1. Niet te vergeten

Niet te vergeten:

22 februari 2016
11 & 12 maart 2016
Rondleidingen
Wat nog gedaan is in 2015

22 februari 2016 herdenking van Het Bombardement in 1944

Formele herdenking door de Gemeente Nijmegen met medewerking van o.a. In Paradisum en Raad van Kerken Nijmegen e.o.

12:00 Gebedsdienst in de Molenstraatskerk
13:00 Officiële herdenking bij het monument De Schommel aan de Raadhuishof
13:28 luiden van de klokken en twee minuten stilte
Na afloop informele ontvangst in de Lutherse kerk, Prins Hendrikstraat 79 (begin Daalseweg)

Informele herdenking door In Paradisum op de Begraafplaats Daalseweg
13:15 verzamelen bij het centrale kruis
13:25 welkom en twee minuten stilte
13:30 overweging en muzikaal intermezzo
13:35 Gelegenheid om bloemen te leggen bij o.a. het gelegenheidsmonument en een korte rondleiding langs enkelen van de ongeveer 300 hier bijgezette slachtoffers
Na afloop informele ontvangst in de Lutherse kerk, Prins Hendrikstraat 79 (begin Daalseweg)

 

11 en 12 maart 2016, klussen in het kader van NLDOET

Begraafplaats Daalseweg, op 11 maart om 09:00 uur onderbroken door een koffiepauze gaan we door tot ongeveer 13:00 uur. Het gaat hier vooral om tuinierswerk

Begraafplaats Dorpsstraat Neerbosch, op 12 maart om 09:00 uur onderbroken door een koffiepauze gaan we door tot ongeveer 13:00 uur. Naast tuinierswerk zal er ook systematisch “geprikt” worden om verdwenen zerken aan het daglicht te brengen.

Begraafplaats Stenekruisstraat: op 11 maart om 09:00 uur onderbroken door een koffiepauze gaan we door tot ongeveer 13:00 uur. Voornamelijk tuinierswerk maar ook hier willen we gaan “prikken”.

Graag tevoren aanmelden via stichtinginparadisum@kpnmail.nl of telefoon 024 365 6410

Het gaat vooral om tuinierswerk, er is gereedschap beschikbaar maar met eigen handschoenen en gereedschap werkt het vaak wel prettiger.

 

Rondleidingen

Laat in het voorjaar organiseren we weer rondleidingen op de Begraafplaats Daalseweg, ook rondleidingen met een speciale, nieuwe thema’s. Ook op de begraafplaats Stenen Kruisstraat zullen er weer rondleidingen gehouden worden. Data, tijden en aanvullende informatie zullen te zijner tijd op onze website vermeld worden.

 

En wat nog gedaan is in 2015

Tijdens de Open Monumentendagen trokken vooral de rondleidingen op de Stenen Kruisstraat veel belangstelling en werd ook de Dorpsstraat Neerbosch goed bezocht.

De belangstelling voor de rondleidingen op de Daalseweg was vrijwel hetzelfde als in andere jaren.

In oktober nam In Paradisum met een stand deel aan O24, de “24 uur van de Nijmeegse Geschiedenis” in de Stevenskerk, een goede gelegenheid om in gezelschap van een aantal andere cultuurhistorische organisaties onze activiteiten te presenteren. De speciale rondleidingen van andere jaren werden wel gemist.

2. Dorpsstraat Neerbosch

‘Dorpsstraat’
Boeiende geschiedenissen als basis voor de herwaardering van een kleine begraafplaats in Neerbosch, Nijmegen.

….. 184 jaar geleden, 12 augustus, op en om de IJzeren Berg bij Leuven (België) ging het er heftig aan toe. De Tiendaagse Veldtocht naderde zijn einde en het verraderlijk gevonden bombardement van de kant van de Belgische opstandelingen gericht op een hoge steile berg waar men duidelijk Prins Willem en zijn staf kon onderscheiden, maakte de Hollandse soldaten woedend. Hevig artillerievuur ging over en weer. De Belgische kanonnen zwegen al lang toen de Hollands artillerie nog steeds duchtig te keer ging. En onder aanvoering van baron Snouckaert van Schauburg voerde het 4e Regiment Lichte Dragonders de laatste charges uit op de IJzeren Berg, waarmee de Belgische opstandelingen militair gezien verslagen werden. Voor zijn toewijding en dapper gedrag  werd Snouckaert van Schauburg benoemd  tot Ridder in de Militaire Willemsorde. Hij ligt begraven op de kleine begraafplaats achter het witte kerkje aan de Dorpsstraat in Neerbosch, Nijmegen.
En hij niet alleen. Wat te denken van kolonel Willem van Heemskerk, generaal-majoor Jan van Overstraten en kolonel Johan Cox van Spengler. Ook hun verdiensten respectievelijk tijdens het Beleg en de Uitval van de Citadel van Antwerpen en in Indië, de Java-oorlog, zijn met de Militaire Willemsorde onderscheiden.
Er liggen nog meer militairen begraven, maar ‘Dorpsstraat’ is daarmee  geen militair kerkhof. Zij herbergt ook zerken van veel voor de regionale geschiedenis interessante personen. Zoals van Hildegonda Anna Agnes Sophia Henriette, gravin van Regteren.- tante Anette voor intimi, of de Beuningse steenfabrikanten Duijs en Van Engelenburg en de Nijmeegse bioloog en  fysicus Pieter Gevers Deijnoot.
Wel  is jammer dat hun zerken en grafkelders, onopgemerkt en zwaar verscholen achter onkruid en struikgewas, vele jaren lang onzichtbaar waren. Vanaf de straat was amper te zien dat zich bij het karakteristieke witte, in gotische stijl gebouwde kerkje ook nog een kleine begraafplaats bevond.

De begraafplaats moet heel oud zijn. Aannemende dat niet heel lang na de drooglegging eind 13e eeuw van ‘de Nederen Bosche’, een moerasgebied, ten westen van Nijmegen  het kerkje gebouwd is inclusief een hof, een kerkhof. Helaas ontbreekt het aan documentatie die kan stellen dat er destijds zowel in de kerk als daarbuiten begraven werd. Wel is bekend dat later, na de Reductie in 1591, toen de katholieke kerk aan de Dorpsstraat een hervormde  kerk  werd, het kerkhof een apart deel voor rooms-katholieken kreeg en een aparte gedeelte waar hervormden begraven konden worden.
Hoeveel mensen er in de loop van de tijd begraven zijn, is dus nog niet achterhaald. Pas omstreeks 1800 verschaffen de begraafboeken van ‘den Dodegraver van Neerbosch Schependom van Nijmegen’ enig zicht op aantallen; tussen 1797 en 1810  zijn er 176 personen begraven. Daarvan zijn er zeker 6 in de kerk begraven, gezien de aantekening dat voor die begrafenissen ‘1 gulden 10 stuiver’ is voldaan aan de rentmeester voor de kerk.

De huidige situatie leert dat er zich nog slechts een grafzerk in de kerk bevindt. Van een voorname en rijke heer, genaamd Zoudenbalch (zie elders in deze nieuwsbrief). En buiten op de begraafplaats zijn inmiddels 47 graflocaties te onderscheiden, locaties met en zonder zerk. In de afgelopen 1½ jaar heeft In Paradisum  er 7 nieuwe zerken ontdekt en opgegraven en het is niet uitgesloten dat meer zichtbaar wordt op de begraafplaats. Ook blijft In Paradisum naarstig zoeken naar documenten die meer over de begraafplaats kunnen vertellen.
In Paradisum is een stichting die zich inzet voor behoud van grote en kleine Nijmeegse monumentale begraafplaatsen. In april 2012  hebben de gemeente Nijmegen en de stichting daartoe een convenant gesloten. Een van de begraafplaatsen uit dat convenant is de oude begraafplaats aan de Dorpsstraat.
Vanaf 2012 is In Paradisum er ’n paar keer per jaar actief om de begraafplaats zo goed mogelijk toonbaar te maken. Met uitsluitend  vrijwilligers probeert In Paradisum ‘Dorpsstraat’ in de schijnwerpers te zetten, opdat geïnteresseerden en vooral Nijmeegse burgers over de historische, culturele en landschappelijke waarden van deze begraafplaats geïnformeerd worden.
Echter met het van onkruid vrijhouden en zo goed mogelijk zichtbaar maken van de zerken alleen redden de vrijwilligers van In Paradisum  het niet. De aanwezige grafkelders bijvoorbeeld vereisen dringend  reparatie, ook uit oogpunt van veiligheid, en voor bijna alle zerken geldt dat opstaande randen aangebracht of hersteld moeten worden. Betonnen platen zullen ter ondersteuning onder de zerken geschoven moeten worden, zodat scheuren en breken van zerken tot een minimum beperkt blijven. Voor dit soort werkzaamheden is specialistische kennis en gereedschap nodig, waar In Paradisum niet over beschikt. In het plan ‘Herstel & Herwaardering van ‘Dorpsstraat’ hebben In Paradisum en twee specialisten (Van Tienen Aannemersbedrijf B.V. en Acanthus Begraafplaats  Beheer) aangegeven wat noodzakelijk is om ‘Dorpsstraat’ weer een mooi  cultureel erfgoed te laten zijn dat het predicaat gemeentelijk monument waardig is. Het plan is aan de gemeente Nijmegen aangeboden; binnenkort verwacht In Paradisum een antwoord van de gemeente.
In Paradisum streeft er naar belangstellenden tijdens de aanstaande Open Monumenten Dagen (september 2016) te verwelkomen op een opgeknapte begraafplaats. Zij leidt u er dan graag rond en vertelt bijvoorbeeld over Paula Verschoor die er in1878 begraven werd en wier graf toen aan weerszijden werd opgesierd met twee aardige conifeertjes. In 2014 is bij toeval haar zerk ontdekt en blootgelegd, inclusief een prachtig marmeren medaillon. Dank zij de twee conifeertjes, thans twee reusachtige monumentale bomen, is de grafzerk van Paula Verschoor door de jaren heen goed bewaard en beschermd gebleven.

Wim Desserjer

Bronnen:
– Jongstra, A. (2010). De Helden-inspecteur, De Arbeiderspers, Amsterdam.
– Van Gruithuijzen, J.  (2013). Graven in Neerbosch. De Gelderlander, 4-9-2013, 11-9-2013
– Eijkhout, P. (2006). De oude begraafplaatsen in Hees, Neerbosch en Hatert.  Nijmegen.
– Van Schaijk, P. &  Desserjer, W. (2015). Plan voor Herstel en Herwaardering ‘Dorpsstraat’.
Stichting In Paradisum, Nijmegen.

3. Zoudenbach

Zoudenbalch in Neerbosch omstreeks 1660

Aan de westkant van Nijmegen, aan de uiterste rand van de wijk Neerbosch-Oost, ligt in een vergeten hoek de Dorpsstraat. Die naam is een overblijfsel uit de tijd dat Neerbosch nog een echt dorp was. Aan die Dorpsstraat ligt het “witte kerkje”, daterend uit omstreeks 1500. Rechts naast de kerk liggen enkele grafstenen van vóór 1890. Die zijn al eens geïnventariseerd en op het ogenblik wordt er aan gewerkt om ze beter zichtbaar te maken.
Ook binnen de kerk hebben vroeger in de vloer grafstenen gelegen. In de loop van de jaren zijn die geruimd, op één uitzondering na. In het “priesterkoor” van de kerk ligt een grafsteen met het opschrift:
Den Hooch Edel
Gebooren Cornelis
Zoudenbalch Sterf
Den 16 Iuni Ao 1664
Boven dit grafschrift staat in groot formaat het wapen van de familie Zoudenbalch afgebeeld. Het Centraal Bureau voor Genealogie geeft hiervan de volgende heraldische beschrijving:
Wapen: gedwarsbalkt van acht stukken van goud en rood.
De rode stukken beladen met tien zilveren rozen (4 – 3 – 2 – 1).
Het wapen op de zerk is in overeenstemming met deze beschrijving. Met één uitzondering: boven het wapen op de zerk staat een kroon. Of die een bijzondere betekenis heeft, is ons niet bekend.

De familie Zoudenbalch heeft in de jaren 1230 tot ongeveer 1600 een belangrijke rol gespeeld in de stad Utrecht. Van daaruit heeft de familie zich ruim verspreid over de omgeving van de stad. Een goed overzicht is te vinden in de publicatie: “Zoudenbalch, een Utrechtse familie”, door J.W. van Maren. Deze publicatie is op Internet beschikbaar.
Daarin komt een schema voor, waarvan we een gedeelte overnemen en aanvullen. De daarbij gebruikte Romeinse cijfers komen in diverse publicaties voor. We nemen ze dus maar over.

3.1

In het schema komt een Cornelis voor, maar in de publicatie van van Maren komt hij verder niet ter sprake. We moeten dus zelf gaan zoeken of de Cornelis uit het schema dezelfde persoon is als de Cornelis op de grafsteen. Op het Regionaal Archief Nijmegen en op Internet ( o.a. de website van het Utrechts Archief) vonden we heel wat bijzonderheden. Dat alles leidde tot het volgende overzicht.

Overzicht

3.2In het voorgaande overzicht zit nog wel een probleem. Dat Cornelis (4.3) een zoon is van Steven (3.2) en dus een broer van Maria Catharina (4.2), hebben we alleen vermeld gevonden bij J.W. van Maren. We kijken daarom eens naar het volgende schema. De getrokken lijnen daarin geven de vaststaande familierelaties aan. De stippellijnen verbinden gelijke voornamen met elkaar.

3.3

Als Maria Cath. (4.2) en Cornelis (4.3) zus en broer zijn, dan betekenen de stippellijnen het volgende.
Cornelis (4.3) is genoemd naar zijn grootvader van moederskant;
Steven (5.1) is genoemd naar zijn grootvader van vaderskant;
Gertruydt (5.2) is genoemd naar haar grootmoeder van vaderskant.
Dat kinderen genoemd worden naar hun grootouders is een bekend verschijnsel. De hier genoemde naamgevingen zijn dus geen toeval. Het lijkt ons voldoende bewijs dat Cornelis (4.3) een zoon is van Steven (3.2) en dus een broer van Maria Catharina (4.2).

Er is nog een tweede probleem, samenhangend met de betrouwbaarheid van Internet.
Maria Catharina Soudenbalch is gehuwd met een van Welderen. Dat is een familie die in veel genealogieën op Internet voorkomt. En daarmee ook Maria Catharina. Als haar geboorteplaats wordt steeds Tiel genoemd en als haar geboortejaar meestal 1638. Maar ook 1635, rond 1638 en rond 1635 worden genoemd. In de doopregisters van Tiel hebben wij haar naam niet gevonden. Het geboortejaar van Maria Catharina lijkt dus vooralsnog onzeker.

Op het archief in Den Bosch vonden we de volgende gereformeerde trouw-inschrijving in Oss:
Na wettelijke ondertrouw
en onverhinderde proclamatie in Nederbosch
inden Schependom van Nimmegen sijn alhier
ingezegend
Cornelis Soudenbalgh
Clara Ermgard van Hardenberg
opden 11 Aprilis 1660

In een Trouwboek van Nijmegen, dus niet van Neerbosch, vonden we:
den 18 Martij (1660)
Jr. Cornelis Soutebalch
ruiter oder de Grave van Styrum
ende Clara Ermgart Hardenburgh toe Neerbosch
Lit. v. Joh. Cornelij

Tot slot nog een derde kwestie. Van Neerbosch is er over de jaren 1622-1670 een gereformeerd doopboek; archiefnummer 1267a. De dopen van de twee kinderen van Cornelis in 1661 en 1663 staan daarin vermeld. Maar dit boek is een getypte kopie. Het origineel is op het archief in Nijmegen niet meer aanwezig. Maar die twee dopen bleken wèl in de oorspronkelijke vorm op Internet te staan. Na enig zoeken vonden we ze op de website van de Mormonen. Dus daar zijn ze te downloaden. Het resultaat staat hieronder. Ter wille van de duidelijkheid zijn de letters met een zwart pennetje wat aangezet

3.4

Paul Eijkhout
Peter van Schaijk Nijmegen, maart 2015.

4. Priester- en zustergraf Daalseweg

Het priester en ook het zustergraf

Priestergraf in 2006. Achter het monument is de heuvel boven de tweede priesterkelder en de oude grafplaat van de Stenenkruisstraat tegen de oostmuur zichtbaar.

Priestergraf in 2006. Achter het monument is de heuvel boven de tweede priesterkelder en de oude grafplaat van de Stenenkruisstraat tegen de oostmuur zichtbaar.

Bij vrijwel elke rondleiding, die de stichting In Paradisum elk jaar traditiegetrouw op 22 februari (bombardement), op de laatste zondagen van mei, juni en juli en op de “Open Monumentendag” organiseert, komt de vraag naar voren wat het verschil is tussen een zandgraf en een keldergraf. Een zandgraf spreekt voor zich. De kist zakt in de grond en wordt met zand toegedekt. Een keldergraf daarentegen is een open ruimte, waar de kist op een stang of in een nis wordt geplaatst. Keldergraven zijn sinds de ingebruikname van de begraafplaats in 1885 veelal langs het hoofdpad en langs de zijpaden links en rechts van het centrale kruis gesitueerd.

Veel bezoekers kijken verbaasd als ik bij de start van de rondleiding vertel, dat het keldergraf van de Katholieke Weeshuis dicht bij de ingang van de begraafplaats ruimte biedt aan grafkisten van twintig weeskinderen en van één weesmoeder, die er naamloos liggen begraven.

Vele malen groter wordt de verbazing als ik bij het priestergraf in het zijpad links van het centrale kruis de ruimte van de kelders onder het monumentale grafmonument beschrijf, waar maar liefst 71 priesters een laatste rustplaats hebben gevonden.

Ons oud-voorzitter drs. A.F.C.M. Wolf (1932-2009) schreef in 2007 een interessant boekje “Priestergraf en kerkhofkruis op de R.K. Begraafplaats aan de Daalseweg te Nijmegen”. Daarin beschreef hij naast de geschiedenis van het keldergraf ook de familienamen, persoonsgegevens en bijzonderheden als standplaats en functie van de begraven priesters. Tevens werd vermeld, dat bij de ingebruikname van dit priestergraf de stoffelijke resten van 25 priesters van de gesloten begraafplaats aan de Stenenkruisstraat in dit graf werden herbegraven en dat de oude grafplaat van de Stenenkruisstraat tegen de oostmuur van de begraafplaats werd bevestigd. Twee priesters zijn in latere jaren herbegraven op de begraafplaatsen Jonkerbos en de begraafplaats van de Franciscanen in Alverna. In de grafkelder liggen 25 jezuïeten, 23 wereldheren, 12 dominicanen en 9 franciscanen begraven.

Bij een van de rondleidingen in de jaren negentig liep een hoogbejaarde heer mee. Hij vertelde me, dat hij in zijn jonge jaren bij bloemisterij De Kluijs aan de Daalseweg 202 (nu Albert Heijn) had gewerkt. De bloemist leverde vaak bloemen voor uitvaarten en de begrafenisondernemer kwam regelmatig een beroep doen op het personeel van de bloemisterij om te assisteren bij het plaatsen van de kist van een priester in de grafkelder. Deze bezoeker attendeerde me er op, dat de oorspronkelijke kelder toen al vrijwel vol was en dat de priesters in die periode begraven werden in het graf naast de ingang van de grafkelder van de “eerwaarde zusters”, die zich tussen het monumentale priestergraf en de muur van de begraafplaats bevindt.

Niets wees er op, dat zich daar een grafkelder bevond tot enkele bezoekers hun paraplu in een heuveltje naast het zustersgraf staken. Tot ieders verrassing kwam de hoek van een grafplaat te voorschijn.

Uit: Franciscanessen van de Heilige Familie honderd jaar in Nijmegen 1884-1984. Links de tombe van de tweede priesterkelder.

Uit: Franciscanessen van de Heilige Familie honderd jaar in Nijmegen 1884-1984. Links de tombe van de tweede priesterkelder.

Kort daarna kwam ik in het bezit van de jubileumuitgave “Franciscanessen van de Heilige Familie honderd jaar in Nijmegen 1884-1984”. Op pagina 13 trof ik een foto aan van een zuster, geknield bij het zustersgraf op de begraafplaats Daalseweg. Achter deze zuster is nog juist de tombe van de tweede priesterkelder zichtbaar.

De bejaarde bloemist meende zich te herinneren, dat deze kelder, waar hij vroeger enkele keren een priester had begraven, een open verbinding had met de oudere kelder. Ook wist hij te vertellen, dat de “broeders” van de jezuïeten in een aparte ruimte naast de oorspronkelijke kelder werden begraven. Bovengronds hebben op deze locatie inderdaad nooit grafmonumenten gestaan.

Bouwtekeningen van het priester- en zustersgraf zijn tot dusverre nooit gevonden. Om een juiste visie over constructie, afmetingen en indeling van de kelders te krijgen, zouden de kelders geopend moeten worden. Die gelegenheid ontstond in 2014. Om te controleren of de constructie van de 130 jaar oude grafkelders nog betrouwbaar was, besloot het bestuur van de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) tot een onderzoek. Van het priestergraf werd alleen de dekplaat aan de voorzijde van het monument weggenomen, omdat de dekplaat aan de achterzijde gescheurd was. Bij dit onderzoek bleek dat de kelder uit meer compartimenten bestaat.

Enige grafnissen in de eerste priesterkelder. De ladder staat tegen de fundering van het zware grafmonument.

Enige grafnissen in de eerste priesterkelder. De ladder staat tegen de fundering van het zware grafmonument.

Op bijgaande foto zijn zes grafnissen naast de fundering van het zware grafmonument zichtbaar.

De geopende nissen zijn vermoedelijk van de twee priesters, die indertijd in Alverna en op Jonkerbos zijn herbegraven. Achter de grafnissen bevindt zich nog een kelder.

Doordat opening van de grafplaat aan de achterzijde niet meer verantwoord was, kon niet worden nagegaan of deze grafkelder een doorgang had naar de broederkelder en naar de kelder naast het zustersgraf, die volgens Nol Wolf vermoedelijk in 1915 is aangelegd.

Na de uitvaart van pater M.W.H. Martens op 4 november 1949 zijn in het keldergraf geen priesters meer bijgezet. De jezuïeten zijn nadien veelal begraven rond het kruis op de begraafplaats Jonkerbos, de franciscanen op het kloosterkerkhof in Alverna en de dominicanen op de begraafplaats achter het voormalige klooster Albertinum.

De wereldheren werden meestal begraven op het kerkhof of de begraafplaats waar ook hun parochianen een laatste rustplaats vonden.

Bart Janssen

5. Initiatief “Oorlogsdoden Nijmegen”

Geef Nijmeegse oorlogsdoden een gezicht!

Geef Nijmeegse oorlogsdoden een gezicht!

Deze website bestaat sinds 2008 en inmiddels zijn er 2600 oorlogsdoden in de bestanden opgenomen, zo mogelijk met foto’s en biografische details. Deze bijzondere site is ontstaan uit een samenwerking van het 4/5 mei comité Nijmegen, Radboud Universiteit, Regionaal Archief Nijmegen, het Bevrijdingsmuseum Groesbeek, Auteur Bart Janssen en In Paradisum.

Naast het voortgaande aanvullen en verbeteren van de website is er ook overleg geweest met de Gemeenste Nijmegen die dit initiatief – binnen de mogelijkheden – van harte steunt. Dit heeft geleid tot een uitnodiging van de Gemeente aan de beheerders/eigenaren van de begraafplaatsen in Nijmegen voor een overleg, samen met de organisaties achter Oorlogsdoden Nijmegen. Het daarbij vooral over mogelijkheden om de herinnering aan de slachtoffers levend te houden over het algemeen staat men hier positief tegenover.

Er wordt nu overlegd over een soort convenant met als doelstelling te voorkomen dat er nog grafmonumenten van Oorlogsdoden zondermeer geruimd zullen worden. Een hoopgevend gebeuren want op verschillende begraafplaatsen is er de laatste jaren flink geruimd, niet zo verwonderlijk na goed zeventig jaar.

Voor zover ons bekend is blijkt Nijmegen de eerste stad in Nederland waar op een dergelijk initiatief breed gedragen wordt en feitelijk vorm krijgt. In volgend nummer zal meer in detail op dit initiatief en de achtergronden van de organisatie “Oorlogsdoden Nijmegen” worden ingegaan.