud. Graf 07-01-04.
Johanna M. Elbers werd op 2 oktober
bijgezet in het graf van haar ouders. Zij overleed op 25 september. Graf
17-07-04.
Jan Holl overleed op 31 december 2013 en
zijn vrouw Leny Polman op 26 september 2016. De asbussen werden op 26 september
bijgezet in het graf van hun zoon John. Graf 03-03-08.
Mevrouw Dymphina C.C. Rosenberg-Groffen
overleden op 28 oktober, ze had net haar 96ste verjaardag gevierd.
Graf 05A-01-17.
Mevrouw Theodora P.G.M. Aalbers-van Uhm
overleed op 7 november, 63 jaar oud. Graf 16-02-03.
Jan M. de Veld overleed op 2 december in
de leeftijd van 82 jaar. Graf 34-06-08.
‘In
Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting;
het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De
Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks-
en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over
ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen,
vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden
betreft.
Vanouds
zet de stichting zich in het bijzonder in voorde voormaligeR.K.
Begraaf-plaats Daalseweg.Ieder jaar
organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen,
een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier
begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal
beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen
Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot
begraving’ verwerkt.
De
afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld –
genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers
en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De
redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg
vooraf met de redactie wenselijk.
De
jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met
vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN)
bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te
Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken uw bijdrage voor 2019.