Stichting “In Paradisum” heeft tot doel de bescherming en het behoud van de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de begraafplaatsen binnen de gemeente Nijmegen.
Voor u ligt het eerste Bulletin van het jaar 2023. In de afgelopen maanden heb ik als nieuwe voorzitter heel veel dingen voor het eerst gedaan of meegemaakt. De eerste bestuursvergadering. De Open Monumentendag, waarbij we met de gids en de bezoekers moesten schuilen in onze werkschuur op de Stenenkruisstraat omdat het keihard begon te regenen. Een schouw met de beheerder, gemeenteambtenaren, de Monumentenwacht en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed op de Daalseweg.
Dit laatste is hopelijk het begin van een traject dat zal leiden tot restauratie van de verzwakte muur en van grafmonumenten. De trouwe Bulletin-lezer weet, dat In Paradisum zich inzet voor het behoud van de monumentale begraafplaatsen, maar zelf niet over de middelen beschikt om wezenlijk bij te dragen in de kosten van onderhoud. Wij willen daarover wel meedenken en kunnen er misschien een rol in spelen. In andere steden zijn donoren gevonden voor het behoud van bijzondere grafmonumenten, of betalen begunstigers de grafrechten voor lang geleden overledenen. Uiteraard zullen de gemeente en wellicht de Provincie gevraagd worden om voor dit belangrijke erfgoed geld vrij te maken. Dat deden zij eerder voor de Stenenkruisstraat en de Dorpstraat in Neerbosch – nu de Daalseweg nog.
In dit Bulletin vind u de verslagen van twee bijzondere gebeurtenissen:
Het plaatsen van kruisen op graven van oorlogsslachtoffers had in de coronatijd stil gelegen. In oktober 2022 werd het afgerond met ondersteuning van een groep veteranen. Beter dan de meeste mensen die jonger zijn dan 75 weten zij wat oorlog is en hun plechtige eregroet maakte dat voelbaar.
De mensen van “dichterbijoost”, de poëzie-pagina van de wijkkrant, organiseerden op Allerzielen een indrukwekkende bijeenkomst op de Daalseweg waarbij mooie gedichten werden voorgedragen.
En zoals altijd ook in dit Bulletin weer verhalen over bijzondere mensen. Waarom een Joods jongetje tijdens de oorlog op het rooms-katholieke kerkhof begraven mocht worden heeft Peter van Schaijk uitgezocht. En Bart Janssen vertelt hoe een kleindochter met de hulp van In Paradisum het graf van haar oma vindt, die zij nooit had gekend.
Het Bulletin is een gratis dienst van onze stichting. Net als de overige diensten en activiteiten die In Paradisum uitvoert ten behoeve van nabestaanden en belangstellenden.
Echter het kunnen aanbieden van diensten, informatie en activiteiten is voor In Paradisum niet gratis. Denk aan het onderhoud van de website en de inzet van vrijwilligers, onder andere voor:
Organiseren en uitvoeren van rondleidingen op de begraafplaatsen op ‘Daalseweg’, ‘Stenenkruisstraat’ en ‘Dorpsstraat’;
Activiteiten realiseren rond NLdoet en Open Monumentendagen;
Informatieverstrekking over graven en hulp bij onderzoek naar graflocaties of genealogische bronnen;
Organisatie en inzet bij de jaarlijkse herdenking van de slachtoffers 22-02-1944, het bombardement op Nijmegen;
Gesprekspartner zijn voor gemeentelijke overheden, beheerders van begraafplaatsen en landelijke instellingen op het terrein van funerair erfgoed.
Stichting In Paradisum is dankbaar dat donateurs met hun jaarlijkse bijdrage haar werk ondersteunen. In Paradisum ontvangt geen gemeentelijke subsidies; het is een stichting zonder winstoogmerk.
Maar stichting In Paradisum zoekt wel meer donateurs. Het is nodig.
Op 24 juni jl. werd in de Lutherse Kerk het prachtige boek “Begraafplaats Daalseweg – Hier liggen de getelden, steen aan steen” van Wim Desserjer gepresenteerd.
Als dank voor de financiële bijdragen van “Vrienden van de Daalseweg” en andere donateurs, die deze publicatie mogelijk maakten, organiseerde In Paradisum op zondag 25 september jl. extra rondleidingen over de begraafplaats Daalseweg. Deze drie rondleidingen waren om 11.00, 13.00 en 15.00 uur. De verzorging van de laatste rondleiding had ik op me genomen.
Na twee wachtende bezoekers reed om even voor 15.00 uur een auto het voorplein op. De kordate 89-jarige mevrouw Janssen uit Malden stapte uit. Door een recente heupoperatie had zij voor alle zekerheid de rollator meegenomen. Ze vroeg om nog even op haar drie dochters en kleindochter te wachten, want die waren onderweg en waren ook zeer geïnteresseerd.
Al direct na het begin van de rondwandeling vertelde mevrouw Janssen dat ze op de Daalseweg tegenover de begraafplaats was geboren en daar lang had gewoond.
Ze kende er veel mensen; ook mijn oom en tante Han en Stien Hoytink-Janssen, die vanaf 1933 op de hoek Daalseweg/Hobbemastraat een banketbakkerij dreven, had ze goed gekend. Hun enige dochter Ineke was bevriend met Gargie Thijssen, die op Daalseweg 243 woonde. Ze herinnerde zich de granaatinslag op 18 september 1944, die het leven kostte aan Piet Thijssen, de vader van Gargie. Een vreselijk drama, want door diezelfde granaatinslag bleek ook de inwonende oma van Gargie op haar kamer op de eerste verdieping te zijn omgekomen. Het graf van de vader van Gargie op de begraafplaats Daalseweg was in de loop der jaren geruimd.
Daarop vertelde ze, dat ze vele jaren geleden op zoek was gegaan naar het graf van haar oma Antonia Arens-Hendriks, die in 1918, pas 68 jaar oud, was overleden en ook op de begraafplaats Daalseweg was begraven. Eénmaal had haar vader haar meegenomen om het graf van zijn moeder te bezoeken. Pas tientallen jaren daarna had zij pogingen gedaan om het graf terug te vinden, maar ze had het nooit meer kunnen vinden. Ze nam aan dat het al lang geruimd was.
Bij rondleidingen neem ik altijd een map met namen mee en ik beloofde haar na de rondleiding even in de map te kijken. Ze had er weinig vertrouwen in, want ja, een graf dat meer dan 100 jaar oud is…..
In de map las ik even later “Antonia Arens-Hendriks” in vak 37, rij 9 graf 12. Het graf was er dus nog en in de hoogste versnelling ging de rollator over het middenpad naar vak 37. In rij 9 begon het tellen: 1, 2, 3,……12. Met een afgebroken tak werden de bladeren opzij geschoven en daar verscheen in bronzen letters de naam “Arens”. De verbazing op het gezicht van mevrouw Janssen zal ik niet gauw vergeten.
Haar oma, die ze nooit had gekend, had in de Regulierstraat gewoond. Daar had ze een water- en vuurwinkeltje. Voor een paar centen konden buurtbewoners bij haar warm water of gloeiende kooltjes voor de kachel of de stoof kopen. Tegenwoordig kent niemand dat meer, maar begin vorige eeuw was het heel gewoon.
Haar oma had zeven kinderen gehad. Drie waren vroeg overleden, maar de oudste, Hendrik Arens, de man van haar peettante, bleek tot haar verbazing ook in het graf te liggen.
Mevrouw Janssen was heel blij dat ze naar de rondleiding was gekomen, want anders had ze nooit meer geweten, dat het grafmonument nog bestond.
In het licht van de herfst bezoeken talloze mensen op de kerkhoven de graven van hun geliefden.
Allerzielen, 2 november 2022, scheen het licht van de herfst op de begraafplaats aan de Daalseweg. Een initiatief van “Dichter Bij Oost”, een gedichtenrubriek in de Wijkkrant Oost die ook probeert in te gaan op wat er leeft en speelt in deze wijk. Ongeveer vijftig mensen verzamelden zich bij de toegangspoort en na een korte toelichting vertrok het gezelschap via het hoofdpad richting het centrale punt. Het weer werkte mee, schemerig, geluiden van wegvluchtende vogels, hier en daar oplichtende grafmonumenten van eerdere bezoekers, een tapijt van bladeren die door vele voetstappen werden beroerd en waarvan het geluid hoorbaar werd verstrooid door de serene rust die door iedereen in acht werd genomen. Bij de hoofdpoort werd een passend gedicht voorgedragen en onder de klanken van de saxofonist werd nu het tweede gedicht uitgesproken bij de grafkelder van het RK Weeshuis. En zo trok men verder door het hoofdpad, omzoomd door de majestueuze beuken, uitkomend op het centrale punt bij het in ere herstelde Christusbeeld. Hier werd een lied ten gehore gebracht.
Herhaling volgde telkens na ongeveer vijftig passen, lopend via de hoofdwegen weer richting de poort. Daar werd ingetogen en met een woord van dank afscheid van iedereen genomen. Een prachtig initiatief en dank aan de mensen die dit georganiseerd hebben.
Emanuel Abraham de Raaij, geboren te Haarlem op 08-04-1908, overleden op 22-10-1965 te Zandvoort, zoon van Abraham Emanuel de Raaij, van beroep fabrikant van wolvullingen en Sippora Veerman.
Woonachtig in Amsterdam, trouwde hij op 3 oktober 1933 te ’s-Gravenhage met de 19-jarige Hanna Elga Kats, woonachtig in ’s-Gravenhage en geboren te Frankfurt am Main (D) op 31-10-1913 en overleden in Wageningen in februari 1973, dochter van Israel Kats, handelaar in chemicaliën en Rosa Elsa Liffgens.
Kinderen geboren uit dit huwelijk:
Albert Emile de Raaij, geboren te Leiden op 03-08-1934 en overleden in Nijmegen op 11-11-1942, 8 jaar oud.
Elsy Simone Anneke de Raaij, geboren te Amsterdam op 14-10-1939.
Robert Ivan de Raaij, geboren te Amsterdam op 05-06-1947.
Voorgeschiedenis
Hanna en Emanuel zijn liberaal Joods getrouwd. Hanna had Joodse voorouders die hoofdzakelijk in Duitsland hebben gewoond. Het waren veehandelaren en Asjkenazische Joden, ook wel asjkenaziem of Hoogduitse joden genoemd. Deze joden waren afkomstig uit Midden- en Oost-Europa en hebben zich vanaf het begin van de zeventiende eeuw in de Nederlanden gevestigd. De term Hoogduits verwijst naar de taal die in hun oorspronkelijke woongebied gesproken werd. Dat was één van de componenten van het Jiddisj, de spreektaal van de Asjkenazische joden bij hun komst in Nederland.
Hanna is in 1914 als enig kind met haar ouders in Nederland gaan wonen, Scheveningen als woonplaats.
Emanuel had ook Joodse voorouders, eveneens Asjkenazische Joden en vóór 1700 afkomstig uit Polen. De overgrootvader, grootvader en vader van Emanuel zijn rijk geworden met een lompensorteerbedrijf, eerst in Haarlem en later in Amsterdam. Emanuel had na 1930 een eigen bedrijf in o.a. Leiderdorp en Amsterdam, met ca. 30-50 personeelsleden.
Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog
Direct na de geboorte van Albert Emile, in 1934, komt Hertha Rzapek als gouvernante in het gezin. Zij komt uit Sudetenland, rond 1933 een deel van Tsjecho-Slowakije dat in meerderheid bewoond wordt door Duitstaligen.
Deze periode komt vader Emanuel voor zijn werk regelmatig in Duitsland en ziet tot zijn verbijstering een toenemende haat tegen Joden. Deze Jodenhaat krijgt zijn hoogtepunt bij de zogenaamde Kristallnacht van 1938, een pogrom tegen alles wat Joods is in Duitsland. Hij trekt zijn conclusies en stelt zijn ouders voor om met het gezin naar Amerika te vertrekken. Maar zijn vader is van mening dat Nederland, net als in de Eerste Wereldoorlog, neutraal zal blijven en er geen dreiging is. Emanuel blijft dan ook maar hij regelt, buiten zijn ouders om, wel alvast een onderduikadres voor zijn gezin en gouvernante.
Dan volgt al snel de Duitse bezetting van Nederland en rond 1942 krijgt vader de uitnodiging om lid te worden van de “Joodse Raad” in Amsterdam. Hij weigert.
Ook rond deze tijd, het gezin woont dan in Amsterdam-Noord, krijgt vader ’s avonds een telefoontje van een onbekende man die zegt dat ze ogenblikkelijk weg moeten omdat het hele gezin de volgende dag zal worden opgehaald. Ze vluchten die nacht vanuit hun woning naar het afgesproken onderduikadres. Het telefoontje blijkt juist, een razzia volgt en hun huis wordt leeggeroofd, inclusief een paar kostbare schilderijen van Jozef Israels, antiek, dure spullen etc.
Er volgen nog zeker vier onderduikadressen en uiteindelijk komt het gezin terecht bij katholieke boeren in Amsterdam-Noord aan de Kanaaldijk van het Noordhollandsch Kanaal.
Er blijft echter een dreiging, zodat vader toch op zoek gaat naar een ander onderduikadres, maar nu voor de gouvernante en hun kinderen Albert en Elsy. Er gloort hoop en Nijmegen komt in beeld. Ze komen terecht op een onderduikadres in de hoerenbuurt dichtbij de Waal, waar is niet bekend.
Op dit adres wordt Albert begin november 1942 ernstig ziek. Hij wordt opgenomen in het protestantse Wilhelminaziekenhuis in Nijmegen waar hij op 11 november 1942 overlijdt, volgens de overlijdensverklaring aan difterie.
Een Joods jongetje, niet ingeschreven in Nijmegen, overleden onder Duitse bezetting die alert is op alle bewegingen met overal luisterend oren…, hoe nu verder met het regelen van de begrafenis?
Hertha, de gouvernante, is van katholieken huize en heeft de middelen om deze klus goed af te sluiten. Zij neemt contact op met de directeur van de begraafplaats aan de Daalseweg, de heer Klopper, en krijgt het voor elkaar dat hij de aangifte van het overlijden van Albert doet én dat de gemeenteambtenaar vervolgens het verlof tot begraven uitschrijft voor de RK begraafplaats aan de Daalseweg. Vrijdag 13 november 1942 wordt Albert hier begraven in vak 22, rij 10, nummer 1, 1ste klasse aardgraf. Het graf is november 2022 nog aanwezig, wel in slechte staat.
Albert staat ook vermeld op het Joods Monument, een online monument voor de meer dan 104.000 mensen die in Nederland als Joden werden vervolgd en de Holocaust niet overleefden. Deze omschrijving omvat ook personen die op een natuurlijke manier in Nederland zijn overleden.
Hertha begrijpt dat ze nu zo snel mogelijk de stad moet verlaten en krijgt een nieuw onderduikadres in Middelbeers(NB). Zij wordt met Els opgevangen in het huis van mevrouw Truus Smulders-Beliën, de vrouw van burgemeester Jan Smulders. Jan Smulders is dan al opgepakt door de Duitsers omdat hij weigerde een lijst van inwoners te maken die in aanmerking komen voor de Arbeidseinsatz. Jan wordt in 1945 tijdens een transport naar Dachau doodgeschoten.
Na de oorlog
Truus wordt later de eerste vrouwelijke burgemeester van Oost-, West- en Middelbeers, 1946-1966. Haar band met de familie de Raaij blijft hecht. Hertha en Els en haar ouders overleven de oorlog en gaan in Amsterdam, in de Titiaanstraat wonen. Mede dankzij de hulp van de ouders krijgt Hertha de Nederlandse nationaliteit.
Op 5 juni 1947 wordt Robert in Amsterdam geboren en vader Emanuel bouwt al snel weer een bedrijf op in Amsterdam, 400-450 personeelsleden, hoofdkantoor Fa. Emiel de Raaij, Herengracht 440 en bedrijf Damrak.
Dan breekt rond 1950 de oorlog uit in Korea en vader denkt één keer oorlog en niet weer, dus besluit hij zijn zaak te verkopen en vertrekt met het gezin en Hertha naar Amerika. Via Brazilië komt het gezin met Robert in 1962 weer terug naar Nederland. Hertha is inmiddels vertrokken naar een ander gezin in Duitsland en Els is getrouwd.
De Tweede Wereldoorlog heeft binnen de hier beschreven families veel leed en verdriet betekend. Familiebanden zijn wreed doorgesneden. Veel blijft voor altijd onbekend en veel blijft nog een zoektocht. Ruim zestig directe De Raaij’s en Kats’ zijn vermoord of vergast en blijven bij de nabestaanden als een herinnering achter. Een trieste werkelijkheid.
De aankondiging van dit project heeft u al kunnen lezen in ons vorige Bulletin 3-2022. Op zaterdag 24 september 2022 heeft onze stichting in goed overleg met de eigenaar van de begraafplaats Daalseweg, de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen, een tiental nieuwe kruisen geplaatst van slachtoffers van het bombardement op 22 februari 1944 waarvan geen grafmonument meer aanwezig was. Voor het vervaardigen van de kruisen hebben wij de hulp ingeroepen van de Hobbywerkplaats Oost. Zij hadden al eerder een dergelijke opdracht uitstekend uitgevoerd.
Op deze druilige zaterdagochtend waren, naast een aantal genodigden, ook aanwezig burgemeester Bruls en een delegatie van oud-militairen die onder meer in Libanon en voormalig Joegoslavië gediend hebben. Het contact met deze veteranen kwam bij toeval tot stand via de manager van de naastgelegen AH-supermarkt, wiens broer als veteraan vaak deelneemt aan de Sunset March.
Het startpunt voor deze plechtigheid, muzikaal omlijst door Duo Messingh, was het centraal gelegen kruisbeeld. Van daar uit werden de graflocaties bezocht voor het plaatsen van de kruisen.
De rol van de veteranen was een bijzondere. Op gepaste wijze werden de kruisen geplaatst en klonk er een eresaluut met een stiltepauze, waarna bij de kruisen een bloemetje met een kaars werd geplaatst. Verder werd bij elk geplaatst kruis een voorleesmoment gekozen uit het boek van In Paradisum-lid Bart Janssen “De pijn die blijft” (2005).
De laatste klanken van het lied “We’ll meet again” van Vera Lynn waren een geslaagde afsluiting van dit project, waarbij tien oorlogsslachtoffers weer een naam hebben gekregen en een herdenkingsplek.
Op woensdag 22 februari zal het bombardement op Nijmegen worden herdacht. Voor het eerst sinds 2019 zal dit weer mét publiek zijn.
Programma
Stevenskerk
12.00 uur Dienst in de Stevenskerk
12.45 uur Stille tocht naar de Schommel, monument achter het Stadhuis
De Schommel
vanaf 13.00 uur Verzamelen bij de Schommel Toespraken van onder meer Burgemeester Bruls Muzikale omlijsting (ensemble nog niet bekend).
13.28 uur Twee minuten stilte
13.30 uur Muziek en activiteit leerlingen Montessori
14.00 uur Kranslegging
Begraafplaats Daalseweg
vanaf 13.00 uur Verzamelen op Begraafplaats Daalseweg
13.15 uur Welkomstwoord door Willem Reijnders (In Paradisum) Muzikale bijdrage door Duo Messingh
13.28 uur Twee minuten stilte, klokkenluiden
13.30 uur Overweging
13.35 uur Rondgang langs graven bombardementsslachtoffers
Lutherse Kerk
Na afloop van de plechtigheid op Begraafplaats Daalseweg is er waarschijnlijk de mogelijkheid om in de Lutherse Kerk bijeen te komen voor een kop soep en koffie (nog niet zeker).
‘In Paradisum’ is het bulletin van de gelijknamige stichting, het verschijnt maximaal driemaal per jaar.
De Stichting In Paradisum stelt zich tot doel de cultuurhistorische, kunsthistorische en landschappelijke waarden van de Nijmeegse monumentale begraafplaatsen te beschermen en te behouden. De focus op dit funeraire erfgoed komt tot uitdrukking in diverse activiteiten: het behartigen van de belangen van nabestaanden, het inventariseren en documenteren van grafmonumenten, het organiseren van tuinier ochtenden, en het verspreiden van kennis over de begraafplaatsen door de uitgave van dit bulletin, via een website, publicaties, en door het geven van rondleidingen op de begraafplaatsen.
De Stichting In Paradisum en haar voorgangers treden sinds 1972 op als gespreks- en onderhandelingspartner met beheerders en de gemeente Nijmegen over ontwikkeling, verbetering of verandering binnen de Nijmeegse begraafplaatsen, vooral als dit publieke, algemene belangen of belangen van nabestaanden betreft.
Vanouds zet de stichting zich in het bijzonder in voor de voormalige R.K. Begraafplaats Daalseweg. Ieder jaar organiseert de stichting hier op 22 februari, samen met de gemeente Nijmegen, een herdenking voor de vele slachtoffers van het bombardement in 1944 die hier begraven liggen. Ook wil de stichting de begraaflocaties in Nijmegen digitaal beschikbaar maken. In samenwerking met de SBN (Stichting Begraafplaatsen Nijmegen) worden hiertoe de registers van begravingen en ‘verloven tot begraving’ verwerkt.
De afbeeldingen en foto’s in deze uitgave zijn – tenzij anders is vermeld – genomen uit de “Collectie van In Paradisum”. Redactionele bijdragen van lezers en derden zijn welkom, mits digitaal aangeleverd en maximaal 2 pagina’s A4. De redactie beslist evenwel over plaatsing. Voor grotere producties is overleg vooraf met de redactie wenselijk.
De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting In Paradisum, die geheel werkt met vrijwilligers, is minimaal € 12,50. Het bedrag kan worden overgemaakt op (IBAN) bankrekeningnr. NL86ABNA0475424336 ten name van Stichting In Paradisum te Nijmegen. De penningmeester dankt u voor het overmaken van uw bijdrage voor 2023.
Stichting In Paradisum Zonnebloemstraat 26, 6542 NG Nijmegen T 06-48820433 e stichtinginparadisum@kpnmail.nl www.stichtinginparadisum.nl