1. Voorwoord voorzitter

Beste lezers van het Bulletin,

Voor u ligt de eerste editie van het Bulletin van In Paradisum van 2022. Vanaf deze plaats wensen alle actieve leden en bestuursleden van In Paradisum u dan ook een voorspoedig en bovenal gezond jaar. De samenleving opent langzaam weer en hopelijk gaat dat goed met de combinatie van de mildere Omikron-variant en de intussen aan vrijwel iedereen uitgedeelde boosterprik. Helaas is het nog net te vroeg voor een gezamenlijk samenzijn bij de Schommel of op de begraafplaats Daalseweg: de herinneringsplechtigheden van 22 februari aanstaande zullen – zoals ook het vorig jaar – online plaatsvinden. Wij hopen dat de rondleidingen in het voorjaar en in de zomer wel weer doorgang kunnen vinden.

Voorlopig ligt ter compensatie dit Bulletin voor met enkele interessante verhalen over diverse graven op de Daalseweg. Zo heeft Peter van Schaijk de graftombe van de familie Canta aangegrepen om de familiegeschiedenis van de familie en hun relatie tot Nijmegen uit de doeken te doen. Marijke Poos licht de levensloop van één van de weesmeisjes toe die in de grafkelder van het Katholieke Weeshuis ligt. Maar In Paradisum bestudeert ook andere historische begraafplaatsen in Nijmegen. Laat u het gedicht van Gerard Kessels over de Steenenkruis goed smaken. Daarnaast wordt de levensloop van Gevers Deijnoot op de begraafplaats Neerbosch door Wim Desserjer verteld.

Op 2 november 2021, Allerzielen, vond er een herdenkingsbijeenkomst plaats op de Daalseweg, gelardeerd met poëzie. Een mooi initiatief, dat wat ons betreft jaarlijks herhaald mag worden. Een verslag hiervan treft u ook aan in het Bulletin.

Ik wens u veel leesplezier.

Pepijn Oomen

Voorzitter In Paradisum

2. Beste ontvanger van ons bulletin

Beste ontvanger van ons bulletin,

Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:

  • Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
  • Activiteiten realiseren rond NLDOET en Open Monumentendagen;
  • Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocatie of genealogische bronnen;
  • Organisatie en inzet bij jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
  • Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op terrein van funerair erfgoed.

Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.

Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.

Graag richten wij ons met deze oproep tot de niet-donateurs om ook donateur te worden en zo onze stichtingsactiviteiten te ondersteunen door aanmelding via onze website: www.stichtinginparadisum.nl

3. Gebroeders Canta, ondernemers in galanterieën

Arnoldus Henricus Canta werd op 20 maart 1863 geboren te Rotterdam, woonhuis aan de Oost Cingel. Zijn vader, Johannes Antonius Canta was kunstschilder en getrouwd met Maria Agnes Neugebaur. Zij overleed op 10-03-1859 slechts 47 jaar oud. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren waarvan vier kinderen zeer jong zijn overleden.

Hij hertrouwde op 01-05-1862 in Rotterdam met Wilhelmina Verborg. Arnoldus was het eerste van vier kinderen die uit dit tweede huwelijk werden geboren.

Zijn vader was kunstschilder en behoorde tot de kleine groep Hollandse genreschilders van de vroege 19e eeuw. Hij koos vooral huiselijke taferelen en landschappen met moeders en spelende kinderen en portretten. Hij werkte vrijwel zijn hele leven in Rotterdam. Vooral zijn religieuze schilderkunst, met name in de H. Laurentiuskerk en de H. Rosaliakerk muntte uit van vakmanschap en van zijn godsdienstzin.

Het is in dit verband wel opmerkelijk dat hij in 1861 het portret van de Nijmeegse familie Bahlmann schilderde, gemaakt voor hun woning ‘Het Geldersch Hof’, vader, moeder en hun drie dochters en vier zonen. In 1954 schonk mevrouw Sträter uit Tilburg dit grote familieportret aan de gemeente Nijmegen. Het heeft achtereenvolgens in het stadhuis en in het Arsenaal gehangen; tegenwoordig is het te bezichtigen in museum ‘Het Valkhof’.

Hij overleed in Rotterdam op 10-04-1888, 72 jaar oud.

De eerste kennismaking van de Canta’s met Nijmegen vond dus plaats in 1861, wel een kortdurend tijdelijk verblijf van vader Canta, maar uitmondend in een vestiging aldaar op 25 oktober 1888 toen zijn zonen Arnoldus Henricus Canta en Antonius Wilhelmus Albertus zich, vanuit Rotterdam, lieten inschrijven in Nijmegen met als woonadres Markt 36, winkeliers in galanterieën. Door hernummering in 1890 Groote Markt 2.

Het zou niet ondenkbaar zijn dat de familie Bahlmann hier ook een rol in heeft gespeeld.
Eerder dat jaar, op 6 augustus 1888, werd bij notaris van Wijngaarden de acte gepasseerd tussen beide broers aangaande een vennootschap onder de firmanaam “Gebr. A. CANTA”, tot het uitoefenen van handel in kantoor-, schrijf- en teekenbehoeften. De vennootschap werd aangegaan voor 5 jaar en 5 maanden.

Juist in deze periode werd er in Nijmegen flink gebouwd, de stad had te maken met een grote uitbreiding, die, zo was het verwachtingspatroon, ten koste zou gaan van de binnenstad. Maar naar mate de tijd vorderde, bleek dit toch niet het geval te zijn. In de hoofdstraten ziet men vormen van vooruitgang, ieder doet zijn best zijn bestaande magazijnen te verbeteren en er worden weer nieuwe magazijnen geopend. Zo ook de avond van 15 augustus 1888 als het nieuwe magazijn aan de Groote Markt nummer 2 wordt geopend door de heren Gebr. A. Canta. De winkel is ruim voorzien van kantoor- schrijf- en teekenbehoeften, fantaisie-postpapier, lederwerken, en luxe-artikelen, Japansche en Chineesche voorwerpen, faintasie (sic!)-meubelen, Makart-bouquetten, reis- en toiletbenoodigdheden, croquet- en cricketspelen, terra-cottavoorwerpen ter beschildering, cristoleum en glitterineschilderen. Photografie albums in lijsten. Photografie standaards in doozen, collectie cabinet- en visite photografieën enz. enz. Goed uitgestald en aanlokkelijk om te kopen.

Voor St. Nicolaasfeest 1890, geeft de Gelderlander op 30-11-1890 een indruk hoe de winkels hierop hebben ingespeeld. Citaat : “Verderop bij de Gebr. Canta staat van ’s morgens tot ’s avonds het huis vol kopers. Talrijke eenvoudige, praktische en sierlijke zaken zijn er uitgestald, ook op de bovenzaal, waar men een grote keuze fantasiemeubeltjes vindt”.

In dit kader is het nog vermeldingswaard dat bij een grote fototentoonstelling in Groningen juni 1894 de heer Aertsnijs met zijn foto’s bekroond werd, vervaardigd op het door de firma Gebr. A. Canta in de handel gebrachte fototoestel Excelsior.

De zaken lopen goed en dat resulteerde in een grote verbouwing en vergroting van de winkel annex magazijn. De heropening vond plaats op 27 juni 1897 en gelet op de grote belangstelling hebben de gebroeders Canta een nieuw bewijs geleverd van goede smaak en ondernemingsgeest.

De onderhandse akte van 16-12-1897 verleden voor notaris van Wijngaarden werd overeengekomen dat de vennootschap alleen en uitsluitend zal verblijven bij Antonius Wilhelmus Albertus Canta. Wel werd vastgelegd dat bij het opnemen van gelden of het verstrekken daarvan en het aangaan van borgtochten de handtekening van beide vennoten is vereist.

Dan volgt nog een bijzonder moment, want op 3 december 1900 wordt de vennootschap tussen beide broers onder genoemde firma ontbonden terwijl de zaak door A.H. Canta op dezelfde voet en voor eigen rekening onder gemelde firma voortgezet, akte verleden voor notaris Courbois.

Het jaar 1903 zal ingaan als het jaar van de waarheid, alles op alles gezet om het niet te laten gebeuren, vindt toch plaats. A.H. Canta wordt failliet verklaard handelend onder de firma Gebr. A. Canta, uitspraak 13 augustus 1903 rechtbank Arnhem. De curator Mr. W. Bijlert bericht op 31 juli 1904 dat het faillissement is geëindigd.

Hoe ging het verder met deze beide ondernemende broers. Een stukje familiegeschiedenis die niet mag ontbreken.

Arnoldus Henricus Canta werd dus op 20-03-1863 geboren in Rotterdam en overleed op 08-04-1953 te Nijmegen, 90 jaar oud. Hij trouwde op 30 september 1891 in ’s-Gravenhage met Margaretha Maria Elizabeth Meijer, geboren op 28-10-1862 te Kralingen en overleden in Nijmegen op 21-03-1922. Zij was de dochter van Simon Abram Meijer en Aletta Dorothea Leusen.

Kinderen uit dit huwelijk:

  1. Johannes Wilhelmus Canta, 11-07-1892 Nijmegen, aldaar overleden op 28-08-1946, koopman, trouwt op 25-11-1929 te Nijmegen met Catharina Maria Johanna van Woerkom, 30 jaar geboren te Nijmegen op 12-09-1899, overleden aldaar op 06-12-1956, dochter van Gerardus Johannes Theodorus van Woerkom, koopman en Catharina Aloysia Jansen.
  2. Adeline Martha Canta, 08-10-1893 Nijmegen. Huwelijk Amsterdam op 30-11-1916 met de 27 jarige procuratiehouder Maximiliaan Paul Schnurpfeil, geboren in Jägerndorf(Oostenrijk), zoon van Max Schnurpfeil, ingenieur en Paula Bannert.
  3. (Paulina) Josephina Maria Canta, 09-11-1894 Amsterdam, overleden Eindhoven op 05-02-1964
  4. Antoinetta Maria Canta, 09-04-1896 Amsterdam
  5. Jacobus Johannes Canta, 25-04-1897 Amsterdam, bureauchef van beroep, trouwt te ’s-Hertogenbosch op 10-01-1927 met de 22 jarige Johanna Paulina Maria Verhoeckx, geboren in Utrecht en dochter van Paulus Josephus Maria Verhoeckx en Anna Maria van den Heuvel.
  6. Petrus Franciscus Canta, 03-07-1898 Amsterdam, overleden Nijmegen 14-08-1899.
  7. Petrus Franciscus Canta, 31-10-1899 Nijmegen, fabrikant, huwelijk te Bergen op Zoom op 31-05-1937 met Cornelia Martha Maria Antonia Asselbergs, 33 jaar, geboren Bergen op Zoom, dochter van Antonius Johannes Josephus Aloijsius Asselbergs en Cornelia Maria Gerberdina van Loon.
  8. Lambertus Antonius Canta, 21-03-1901 Nijmegen (zie verder).

Zijn andere broer en medevennoot was dus Antonius Wilhelmus Albertus Canta, geboren in Rotterdam op 31-08-1864. Huwelijk Amsterdam op 12-07-1894 met de 21 jarige Antoinette Leonarde Josephine Schnidermeijer, overleden 18-12-1954 te Ouder-Amstel, dochter van Anton Schnidermeijer en Maria Johanna van Brinkestein.

Kinderen uit dit huwelijk:

  1. Johannes Antonius Canta, 19-05-1895 te Nijmegen
  2. Marianne Antonia Maria Canta, 14-10-1896 te Nijmegen
  3. Arnold Marie Canta, 25-01-1899 te Nijmegen
  4. Alfred Antoon Canta, 06-12-1900 te Nijmegen, overleden 09-01-1926 te Tandjong Kassau, Afd. Batoe Bahra (Oostkust Sumatra).

Op 10 mei 1901 verlaat het gezin Nijmegen en vestigen zich in Watergraafsmeer. Hier werden nog drie kinderen geboren:

  1. Willem Charles Paul Canta, 13-08-1902, vertreter, huwelijk 19-02-1942 te Frankfurt am Main(D) met Hedwig Anna Elisabeth Blum, privatsekretärin, geboren te Strassburg 23-07-1905.
  2. Johanna Petronella Antonia Canta, 03-08-1906
  3. Antonius Gerardus Jacobus Canta, 09-09-1909

De oudste broer, Arnold, blijft met zijn gezin in Nijmegen wonen. Eerst nog in de bovenwoning van het magazijn aan de Groote Markt nummer 2 en dan volgen er nog heel wat verhuizingen via Batavierenweg 73, Floraweg 69, Sint Annastraat 243 en als laatste woning aan de Kraijenhofflaan nummer 28.

Op dit adres overlijdt op 21 maart 1922 zijn vrouw op de leeftijd van bijna 60 jaar en wordt begraven op de begraafplaats Daalseweg, 1ste klasse huurgraf in vak 16-09-06. Het verlof tot begraving spreekt van een huurgraf, een tijdelijke rustplaats en dat klopt ook, want op 26 oktober 1926 wordt zij overgebracht naar een eigen aardgraf voor 4 personen, toen nog genoemd als grafnummer 78 en later vak 29-06-03.

De eerste bijzetting in dit graf vond plaats in 1946 toen hun oudste zoon Jan, “na een geduldig gedragen lijden” in het St. Canisius ziekenhuis overleed. Zeven jaar later overlijdt Arnold op 90 jarige leeftijd en wordt hier te ruste gelegd en in 1956 was de laatste bijzetting van de echtgenote van Jan. Het zijn de hierboven genoemde, groen gearceerde en onderstreepte, familieleden.

Het grafmonument wat op dit aardgraf is geplaatst verdiend een nadere toelichting. Het is gemaakt in de vorm van een graftombe, in klassieke stijl uitgevoerd, met een zeer fraaie licht gebogen dekplaat en met een sierlijke afgrenzing voor het bloemperkje. Aan de voorzijde, rechts onderaan, staat geschreven: E SALU A BRUXELLES.

Nijmegen kende toch rond de tijd dat dit monument is gemaakt vele gerenommeerde steenhouwers en het blijft daarom toch verrassend dat deze familie koos voor een Belgisch product en voor zover wij weten uniek voor deze begraafplaats.

Ernest Salu is namelijk de naam van drie Brusselse beeldhouwers gespecialiseerd in grafsculptuur. Een familiezaak die ruim een eeuw heeft bestaan, van 1872 tot 1984. Drie generaties Ernest Salu I, II en III. Er was juist in die tijd veel vraag naar funeraire kunst en Salu besloot in 1872 een terrein te kopen bij de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken(B) naast de begraafplaats en hier bouwde hij zijn atelier. Dit atelier is momenteel uitgegroeid tot een volwaardig museum voor grafkunst.

Deze familiegeschiedenis krijgt nog op een andere graflocatie een vervolg.

De jongste zoon van het echtpaar Canta-Meijer, Lambertus Antonius Canta, geboren in Nijmegen op 21-03-1901, overleden aldaar op 25-10-1943, fabrikant, huwelijk Nijmegen op 18-01-1930 met Alida Maria Hennequin, 27 jaar, geboren op 08-01-1903 te Voorburg, overleden Nijmegen 05-03-1981, dochter van Arthur Constant Hennequin en Alida Maria van Kesteren.

Uit de overlijdensadvertentie blijkt dat het gezin 3 kinderen heeft, Marietje, Lambertje en Maria Jacoba. Het woonadres is Sumatraplein 27-29.

Op 28 oktober wordt hij begraven op de Daalseweg, 1ste klasse vak 22-09-07, een aardgraf voor 2 personen.

Na het overlijden van haar man trouwt Alida op 14-11-1944 te Nijmegen, H. Antonius van Paduakerk, met Hendrick Frans Jansen.

Alida wordt in 1981 bijgezet bij haar eerste man.

Peter van Schaijk.

Bronnen:
website kunsthandel Simonis&Buunk.
Necrologie in de Maasbode van 13-04-1888.
Regionaal Archief Nijmegen
Website wiewaswie.
De Gelderlander en de Prov. Geld. Nijm. Courant
Wikipedia.

4. Steenenkruis

Een strak zwart hek van Mulders uit Bergharen
en eeuwenoude kromgetrokken bomen
omzomen gras dat zijn verleden wil bewaren
door hier en daar een steen te laten dromen
 
van negentiende eeuw en Steenenkruis,
toen katholieken, protestanten, joden,
apart en toch tezamen bodem boden,
hun doden eerden met een laatste thuis.
 
Nu raast Prins Bernhard langs en Juliana sport,
de stad heeft haast en appt haar eigen sferen,
vervluchtigt, kiest voor ongegrond cremeren.
 
O, even met mijn hoofd tussen de spijlen
en tussen droom en daad een poos verwijlen
bij hen wier dood ook ooit de mijne wordt.
 
 
Gerard Kessels

5. Gevers Deijnoot in Den Haag én Neerbosch

Een zeer bekende straat in Den Haag draagt de naam Gevers Deijnoot.

Een grafzerk in Nijmegen ook! En wel in de wijk Neerbosch, waar de naam vermeld wordt van Pieter Marie Eduard Gevers Deijnoot, afkomstig uit Rotterdam en begraven in Nijmegen. Dat laatste om precies te zijn in 1860 op de algemene begraafplaats achter het witte kerkje aan de Dorpsstraat in Neerbosch. Deze oude, thans gesloten, begraafplaats werd in 2017 gerestaureerd.

Vanaf de Dorpsstraat gezien: 6e rij, rechts op de hoek (W.S. van de Graaf)

Het graf van Pieter Gevers Deijnoot ligt in het leisteengruis gedeelte. Op de foto wijst een pijl de locatie aan. Overigens: Pieter had een neef, te weten jonkheer François Gevers Deijnoot, en die was wethouder in Den Haag. Vandaar diens naam voor een weg, voor een plein en ook nog een straat in Den Haag!

Naar onze Nijmeegse Pieter is geen straat of plein genoemd. Hij trouwde in 1845 in Utrecht met Maria Clavant. Zij gingen daarna in Nijmegen wonen. Pieter had daartoe een boerderij tot landhuis laten verbouwen. Het huis maakte deel uit van het landgoed Heydepark, toen nog gelegen in de onontgonnen heidevelden van Hatert. Pas in 1952 werd Heydepark onderdeel van het Goffertpark.

Landhuis Heydepark (Hylke Roodenburg)

Vanaf omstreeks 1848 woonde en werkte Pieter Gevers Deijnoot onafgebroken op Heydepark. Hij was zowel fysicus en als botanicus. Als botanicus behaalde hij naam en faam met diverse publicaties. Heel bekend zijn de werken over de Utrechtse en Nijmeegse flora, respectievelijk de ‘Flora Rheno-Trajectina, seu enumeratio plantarum Trajecti ad Rhenum sponte crescentium’ en de ‘Flora Noviomagensis, sive enumeratio plantarum circa Noviomagum sponte crescentium’ Hij inventariseerde namen en groeiplaatsen van alle in het wild voorkomende planten in en om de stad Nijmegen. Weurt en Ubbergen waren daarbij inbegrepen. Voor het boek ‘Flora Noviomagensis’ werkte Pieter veel samen met de Nijmeegse apotheker Theodorus Abeleven. Het schijnt dat men de ‘Flora Noviomagensis’, 163 pagina’s met 1085 plantennamen, nog kan kopen. Weliswaar in een Portugese editie, als paperback, voor ’n paar tientjes. Maar met een beetje handigheid kan men al die Nijmeegse planten door Pieter Gevers Deijnoot opgetekend ook raadplegen via internet.

Wim Desserjer

Bronnen
-Peter van Schaijk, Grafgegevens Pieter Marie Eduard Gevers Deijnoot, Stichting In Paradisum, Nijmegen
-Rob Essers, Straatnamenregister gemeente Nijmegen 1860-2021, in: https://gaypnt.home.xs4all.nl

6. Bijzettingen op de begraafplaats Daalseweg in 2021

Verdrietig om het gemis maar dankbaar voor de goede herinnering. Zo gedenken wij hen die in deze periode zijn begraven op de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen.

Hendricus Johannes Jacobus Fisscher, geb. 17-4-1953 te Venlo, overl. 6-2-2021 te Nijmegen. Bijgezet in het graf naast zijn ouders. Graf 10-05-12

Jaap Huibert Jan Hardeman, geb. 10-8-1943 te ‘s-Gravenhage, overl. 4-2-2021 te Nijmegen. Graf 30-02-08.

G.J.C. Brinkhoff, geb. 11-4-1932, overl. 3-1-2021. As bijgezet in familiegraf. Graf 35-02-01.

Thomas Maria Asberg, geb. 11-12-1933 te ‘s-Hertogenbosch, overl. 11-4-2021 te Berg en Dal. Graf 10-02-30.

Marcellinus Antonius van Bronswijk, geb. 23-3-1955 te Nijmegen, overl. 16-4-2021 te Nijmegen. Graf 5A-01-05.

Jacqueline Anna Catharina Maria ten Horn, geb. 31-7-1933 te Nijmegen, overl. 13-4-2021 te Groesbeek. Bijzetting in familiegraf. Graf 23-03-06

Tinie van Zundert, geb. 23-1-1946, overl. 25-2-2021 te Nijmegen. Asbusbijzetting. Graf 4-07-19

Anita Hélène Christine van Teeseling, geb. 18-4-1945 te Nijmegen, overl. 21-5-2021 te Druten. Bijgezet in graf van haar moeder. Graf: 9-05-25.

Johanna Maria Stapper-van Geffen, geb. 15-7-1921 te Nijmegen, overl. 3-6-2021 te Lent. Bijgezet bij haar echtgenoot. Graf 10-01-27

Rudolf Petrus van Wezel, geb. 19-6-1946, overl. 21-5-2021. Asbus bijgezet in urnengraf bij partner Tinie van Zundert. Graf 4-07-19.

Maria Cornelia Petronella Wolf-van Rossum, geb. 15-11-1933 te Nijmegen, overl. 10-8-2021 te Nijmegen. Bijzetting bij haar echtgenoot. Graf 2-04-13

August Marie Jozef Hubert Leufkens, geb. 25-3-1949 te Heerlen, overl. 26-8-2021 te De Cocksdorp. Graf 5-05-03.

Ilse Elisabeth Maria Lugthart, geb. 21-9-1968 te Arnhem, overl. 25-8-2021 te Nijmegen. Graf 10-01-24.

Michel M.C.M. Haen, geb. 24-8-1951, overl. 6-9-2020. Asbus geplaatst in urnengraf 4-3-25.

Max E.H.M. van Wersch, geb. 1-8-1928, overl. 7-3-2021. Bijzetting as in graf moeder. Graf 17-05-04

Truus Rita Roelandt, geb. 19-6-1934 te Deventer, overl. 15-10-2021 te Nijmegen. Graf 6-6-28

Marinus Cornelis Knoope, geb. 21-2-1947 te Rotterdam, overl. 17-11-2021 te Nijmegen. Graf 5A-01-21.

M.C. (Riesje) Rosenberg, geb. 17-5-1962, overl. 24-5-2021. Asbus bijgezet in graf moeder Graf 5A-01-17.

Antonia Hendrika Wilhelmina van der Weerden-Heisen, geb. 26-9-1939 te Nijmegen, overl. 7-12-2021 te Beuningen. Graf 5A-02-01.

Ellen Smit, geb. 15-7-1978, overl. 10-11-2021. As bijgezet in urngraf 4-07-18.

Peter van Schaijk in samenwerking met de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen.

7. In het licht van de herfst

In het licht van de herfst bezoeken talloze mensen op de kerkhoven de graven van hun geliefden.
Allerzielen, 2 november 2021, scheen het licht van de herfst op de begraafplaats aan de Daalseweg. Een hernieuwd initiatief, nu van de “dichterbijoost” een dichtersrubriek in de wijkkrant-Oost die ook probeert in te gaan op wat er leeft en speelt in deze wijk. Rond vijf uur verzamelden zich ongeveer veertig mensen bij de toegangspoort en na een korte toelichting vertrok het gezelschap via het hoofdpad richting het centrale punt. Schemerig, druilerig, geluiden van wegvluchtende vogels, hier en daar oplichtende grafmonumenten van eerdere bezoekers, een bladerentapijt die door vele voetstappen werden beroerd en waarvan het geluid hoorbaar werd verstrooid door de serene rust die door iedereen in acht werd genomen.
Zo werd de eerste halte bereikt bij de grafkelder van het RK weeshuis en daar klonk voor het eerst passend koorgeluid van de zangers van het Oosterburenkoor en een heilzaam gedicht voorgedragen door één van de dichters uit de wijk. En zo trok men verder door het hoofdpad, omringd met de majestueuze beuken, uitkomend op het centrale punt en hier wederom een passend gedicht en koorgezang en een saxofonist die zijn klanken de vrije loop liet gaan over de zerken.


Herhaling volgde telkens na ongeveer vijftig passen en lopend via de hoofdwegen weer richting de poort waar ingetogen en met een woord van dank afscheid van iedereen werd genomen. Dit initiatief verdiend een vervolg en misschien wel meer.

Onderstaand gedicht werd uitgesproken ter nagedachtenis aan Ellen Boot, graf 09-05-17.

sneeuw

wit wordt witter
contour en kleur
krijgt zuiverheid
en meer accent
de kou is
niet alleen maar koud
ze loutert

ouder word ik
mooier, wijzer
langs een
ingewikkeld pad

die kansen heb jij
niet gehad
al had je zo veel
te ontvangen en
te geven

je steen is wit
en wijs en zacht
te vroeg versteend je leven
vergaan je stille kracht

ik streel je graf
zacht, even
staat het leven stil

dan ga ik verder,
langs mijn ongebaande pad

dag El
dag schat
dag allerliefste schat

Peter van Schaijk.

8. Cato Wienen, ‘weesmeisje’ in de familie Wienen

Marijke Poos
november 2021

Catharina Jacoba Geertruida Wienen, roepnaam Cato, is een dochter van Willem Hubertus Wienen en zijn eerste vrouw Johanna Marcelissen. Zij is geboren op 13 januari 1885 in Nijmegen.

In het Regionaal Archief in Nijmegen ontdek ik dat zij in juni 1898, 13 jaar oud, belandt in het ‘RC Arme Kinderen Weeshuis’. Dit weeshuis is gevestigd in de Doddendaal. De geschiedenis van dit meisje boeit mij. In het archief in Nijmegen liggen de door het weeshuis bijgehouden dagboeken. Cato is geen familielid in de directe lijn maar zij is wel een bloedverwant: de dochter van de broer van mijn overgrootmoeder aan vaders kant.

Waarom wordt zij opgenomen in een weeshuis? Haar vader is in 1893 nadat zijn café failliet ging, naar de Verenigde Staten vertrokken. 1) In 1899 duikt hij even op in Nederland in verband met een nalatenschap van zijn eerste schoonmoeder. In december van datzelfde jaar wordt hij als ‘afgeschreven’ vermeld in het Bevolkings Register van Nijmegen. Vanaf dat moment is hij verdwenen. Ik kan hem niet meer terug vinden in Nederlandse archieven.

Waarschijnlijk kan of wil de tweede echtgenote van Willem, Catharina Hegeman, haar stiefdochter niet langer in huis hebben. Hegeman heeft al een aantal kinderen. Misschien wordt het haar te zwaar. Cato is een kind van haar man Willem Wienen uit zijn eerste huwelijk. Catharina Hegeman weet niet of haar man nog leeft of overleden is. Er leven in 1898 nog maar twee kinderen van Willem uit zijn eerste huwelijk: zoon Theodorus en dochter Cato. De zoon Theodorus vertrekt op achtjarige leeftijd in 1900 naar Duisburg.2) Is zijn vader Willem naar Duisburg getrokken en daar een nieuw leven begonnen? Een achtjarig kind kan onmogelijk op eigen houtje naar Duitsland vertrekken. En waarom laat Willem dan zijn dochter niet overkomen? Het blijven vooralsnog vragen.

In de dagboeken van de weeshuisvader 3) vind ik aantekeningen over Cato, de dochter van Willem.
In december 1902 schrijft de weeshuisvader:
Cato Wienen reeds sedert een half jaar wegens een gezwollen (tuberculose) knie in behandeling bij Dr. Kolff; is sedert ruim een maand wegens lichaamszwakte bij Dr. v Hoek. Dr. v Hoek heeft haar Zondag 28 december voor de eerste maal aan huis heeft bezocht; Maandag 29 Dec. aan moeder gezegd dien avond de temperatuur op te nemen, was: 39.6.
De temperatuur wordt, zo zien we in het dagboek, opgenomen en genoteerd tot en met vrijdag 2 januari. Op 3 januari constateert de dokter tyfus. Dan schrijft de weeshuisvader:
Cato is tegen den middag in het RK Ziekenhuis opgenomen en aldaar in den nacht van Zo op Ma 5 Januari omstreeks 3 uur overleden. 7 Januari begraven.’ Dit is in 1903.
Verder schrijft de weeshuisvader: ‘…dat Mina Hendriks, die Cato had opgepast 6 Januari, klaagde over hoofdpijn en pijn in het lijf. Zij is sedert onder behandeling van Dr. Van Hoek. Zij is steeds zonder koorts. ’t Laat zich aanzien, dat het slechts ongesteldheid is.
De man is natuurlijk bang dat Mina dezelfde weg zal gaan als Cato.
Het meest ontroerende is het stukje over de nalatenschap van Cato. De weeshuisvader schrijft:
‘in het kastje van Cato Wienen c.q. in een taschje, een album, corset, paraplue, beeldje, prentjes en flaschjes. Nog nagelaten een gouden medaillon met portret van haar vader en haar moeder. Een zilveren ring, een kerkboek, een spaarbankboekje……f 11,89, een zakgeldboekje….f 2,69. Hoeveel te besteden aan intenties bidprentjes.

Het arme meisje sterft op 5 januari 1903, zonder bijzijn van haar familie, bijna achttien jaar oud. Alhoewel in haar overlijdensakte staat dat haar vader is overleden, is hiervan geen bewijs te vinden.
Cato wordt bijgezet in de grafkelder van het Katholieke Weeshuis, die er nog steeds is op de begraafplaats Daalseweg Nijmegen.

Aanvullingen en reacties zijn welkom op mijn e-mail adres mcgpoos@yahoo.com.

1. Bron: passagierslijst van het schip De Obdam.
2. Bron: bevolkingsregister Nijmegen
3. Bron: het archief van het Katholiek Weeshuis in het Regionaal Archief Nijmegen.

9. Nieuws en wetenswaardigheden.

Herdenking Bombardement zonder publiek

Op dinsdag 22 februari 2022 is het 78 jaar geleden dat Nijmegen werd getroffen door een verwoestend bombardement.

Vanwege corona vindt er dit jaar opnieuw geen publieke herdenking plaats. Ook is er geen publieke kranslegging. 

Dat geldt in elk geval voor de herdenking bij De Schommel, achter het stadhuis. Wel zal er net als vorig jaar een speciale herdenkingsuitzending zijn die via de tv-zender RN7 en via de website van de Gemeente Nijmegen te volgen zal zijn. Mochten de maatregelen het toelaten, dan is er mogelijk een kleine bijeenkomst op de Begraafplaats Daalseweg, georganiseerd door de Stichting In Paradisum. Uiteraard met inachtneming van de geldende coronaregels. We raden u aan de berichtgeving hierover te volgen in onze plaatselijke kranten (Brug, Gelderlander) en op de sociale media. 

Laten we hopen dat we vanaf volgend jaar de herdenkingen weer samen kunnen beleven. De herinnering aan deze zwarte dag in de geschiedenis van Nijmegen mag niet verloren gaan.  

Bahlmann & Co., een vergeten warenhuis.

Het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis presenteerde van 17 november tot en met 19 december 2021 de tentoonstelling “Bahlmann&Co. een vergeten warenhuis (1821-1933)”.

De oprichter, Bernhard Bahlmann, laat in 1839 de Nijmegenaren kennis maken met een totaal andere kijk op winkelen. Hij opende het eerste warenhuis in Nijmegen nadat hij al vier filialen elders in Nederland had opgericht. Hij had een speciale band met Nijmegen. Hij en zijn familie bewoonden in de zomermaanden het kleine landhuisje Het Geldersch Hof aan de Postweg en het beviel zo goed dat hij in 1855 besloot op deze plek, voor permanente bewoning, een villa te bouwen geïnspireerd door de Romeinse architectuur. Het bleef tot 1941 in het bezit van de familie Bahlmann.

Op de begraafplaats Daalseweg zijn twee grafkelders waar familieleden Bahlmann hun laatste rustplaats hebben gekregen. In grafkelder 24-06-05GK ligt de oprichter Bernhard met zijn vrouw, vier ongehuwde kinderen, Bernard, Frans, Jan en Maria en een achterkleinkind.

In de andere kelder, 07-01-04GK, ligt begraven de gescheiden echtgenote van Ignas Bahlmann(zoon van de oprichter) Frederika Armand, met haar zoon Robert Bahlmann en echtgenote en hun dochter Beatrix.

Wij hebben als stichting ook een bijdrage geleverd aan deze tentoonstelling.

Vernieuwd speelveld voor de jeugd.

Sinds een aantal jaren ligt er een speelveld op de hoek van de Daalseweg met de Daalsedwarsweg.

Dit terreintje is nog steeds ommuurd en geeft de oorspronkelijke grens aan van de voormalige tuin van het doodgravershuis van de begraafplaats Daalseweg. Dit huis is helaas rond 1972 geruimd. Het blijft toch bijzonder dat deze ommuring nog steeds in tact is gebleven en laten we hopen dat dit ook in de toekomst zo zal blijven. Het terrein was eigendom van de eigenaar van de begraafplaats en het aangrenzende terrein die toegang gaf tot de begraafplaats behoorde toe aan de gemeente. Voor beide partijen een logische ruil, toch?

Dat speelveldje lag er al een tijdje niet fraai bij, veel overlast en hoge begroeiing nodigde niet direct uit voor een gezellig kinderuitje. Buurtbewoners trokken bij de gemeente aan de bel toen bekend werd dat het speelveld in het Julianapark was vernieuwd. De gemeente haakte hierop en in overleg met de buurt hebben zij het speelveld opnieuw geëgaliseerd en nieuwe toestellen geplaatst waar kinderen van verschillende leeftijden gebruik van kunnen maken. Ook is het terrein direct aangepast waardoor de overlast minder is geworden. Dit alles is in november 2021 gerealiseerd.

10. Rubriek vraag & antwoord.

Vraag van Marijke Poos d.d. 15-11-2021:
Beste mensen,
Een aantal jaren geleden kon ik bij de personen in de database nog een familielid vinden die nu echter nergens meer wordt genoemd.
Het betreft C.J.G. Wienen, geboren 13 jan. 1885 te Nijmegen en overleden 5 jan. 1903 te Nijmegen. Dit meisje bevond zich in het Rooms Katholieke Weeshuis en is begraven in de grafkelder. Misschien kijk ik niet goed maar ik kan haar niet vinden op uw website.
Verder lees ik dat in het graf van het weeshuis 20 kinderen naamloos zijn begraven en één weeshuismoeder. Ik heb wel ‘n keer een overzicht van alle namen gezien waar mijn familielid ook bijstond. Staat dit nu ergens anders op uw website?

Verder staat er in de database genoemd dat Wilhelmus Hubertus Wienen op de begraafplaats is begraven (zonder datum). Dit klopt niet omdat alleen zijn tweede echtgenote, Catharina Hegeman, daar is begraven. Zijn naam staat wel op de grafsteen maar de man is niet in Nederland overleden en hier ook niet begraven.
Ik hoop van u te horen.
Met vriendelijke groet,
Marijke Poos
Amsterdam

Bericht antwoord 17-11-2021:
Het zou inderdaad goed kunnen dat je in het verleden wel de namen van alle bijzettingen in de weeskelder hebt kunnen lezen op onze website. Maar dat was toch een gelukstreffer. Want het is nog steeds mogelijk.
Je moet dan in het veld “personen zoeken in database” intypen : daa-07-kk-19.
Je ziet dan ook dat C.J.G. Wienen in deze kelder is bijgezet.
Natuurlijk moet het ook mogelijk zijn op naam deze gegevens te kunnen vinden. Maar, onze website is momenteel aan verbetering onderhevig, dus wij hopen hier tzt iets aan te kunnen doen. Ik weet niet waar jouw info vandaan komt dat de weeskinderen + moeder naamloos zijn begraven.
Graag hoor ik dit nog.
Verder klopt het dat de echtgenoot van C. Hegeman niet op de Daalseweg is begraven. Ik zal dit ook meenemen In ons mutatiebestand. Het grafmonument is rond 1993 geruimd. graflocatie: daa-08-03-25. Ik heb voor jou als bijlage nog de VTB toegevoegd van haar.
Met vriendelijke groet, Peter van Schaijk.

Reactie Marijke 22-11-2021:
Hartelijk dank voor je snelle antwoord.
Allereerst een antwoord op jouw vraag waar ik heb gelezen dat de weeskinderen naamloos zijn begraven.
Als ik op jullie huidige website kijk, zie ik het niet staan maar als ik op google intik ‘Priester- en zustergraf Daalseweg’ , kom ik op jullie website met een datum van 2016 waar een artikel staat van Bart Janssen waar hij vertelt over een rondleiding die hij gaf op de begraafplaats.
Ik heb de eerste twee alinea’s gekopieerd. Het betreft de tweede alinea. Ik plak het onderaan deze e-mail.
Ik denk echter ook nog aan iets anders. Ik heb een boek over mijn familie geschreven dat ik binnenkort voor mijn naaste familie laat drukken. Hierin heb ik een klein verhaal staan hoe ik Cato Wienen, het weesmeisje, op het spoor ben gekomen. Het is ongeveer één A4-tje. Dit meisje is géén familie van mij in de rechte lijn maar wel een bloedverwant, nl. een dochter van een broer van mijn overgrootmoeder. Ik kwam haar op het spoor in het archief van Nijmegen en heb vervolgens een groot deel van het archief van het katholieke weeshuis doorzocht. Mocht je dit interessant vinden, dan wil ik je dit wel sturen. 

Onderstaand de twee alinea’s die aan het begin van het artikel (17 febr 2016) stonden.
Geschreven door Bart Janssen.
Misschien bedoelt Janssen dat deze personen wel met naam bekend zijn maar dat deze namen niet op de grafsteen staan. Ik hoor het graag.

Bij vrijwel elke rondleiding, die de stichting In Paradisum elk jaar traditiegetrouw op 22 februari (bombardement), op de laatste zondagen van mei, juni en juli en op de “Open Monumentendag” organiseert, komt de vraag naar voren wat het verschil is tussen een zandgraf en een keldergraf. Een zandgraf spreekt voor zich. De kist zakt in de grond en wordt met zand toegedekt. Een keldergraf daarentegen is een open ruimte, waar de kist op een stang of in een nis wordt geplaatst. Keldergraven zijn sinds de ingebruikname van de begraafplaats in 1885 veelal langs het hoofdpad en langs de zijpaden links en rechts van het centrale kruis gesitueerd.
Veel bezoekers kijken verbaasd als ik bij de start van de rondleiding vertel, dat het keldergraf van de Katholieke Weeshuis dicht bij de ingang van de begraafplaats ruimte biedt aan grafkisten van twintig weeskinderen en van één weesmoeder, die er naamloos liggen begraven.

Reactie 22-11-2021:
Naamloos. Voor Bart Janssen is de betekenis hiervan duidelijk. Er worden geen namen op de zerk vermeld, maar ze zijn zeker bij ons bekend.

Wat betreft jouw stukje over het weeskind Cato Wienen zou ik dit graag willen plaatsen in ons bulletin.
Ik vermeld dan ook jouw naam en eventuele bronvermeldingen.
Is het een optie als ik jouw email adres op neem in de verzending van ons bulletin?
p.s.
Is inmiddels gerealiseerd. Het stukje is opgenomen in dit bulletin. Met Dank.
Peter.

Vraag van mevrouw R. van Leer 08-12-2021:

Corry Niesinkligt in hetzelfde graf als Maria Clara Gubbels-Koenen, moeder van Hendrik en Johannes Gubbels, en Johannes Gubbels, overleden in 1913, op hetzelfde kerkhof in vak 31, rij 1 nummer 3
Ik zoek nu de overlijdensdatum van Johannes Gubbels. In jullie bestand via internet kan ik Johannes Gubbels niet terugvinden. 
Misschien is nog niet alles ingevoerd en is hij te vinden in een kaartenbak. 
Ik zou het fijn vinden als jullie zijn overlijdensdatum kunnen mailen en eventueel zijn plaats van overlijden
Bij voorbaat hartelijk dank.

Antwoord 08-12-2021:
Johannes Gubbels is overleden op 09-03-1913 in ‘s-Gravenhage en bijgezet in het graf bij zijn moeder, Daalseweg vak 31-01-03.
Op onze website is dit graf anders genummerd, nl. 31-03-07.
Zijn moeder is in 1908 overleden.
Op deze graflocatie liggen dus 3 personen begraven, alleen de tekstplaat op dit graf geeft alleen het overlijden weer van Corry Niesink. Ik vermoed dat het oorspronkelijke grafmonument, na de begrafenis van Corry, 20 jaar later, is vervangen door deze grafsteen. In dit verband volgt tzt dus nog een correctie op onze website.
Ik heb de gegevens hiervan via het verlof tot begraving kunnen vinden en daar treft u bijgesloten een kopie van aan.
Het is voor ons wel interessant te weten wat de familierelatie is tussen Gubbels en Niesink.

Vervolg Mevr. R. van Leer 09-12-2021:
Cornelia Johanna Niesink was een halfzusje van Anna (Johanna Jacoba) van Leer. Hun beider moeder, Jacoba Johanna Gerards, trouwde, na het overlijden van haar man,  voor de 2e keer met Johannes Niesink in Utrecht. Daar is Cornelia een dochter  van.
Anna J.J. van Leer trouwde in 1913 met Hendrik Gubbels en in 1923 gingen Anna, Hendrik en Cornelia in Nijmegen wonen aan de Groesbeekseweg.
Hendrik en Johannes Gubbels waren van 1900-1912 eigenaren en hotelhouders van het toenmalige bekende Hotel-Café-Restaurant Métropôle aan Lange Burchtstraat 22.
Op 19-5-1935 sterft Cornelia en een maand later Hendrik op 24-6-1935.
Dat zij bijgelegd is in het graf van de familie Gubbels, komt waarschijnlijk omdat dit graf oorspronkelijk bedoeld was voor Clara, Johannes en Hendrik Gubbels.
Omdat Hendrik in 1913 trouwde met Anna J.J. van Leer moest er natuurlijk voor hen samen t.z.t. een graf komen. Daarom werd Cornelia in het graf van de familie Gubbels gelegd, denk ik.
Inderdaad staat alleen de naam van Cornelia op het grafmonument. Ik kom er nog geregeld en zie met lede ogen hoe verwaarloosd het graf is. Heel jammer.
Dat van Anna en Hendrik Gubbels-van Leer, dat in vak 22, 1e rij, graf 9 ligt, ziet er een stuk beter uit.

11. Vrienden van Daalseweg

De Nijmeegse stichting In Paradisum roept belangstellenden op om zich aan te sluiten bij de Vrienden van Daalseweg. Het eerste doel van de Vrienden van Daalseweg is de publicatie van een boek over de geschiedenis van begraafplaats Daalseweg.

Stichting In Paradisum zoekt donateurs die de publicatie ervan mogelijk maken.

Het boek ‘Daalsweg’ voert de lezer langs vele graven en grafkelders. Niet alleen bekende grafmonumenten, zoals dat van de familie Veerkamp of Louis Sévèke, krijgen de aandacht, ook veel minder bekende maar prachtige graven en interessante mensen worden belicht.

Maar, nog belangrijker is dat het boek de oorsprong en geschiedenis van ‘Daalseweg’ vertelt. Voor het eerst in het bestaan van Daalseweg verschijnt er een publicatie over haar boeiende, soms onstuimige geschiedenis.

Voor eenieder, geïnteresseerd in de geschiedenis van Nijmegen in het algemeen of in de begraafplaats aan de Daalseweg in het bijzonder, is dit boek een absolute must.

Aansluiten bij Vrienden van Daalseweg kan door het storten van € 35,- of meer. Het geeft u recht op één presentexemplaar van het boek over Daalseweg, dat in 2022 uitkomt. Het bedrag van € 35,- of meer kan worden overgemaakt op bankrekeningnummer NL86ABNA0475424336 van Stichting In Paradisum met vermelding ‘Vrienden Daalseweg’ én uw (e-mail)adres, zodat In Paradisum u persoonlijk kan uitnodigen voor de boekpresentatie.

Stichting In Paradisum dankt u voor uw bijdrage aan Vrienden van Daalseweg.

12. Colofon

‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting,
het verschijnt maximaal driemaal per jaar.

De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.

De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.

Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg.Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.

De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.

De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2022.

Stichting In Paradisum

Stichting In Paradisum
Madoerastraat 22
6524 LH Nijmegen
T 024 3230858
e stichtinginparadisum@kpnmail.nl
www.stichtinginparadisum.nl